Steeds meer studenten van ECIW ontdekken Een Cursus van Liefde (ECVL) en worden hierdoor in hun hart geraakt. Andere studenten kiezen ervoor om zich vooralsnog te blijven richten op ECIW en dat is natuurlijk helemaal oké. Ieder zijn weg, ieder zijn boek. Zelf heb ik veel gelezen in de Bijbel, ECIW, ECVL en andere boeken zoals The Way of Mastery. Ik ervaar in deze boeken een grote mate van continuïteit in de liefdevolle boodschap van Jezus. Daar is niet iedereen het met mij over eens.
Vanuit de wat minder vrijzinnig Christelijke hoek reageert men met angst op ECIW, dikwijls zonder ECIW (goed) gelezen te hebben. Men plakt een paar grove etiketten op ECIW (“het plaatst de mens op Gods troon, het verdraait de boodschap van Jezus, het komt uit de koker van de duivel etc”) en legt ECIW terzijde. Een dergelijke reactie zie ik nu wrang genoeg ook soms waar het ECIW studenten of leraren betreft die zich snel een mening over ECVL aanmeten. Ook hier kiest men ervoor om op zoek te gaan naar verschillen. Men wijst er dan op dat ECVL niet negatief praat over het lichaam.
Jezus heeft ons ECIW gegeven om ons te helpen onze identificatie met het lichaam op te geven. Wij waren gaan geloven dat wij een kwetsbaar, tijdsgebonden mensje waren en Jezus wilde ons leren dat wij tijdloze kinderen van de Vader zijn. Hij legt uit dat we onder leiding van de Heilige Geest een nieuwe betekenis aan het lichaam mogen gaan geven. Waar het eerst een symbool van de afscheiding was mag het een communicatiemiddel worden van de Heilige Geest die door ons heen werkt in de wereld. Er kan zo een nieuwe wereld ontstaan, een begrip dat Jezus zo’n 130 keer noemt in ECIW.
Helaas slaan sommige ECIW-leraren door en nemen een ronduit negatieve houding aan voor wat betreft het lichaam. De stap waarbij we ons geloof in afscheiding laten corrigeren en het lichaam anders leren zien wordt snel overgeslagen en men wil het liefst zo snel mogelijk oplossen in de tijd- en ruimteloze werkelijkheid van ons wezen. Anders gezegd: er is een negatieve en ontkennende houding tegenover het lichaam ontstaan. Deze doorgeschoten houding is niet inherent aan ECIW en wordt door Jezus in ECVL liefdevol en glashelder gecorrigeerd. Ik zie echter dat net zoals sommige Bijbel-lezers liever niets horen over de heerlijke boodschap van ECIW nu soms hetzelfde gebeurt bij ECIW-lezers die liefst zo snel mogelijk ECVL willen classificeren als een soort afzwakking van de boodschap van ECIW. De Foundation of Inner Peace besteedt zelfs een hele webpagina aan het opsommen van wat zij zien als verschillen tussen ECIW en ECVL.
Eerst wilde ik al hun opmerkingen stapsgewijs behandelen en proberen te laten zien dat er tegenstellingen worden gezien waar deze er niet zijn. Maar ik vrees dat dit weinig zin heeft. Het is lastig om iemand die zoekt naar tegenstellingen een andere visie aan te reiken. Daarom beperk ik me tot het eerste en wellicht belangrijkste punt van kritiek van de FIP. Zij geven eerst een citaat uit ECVL (Dialogen D6.26):
6.26 Het lichaam is nu de belichaming van het ware Zelf, de belichaming van liefde, de belichaming van goddelijkheid.
Vervolgens geven ze drie citaten uit ECIW “ter correctie:
“Het lichaam werd niet door liefde gemaakt..” (T-18.VI.4:7)
“Want het lichaam is een beperking van liefde ” (T-18.VIII.1:1)
“God kan niet in een lichaam komen, noch kun jij je daar met Hem verbinden..” (T-18.VIII.2:3)
Door zo in staccatovorm korte fragmenten uit boeken, uit hoofdstukken uit paragrafen te lichten wordt een ongenuanceerd zwart-beeld geschetst dat onnodig leidt tot polarisatie. Het is onmogelijk om met woorden en concepten uit te leggen wat een lezer van ECVL in dialoog met Jezus ervaart omtrent het binnenstromen van liefde in zijn lichaam. Dus zelfs als ik de hele paragrafen hieronder zal citeren blijft de deur naar discussie en misverstand open staan. Ik hoop echter dat je als je jouw hart opent als het ware kunt voelen dat de toon zacht, liefdevol en verbindend is.
ECVL
D6.26 Het lichaam is nu de belichaming van het ware Zelf, de belichaming van liefde, de belichaming van goddelijkheid. Het bestaan ervan is gegeven zoals het altijd was gegeven. Maar nu is de diepste aard van het bestaan ervan veranderd. Ik zeg hier veranderd omdat jij je misschien herinnert dat verandering in de tijd plaatsvindt. Buiten tijd en vorm heeft jouw Zelf altijd bestaan in de perfecte harmonie waarin het werd geschapen. Nu jouw Zelf zich heeft verbonden met het verheven Zelf van vorm, bestaan jullie samen, zowel in de tijd als buiten de tijd. Bedenk dat het Verheven Zelf van vorm nooit alles zal zijn wat je bent. Dit betekent echter niet dat er delen van jouw Zelf ontbreken in deze nieuwe ervaring in vorm die je nu binnengaat, maar dat het Verheven Zelf van vorm nu in staat is om zich bij het Zelf aan te sluiten in de eenheid van gedeeld bewustzijn. Je bent weer heel en je vorm zal slechts één aspect van je heelheid in de dimensie van de tijd representeren.
