Toenadering tussen verschillende ECIW-stromingen

.

Als we het in Nederland over ECIW hebben dan denkt 95% van de studenten direct aan dat mooie blauwe boek, de versie die is uitgegeven door The Foundation of Inner Peace (FIP). Dat is niet zo gek omdat, voor zover ik weet, dit de enige versie is die vertaald is in het Nederlands. Ik ga hier niet de hele ontstaansgeschiedenis van de Cursus weergeven maar volsta door op te merken dat op basis van de aantekeningen van Helen Schucman verschillende versies zijn ontstaan. Samen met Bill werkte ze haar aantekeningen uit in de “Urtext”, hiervan maakte Helen zelf een tweede editie (niet uitgegeven) en van deze versie maakte ze samen met Bill de “Hugh Lynn Cayce”-versie waarin veel is herschreven en weggelaten. Hierna kwam de ons bekende Ken Wapnick in beeld en hij was betrokken bij verder editing en de productie van twee FIP-versies, de basis voor ons blauwe boek. Uiteindelijk besloot de groep van Robert Perry (Circle of Atonement: CoA) een versie te maken gebaseerd op de oorspronkelijke aantekeningen van Helen: The Complete and Annotated editie. Helaas zijn er zelfs rechtszaken geweest tussen FIP en CoA in verband met copyrights.

Gisteren zag ik een opname van een video-meeting met als deelnemers “fans” van een bepaalde editie van ECIW. Er was, tot mijn grote genoegen, zelfs een vertegenwoordiger van A Course of Love (Een Cursus van Liefde; ECVL) aanwezig, een boek dat velen zien als een opvolging van ECIW. Ik genoot van deze meeting omdat het sleutelwoord “vergeving” bleek. Er was sprake van een open houding en de bereidheid om rustig te luisteren naar elkaars mening. De nadruk lag op de liefde, het centrale thema in al deze boeken. Eind goed al goed, zou je misschien zeggen. Maar dat is toch iets te kort door de bocht.

Want men droeg natuurlijk toch argumenten aan om bijvoorbeeld de verschillende editing-rondes te rechtvaardigen. Eén deelnemer zei dat Helen bij het skippen en editen van haar oorspronkelijke notities geleid werd door Jezus en dit pleit voor de blauwe versie. Maar hier was niet iedereen van overtuigd. Helen (en de andere editors) zijn mensen als jij en ik die bepalen wat ze belangrijk vinden, waar ze liever niet over spreken en met de neiging tot “stileren”. Nederlandse lezers van enkel het blauwe boek weten niet wat er allemaal is weggelaten en verplaatst vergeleken met de oorspronkelijke aantekeningen onder het motto: “Jezus vond het goed” of “dit was slechts voor Helen en Bill bedoeld”. Zo is het woord “ziel” weggewerkt uit de blauwe versie. Idem voor stukken tekst over seksualiteit. Verder missen we ook de heel directe instructies van Jezus aan Helen voor wat betreft de dingen die ze moest doen, de mensen die ze diende te benaderen enzovoort. Een deelnemer van de video-meeting vatte het bondig samen door te zeggen dat het blauwe boek wel een erg abstracte versie is geworden van de oorspronkelijke boodschap. Hij illustreerde dit door te wijzen op het weglaten van een van de eerste opmerkingen van Jezus aan Helen: “You will see miracles through your hands through me”. De oorspronkelijke woorden van Jezus bevatten inderdaad veel woorden van praktische aard, gericht op ons aardse leven met een duidelijke “doe-opdracht”. We mogen onder leiding van Jezus de handen uit de mouwen steken.

De deelnemer aan de meeting die dit naar voren bracht had een uitstekende tip om te voorkomen dat we ongemerkt gaan geloven dat we de visie van ECIW helemaal menen te begrijpen op basis van de enige ons bekende versie: lees alle versies! Theoretisch is dit voor Engelstaligen nog op te brengen maar wat moet je doen als het Engels lastig voor je leest of als je, heel begrijpelijk, weinig behoefte hebt aan de aanschaf en het doorspitten van al die versies? En is dit nu allemaal wel nodig, voegt het wat toe? Dat kan ik niet voor je bepalen maar ik kan wel mijn eigen ervaring met je delen.

