Dit lijkt in deze tijd van oorlog een belangrijke vraag. We zouden hier een interessante boom over kunnen opzetten gebaseerd op ons begrip van de metafysica van ECIW. Ogenschijnlijk lijkt ECIW ons hier direct en op prettige wijze gerust te stellen. Lang verhaal kort: de wereld en alle lichamen erin zijn illusies en wie meent te lijden weet niet wie hij is. Lekker duidelijk, toch?
In mijn beleving is het op deze wijze beantwoorden van de vraag op z’n zachtst gezegd onhandig en voor 99,99% van de ECIW-studenten ook niet behulpzaam. Deze 99,99% van de studenten gelooft namelijk nog steeds in de afscheiding. Zowel vraag als antwoord landen dan in een verstand dat nog belang hecht aan deze vorm van “antwoorden”. En wat gebeurt er als we nu dit antwoord aannemen, als we het gaan geloven? Wat doet het met ons?
Een plezierig effect van het geloof in ‘de wereld bestaat niet’ is dat er een afstand ontstaat tussen al die ellende daar en ik als denkertje hier. Als de ellende niet bestaat dan hoef ik me er niets van aan te trekken en al helemaal niets te doen. Ik kan nu opgelucht ademhalen. Dáár lijkt een nare droom te zijn maar hier is nu die fel begeerde innerlijke vrede. Dit voelt heerlijk rustgevend. Mijn onrust is verdwenen en ik meen nu alles heel helder te zien. Ik laat me niet langer gek maken, ik laat me niet foppen en deel dolgraag mijn nieuwe geloof met andere ECIW-studenten die nog gevangen zijn binnen de illusie. Gelukkig sta ik hier nu los van.
Er is een soort doel bereikt voor deze verstandelijk verlichte broeder of zuster. Het is de ultieme loskoppeling van de ellende van de wereld via de route van ontkenning. Gaat er een belletje rinkelen? Wie is er dol op afscheiding? Op onkwetsbaarheid? Wie zou er enorm blij zijn als lastige vluchtelingen afgedaan kunnen worden als onechte droombeelden? Het begint met een e en eindigt op een o. Drie letters!
Hoe kunnen we gevoel ontwikkelen voor het op onvruchtbare wijze opvatten van de metafysica van ECIW? Door op te merken dat we te maken hebben met een halve waarheid. We hebben te maken met hoofd zonder hart, met geloof in metafysica zonder liefde, met ik-gerichtheid in plaats van naastenliefde, met het aanvaarden van het wonder voor zichzelf zonder het aanbieden van wonderen aan anderen, met afgescheidenheid in plaats van verbinding enzovoorts.
Door de hele Bijbel, ECIW en ECvL heen leert Jezus ons dat onze weg de weg van liefde is. Als we ons oordeel over de wereld en anderen kunnen loslaten kunnen we in een heilige relatie ontdekken dat we op onbegrijpelijke wijze één zijn met wat we buiten ons meenden te zien. De voor ons gezonde cursus-weg is de weg van vereniging, verbinding, aanbieden van het wonder dat we zelf mochten ontvangen aan anderen, de expressie van liefde. Jezus zei: “laat de kinderen tot mij komen” en niet “opzouten met die kinderen, ze bestaan immers niet”. Dat dikke, blauwe wonderboek is een expressie van zijn liefde voor ons. Hij was niet bang om zich met ons te verbinden door ons simpelweg, in de fysieke vorm van een boek, te HELPEN. De weg van Jezus is de weg van stromende -en tot expressie komende liefde. De weg van Jezus bestaat NIET uit ik-gerichte ontkenning en passiviteit.
En dan nu ruimte en dankbaarheid voor de 0,01% liefdevolle broeders en zusters die in het volgen van de weg van liefde diep van binnen beseffen dat er geen wereld los van ons bestaat. Zij zien inderdaad geen problemen meer buiten zichzelf, zullen hier geen loze woorden over roepen maar omarmen de broeders en zusters die ze herkennen als zichzelf.
