De werkboekles van 19 januari zit bomvol duizelingwekkende metafysica. Lees als je wilt met me mee. Ik geef mijn ingevingen schuingedrukt weer.
Ik ben niet de enige die de gevolgen ervaart van mijn gedachten.
We springen direct het diepe in. De titel van deze werkboekles maakt korte metten met een mening die soms wat te gemakkelijk wordt geroepen. De mening: “er zijn geen anderen”. Laat de eerste vijf woorden van de titel eens goed doordringen: “Ik ben niet de enige”. De enige conclusie lijkt nu te zijn: “aha, er zijn dus toch anderen!” Maar dat gaat me ook te ver. Het punt is dat wij met ons verstand altijd denken in of-of termen. Of ik ben alleen of er zijn van mij onderscheiden anderen. Er zijn ook filosofen die denken dat ze alleen zijn en dat zelfs de mensen die ik meen te zien niet echt zijn maar figuren in mijn droom. Deze opvatting wordt in de filosofie “solipsisme” genoemd. Je gelooft dan in feite dat de broeders en zusters die je ziet jouw bedenksels, (filosofische-) zombies, zijn. Dat is het ene uiterste. Het andere uiterste van ons of-of denken is dat er wél anderen zijn die echt van ons gescheiden zijn. Maar dat is dus ook te zwart-wit, te duaal, gedacht. Volgens ECIW is het geloof in (echte) afscheiding niet correct. Dus confronteer je denken maar eens met de volgende uitspraak: “Er zijn echte broeders en zusters en ze zijn niet van mij gescheiden”.
1. Het idee van vandaag is natuurlijk de reden waarom jouw manier van zien niet alleen op jou invloed heeft.
Deze opmerking kan nu iets beter binnenkomen. Als ik in de (denk)geest verbonden ben met allen en alles dan hebben mijn gedachten meer effect dan ik voor mogelijk hield.
Je zult opmerken dat de ideeën die verband houden met denken soms voorafgaan aan die met betrekking tot waarnemen, terwijl op andere momenten de volgorde omgekeerd is. De reden daarvoor is dat de volgorde niet uitmaakt. Denken en de resultaten daarvan zijn in feite gelijktijdig, want oorzaak en gevolg zijn nooit gescheiden.
Houd je vast. Want wat staat hier nu toch? Wij snappen wel dat je gaat nadenken over wat je waarneemt. Als ik de buitenwereld zie dan heb ik daar zo mijn gedachten over. Dus dan is wat ik in de wereld zie de oorzaak van mijn gedachten erover. Wij staan zelden stil bij ons ingebakken geloof over hoe de werkelijkheid in elkaar zou steken. Samengevat: er is een echte buitenwereld los van ons die we kunnen waarnemen en waarover we kunnen nadenken. De Cursus en een stroming binnen de filosofie genaamd “fenomenologie” wijzen ons op een onontkoombare waarheid die we ons maar zelden realiseren: in feite hebben we alleen zekerheid over onze waarnemingen (percepties, ervaringen). Dat zijn fenomenen waar we ons bewust van zijn. Dus het enige waar we zeker van zijn bestaat uit innerlijke ervaringen in bewustzijn. De rest, de opvatting dat er een echte “buitenwereld” is die onze ervaringen veroorzaakt, is goed beschouwd slechts geloof. “Maar dat bewustzijn zit toch in onze hersenen?” Zie je dat deze uitspraak berust op het geloof dat die waargenomen fysieke hersenen echt zijn? Het enige dat je zeker weet is dat je een grijze massa ziet, die glibberig voelt maar die kleur en dat gevoel (en alle andere waarnemingen die je kunt doen aan de hersenen) zijn niet meer dan percepties in bewustzijn.
De Cursus gaat nog een stap verder in deze werkboekles. Het is één ding om te beseffen dat we gedachten kunnen hebben over dat wat we waarnemen, zelfs als aan die waarneming niet een echte, bewijsbare fysieke wereld ten grondslag ligt maar “slechts” onze percepties (fenomenen in ons bewustzijn). Hij gaat echter nog verder door te beweren dat het ook mogelijk is dat er eerst sprake is van “denken” en dat “de resultaten hiervan”, dus dat wat we waarnemen hieruit voortvloeien. We denken over wat we waarnemen en we nemen waar wat we denken, tegelijkertijd! We kunnen nu vol ongeloof de schouders ophalen maar in feite is dit gebeuren ons niet vreemd. Want wat gebeurt er in een droom? We vormen zelf de droomwereld die we ons verbeelden, die we bedenken. En laat dat nu exact de boodschap zijn van ECIW: de zogenaamd echte wereld die we menen te zien is ook niet meer en niet minder dan een denkbeeld van ons dat we menen waar te nemen.
Nu kun je menen dat ECIW hiermee een vreemd, haast sektarisch, geloof propageert. Maar ook hier staat ECIW niet op zichzelf. Tweehonderd jaar geleden beweerde de filosoof Schopenhauer precies hetzelfde. Kijk eens naar de titel van zijn belangrijkste werk: “De wereld als wil en voorstelling”. Oké, zul je wellicht zeggen. Dan is deze opvatting wellicht een langer bestaand bijgeloof. Maar ook de meest moderne kwantumfysica komt tot dezelfde duizelingwekkende inzichten: de waarnemer heeft invloed op (bepaalt!) dat wat waargenomen wordt. Omgekeerde wereld, letterlijk, dus.
2. We beklemtonen vandaag opnieuw het feit dat denkgeesten verbonden zijn. In het begin is dit idee zelden helemaal welkom, want het lijkt een enorm gevoel van verantwoordelijkheid met zich mee te brengen, en kan zelfs beschouwd worden als een ‘inbreuk op je privacy’. Toch is het een feit dat er geen privé-gedachten bestaan. Ondanks je aanvankelijke weerstand tegen dit idee zul je uiteindelijk begrijpen dat dit wel waar moet zijn, wil verlossing überhaupt mogelijk zijn. En verlossing moet mogelijk zijn, want het is de Wil van God.
Om deze blog niet te lang te maken rond ik het nu af. We hebben gezien dat het enige dat we zeker weten over de fysieke wereld die we menen te zien met bomen, beestje, huisje en andere mensen bestaat uit onze waarnemingen (ervaringen, percepties) in ons bewustzijn. Ik schrijf hier bewust “ons” bewustzijn omdat ik niet de enige ben maar kennelijk een wezen dat onlosmakelijk verbonden is met anderen die dus in feite niet echt anders zijn dan ikzelf ben. Raar maar waar. “Denkgeesten zijn verbonden”.
Vervolgens eindigt alinea twee positiever dan het wereldbeeld waarmee Schopenhauer eindigt. Hij ziet vooral een donkere wereld waarin slechts een vreemde oerkracht (een Wil) heerst die wij uit ECIW herkennen als het streven van het ego naar afscheiding. Hij ziet slechts twee mogelijke wegen tot verlossing: ascese en je overgeven aan (muziek)kunst.
Wat hij niet zo duidelijk ziet als ECIW is dat er een andere keus mogelijk is naast die keuze voor afscheiding: de keuze tot verbinding. De nadruk die Jezus legt op liefde in Bijbel, ECIW en ECVL (en andere boeken) overstijgt in mijn beleving de huidige stand van zaken in filosofie en wetenschap. Als de ogenschijnlijke wereld gevormd wordt door de intentie van onze waarneming dan is onze enige weg tot verlossing de verandering van onze waarneming. Van liefdeloos en oordelend naar liefdevol en vergevend.
En verlossing moet mogelijk zijn, want het is de Wil van God.