Ik was bekend met de Bijbel toen ECIW op mijn pad kwam in de vorm van het blauwe boek. De metafysica en de non-duale visie ervoer ik eerst als een verademing en later als een verrijking ten opzichte van de Bijbelse visie. Het viel me echter op dat de aandacht van leraren en studenten die zich baseerden op deze versie wel erg op het bereiken van eigen innerlijke vrede was gericht, in overeenstemming met de naam van de Foundation for Inner Peace, de groep van Ken Wapnick die de blauwe versie van ECIW had gemaakt. Het wonder uit ECIW leek helemaal samen te vallen met het corrigeren van de eigen perceptie. De ander, God, de Heilige Geest en Jezus werden teruggebracht tot tijdelijke projecties van onszelf op weg naar een 100% abstracte, radicale eenheid. Als door een wonder, hoe toepasselijk, kwam ik in aanraking met de visie van de Circle of Atonement van Robert Perry. Een cirkel omsluit mijn broeders en zusters en het voelde beter en verfrissend voor mij om ECIW-uitleg te lezen waarin ik weer mijn broeder Jezus uit de Bijbel kon herkennen: vanuit liefde gericht op zijn naasten. Mijn geluk kon niet op toen ik in aanraking kwam met Een Cursus van Liefde, de opvolger van ECIW, genoteerd door Mari Perron. Hierin wordt een heerlijke balans gevonden tussen de wijsheid van het hoofd en de liefde van het hart. Het valt mij, samen met anderen die zowel ECIW als ECVL hebben gelezen, op dat ECIW nu nog meer gaat leven, nog dieper binnenkomt.

Deze wonderlijke ervaring stemt overeen met de toon van de video-meeting. Ook ik ging door fasen waarbij ik me tijdelijk afzette tegen een visie of een versie wanneer ik een uitgebreidere of nieuwere visie ontdekte. Van Bijbel naar blauw boek naar paars boek naar Cursus van Liefde. Maar dit oordeel diende naar de liefde gebracht te worden waarna ik kon genieten van elke visie en versie. Kennelijk had ik tijdens bepaalde fasen van mijn leven een bepaald accent, een bepaalde visie nodig. Dit gezegd hebbende past mij terughoudendheid in het aanraden van een bepaald boek of van een bepaalde versie. Ik durf het met een knipoog toch te doen maar leg mijn tip vrolijk naast je neer als deze je (nu) niet past.

Ben je in de war doordat je graag de Bijbelteksten letterlijk wil nemen? Kun je weinig met een oordelende God, hel en veroordeling? Lees dan ECIW. Ben je ECIW-student en hoor je vanuit je omgeving het verwijt dat je wel erg met jezelf bezig bent? Of ben je verdrietig omdat je verteld wordt dat God de Vader, Jezus en de Heilige Geest jouw eigen projecties zijn? Wordt het je wat al te abstract? Verdiep je dan in de uitleg van Robert Perry en/of (als je het Engels niet goed machtig bent) lees Een Cursus van Liefde.

In liefde met je verbonden, Simon

Advertentie

Alles gaat zoals het gaat en wat overwegingen vanuit de visie van de cursus.

En, alles verschijnt in bewustzijn. Dergelijke uitspraken hoor je met regelmaat als het gaat over spirituele verlichting. Het zijn prettige uitspraken die handig zijn om als het ware een beetje uit te kunnen zoomen. Als we namelijk niet opletten dan gaan we helemaal op in de bezigheden van alledag. Daarbij identificeren we ons ongemerkt met ons kleine zelf dat druk bezig is om leuke ervaringen te verzamelen en vervelende gebeurtenissen te vermijden. Daarbij hebben we het idee dat we sommige zaken redelijk onder controle hebben maar dat er ook veel narigheid is die ons overkomt en waarmee we te dealen hebben.

