Wonderlijk langzaam

slak

Wonderen zijn rare dingen. Althans, dat vindt m’n ego. Vanuit m’n grotendeels geïdentificeerde toestand heb ik tijd nodig om een beetje aan ze te wennen. Op dit moment durf ik ze nog alleen toe te laten op het gebied van emoties en stemmingen. En dan nog steeds mondjesmaat. Als ik me bijvoorbeeld een beetje zwaarmoedig en neerslachtig voel en de tegenwoordigheid van geest heb kan ik ruimte maken voor het wonder. Met een paradoxale tegenzin wordt het me langzaam duidelijk dat ik er onbewust voor gekozen heb om me zo te voelen. Met dezelfde tegenzin richt ik me vervolgens op Hem. Ik meen dat ik daarna enige tijd nodig heb, waarin ik bijvoorbeeld middels een werkboek-affirmatie mijn vertrouwen op Jezus richt, om het wonder te laten gebeuren. Pas na een klein kwartiertje vindt die wonderlijke shift plaats. Het besef dat ik daadwerkelijk zelf gekozen heb voor mijn negatieve bui en de totaal nieuwe kwaliteit van zien samen met de Heilige Geest. Zo lijkt het vergevingsproces moeite en tijd te kosten.

Als het om lichamelijke kwalen gaat, op dit moment is bij mij maagpijn aan de orde, dan lijkt het wonder niet te werken. Cognitief begrijp ik weer dat ik zelf die pijn projecteer om de illusie te versterken dat ik een lichaam ben. Vervolgens breng ik pijn en verstandelijk besef bij de Heilige Geest, houd ik een schuin oog gericht op m’n pijn, om na hetzelfde kwartiertje te concluderen dat het deze keer niet geholpen heeft. ‘Tja, dit is ook wel wat anders dan een naar gevoeletje’, fluistert mijn ego me in.

Maar de Cursus spreekt me hierin duidelijk tegen. Er is geen rangorde in wonderen dus ook geen rangorde in moeilijkheid van problemen binnen de illusie. Het ego glimlacht tevreden en beweert direct dat ik er dus niks van snap en het allemaal verkeerd doe. Het is dus zogenaamd mijn eigen schuld dat ik niet van mijn maagpijn afkom. Gelukkig krijg ik wel wat sneller in de smiezen wanneer ik me schuldig ergens over voel en kan ik dit gebruiken als signaal dat ik naar het ego luister. De Heilige Geest beschuldigt nooit, dat staat vast.

Toch is dat onderscheid wat ik maak tussen grote en kleine wonderen fascinerend. Elke logica ontbreekt hierin. Ik kan op het journaal naar hongersnoden en oorlogsgeweld kijken en de onrust die dit oproept zogenaamd makkelijk vergeven. Dit vergeven is echter eerder een verdringen uit het bewustzijn dan een werkelijk vergeven. Dat maagpijntje staat volgens de maatstaven binnen onze droom in geen verhouding tot genoemde rampen. Maar als het ‘mijn lichaam’ betreft durf ik de illusie niet los te laten. Ziekte en pijn zijn wat dat betreft prachtige wake-up calls. Wij geven deze fenomenen zelf een bijzondere plaats binnen de totale illusie. Mijn maagpijn is op zich net zo neutraal als de boekenkast die hier naast me staat. Ik voel echter geen enkele behoefte om middels vergeven van die boekenkast af te komen maar wil wel graag af van die lichamelijke pijn. Een overduidelijk illustratie van mijn zelf verkozen gevangenschap in de illusie dat ik wel degelijk mijn lichaam ben.

Uiteindelijk gaat het om het vergeven van het denkbeeldige universum, met alles erop en eraan. Hierbij is niets meer of minder ernstig dan iets anders en hierbij is er geen onderscheid tussen maagpijn, boekenkast en wereldoorlog. Ben ik nu schuldig omdat ik zo kortzichtig ben en zo’n trage leerling van Cursus ben? Nee, ik ben gewoon bang voor de onbegrensdheid van de liefde. Natuurlijk heeft het vergeven van een nare emotie helemaal geen tijd nodig. Mijn bange ikje heeft tijd nodig omdat het te confronterend is om in 1 seconde te zien dat ik de boel bij elkaar aan het verzinnen ben. Idem voor de maagpijn. Hier ben ik zo bang dat ik de illusie van afgescheidenheid onder ogen dien te komen dat ik genezing zelfs niet binnen een kwartiertje durf te laten plaatsvinden. Ik blijf met een dualistische blik loeren naar dat fenomeen in mijn buik: is het weg of niet? De Heilige Geest krijgt van mij een multiple choice antwoord voorgelegd; A of B. Ik sta totaal (nog) niet open voor het echte wonder waarbij ik echt Zijn Wil volg.

De Cursus spreekt in bovengenoemd verband over generaliseren van ons vergevingsproces. We mogen binnen onze droom de denkbeeldige tijd nemen om als het ware te wennen aan die vredige ruimte. De waarheid is altijd al waar; we zijn schuldeloze, grenzeloze kinderen van God, nu en altijd. En als ik dat nu nog niet aandurf omdat ik hier allerlei onjuiste fantasieën over heb dan mag ik nog even geloven in mijn maagpijn. God overweldigt me hierin niet, dringt Zijn vrede niet aan mij op. Hij wacht slechts tot ik onderken dat Zijn Wil ook mijn wil is. Liefdevol geduldig, wonderlijk langzaam.

3 gedachtes over “Wonderlijk langzaam

  1. Patrick

    Voor wie er klaar voor is:neem de moedige beslissing om jezelf te leren zien als geest,een spiritueel wezen.Vraag daarvoor hulp aan de Heilige Geest.
    Vraag dan aan de Heilige Geest om het probleem in je lichaam op geestelijk niveau op te lossen.
    Heb vertrouwen dat er inderdaad geen rangorde in moeilijkheden is in wonderen.

    Like

Plaats een reactie