Het Corona-virus

Er is aardig wat rumoer rondom het Corona-virus. Gisteren spraken we er over met een groepje cursus-studenten. Hoe kunnen we vanuit de Cursus kijken naar de heisa rondom dit virus? Ook nu kan het weer behulpzaam zijn om hierin twee niveaus te onderscheiden. Eerst maar eens niveau-II, het niveau dat wij zien als ons gewone leven hier in de droomwereld. Op dit niveau zit de angst er goed in zoals blijkt uit de overdaad aan berichtgeving. Vrijwel iedereen voelt zich bedreigd en ziet op het journaal hoe het virus opduikt in steeds meer landen, nu ook in onze buurlanden. Op dit niveau is een rationele, stoïcijnse, aanpak wellicht het handigst. Hierbij kijk je zo nuchter mogelijk wat er aan de hand is. Je stelt dan vast dat, ondanks alle media-aandacht, het nu gaat om een nare griep waarbij ouderen en fysiek zwakkeren zelfs kunnen overlijden. Je kijkt ook wat je nu kunt doen en dat is niet zo veel. Als je op reis moet dan volg je het reisadvies van de overheid en als het virus ook Nederland aandoet dan is regelmatig handen wassen en afstand houden zo’n beetje het enige wat zinvol is. De Stoïcijnen, een filosofische stroming van meer dan 2000 jaar oud, gaven al het rationele advies om je geen zorgen te maken over zaken die je toch niet kunt beïnvloeden. Zelfs op dit niveau-II kunnen we zien dat de angst die nu menigeen naar de strot vliegt niet echt rationeel is. In Europa komen jaarlijks per miljoen inwoners ongeveer 50 mensen om het leven als gevolg van een verkeersongeval, en dan heb ik het nog niet over het aantal gewonden. Boezemt dit ons grote angst in als we ’s ochtends in de auto of op onze fiets stappen?

Waarom nu dan toch die bovenmatige angst voor dit virus? Dat heeft te maken met ons gevoel dat we geen controle menen te hebben over de situatie. Ik ken dat effect natuurlijk zelf ook. Elke keer als ik een vliegtuig in stap heb ik het gevoel dat ik mijn lot in handen leg van mensen en gebeurtenissen waar ik geen invloed op heb. De kans op overlijden door een vliegtuigongeluk is echter vele malen kleiner dan de kans dat ik sneuvel in het Nederlandse verkeer.  Hierbij loop ik dus tegen de grens aan van de kalmerende werking van rationeel denken. Ik weet dat vliegen één van de veiligste manieren van transport is en toch blijf ik hiervoor wat angstig. Nu over naar niveau I.

Want wat lijkt er gebeurd te zijn toen we gingen geloven in de afscheiding? We menen dat we erin geslaagd zijn ons los te denken van de eenheid en liefde die we zijn. We menen nu dat we een afgescheiden zelf zijn, kwetsbaar en sterfelijk. Als gevolg van dit geloof voelen we ons bedreigd door “de buitenwereld”. Dit kunnen we ruim zien; door God, door pijn, ziekte, nare mensen, oorlog, geldgebrek en nu dus ook het Corona-virus. Op het moment dat we gingen geloven dat we een afgescheiden zelfje waren begonnen we ook geloof te hechten aan het idee van aanval en verdediging: de ellende buiten ons wil ons aanvallen en wij moeten ons zo goed mogelijk verdedigen om veilig te blijven. Kortom: we geloven dat we doenertjes zijn en dat we iets moeten- en kunnen doen om onze veiligheid te waarborgen.

En nu komen de lijntjes bij elkaar want zodra we dus het gevoel krijgen dat we niets of weinig kunnen doen om onszelf te beschermen (vliegreizen, Corona-virus) laait de angst op. In feite worden we nu heel duidelijk geconfronteerd met ons diep ingebakken bijgeloof: ik ben een sterfelijk en kwetsbaar lichaam en ik moet me verdedigen om te overleven. Nu ik niets meer kan doen ben ik in mijn beleving dus echt totaal het slachtoffer van de bedreigende wereld die ik zie. Oftewel; we ervaren haast doodsangst.

Wat kunnen we dan doen? Deze vraag is ten diepste juist het probleem. Het antwoord is namelijk dat we moeten gaan leren dat we geen doenertjes zijn en dat we niet bedreigd kunnen worden. Het helpt hierbij als we ons niveau-II denken laten corrigeren door de Cursus. Hiertoe is vrijwel elke Werkboekles bruikbaar. Drie voorbeelden:

  • Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wie ik ben, zo schiep God mij.
  • Ik ben niet het slachtoffer van de wereld die ik zie.
  • In mijn verdedigingsloosheid ligt mijn veiligheid.