Aan dit perspectief zijn we gewend. Het is gewoon “ons eigen” perspectief. Als we enigszins het benul krijgen dat dit perspectief beperkt is dan kunnen we gaan werken aan bewustzijnsverruiming. Ik denk dat dit een goede zaak is. Het begint allemaal als we opmerken dat ons huidig bewustzijn vernauwd aanvoelt en dat we ons afgescheiden, angstig en kwetsbaar voelen. De verruiming van het bewustzijn kan beginnen als we als het ware wat afstand kunnen nemen van die eindeloze stroom rusteloze gedachten en bijbehorende gevoelens. Als eerste stap is een kleine vorm van dissociatie zo gek nog niet. Een stapje achteruit zodat je ziet dat alles verschijnt in bewustzijn. De metafoor die hiervoor gebruikt wordt is die van het bioscoopscherm. Eerst denk je dat je een acteur op het scherm bent en vervolgens leer je de blik te verruimen en voel je je meer toeschouwer in de zaal. Een volgende stap in de ontkoppeling kan dan gebeuren als iemand je uitlegt dat alles gewoon gaat zoals het gaat. Dit kun je ook formuleren door te stellen dat de vrije wil niet bestaat.

In mijn beleving is bovengenoemd proces plezierig maar ik meen dat we soms wat blijven hangen in die gedissocieerde toestand en dan kan het zelfs averechts werken. Ik voel me dan losgezongen van de wereld en de mensen om me heen en ook nog eens willoos overgeleverd aan dat “alles wat gaat zoals het gaat”. Ik ben bekend met argumenten die aangedragen worden om aan te tonen dat wij geen enkele invloed hebben op onze gedachten, gevoelens en handelen en dat dit dus volledig gedetermineerd zou zijn. Maar voel ik dit ook zo? Voel jij dit zo? Ondanks de overtuigende argumenten riekt het toch ook weer naar een nieuw, contra-intuïtief”, geloof. Hoe kan dit toch? Klopt het wel? En wat zegt de cursus hierover?

Ik vind werkboekles 92 hierover verhelderend (lees hem als je wilt even door). Jezus merkt eerst op dat onze gewone ogen en hersenen samenvallen met die van de acteur, van ons denkbeeldige zelf. Daarmee hebben we een beperkte blik op de wereld die bepaald wordt door ons geloof in het afgescheiden zelf van de acteur. Jezus omschrijft bewustzijnsverruiming vervolgens als gaan zien in het licht, vanuit kracht en vanuit de Denkgeest van God. Maar Jezus kent onze valkuil. Hij beseft dat wij vanuit onze gedissocieerde toestand kunnen menen dat onze blik al wat ruimer is geworden maar dat we eigenlijk nog steeds niet kijken met de visie van Christus, vanuit ons Zelf, maar nog steeds vanuit ons kleine zelf. De uitnodiging is om als het ware gevoel te gaan krijgen voor het grote oog dat, bij wijze van spreken, van achteren door ons heen kijkt. De grote blik die onze beperkte blik draagt.

De Kracht van God is als het ware als een zachte wind die ons van achteren (we zien het niet met onze kleine ogen) steunt en draagt. De uitnodiging is om hier gevoel voor te krijgen, je eraan over te geven en als het ware je kleine, blinde ogen te laten genezen door deze Kracht. Ons kleine zelfje mag zich overgeven aan ons ware Zelf. Hier komt het woord “bereidwilligheid” naar boven en, jawel, ook de vrije Wil. Onze vrijheid zit erin dat we kunnen kiezen hoe we ons verhouden tot de uitnodiging om ons open te stellen voor die Kracht die door ons heen wil werken, dat Licht dat door ons heen wil schijnen. Mij helpt het om me voor te stellen dat het, goddank, niet allemaal om “mij” draait. Die gefixeerdheid op ons eigen, kleine geluk bevestigt juist ons idee van afgescheidenheid. Verruiming van bewustzijn valt samen met de diepe, blije erkenning dat er in feite geen afgescheiden ikje bestaat maar slechts een heerlijk, heilig en bijzonder “wij”. De Zonen van God die in een Heilige Relatie het Zoonschap vormen. Weg met het gevoel van afgescheidenheid, leve de vereniging en leve de liefde. Haar kracht wordt gedeeld (zie hieronder). Ik kan niet meer doen dan je deze gebrekkige woorden bieden. Gelukkig is Jezus veel beter bespraakt en mag ik een paar zinnen uit werkboekles 92 citeren.

Gods kracht in jou is het licht waarin jij ziet, zoals het Zijn Denkgeest is waarmee jij denkt.

Ze (Gods Kracht) brengt het licht waarin jouw Zelf verschijnt. In het duister zie je een zelf dat er niet is.

