Vanmorgen staarde ik in de krant naar een foto waarop Taliban-mannen stonden afgebeeld. Het artikel ging over de genadeloze houding van deze mannen jegens andersdenkenden en vooral richting vrouwen. Ik keek naar wat er vanbinnen bij me gebeurde. Direct kwamen afschuw en oordeel naar boven. Daar bleef ik maar eens bij stilstaan. Het schoot me te binnen dat dit mogelijk dezelfde kwaliteit is waarmee de afgebeelde mannen naar mensen kijken die een ander geslacht, een andere geaardheid of een andere visie hebben dan zij. Op dat moment zag ik de Taliban-strijder in mijzelf.
Direct volgde een vreemde golf van verdriet. Verdriet om al die beelden op tv van oorlog en geweld. Mannen in Afrika die trots door een dorp lopen waar ze mensen met een andere etnische achtergrond hebben verkracht, vermoord en verdreven. Verdriet om de barbaarsheid van oordeel, geweld en het streven naar macht en lust. Het voelde alsof ik keek naar zoiets als een demonisch-ego-kankergezwel dat zijn tentakels heeft uitgeslagen in de denkgeest; onze denkgeest, mijn denkgeest. Gevoelens van verdriet, machteloosheid dreigden me te overweldigen.
Ik dacht na over woorden van Ken Wapnick. Hij sprak over de onheilige drie-eenheid: zonde-schuld-angst. Zijn uitleg hierover heb ik altijd behulpzaam gevonden. Zoals zo vaak voel ik me zondig en schuldig zodra ik de Taliban-strijder in mijn denkgeest bespeur. (Over angst kan ik veel schrijven, maar dat doe ik nu even niet.) Het is volgens mij niet behulpzaam om middels een soort spirituele bypass-actie de onheilige drie-eenheid weg te willen wuiven. Het is niet oké zoals Taliban-strijders hun landgenoten terroriseren en het is niet oké als ik blijf hangen in mijn veroordeling.
Er zijn in ECIW-kringen mensen die het hierover niet met me eens zijn. Hun redenering lijkt sluitend. Zonde (afscheiding) is niet echt dus schuld kan niet bestaan en angst is onnodig. Alles is nog altijd één. Er is niks gebeurd, niet op tv en niet in mijn denkgeest. Zo ongeveer. In mijn beleving is dit niet de houding waartoe Jezus mij oproept in Bijbel, ECIW en ECVL (en andere boeken). Met deze spirituele bypass gooien we Gods liefdesbaby met het badwater weg. Deze liefdesbaby is de schepping.
ECIW-studenten die vanuit de visie van eenheid snel voorbij willen gaan aan de narigheid op tv wijzen op de waarheid van Gods onveranderlijkheid. God is. Punt. In deze is-heid is er niks aan de hand. Deze ECIW-student rust vredig in zijn of haar gevoel van “Ik Ben”. In Ik Ben is alles oké en is kwaad niet eens relatief maar niet-bestaand. En versta me niet verkeerd; ten diepste is dit natuurlijk ook waar. Maar het wonderlijke van de waarheid is dat God ook schepping en uitbreidende liefde is. Zonde-schuld-angst kunnen niet werkelijk optreden omdat afscheiding onmogelijk is in eenheid. Wij kunnen ons niet losmaken van God.
Maar nu komt het. Het is niet behulpzaam om het begrip van de onheilige drie-eenheid overhaast weg te wuiven. We mogen het als indicator van ons geloof in afscheiding serieus nemen en er haast dankbaar gebruik van maken. Zonde kan niet echt zijn maar ons gevoel van zondigheid, schuld en angst is een nuttige indicator. De indicator kan, zoals hierboven aangegeven, gebruikt worden om te checken of je nog gelooft in dualiteit. Prima, maar laten we alsjeblieft ook de volgende stap zetten. Want als je de onheilige drie-eenheid bespeurt in je denkgeest dan laat dit ook zien dat je niet ziet dat je innig (grenzeloos) verbonden bent met wat en wie je ziet. Je oordeel heeft de stroom van liefde geblokkeerd en daardoor ben je niet langer medeschepper met de Vader.
Dankzij ECIW kunnen we geloof in dualiteit loslaten. Maar dit betekent niet dat de Taliban-strijder op tv en in mijzelf ontkend moet worden. Het betekent dat hij niet losstaat van mij, dat hij mijn geloof in zonde-schuld-angst reflecteert in de denkgeest. De snelle eenheids-bypass waarin niks ooit kan gebeuren is niet handig. Sommige ECIW-studenten kennen de Bijbel niet of willen het afdoen als een archaïsch en onnodig boek. De abstracte visie van totale eenheid bevalt hen beter. Maar Jezus’ woorden gaan over schepping en liefde. Jezus trok zich niet zijn hele leven terug op de berg om daar te verzinken in meditatie. Hij zei niet: “er zijn geen mensen die domme dingen doen (“vijanden”)”. Hij zei: “Heb deze mensen lief gelijk uzelf”.
Ik las een stukje over De Rozenkruisers. Ik vond het mooi hoe in hun visie sprake was van én-én. Ze gebruiken het symbool van de cirkel als beeld voor de volheid (eenheid) van onze Bron. Maar ook de driehoek als symbool voor liefde-kennis-daad. Het is niet of-of maar en-en. In Een Cursus van Liefde zie ik die drievoudigheid terug in de woorden zijn-beweging-expressie. In ECIW zie ik de expressie terug in Jezus’ oproep om wonderen aan te bieden en leraren of helers te zijn.
Ik kijk nog eens naar de Taliban op de foto en in mij. Er is heldere waarneming nodig, niet met onze aardse ogen maar met een innerlijke blik. Mijn gevoelens van boosheid en verdriet wijzen mij de weg. ECVL legt uit dat ik op twee manieren kan responderen: vanuit angst (wat kan leiden tot ontkenning) of vanuit liefde. Ik wil kiezen voor liefde. De weg van Jezus.