Heerlijke lessen en, zoals gezegd, er zijn vele andere behulpzame teksten. In eerste instantie kunnen we deze lessen gebruiken om ons niveau-II denken te corrigeren. Maar ook nu geldt dat deze correctie niet veel zal doen om ons te kalmeren als ze beperkt blijft tot, zeg maar, ons oppervlakkige verstand: “ik weet dat vliegen veilig is, maar toch blijf ik bang” en “ik weet dat ik niet dit lichaam ben, maar toch blijf ik bang”. Vergeven gaat dieper dan een verstandelijke correctie en het wonder van genezing van de denkgeest is meer dan een (angstig!) herhalen van affirmaties.

De uitnodiging is om stil te worden en niet direct weg te willen rennen van de angst. Je vlucht immers alleen wanneer je de dreiging als écht ziet. Vanuit niveau-I bezien, het enige niveau dat bestaat en ertoe doet, is er echter geen dreiging. Dus word stil en ga eerst naar die angst toe. Maak er contact mee en wees niet bang voor de angst. Deze angst is er immers al en kan je helpen om je duidelijk te maken dat je nog gelooft in de afscheiding, in lichamelijkheid en kwetsbaarheid. Dit kan oncomfortabel en “onnatuurlijk” voelen. Het ego schreeuwt: “wegwezen, rationeel zijn, gooi er affirmaties tegen aan om zo snel mogelijk vrede te ervaren”. Maar eerst moeten we stil worden en doorvoelen. Vervolgens nodigen we Jezus (de Liefde, de Heilige Geest) uit en we bidden:

“Heer ik geloof dat ik bedreigd wordt en ik ervaar grote angst en ongerustheid. Ik geloof in afgescheidenheid, kwetsbaarheid en sterfelijkheid. Ik nodig u uit om mijn denkgeest te genezen. Ik wil deze situatie anders zien, door uw ogen van liefde. Dit heilig ogenblik wil ik U geven. Neemt U het in handen. Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.”

 

Ik doe zo m’n best maar toch werkt de Cursus niet!

We kunnen zo worstelen met angst, boosheid, verdriet en schuldgevoelens. Onze reactie kan zijn dat we er nog een schepje bovenop willen gooien en ons uiterste best doen om de Cursus beter te begrijpen om beter zich te krijgen op ons probleem en op wat we hier aan kunnen doen. We spreken onszelf streng en beslist toe: “het is allemaal mijn projectie, het is niet echt, ik moet mezelf en anderen vergeven etc”. De ellende lijkt echter aan ons te plakken als kauwgom onder onze schoen. Hoe kan dit toch? Zit er ergens nog verborgen schuld? Want als we het goed begrijpen doen we het toch allemaal ons zelf aan?

De eerste jaren dat ik bezig was met ECIW meende ik dat met het verkrijgen van voldoende inzicht in de metafysica en in mijn eigen projecties de innerlijke vrede wel zou doorbreken. Toch ervoer ik dikwijls spanning, frustratie en vermoeidheid. Dus deed ik er nog een schepje bovenop. Ik wilde gewoon het gewenste resultaat behalen, innerlijke rust. Waarom lukte dit maar niet?

Uiteindelijk begon het een beetje te dagen. “Ik” kan zo geen succes behalen omdat “ik” dit ten diepste en onbewust niet wil. Mijn definitie van succes is namelijk dat het “mij” lukt om me beter te voelen. Jezus’ visie op innerlijke vrede is echter het loslaten van het geloof in een doener-ikje om te leren dat er geen afgescheiden ikje bestaat dat iets zou kunnen- en moeten bereiken. Doel van ECIW is om ons geloof in afgescheidenheid op te heffen.

Nu krijg ik dus zicht op een rare paradox: ik zeg dat ik van de ellende af wil maar onbewust wil ik dat er een succesvol ikje overblijft. Het resultaat van mijn zwoegen is geheel in overeenstemming met mijn onbewuste wil: het geloof in een (gefrustreerd) afgescheiden zelf versterkt zich nog een beetje meer. Dus ik als zelfje, “vanuit mijn ego”, kan niet door eigen inspanning de poten onder mijn eigen stoel vandaan zagen; dat zou “mijn einde” zijn! Daarom is de lijfspreuk van het ego: Zoek, maar vind niet.