Haar kracht wordt gedeeld, zodat ze aan allen het wonder kan brengen waarin zij zich zullen verenigen in doel en vergeving en liefde.

Niemand kan vergeefs vragen haar zicht te mogen delen, en niemand die haar verblijf betreedt kan weggaan zonder een wonder voor zijn ogen en zonder dat er kracht en licht woont in zijn hart.

Kracht en licht verenigen zich in jou, en waar zij elkaar ontmoeten, staat jouw Zelf klaar om jou als het Zijne te omhelzen.  Dat is de ontmoetingsplaats die we vandaag proberen te vinden om daar te rusten, want de vrede van God is waar jouw Zelf, Zijn Zoon, nu wacht om Zichzelf opnieuw te ontmoeten en als één te zijn.

De nieuwe wereld als het doel van ECIW en ECVL

Moeten we de wereld afwijzen? Ik merk dat hier soms te snel een bevestigend antwoord op wordt gegeven. Als de wereld die we zien immers slechts een (nare) droom is, een illusie, dan is verwerping van deze wereld toch een goede weg? Degenen die zo redeneren pakken niet zelden direct door en stellen dat slechts eenheid echt is. Er klinken dan uitspraken als “er is niemand” of als “Jezus en de Heilige Geest zijn tijdelijke symbolen”. Ik ontken deze zogenaamde ultieme waarheden niet maar vraag me wel af of we niet te makkelijk, te snel een voorschot willen nemen op zaken die we weliswaar geloven maar, als we eerlijk zijn, nog niet ervaren. Als deze alinea de hele boodschap van Jezus zou vatten dan zou hij ons geen dikke cursus hebben hoeven te geven. Toch? Dit zou ons toch oplettend moeten maken en enig geduld moeten leren. Hierbij een voorzichtige aanzet daartoe.

In de cursus spreekt Jezus niet alleen over een ellendige wereld versus heerlijke eenheid. Hij heeft het namelijk ook over een nieuwe, andere en werkelijke wereld. Hoe vaak denk je? Een keer of 5 of 10? Nee, ongeveer 130 keer. Het zou de moeite lonen om hier een uitgebreide studie van te maken en een boek over te schrijven. Misschien weet iemand of dit al gebeurd is. Hoe dan ook, Jezus helpt ons in paragraaf III (het grensgebied!) van Tekstboek 26 behoorlijk op weg. Echt een aanrader om dit eens door te lezen. Voor nu wil ik graag wijzen op het volgende. Jezus legt uit wat het doel van ECIW is. Wat denk je? Zo snel mogelijk van nachtmerrie naar eenheid hoppen? Zo snel mogelijk alles vergeten wat met de 3D “werkelijkheid” te maken heeft? Houd je dan vast:

1: Maar zo’n omvang ligt buiten het bestek van dit leerplan. En ook is het niet nodig dat we stil blijven staan bij iets wat niet onmiddellijk te vatten valt.

3: Verlossing is een grensgebied waar plaats en tijd en keuze nog steeds betekenis hebben, terwijl toch kan worden gezien dat ze tijdelijk zijn, niet op hun plaats, en dat iedere keuze al is gemaakt.

5: Dit verschil <toelichting: het verschil in kiezen voor de hemel of voor de hel> is het leerdoel dat deze cursus zich heeft gesteld. Hij zal niet voorbij dit doelwit gaan. Zijn enige bedoeling is te onderwijzen wat gelijk is en wat verschilt, waardoor er ruimte wordt gelaten om de enige keuze te maken die kan worden gemaakt.

7: Is dit niet zoals je speciale functie, waarin de afscheiding ongedaan wordt gemaakt door een

wijziging van doel in wat eens speciaalheid was en nu vereniging?

3: Dit is het eind van de reis. We hebben die aangeduid als de werkelijke wereld.

Jezus is lekker direct en neemt geen blad voor de mond. Wat zegt hij dus niet? Hij zegt niet dat de nieuwe wereld een onbelangrijk tussenstapje is op weg naar eenheid. Integendeel. Hij zegt dat wij de ultieme waarheid “niet onmiddellijk kunnen vatten” en dat het niet nodig is “hier bij stil te blijven staan”. En, let op, dit alles zegt hij niet aan het begin van ECIW maar in hoofdstuk 26.

