Jezus leert ons dat we niet kunnen leren wat liefde is. We kunnen slechts leren hoe we liefde blokkeren en ons richten op het opruimen van de blokkades. Zo’n blokkade is bijvoorbeeld een te rationele focus op uitspraken als “God weet niets van deze wereld “ en, hieraan gelijk, “Er is geen ander”. Vanuit ons verstandelijk begrijpen van de non-duale visie kan dit correct klinken maar toch kan geloof in deze uitspraken vanuit ons kleine zelf opnieuw een blokkade worden als we onze liefdesband met onze Vader en onze Broeders te veel uit het oog verliezen.
Om dit helder te krijgen begin ik met de essentiële vraag die ik stelde in de titel van dit hoofdstuk: “Hoe kan ik ervaren dat ik liefde ben?”. Jezus leert ons al meer dan 2000 jaar het hetzelfde antwoord dat ik maar eens simpel samenvat als: “voeg je in de stroom van liefde die je bent”. Het laat zich ook mooi samenvatten met “liefde is zowel middel als doel”. Dus als de liefde vrijelijk door je heen kan stromen dan groeit het besef dat je liefde bent. Omgekeerd blokkeren we de liefde als we bang zijn wanneer we geloven in de afscheiding. Liefde is niet compleet, kent zichzelf niet als liefde, als ze haar stromende en gevende functie niet kan vervullen. ECIW spreekt zo mooi over deze functie als “kanalen van liefde”. Wij zijn Zijn kanalen van liefde.
Jezus is in de Cursus heel helder en ondubbelzinnig als hij spreekt over het belang van het stromen van liefde door de scheppingskanalen. God wil zijn liefde vrijelijk laten stromen naar ons en het is onze functie om de liefde te laten stromen naar onze broeders. Jezus bedient zich van liefdevolle woorden om ons het belang van deze universele waarheid duidelijk te maken. Zo lazen we gisteren in een Cursus-studiegroep (Txt 2:III-5):
God en Zijn scheppingen zijn volkomen van Elkaar afhankelijk. Hij is van hen afhankelijk omdat Hij hen volmaakt geschapen heeft. Hij gaf hun Zijn vrede, zodat zij niet aan het wankelen konden worden gebracht noch konden worden misleid. Iedere keer dat je bang bent, ben je misleid en kan jouw denkgeest de Heilige Geest niet dienen. Dit laat jou verhongeren door jou je dagelijks brood te ontzeggen. God is eenzaam zonder Zijn Zonen en zij zijn eenzaam zonder Hem. Zij moeten leren de wereld te zien als een middel om de afscheiding te genezen. De Verzoening is de garantie dat ze uiteindelijk zullen slagen.
Als wij ons te snel rijk rekenen en denken dat we de non-duale visie van ECIW kunnen begrijpen met ons beperkte verstand, dan glimlachen we om deze “lieve beeldspraak” van Jezus. Want wij weten immers zo goed dat God natuurlijk niet eenzaam kan zijn. Hij mag van ons namelijk niets afweten van ons lijden want daarmee zou Hij de afscheiding echt maken. Langs dezelfde droge manier van redeneren roepen wij dat we zelf ook niet moeten trappen in de illusie van lijdende broeders en zusters. Net als God zouden we ons moeten richten op de innerlijke vrede door vooral niet te geloven in de echtheid van “die ander”. We moeten slechts onze denkgeest corrigeren. We lazen gisteravond verder en kwamen bij de volgende zin (Txt 2: IV-1):
In essentie komt elke genezing neer op bevrijding van angst. Om dit op je te kunnen nemen, dien je zelf niet angstig te zijn. Door je eigen angst begrijp je niet wat genezing is.
In de studiegroep rees de vraag: “Als angst ons blokkeert, hoe kunnen we dan onze eigen genezing ter hand nemen?” We zijn er aan gewend geraakt om bij dit soort citaten over genezing direct en uitsluitend aan onszelf te denken. Een soort “Laat Gods liefde maar tot mij komen!” Hierbij vergeten we weer de kernboodschap van Jezus over Gods schepping: liefde moet stromen en wel door ons heen naar onze Broeders. Voel eens dat subtiele verschil tussen die soms wat eenzijdige correctie van onze perceptie (“er zijn geen anderen”) en de bereidheid om je te voegen in de stroom van Vaderlijke- en Broederlijke liefde. En nu iets heel frappants. Ik vond het laatste Cursus- citaat ook wat onduidelijk en zocht het op in de versie van ECIW die gebaseerd is op de originele aantekeningen van Helen Schucman (dus de “Complete & Annotated Edition). Helaas is deze niet in het Nederlands verschenen, maar ik doe een vertaalpoging:
“But to undertake this you cannot be fearful yourself. You do not understand healing because of your own fear. I have been hinting throuhout that you must heal others. The reason is that their healing merely witnesses to yours”. Dus: “…Ik heb je er herhaaldelijk op gewezen dat je anderen moet genezen. De reden hiervoor is dat hun genezing slechts getuigt van die van jezelf”
Robert Perry zegt hierbij in een voetnoot: “Die verwijzingen van Jezus beginnen al bij de uitleg van de wonderprincipes. Veel hiervan omschrijven wonderen als iets wat we moeten aanbieden aan anderen om hen te genezen”. Ik noem daarom eens een paar van de wonderprincipes met als doel om ons te behoeden voor eenzijdige ik-gerichtheid en vroegtijdig roepen dat er geen anderen zijn:
8. Wonderen genezen doordat ze een gemis aanvullen; ze worden door hen die tijdelijk meer hebben, verricht voor hen die tijdelijk minder hebben.
9. Wonderen zijn een soort uitwisseling. Zoals alle uitingen van liefde, die in de ware zin altijd wonderbaarlijk zijn, draait deze uitwisseling de natuurkundige wetten om. Ze brengen gever en ontvanger beiden meer liefde.
18. Een wonder is een dienst. Het is de maximale dienst die jij een ander kunt bewijzen. Het is een manier om je naaste lief te hebben als jezelf. Je herkent op hetzelfde moment je eigen waarde en die van je naaste. etc
De boodschap van Jezus is de afgelopen 2000 jaar niet veranderd. Toen hem werd gevraagd wat het grootste gebod is antwoordde hij:
“Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.”
Er staat dus niet dat Jezus antwoordde: “Het grootste gebod is te geloven dat God en anderen slechts duale verzinsels zijn”. Aan het einde van onze vergevingslessen zullen we inderdaad in blijdschap uitroepen: Er zijn geen “anderen”, ik ben in wonderlijke eenheid verbonden met mijn Broeders! Dit is echter geen verstandelijk uitgangspunt maar de ervaring van wonderlijke verbondenheid en liefde die optreedt als we de rol van liefdeskanaal vervullen en de liefde laten stromen. Dus als we onze complete functie als wonderwerkers, ontvangen en doorgeven van onvoorwaardelijke liefde, vervullen.