Hoe kunnen we deze paradox doen stoppen? We moeten ontslag nemen als onze eigen leraar en de bereidheid opbrengen om de Liefde (HG, Jezus) de klus voor ons te laten klaren. Dit vergt een oefening in vertrouwen, niet in slimheid en niet in nog meer begrip van m’n situatie. Ik vond het altijd zoetsappig geneuzel: “breng je zorgen bij Jezus, kijk met de HG etc”. Natuurlijk vond “ik” dit, Simon wilde het zelf doen om als slimme en sterke overwinnaar uit de strijd te komen.

Maar Simon mocht leren om voor eigen bestwil de handdoek in de ring te gooien en te vertrouwen op de kracht van Liefde. En dit laatste is een belangrijke zin: de KRACHT van Liefde. Liefde heeft oneindige bereidheid ons te verlossen en genezen en oneindig veel kracht maar kan deze alleen aan- en door ons tonen als we dit toelaten. Liefde zal ons niet ons speeltje, ons geloof in onze kracht als klein en sterk doenertje, afpakken. Maar zodra we ons tot Liefde richten en ons werkelijk in vertrouwen overgeven dan worden we gedragen. En dan kan er iets geks gebeuren. Dat gekke is “het wonder”; onze perceptie van de situatie verandert volkomen. Het voelt alsof de spanning eruit verdwijnt zoals een ballon die leegloopt. Het maakt blij en dankbaar.

Soms valt het ons lastig om ons zo in vertrouwen te richten op Hulp. We houden nog wat vast aan onze projecties, aan ons geworstel. Het rare is dat deze “hel” onze comfortzone geworden lijkt. Wees mild voor jezelf als je, net als ik, een trage leerling blijkt met klein vertrouwen. In de Bijbel staat een mooi gebed: “Heer ik geloof maar kom mijn ongeloof te hulp!” Bid dit maar, vertrouw en geef je, desnoods stapje voor stapje, over aan de Liefde, aan je Vader.

Zijn we slachtoffer van het script?

Momenteel lees ik “Hoe word je een stoïcijn” van Massimo Pigliucci. Aller eerst diende ik een vooroordeel van mezelf te corrigeren: een stoïcijn is niet iemand die een onverschillige houding voorstaat. Het is wél iemand die probeert zich niet druk te maken over zaken die buiten zijn macht liggen. Toegepast op gezondheid kun je dus wel energie steken in bijvoorbeeld een verstandige leefwijze en goede eetgewoonten. Als je dan toch ziek wordt dan neem je natuurlijk ook weer rationele beslissingen door bijvoorbeeld naar een dokter te gaan. Als niets helpt dan dien je de ziekte gewoon te accepteren en de rit uit te zitten, desnoods tot aan je dood toe.

De nuchterheid van deze houding spreekt me aan. Het biedt een handvat om je niet druk te maken over zaken die buiten je macht liggen. Pigliucci noemt het voorbeeld van een hond die aan een lijn moet meelopen met een paardenwagen. De hond heeft twee mogelijkheden. Ofwel de hond wil zijn eigen gang gaan en stribbelt de hele rit tegen zonder dat dit iets uitmaakt. Ofwel de hond accepteert zijn lot, loopt mee en kan onderweg nog een beetje snuffelen en om zich heen kijken. De hond maakt er, anders gezegd, onder gegeven omstandigheden maar het beste van. De paardenwagen is in dit verhaaltje een symbool voor het lot of, het script of, volgens het klassieke geloof, de wil van God. “De mens wikt. God beschikt”.

Als cursus-studenten zullen we op ongemak, pijn en ziekte reageren met vergevingslessen. Ken Wapnick, een bekende cursusleraar, raadt ons ook aan om “gewoon” te doen, wat ongeveer hetzelfde is als wat Pigliucci aanraadt: gezond leven en naar de dokter gaan indien nodig. We weten dat dit zogenaamde “magische maatregelen” zijn, dus maatregelen op droomniveau, maar Jezus is hier in de Cursus heel mild over. Als we nog (onbewust) te bang zijn voor de echte oplossing, genezen van de illusie van lichamelijke afgescheidenheid en kwetsbaarheid, dan is het kiezen voor een magische aanpak prima.