Wij overschatten ons voorstellingsvermogen als we praten over eenheid. We kunnen zoiets zeggen als “we willen graag eenheid ervaren”. Maar zelfs als we even de tijd nemen om zo’n uitspraak te doordenken en doorvoelen dan zien we al hoe ondoorgrondelijk zo’n uitspraak is. Als we dit zeggen geloven we bijvoorbeeld nog onbewust dat er nog steeds een “we” (ik) bestaat die iets ervaart (in tijd en ruimte?). Anders gezegd; als ons denken consequent doorredeneert over eenheid dan eindigt het in een tijd- en ruimteloos gebied zonder ervaarder. Wat is dan nog het verschil tussen die eenheid en “niets”? We weten het niet en we hoeven ons hier ook niet druk over te maken van Jezus want we kunnen niet voorbij het doelwit van ECIW gaan, het einde van de reis, de werkelijke wereld.

Hier komt voor mij ook direct Een Cursus van Liefde in beeld. Voor mij gaat dit boek over de ultieme omzetting (vergeving) van speciaalheid in vereniging. In ECIW brengt Jezus ons naar de nieuwe wereld door ons op te roepen denkbeeldige grenzen tussen onszelf en de wereld te vergeven. In de dialoog van ECVL nodigt hij ons uit om deze vergeving toe te passen op onze relatie met hem. Dit brengt ons bij de wonderlijke ervaring dat wij relatie zijn. In feite gaat het ook over onze heilige relatie met de nieuwe wereld. Jezus roept ons in ECVL op om onze rol als scheppers van deze nieuwe wereld op te pakken. Wow!

Ik moet me nu echt inhouden om niet helemaal los te gaan en te wijzen op de verbanden tussen bijvoorbeeld ECVL en de dialectische filosofie van Kierkegaard, Levinas en Bernardo Kastrup. Het past allemaal op verstands-, gevoels- en ervaringsniveau naadloos in elkaar tot een heilige vereniging. Ik wil besluiten met het benadrukken, vetgedrukt, van een woord waar onze cursussen en onze weg in samengevat kunnen worden. Laten we verder wandelen op onze weg van Liefde, our course of Love, richting een nieuwe, andere, werkelijke wereld.  

Over dromen en wakker worden.

In ECIW legt Jezus uit dat de werkelijkheid die wij met onze zintuigen menen te zien een droom is. Hier volgt die beroemde passage uit het Tekstboek hfst 27 (VIII; 6):

Laten we de droom die hij heeft weggegeven teruggeven aan de dromer, die de droom ziet als iets los van hem dat hem is aangedaan. In de eeuwigheid, waar alles één is, sloop een nietig dwaas idee binnen waarom de Zoon van God vergat te lachen. Door dit te vergeten werd de gedachte een serieus idee, in staat tot zowel verwezenlijking als werkelijke gevolgen. Samen kunnen we ze beide weglachen, en begrijpen dat de tijd geen inbreuk kan maken op de eeuwigheid. Het is ridicuul te denken dat de tijd de eeuwigheid kan omringen, die juist betekent dat er geen tijd bestaat.

Dit is krachtige symbooltaal die behulpzaam kan zijn. Tegelijkertijd is het een metafoor die we niet moeten overvragen omdat daarmee de verwarring eerder toe- dan afneemt. Sta me toe hier een paar woorden aan te wijden.

De kracht van de metafoor zit erin dat wij bekend zijn met het fenomeen “dromen”. Als ik droom dan lijk ik in een andere wereld te leven waarin ik van alles meemaak. Ik kom in mijn droom andere mensen tegen, soms zelfs onbekenden of bekende mensen die al overleden zijn, en beleef de meest afwisselende avonturen. Als ik ontwaak uit de droom doorzie ik direct dat ik droomde en dat mijn belevenissen “niet echt” waren. Mocht het een nare droom zijn geweest dan kan ik mijn angst, net als in bovengenoemd citaat, weglachen. Ik ga ervan uit dat je dit herkent.

