Het is weer eens zover. De gemoederen lopen hoog op rond cartoons over de profeet Mohammed en over Erdogan. De vreselijke represailles eisen weer eens hun tol in Frankrijk. Macron en Rutte spreken grote woorden om onze vrijheid van meningsuiting te verdedigen. Laat ik helder zijn; ik vind deze vrijheid een belangrijk niveau-II recht. Tegen degenen die zich beledigd voelen door een cartoon of door een andere vorm van belediging zou ik willen zeggen dat je jezelf van je verontwaardiging en boosheid kunt bevrijden. Het zal raar voor je klinken maar je bent ten diepste niet te beledigen door iemand anders. Je kunt je slechts beledigd voelen. Als dit gebeurt dan is het een teken dat je gelooft in kwetsbaarheid. Hetzij je eigen (psychologische) kwetsbaarheid, hetzij die van een profeet of wereldleider. Dit geloof is je achilleshiel en het is dit geloof dat je mag onderzoeken en uiteindelijk loslaten. Pas dan zul je vrijheid ervaren.
Een voorbeeld. Als iemand mij een “stom varken” noemt of een cartoon van me maakt dan hoeft dit me niets te doen. Pas als ik ervan overtuigd ben dat ik een hele slimme vent ben, pas dan doet de aanduiding me iets. Oftewel: de mate waarin ik me beledigd voel hangt af van mijn overtuiging, van mijn geloof. En als ik hier heel erg (heilig) van overtuigd ben dan word ik ook heel erg boos als iemand iets roept over mij, ik dit geloof, er waarde aan hecht en me daardoor aangevallen en beledigd voel. Anders gezegd: iemand kan alleen het beeld “aanvallen” van mezelf waarmee ik me identificeer. Maar dat beeld ben ik natuurlijk niet. Vermoedelijk is dit de reden dat Mohammed zei dat hij niet gelijkgesteld kon worden aan een beeld. Hij is, net als wij, een grenzeloos eeuwig Kind van God en dat laat zich niet vangen in een beeld. Wie dat probeert is slechts onwetend maar niet schuldig en zeker niet strafbaar. Iets dergelijks staat natuurlijk ook in de Bijbel waarin God aangeeft dat het niet handig is om Hem gelijk te stellen aan een (“gesneden”) beeld. Maar goed, terug naar de vrijheid van meningsuiting.
De oplossing is niet om de ander te dwingen zijn mond te houden. De enige oplossing is om zelf te leren dat het koesteren van (en daardoor belang hechten aan-) beelden een keuze is. Het is een geloof dat teruggaat op het geloof in eigen zelfbeeld en kwetsbaarheid. Het is daardoor zeer subjectief. Mijn reactie op dat “stomme varken” is vermoedelijk goed invoelbaar maar als ik nog gevoeliger afgesteld zou staan dan zou ik me ook hevig beledigd kunnen voelen als iemand me “niet zo slim” zou noemen. En waar leg je dan de grens?
Maar toch. Moet je alles willen zeggen als je alles mag zeggen? Dat is de vraag. Natuurlijk kan het zo zijn dat mijn kritiek door iemand als een belediging wordt gezien. Zie m’n uitleg hierboven. Ik kan dus niet de verantwoordelijkheid dragen voor iemands overgevoeligheid. Maar hoe liefdevol is het, van mij uit gezien, als ik weet dat iemand op een bepaald gebied een verhoogde gevoeligheid heeft en ik dan willens en wetens zout in de wond strooi met geen ander doel dan om die ander te kwetsen of om hem te laten zien dat dit “gewoon moet kunnen”? Als we in het dagelijks leven weten dat een kindje gevoelig is voor zijn grote oortjes dan maken we daar uit liefde geen flauwe grappen over. Met geduld en liefde proberen we het kindje te leren dat het niet samenvalt met zijn lichaam en dat het een prachtig Kind van God is.
Sommige kindjes in onze wereld zien er agressief uit als mannen met snorren of baarden en ze zitten soms op hoge posities. Maar kennelijk zijn het broeders die nog moeten leren wie ze werkelijk zijn. Zelfs als wij weten dat we hen ten diepste niet aan kunnen vallen is het misschien niet zo liefdevol als we bepaalde woorden tot hen spreken of bepaalde cartoons tekenen. De opmerking dat dit moet kunnen in een vrij land resulteert niet altijd in een liefdevolle uiting. Onze vraag hoort te zijn hoe we wonderen kunnen aanbieden, uitingen van liefde. Hiervoor zijn “in de vorm” geen gedragsregels te geven. Het maken van cartoons is niet inherent verkeerd. Maar bewust op lange tenen gaan staan of iets zeggen over flapoortjes omdat het nu eenmaal moet kunnen is niet zo liefdevol.
Dus vrijheid van meningsuiting? Jazeker. Moet er aan alles wat getekend en gezegd kan worden dan ook uitvoering gegeven worden? Tja. Laten wij, als kanalen van liefde, onder leiding van deze liefde kijken of onze uitingen waarlijk behulpzaam zijn. Dat is onze functie.