Toch gaat de Cursus verder dan het stoïcisme.  Ze is dan ook meer dan een handleiding om er binnen de droom maar het beste van te maken. Jezus nodigt ons uit om te ontwaken. Daarom is het goed om alert te blijven op het geloven van een te beperkte visie op genezing. Deze deels juiste maar toch beperkte visie klinkt ongeveer als volgt:

“Het gaat bij pijn en ziekte om het genezen van de denkgeest. We moeten ons niet richten op lichamelijke genezing. Als onze perceptie geneest doet het er niet toe wat er met het lichaam gebeurt. Wij kennen het script namelijk niet. Er kan sprake zijn van collectieve schuld, bijvoorbeeld een collectief geloof dat kanker dodelijk is, en dat kunnen wij in ons eentje niet zomaar oplossen. Mogelijk wordt onze ziekte gebruikt als middel om anderen te onderwijzen. Het doet er uiteindelijk ook niet toe want wij zijn niet het lichaam”.

Ik meen dat we uitgenodigd door Jezus om deze ietwat fatalistische houding naar het licht te brengen. Ik zie dat het liefdevolle bedoeld kan zijn voor hen die geloven in persoonlijke schuld. Het is immers fijn om te lezen dat bij het uitblijven van lichamelijke genezing je niet schuldig bent. Het komt gewoon door dat collectieve geloof van de massa, daar kan je niet tegenop. Maar er bestaat geen wezenlijk verschil tussen “ik ben de slachtoffer van collectief bijgeloof” en “ik ben het slachtoffer van de wereld die ik zie”. Beide zijn onwaar.
En moeten we dan een soort “model-martelaars” worden die niet zeuren maar de rit gedwee uitlopen als voorbeeld voor anderen? Is dit de beste manier om onze naasten door ons lijden te bemoedigen? Tja.. Jezus wilde in het Nieuwe Testament een hoopvolle boodschap van genezing brengen. En daarbij liet hij geen spoor van berustende blinden, melaatsen en kreupele mensen achter. Hij liet juichende en gezonde mensen getuigen van de grootheid van God, van de macht van de genezen denkgeest. Het klopt dat lichamelijke genezingen geen doel op zich waren, maar de houding van Jezus verschilt hemelsbreed van die van ons als we menen dat we als dappere martelaars de rit moeten uitzitten. We zijn geen slachtoffer van een onbekend script. Integendeel. We projecteren als verdwaasde Zoon van God een script van ellende om ons een kwetsbaar en afgescheiden zelfje en  slachtoffer te voelen. Dit mag vergeven worden.

Moeten we dan nu toch ECIW gaan misbruiken door het als toverboek in te willen zetten om lichamelijke genezing te bereiken? Nee, genezing betreft de oorzaak, de denkgeest. Een genezen denkgeest heeft geen behoefte meer aan het projecteren van ellende. En moeten we ons dan schuldig voelen als het niet lukt? Nee, natuurlijk niet. Maar laten we niet te weinig vragen en verwachten. Laten we niet uit angst voor fysiek herstel of uit angst voor teleurstelling bij het uitblijven hiervan genoegen nemen met verhaaltjes over een onbekend script of collectieve schuld. Onze liefdevolle Vader wil geen geduldige martelaars maar ontwaakte Kinderen.

“Heer hier ben ik met mijn ziekte en pijn. Ik breng al mijn geloof in persoonlijke schuld én al mijn geloof in slachtofferschap bij U. Het ego beweert dat ik moet kiezen tussen schuld en slachtofferschap. Heilige Geest, corrigeer dit bijgeloof. Ik dank u dat ik mag weten dat ik 100% onschuldig ben én geen slachtoffer van wat dan ook. Ik ben volkomen vrij in Uw Liefde. Daarom open ik me, Vader, voor de genezing van de denkgeest. Ik breng ook mijn geloof in onderscheid tussen denkgeest en lichaam bij U voor genezing. Ik ben bereid mijn geloof in de onmogelijkheid of traagheid van lichamelijk herstel los te laten. Ik open me voor alle manieren waarop Uw Liefde tot mij en door mij zal stromen om Haar genezingskracht te tonen aan mijzelf en aan iedereen. Dank U Heer”.

 

Mogen we lichamelijke genezing verwachten?