Vervolgens gaan we met de beste bedoelingen de droommetafoor toepassen op bijvoorbeeld de nare beelden van oorlog en natuurrampen die we op de tv zien. Wij laten ons niet meer foppen en weigeren onze innerlijke vrede te laten verstoren. Wat we zien is immers niet echt en we voelen ons aangespoord door Jezus om er smakelijk om te lachen. We kunnen ons zelfs wat superieur voelen met onze kennis van de metafysica die ons aangereikt wordt in ECIW. In mijn beleving gaan we echter op deze wijze aan de haal met onze geliefde cursus en overvragen we de droommetafoor. Op welk moment gaan we ons op glad ijs begeven?

We gaan de metafoor van de dromende Zoon van God betrekken op ons kleine zelf. Maar de grote droom van de Zoon van God (onze fysieke werkelijkheid) valt niet samen met de kleine droom van Simon. Als Simon een kleine droom heeft en wakker wordt is de kleine droom inderdaad verdwenen. Als Simon dan ECIW leest en denkt dat hij de metafysica van de Cursus begrijpt dan kan hij zich inbeelden dat hij echt is ontwaakt en nu ook de droom van onze werkelijkheid doorziet. Maar is Simon nu echt wakker? Ik vrees van niet. Simon gelooft onbewust nog steeds in zijn afgescheiden staat en als hij dan meent dat hij vanuit deze afgescheiden staat een universum droomt dan valt er weinig te lachen. Binnen de filosofie is deze misvatting allang bekend onder de naam solipsisme. Simon denkt dan de enige op de wereld te zijn en reduceert niet alleen de wereld tot een nepwereld maar ook zijn broeders en zusters tot nep-anderen. Hij meent die nep-anderen op tv te zien nep-lijden en begint ongepast te lachen. Ongepast, want Simon slaapt nog.

Om de metafoor beter uit te werken maak ik voorlopig gebruik van een andere metafoor waarbij ik stel dat de Zoon van God bestaat uit het collectief van de mensheid. Wij, als mensheid, dromen de 3D “werkelijkheid”. De grote droom is de droom van ons als collectief, als Zoon van God, als Christus. In deze grote droom kunnen Simon en jij denken dat we wakker zijn geworden. Maar is het je wel eens opgevallen dat je met al je inzicht nog steeds fysieke pijn en ziektes ervaart? Dat mag ons te denken geven. We zijn creatief in het bedenken van smoesjes hiervoor. Zo van: “deze ziekte is mijn verkozen pad en levensles”. Mag ik een ontnuchterende andere optie geven? Ik en jij zijn nog verre van wakker. Wij onderschrijven nog steeds de collectieve droom en zijn gewoon één van de miljarden dromers. Wij zijn slapende lachebekjes geworden, geen verloste leraren.

Dit is geen oproep om de collectieve droom serieus te nemen. Het is echter een serieuze tip om jezelf niet serieus te nemen als ontwaakte Zoon terwijl dit nog niet aan de orde is. In mijn beleving is het handiger om te erkennen dat ik ook nog overtuigd ben van (eigen) kwetsbaarheid en sterfelijkheid. Daarmee ben ik mededromer van de collectieve nachtmerrie. De hamvraag is hoe ik mededromer kan worden van de gelukkige droom, de opmaat tot ontwaken.

Het “middel” daartoe is in alle Jezus openbaringen hetzelfde: Liefde. Waar vroegtijdig weglachen de dissociatie in de hand werkt, werkt liefde verbindend. Ons verstand mag weten, moet weten, dat we bedrogen worden door onze zintuigen. Maar dit dient te geschieden onder curatele van ons hart. Als vader en moeder lachen wij ons kindje dat een nachtmerrie heeft niet uit. We slaan onze armen om de kleine heen en spreken troostende woorden. Stil maar, ik droog je tranen, je bent veilig lieve schat.

Als we het liefdevolle pad van vergeving bewandelen zien we op de tv de beelden van ons eigen innerlijk. Die zogenaamde ander, dat ben jij. De beerput van ons ego bevat nog zo veel duisternis die naar het licht gebracht mag worden. En op de vergevingsweg leren we hoe we samen aan het dromen zijn en dat we slechts samen echt wakker kunnen worden in een vergeven wereld. Dat “samen” gaat zo veel verder dan we ons nu kunnen voorstellen. Die miljarden blijken een relatie met elkaar te hebben. Niet zomaar een relatie. Nee, een heilige relatie binnen het Zoonschap die ons verstand volledig te boven gaat. Tot die tijd moet “ik” me gebrekkig uitdrukken en wil ik samen met jou de weg van liefde bewandelen om hand in hand te ontwaken als Zoon van God met een goddelijke lach op Zijn gelaat.