ECIW
4. Hierover verkeert de denkgeest onmiskenbaar in de waan. Hij kan niet aanvallen, maar houdt vol dat wel te kunnen, en gebruikt wat hij doet, om het lichaam te kwetsen, als bewijs dat hij het wel kan.
De denkgeest kan niet aanvallen, maar kan wel zichzelf misleiden. En dat is het enige wat hij doet wanneer hij meent dat hij het lichaam aangevallen heeft. Hij kan zijn schuld projecteren, maar raakt die door projectie niet kwijt. En alhoewel hij de functie van het lichaam duidelijk verkeerd kan waarnemen, kan hij zijn functie, zoals die door de Heilige Geest is vastgesteld, niet veranderen. Het lichaam werd niet door liefde gemaakt. Toch veroordeelt de liefde het niet en kan ze het liefdevol gebruiken, omdat ze respect heeft voor wat de Zoon van God heeft gemaakt en dit aanwendt om hem van illusies te verlossen.
1. Alleen het lichaamsbewustzijn is in staat liefde beperkt te doen lijken. Want het lichaam is een beperking van liefde. Het geloof in beperkte liefde lag aan de oorsprong ervan, en het werd gemaakt om het onbeperkte te beperken. Denk niet dat dit louter zinnebeeldig is, want het werd gemaakt om jou te beperken. Kun jij die jezelf in een lichaam ziet jezelf kennen als een idee? Alles wat jij ziet vereenzelvig je met uiterlijkheden, met iets buiten zichzelf. Je kunt niet eens denken aan God zonder een lichaam, of in een of andere vorm die je denkt te herkennen.
2. Het lichaam kan niet kennen. En zolang je jouw bewustzijn tot zijn nietige zintuigen beperkt, zul je de grootheid die jou omringt niet zien. God kan niet in een lichaam komen, noch kun jij je daar met
Hem verbinden. Het zal altijd lijken alsof een beperking van liefde Hem buitensluit, en jou van Hem gescheiden houdt. Het lichaam is een nietig hekje rond een klein deel van een glorierijk en compleet idee. Het trekt een cirkel, oneindig klein, rond een minuscuul segment van de Hemel dat zich van het geheel heeft afgesplitst, en het verkondigt dat jouw koninkrijk daarbinnen ligt, waar God geen toegang vindt.
Om te laten zien dat het ook mogelijk en zelfs heel inspirerend is om op zoek te gaan naar overeenkomsten in plaats van naar verschillen geef ik hier nog twee paragrafen uit ECVL (Hoofdstuk 7 van de Dialogen) die aansluiten bij het laatstgenoemde citaat uit ECIW.
ECVL:
7.26 Om je te helpen dit te begrijpen, vraag ik je nu om je jouw lichaam voor te stellen als een stip in het midden van een cirkel en je de cirkel voor te stellen als een representatie van alles wat je bent. De stip van je lichaam is het enige dat aan tijd gebonden is. Wat transformatie buiten de tijd van je vraagt, is om dit lichaam te zien als slechts dit ene kleine aspect van wat je bent. Door jezelf en anderen te observeren heb je geleerd je lichaam te zien in het veld van de tijd. Dit kan nu van pas komen wanneer jij je het ‘meer’ dat je bent begint voor te stellen; het ‘meer’ dat buiten de lichaamsgrens bestaat en buiten de grens van tijd en specificiteit.
7.27 Deze cirkel waarin jij je lichaam geplaatst hebt, is geen cirkel van tijd en ruimte. Het is geen cirkel die om jou heen kan worden getrokken om daarmee wellicht een bepaalde ruimte van een kilometer te bepalen en te zeggen dat dit de hele jij is. Nee, de cirkel die om je heen bestaat is de cirkel van gedeeld bewustzijn, de cirkel van eenheid. In werkelijkheid is deze cirkel alles, het Al van Al, het universum, God. Maar net zoals de Aarde gezien kan worden als je thuis, hoewel jij je zelden bewust gewaar bent dat je in dit ‘grotere’ thuis bestaat, zul jij je niet altijd gewaar zijn van deze cirkel van het Zelf als het Al van Alles en zal het behulpzaam zijn als we beginnen het ons op een kleinere schaal voor te stellen
Als je met open mind en hart leest dan zul je zien dat slechts de invalshoek van ECIW en ECVL verschilt in deze citaten. Zoals ik aangaf zie je dat ECIW onze identificatie met het lichaam als symbool van afscheiding corrigeert. En in de ECVL-citaten zie je de nieuwe functie die het lichaam kan vervullen zonder de beperktheid van het lichamelijke aspect uit het oog te verliezen.
Tenslotte wil ik vanuit mijn liefde voor de Bijbel afsluiten met een verrassend Bijbel-fragment (Joh 14:8). Bedenk dat Jezus ons in ECVL uitnodigt hem na te volgen. Als hij nog in fysieke vorm bij zijn discipelen is dan zegt hij:
Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader? Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken. Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is: of anders, gelooft om de werken zelf. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader; en wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen.
Van Jezus, onze broeder, wordt in de Bijbel gezegd: Het Woord is vleesgeworden.
Mogen we Jezus als broeder en voorbeeldleven zien?
Hartegroet,
Simon