Wat hopen we te bereiken met het volgen van ECIW? Hierop zijn veel antwoorden mogelijk maar als we eerlijk zijn speelt gewoonlijk “het bereiken van innerlijke vrede” tenminste een rol. We hebben nu nog de ervaring dat we niet in vrede zijn en dat de Cursus werkelijk behulpzaam kan zijn om vrede te ervaren.  Het hoopvolle van ECIW is dat ze ons leert dat we niet het slachtoffer zijn van de wereld die we zien. Dit is behoorlijk verschillend van wat we zelf gewoonlijk geloven. We kunnen behoorlijk last hebben van zaken waar we niet om gevraagd lijken te hebben. Laat ik eens, tamelijk willekeurig, drie soorten klachten onderscheiden:

  1. Psychische klachten als angst, somberheid, woede, verslaafdheid.
  2. Relationele klachten: ruzies, lastige anderen.
  3. Fysieke klachten: zo heb ik nu helaas last van een frozen shoulder met bijbehorende beperkingen, pijn en ’s nachts vaak wakker worden hierdoor.

Vervolgens gaan we aan de gang met de Cursus. Ik loop de drie categorieën langs voor wat betreft de, in onze opvatting, haalbare effecten:

  1. We geloven dat de Heilige Geest hier wonderen kan verrichten waarbij we verlichting ervaren. Gisteren hadden we een fijne virtuele meeting in een ECIW-Zoom groep waarbij ik blij werd van de getuigenis van enkele deelnemers die succesvol en eensklaps gestopt waren met bijvoorbeeld roken na genezing van de denkbeeldige behoefte in de denkgeest. Toch blijft fysieke genezing soms uit en we vermoeden dan een meer fysieke- dan psychisch oorzaak; bijvoorbeeld een serotonine tekort in de hersenen bij depressies. De psychische klacht valt dan, menen we, deels of vooral in categorie 3: fysieke aandoeningen.
  2. We leren via ECIW dat we dienen te vragen om genezing van onze denkgeest. Wij zien aanvallers, wij menen dat verdediging nodig is en daardoor raakt onze vrede verstoord. Het vergt oefening maar het blijkt inderdaad mogelijk om niet meer van slag te raken door gedrag van mensen waar je eerst wel last van had. Doordat je anders reageert vergroot je de kans dat die anderen zich uiteindelijk ook anders gaan gedragen, maar zekerheid hierover heb je niet.
  3. Tenslotte zien we een aantal ziekten en klachten die we vooral lichamelijk noemen. Denk aan een gebroken been, aan artrose of aan invaliditeit door een ongeluk. We voelen wel aan dat de scheiding tussen 1 en 3 niet hard is. Misschien heb ik nu wel een frozen shoulder omdat ik ten onrechte meen dat ik zelf overal de schouders onder moet zetten, dus een zelf-gerichte duale vergissing. Wat verwachten we hier aan heilzame effecten van de Cursus? Eigenlijk vooral een steun in de rug om de ellende te kunnen accepteren en zodoende misschien wel pijn te hebben maar niet langer te lijden.

Deze laatste doelstelling, komen tot acceptatie en daardoor tot innerlijke vrede, is een doelstelling die we ook horen bij niet-ECIW  leraren van de non-duale visie. We worden uitgenodigd om het gevecht te staken het fenomeen (nare emotie, pijn) er te laten zijn, er bij stil te staan, er in af te dalen, er aandacht aan te geven, er naar toe te ademen enzovoorts. Het effect hiervan is dat oordelen en vechten afnemen en dat we hierdoor wat minder het gevoel krijgen dat we een afgescheiden zelf zijn. Dit biedt inderdaad een zekere innerlijke rust. Toch ervaar ik zelf dat juist afleiding, mijn aandacht ergens anders op richten, mijn bewustzijn van de klacht ook vermindert. Zo ben ik me nauwelijks bewust van de last van mijn schouder als ik aandachtig zit te typen. Niet zelden merk ik dat aandacht juist een soort voedsel lijkt voor een probleem. Een mooie boeddhistische vraag luidt: “maakt een boom die omvalt in een verlaten bos eigenlijk wel geluid?”. Oftewel; als er geen oor is om te luisteren dan is er ook geen gewaar zijn van geluid. Vertaald naar ons voorbeeld: als ik m’n aandacht richt op typen dan is er geen gewaar zijn van pijn.

ECIW gaat echter verder dan het oordeel-loos laten verschijnen van emoties en pijn in bewustzijn. Jezus geeft ons in de Cursus een inkijkje in het ontstaan van de ellende. Hij stelt dat we alle ellende projecteren met als doel om ons een afgescheiden zelf te voelen. Hij maakt helemaal geen onderscheid tussen psychische klachten, nare mensen of fysieke klachten. Wij willen het spel van afscheiding spelen en projecteren daartoe een wereld vol bedreigingen waar we slachtoffer van zouden zijn.