Halve shift versus hele shift

Ben of heb ik een lichaam?  Weet God nu wel of niet van deze wereld? Zijn er anderen of ben ik alleen op de wereld en zijn de mensen die ik zie mijn projectie? ECIW-studenten lopen uiteindelijk tegen dit soort vragen aan. En, spoiler alert, een makkelijk te begrijpen “antwoord” is niet te geven maar gelukkig ook niet de bedoeling. Mij helpt het om tenminste enig gevoel te krijgen over deze kwesties. Of misschien beter uitgedrukt: een kleine herinnering, een glimp van een diepere en ongrijpbare waarheid.

Wat studenten van de non-duale visie in eerste instantie nogal eens gaan doen duid ik aan met achteruitlopen, ofwel dissociëren. Hierbij krijg je het gevoel dat je de onbewogen toeschouwer bent van bijvoorbeeld je lichaam, de wereld die je ziet en van andere mensen. Typerend voor deze fase is dat je blij bent ontdekt te hebben dat je een lichaam en gevoelens hebt maar niet bent. Metaforen die je hoort zijn die van toeschouwer zijn in een bioscoop of van boven het slagveld zweven.

Deze fase kan wat onhandig zijn als je erin blijft hangen. Je hebt als het ware de shift maar half gemaakt. Je meent dat je vordert en dat het goed is dat je pijn en ellende niet meer serieus neemt. Je redenering gaat ongeveer als volgt: “de Zoon van God is de fout in gegaan doordat hij vergat te lachen om zijn eigen projecties dus dan zal lachen om ellende wel een goede houding zijn”.

Als je echter heel zorgvuldig kijkt dan kun je opmerken dat het kan gebeuren dat je ongemerkt het geloof in afscheiding alleen maar sterker hebt gemaakt. Je raakt gedissocieerd van je lichaam, van de wereld, van anderen en van God en je denkt dat je hiermee vordert richting verlossing. Maar dat doe je niet. Het is eerder zo dat je radicaliseert en je geloof in afscheiding nog absoluter maakt. Je denkt dat je vanuit je hogere Zelf leeft maar de hoofdletter Z staat eerder voor een klein zelf met een spiritueel waterhoofd dan voor het begin van verlossing. Je hebt een halve shift gemaakt maar het middel (onthechting) is erger dan de kwaal. In de filosofie wordt gesproken van solipsisme. In ECIW-termen zou je kunnen zeggen dat je meent dat de wereld die je ziet de projectie is van je kleine zelf.

Hoe dan verder? Jezus’ weg is niet een weg van achteruitlopen en uitlachen maar van vereniging en liefde. Metafysica en werkboeklessen werken hand in hand om de vereenzelviging met dat kleine zelf los te weken. We hebben te leren dat de metafysische waarheden alleen gelden vanuit het perspectief van de Zoon van God maar niet vanuit ons kleine perspectief. Als Simon, en vul hier je eigen naam maar in, beweert dat hij niet zijn lichaam is, dat God niks van hem afweet of dat er geen anderen zijn (om bijvoorbeeld te helpen) dan maakt hij zijn geloof in afscheiding sterker. Hopelijk doe je dit jaar weer de werkboeklessen. Merk op dat eerst al de opvattingen van Simon, van het kleine zelf, ontmanteld moeten worden voordat de latere werkboeklessen op hun plaats kunnen vallen. Ik ga ze hier niet citeren maar lees eens achter elkaar de titels door van bijvoorbeeld de eerste 50 werkboeklessen. Zeer kort door de bocht zegt Jezus hier tegen mij: “Simon, jij snapt totaal niks van wat je meent te zien. Zwijg maar liever en plug in op mijn visie, kracht en liefde”.

