Ik las op internet een stukje over overspel geschreven door een lieve broeder, nu voorganger in een eigen kleine Christelijke gemeente, die ik nog ken vanuit de tijd dat ik kerkbezoeker was. Ik zie hem als een oprecht en gedreven mens die uit alle kracht probeert de wil van God te vinden in de Bijbel en te leven volgens zijn wil. Bijbelstudie vormt hierin het uitgangspunt en hij gebruikt Spreuken 5 om ons te waarschuwen voor de gevolgen van overspel. Het eerste wat opvalt is dat Spreuken 5 zich vrijwel geheel richt op mannen. Vrouwen zijn een bron van verleiding: “Want de lippen van een vreemde vrouw druipen van honingzeem, haar gehemelte is gladder dan olie”. Maar oké, laat ik me als man niet verschuilen achter “ja maar, zij doet het ook!” Misschien was het een paar duizend jaar in Israël ook wel zo dat de heilige geschriften vooral gericht waren op mannen; ik weet het niet. Vervolgens bedacht ik dat de vermeende schrijver van Spreuken, Salomo, zelf vele honderden vrouwen had. Tja, dat plaatst zo’n waarschuwing ook weer in een ander licht. Het wordt nu vergelijkbaar met een miljonair die tegen een ploeterende kostwinnaar zegt dat deze niet zo gericht moet zijn op geld.
Hoe dan ook, wat is mijn punt? De kwestie van overspel verdient zeker onze aandacht. Maar wat gebeurt er als we dit gaan onderzoeken met een verstandelijke tunnelvisie gericht op het letterlijk interpreteren van Bijbelteksten? De schrijver van het stukje op internet wijst vooral op het ontwrichtend gevolg van overspel op relaties. Vervolgens volgt er een terloops dreigement:
“Wat Salomo hier schrijft kan verschillende dingen betekenen. Eén is dat iemand die betrapt wordt op overspel voorgeleid wordt aan een soort rechterstoel waardoor hij/zij een straf opgelegd krijgt. Trouwens, volgens de Wet van Mozes moet een overspelige gedood worden door stenigen”
Als uitsmijter eindigt hij met het dreigement dat al de hele tijd tussen de regels doorklinkt:
“Hebreeën 13:4 – Houd in alle omstandigheden het huwelijk in ere en bewaar de huwelijkstrouw ongeschonden. Wie in ontucht leven en wie overspel plegen, zullen door God veroordeeld worden.”
Zo’n twaalf jaar nadat ik de gestopt ben met kerkbezoek kan ik nu mijn gekromde tenen iets sneller ontspannen. De schrijver meent oprecht dat een liefdevolle God ons zal veroordelen en straffen en in feite zouden we de dood door steniging verdienen. God zij dank voor de correctie die we van Jezus mogen ontvangen via de Cursus.
Want wat leren we uit de Cursus? Jezus wijst ons er op dat het zoeken van liefde en geluk via speciale liefdesrelaties ons niet gelukkig zal maken. We kunnen menen dat geld, macht, de ideale partner of seks ons het ultieme geluk zullen bieden en dat vervolgens najagen. Dat najagen kan ontwrichtend werken binnen de droom, dat is zeker, en het zal ons uiteindelijk ook niet helpen werkelijk geluk en diepe vrede te ervaren. Het zoeken naar geluk en seksueel genot bij (nieuwe) partners is de zoveelste poging van iemand die zich afgescheiden voelt om gelukkig te worden. Het kan binnen de droom vervelende gevolgen hebben maar het is niet zondig, het maakt niemand schuldig en er is al helemaal geen liefdevolle Vader die voorstander zou zijn van een strenge straf.
Maar wij doen onszelf ernstig tekort door te verwachten dat een (extra) relatie ons gelukkig zal maken. Als wij een relatie mogen hebben en daarin ongeluk ervaren dan is dit een oproep om verder te kijken. Zijn wij boos op onze partner omdat hij of zij ons niet genoeg geeft wat we nodig denken te hebben? Wellicht krijgen we niet genoeg aandacht, gedraagt de partner zich niet naar onze wens of bevalt ons seksleven ons niet. Dan mogen we ons allereerst afvragen wat we nodig denken te hebben. We mogen ons afvragen hoe we een relatie zien. Is het voor ons een balans waarin we iets geven met vooral het doel om evenveel of meer te ontvangen? Kijken we met een blik van “what’s in it for me?” naar die ander? Koesteren we irritatie of boosheid jegens onze partner en zien we deze als schuldige en onszelf als slachtoffer? Of hebben we eerder de neiging tot zelfverwijt? Is één van beiden de dader en de ander het slachtoffer?
Hier is liefde nodig en vergeving. Een overhaaste vlucht “naar voren” naar iemand die wel onze zogenaamde behoeftes zal vervullen gaat niet werken. Maar dat gezegd hebbende hoeven we ook niet naar de stem van het ego te luisteren die zegt dat we desnoods maar kosten wat het kost als martelaar verder moeten en dat we door moeten gaan tot de dood ons scheidt. De vraag is niet wat we in de Bijbel (of Cursus) lezen over wat we zouden behoren te “doen” maar wat er uit ware vergeving en vanuit liefde mag gebeuren binnen ons leven met die ander. De liefde van de Heilige Geest zal ons leiden op een wijze die liefdevol is voor alle betrokkenen, inclusief onszelf. Hoe dat uitpakt weten we niet. Het kan zijn dat je liefdevol bij de ander blijft maar het kan ook zo zijn dat je liefdevol besluit te scheiden. Dat “scheiden” gebeurt altijd in de vorm; in de ene denkgeest is scheiden de bron van alle verwarring en ten diepste onmogelijk. Je blijft in liefde altijd verbonden met je partner, zelfs als hij of zij verkiest te geloven in afscheiding, dader- of slachtofferschap.
Liefde oordeelt en stenigt niet maar vergeeft en verbindt in de denkgeest. Laten we geen starre gedragsregels uit de Bijbel proberen te vissen want dat is in feite “zien naar het vleesch” en niet leven uit de geest van liefde. Maar laten we (laat ik) ook oppassen voor gevoelens van spirituele superioriteit ten aanzien van mensen die nog wel zoeken naar gedragsregels. Ook dit is niet fout, schuldig of zondig maar een uiting van de zoektocht naar de liefde die we zijn.