Andere non-duale visies (en veel ECIW-studenten) beperken zich dus, voor zover ik weet, tot het veranderen van de perceptie middels acceptatie en vergeving. Het hoogst haalbare is dat het geloof in iemand die lijdt vermindert of verdwijnt maar dat hiermee de oorzaak van de ellende (nare emotie, gebrek, nare omstandigheid) niet hoeft te veranderen. ECIW gaat veel verder. Wij hebben de ellende juist vanuit de denkgeest geprojecteerd met als doel om ons slachtoffer te voelen. Dus bij werkelijke genezing van de denkgeest stoppen we met dit projecteren en als zodoende de oorzaak wegvalt zal het effect (de ellende) ook veranderen. Dus mijn pijnlijke schouder is geen oorzaak van ellende die ik ervaar maar ik projecteer die schouder om me slachtoffer (afgescheiden zelf) te kunnen voelen. Dit wordt ook wel uitgelegd middels zonde-schuld-straf terminologie. Dan geldt dat ik mezelf straf met pijn vanwege mijn geloof in een succesvolle afscheiding van God waarvoor ik straf zou verdienen. En als ik mezelf straf dan kan ik daar ook onmiddellijk mee ophouden. De ellende heeft dus niks met een echte en oncontroleerbare buitenwereld te maken maar ze is slechts het gevolg van mijn eigen bijgeloof.

Maar ECIW-leraren zijn erg terughoudend om te spreken over spectaculaire lichamelijke wonderen in de droomwereld. Dit is deels begrijpelijk. Als wij geloven dat een gezond en klachtenvrij lichaam ons echte doel zou zijn dan misbruiken we de Cursus om dit foute doel echter te maken. Het echte doel is immers om te ontdekken dat we geen lichaam zijn en dat dit lichaam niet meer is dan een communicatiemiddel. Het is echter ook niet nodig om dit communicatiemiddel te misbruiken om onszelf te straffen voor vermeende zonde. Hoe zou Jezus hier zelf in staan? Lees het Nieuwe Testament er maar eens op na. Wij hebben de Bijbelse fysieke wonderen (genezingen, wonderbaarlijke spijziging, spelen met natuurkrachten als wind en water, opwekken van dode lichamen) afgedaan als special effects waar het niet om gaat. Het gaat tenslotte om genezing van de denkgeest, toch?  Nouk Sanchez (in “The End of Death” / Het Einde van de Dood) heeft het over onze eenzijdige focus op genezing van de denkgeest. Het klopt, hier dient de focus geplaatst te worden maar genezing van de denkgeest mag heerlijk ondersteund worden door wonderbaarlijke effecten in het fysieke domein. Deze zijn geen doel maar ondersteunen ons op onze leerweg waarbij we juist leren dat alles draait om de correctie van ons geloof in afgescheidenheid en om het accepteren van de verzoening opdat onze denkgeest genezen mag worden.

Hoe ga ik hier nu mee om? Het is, voor mij, balanceren op het scherpst van de snede. Natuurlijk wil ik van die pijnlijke schouder af maar ik besef dat ik geloof in dit fenomeen met als doel om mezelf te bestendigen in mijn geloof in kwetsbare lichamelijkheid. Dit bijgeloof breng ik naar de liefde. “Heer ik wil me openen voor de genezing van mijn denkeest”. Toch breid ik dit geloof nu verder uit door ook mijn verwachting dat het allemaal traag zal gaan verlopen ter vergeving naar de Liefde te brengen. “Heer, ik geloof in de macht van het lichaam, in traagheid van lichamelijke genezing en daarmee in slachtofferschap. Ik ben bereid om ook dit bijgeloof te laten genezen en me te openen voor de macht en kracht van liefde. Heer genees mijn denkgeest en corrigeer mijn projectie van een ziek lichaam dat langzaam geneest”.

Samenvattend:

  • Zijn wonderen spectaculaire lichamelijke genezingen en moeten we deze nastreven? Nee, het wonder betreft primair de genezing van de denkgeest die gelooft in afscheiding, zonde, schuld en straf.
  • Is het vanzelfsprekend dat “de ellende” blijft voortduren? Nee, als de oorzaak geneest (geloof in afscheiding) hoeven we niet bang te zijn voor gevolgen in de fysieke wereld. Deze effecten in de droom bevestigen juist wat Jezus ons probeert te leren: de wereld die we zien is een projectie vanuit de denkgeest.