Wat er kan gebeuren als je de Cursus echt doet en niet alleen doorleest is dat de vereenzelviging met het mannetje of vrouwtje dat je meent te zijn vermindert. Vergeving is niet hetzelfde als denken dat jij echt bent en jouw lichaam of de wereld nep. Vergeving is het doorzien dat de Zoon van God er voor kiest om een wereld van tijd en ruimte te bedenken en ervoor kiest om zich erin te verliezen middels een multipele persoonlijkheidsstoornis. Simon is een bewustzijnsvernauwing van de Zoon van God. Alles wat Simon onderneemt, denkt te snappen en denkt te bereiken gebeurt binnen die bewustzijnsvernauwing. Simon kan niet anders dan vanuit afscheiding iets beleven totdat hij zichzelf als het ware laat oplossen door vergeving, door liefde, Jezus, HG, de Vader. Met die kleine bereidwilligheid kan bij Simon het gevoel binnenstromen dat zijn perspectief ernstig vernauwd is. Met dat binnenstromen begint de volledige shift op gang te komen en begint er die universele ervaring te gloren dat ik mezelf als Zoon van God een loer draai. Ik, als Zoon van God, fop mezelf door al mijn zintuigelijke indrukken te interpreteren als bewijs van mijn afscheiding, voor het bewijs van de echtheid van het lichaampje Simon dat leeft in tijd en ruimte en daar probeert zoveel mogelijk te genieten en zo min mogelijk te lijden.

Als langs de weg van vergeving mijn blik verruimt dan daalt het besef in dat ik slechts mijzelf kan kruisigen. Nu wordt duidelijk dat God zichzelf niet alleen 2000 jaar geleden schijnbaar kruisigde in Jezus maar dat dit NU aan de orde is in Simon, in jou. We moeten dit Bijbelverhaal absorberen, naar binnen slurpen en “toepassen” op onze eigen beleving van onze droom in deze wereld. Je kunt steeds dieper en in elke vezel van je wezen gaan voelen dat je een verkozen droom droomt.

Als dit wonder gebeurt dan valt de bodem uit de vermeende echtheid van je afgescheidenheid. De pijn en je perceptie van een wereld waarin je slachtoffer meent te zijn verdwijnen als de contouren van je lichaam als het ware een stippellijn worden. Je krijgt er gevoel voor dat er los van jou als Zoon geen God bestaat die al dan iets van de wereld zou weten maar dat God door de ogen van zijn Zoon weet dat vergeving de droom van de kruisiging doet verdwijnen als sneeuw voor de Zon. Je spreekt nu niet meer over God als over een losstaande entiteit. Zo over God denken is denken vanuit de afscheiding. Hetzelfde geldt voor het denken over je Broeders vanuit afscheiding. Als door liefde en vergeving jouw grenzen vervagen dan vloei je als het ware over in de andere zogenaamde persoonlijkheden van de Zoons multipele persoonlijkheidsstoornis. Dit is vooralsnog onvoorstelbaar omdat wij ons slechts vanuit het perspectief van ons huidige geloof in afscheiding iets voor kunnen stellen.

Maar dit weet ik wel. We zullen de wonderlijke eenheid met onze Vader en onze Broeders niet ervaren middels een halve shift, een soort ultieme dissociatie. Als we onze projecties ontkennen dan ontkennen we de macht van de Zoon van God. De projecties en ons lichaam hoeven niet ontkend te worden want ontkenning suggereert “echt-maken”. Het is echt balanceren. Ware vergeving (de hele shift) kan leiden tot het doorzien van de hoax van de kruisiging en tot een waarachtig lachen. Maar lachen vanuit een halve shift kan de dissociatie en het gevoel van afscheiding juist versterken. Nadat je denkbeeldige contouren verzacht zijn kan het geloof in een bedreigende wereld verdwijnen en kan je opgelucht uitroepen dat God slechts een geheelde wereld ziet zonder leed. Maar in een vroegtijdig uitroepen dat God niks van jouw lijden weet koppel je de vergevende macht van liefde los van jouw ingebeelde leed en dat helpt je niet.

Ik besef dat bovenstaande woorden tekortschieten, dat ze verkeerd opgevat kunnen worden of zelfs tot defensieve reacties kunnen leiden. Vergeef me mijn onbeholpen wijze van uitdrukken, deze blog komt vanuit mijn hart en op dit moment kan ik mijn beleving niet nauwkeurig schetsen dan ik hierboven deed.

Op wonderlijke wijze met jou verbonden in het Zoonschap,

Simon