Als een kind

Wij vinden het een teken van karakter, van kracht als iemand precies weet wat hij wil. Zonder doel kom je nergens. Als je een leidinggevende positie bekleedt dat ben je goed bezig. We hebben sterke leiders nodig. En binnen de illusie is er weinig mis met deze dingen. Maar moet je eens horen hoe WB324 klinkt: Ik volg slechts, want ik wil niet de leiding. Daar zou ik eens mee moeten aankomen in het bedrijf waar ik werk. Zo’n uitspraak wordt gezien als een zwaktebod. Ik zou aangemerkt worden als een visieloze angsthaas.

Maar zoals zo vaak in de Cursus geldt hier het omgekeerde. Het is juist uit angst dat wij menen dat we als sterk ikje door het leven moeten. We willen van alles van anderen en van de omstandigheden in de wereld, juist omdat we bang zijn de grenzeloosheid van liefde te ervaren. Het vergt eerlijkheid en een zeker moed om te zeggen ‘Heer, hier ben ik dan. Ik snap er niks van en zit mezelf in de weg. Doet U het alstublieft voor me. Neem de leiding, ik geef me over’. Wat staat dit mijlenver af van wat gewaardeerd wordt in onze maatschappij. Maar wat ben ik dankbaar dat ik nu Zijn Hand mag pakken en me als een kind door mijn Vader mag laten leiden.

WB324: Laten we dus Iemand volgen die de weg kent. We hoeven niet te talmen en we kunnen niet afdwalen van Zijn liefdevolle Hand voor langer dan een ogenblik. We gaan samen onze weg, want we volgen Hem. En Hij is het die de afloop zeker stelt en een veilige thuiskomst waarborgt.

Advertentie

Bang voor liefde?

We reageren dikwijls verbaasd als we in de Cursus lezen dat we bang zijn voor liefde. Dat kan toch niet waar zijn? We verlangen toch juist naar liefde? We vinden het heerlijk als we verliefd zijn. Er zijn duizenden films gemaakt over de liefde om over het aantal muziekstukken maar te zwijgen. Kort gezegd; die angst voor liefde is niet iets waar we gemakkelijk feeling mee krijgen. Is het dan zo belangrijk om ons met deze angst bezig te houden? Jazeker, super belangrijk. Het gaat hier over één van de belangrijkste thema’s van de Cursus. Het is niet zomaar een gek ideetje. Deze angst is de basis voor de wereld die we menen te zien.

Nu even kort door de bocht. Als er iets bijzonder heftig is voor ons ikje dan is het wel de angst om het gevoel van afgescheidenheid kwijt te raken. En raad eens? Dit is exact waar het bij het ontdekken van liefde om gaat. De totale overgave aan de grenzeloosheid van liefde, van God, van wat jij en ik ten diepste zijn. Want wat blijft er van ons over als we ons niet langer afgescheiden voelen? Daar kunnen we ons niks bij voorstellen en dat maakt het dus zo beangstigend.

Om die angst voor het grenzeloze te ontlopen hebben we een dwaas idee voor waar aangenomen. Het idee dat we afgescheiden zijn in een lichaam met andere mensen en de wereld aan de andere kant. Wat wij in de door ons bedachte wereld ‘liefde’ noemen is een dualistisch en voorwaardelijk gebeuren. We houden van die ander zolang die denkbeeldig afgescheiden persoon doet wat we plezierig vinden. En als die dat dan doet, dan is er angst dat er een einde aan komt. De Cursus noemt dit de ‘speciale liefdesrelatie’. Wij denken dat het woord ‘speciaal’ positief bedoeld is maar dat is een vergissing. ‘Speciaal’ staat in de Cursus voor beperktheid, voor vorm. Schuldgevoelens en oordelen spelen een hoofdrol in onze speciale relaties ook al hebben we dat niet vaak in de gaten.

Dan het goede nieuws. We kunnen oog krijgen voor de beelden die we projecteren. We kunnen opmerken dat ons onwankelbare geloof in deze beelden die we zelf projecteren ons een gevoel van afgescheidenheid geven. Daarom doen we het immers. Maar we kunnen van deze situatie een leerschool maken. Want als we het kijken naar die beelden aan HEM overlaten dan vallen onze beelden over anderen en de wereld weg en is een echte ont-moeting mogelijk. Dit is vergeving en we ervaren hierin het wonder van verbinding, liefde, eenheid. Via deze wondertjes leren we dat we niet dood gaan in de ontstane openheid. Integendeel; er is dan sprake van het stromen van liefde binnen een heilige relatie.

WB323: We worden niet langer misleid. Liefde is nu tot ons bewustzijn weergekeerd. En we zijn opnieuw in vrede, want angst is verdwenen en alleen de liefde blijft.

Geen beeld van jou

Als wij naar andere mensen kijken dan zien we lichamen, gezichten, karaktereigenschappen en beelden uit het verleden. Op basis hiervan denken we dat we die ander ‘kennen’. Oh ja, die ken ik wel, dat is dat eigenwijze kereltje. Is dat niet dat mens dat altijd zo zanikt? En zo hebben we van iedereen een beeld, inclusief van ons zelf.

We weten dat we van God geen beeld kunnen hebben. God is één en boven iedere beschrijving verheven. Woorden schieten te kort voor Hem. Maar waarom schieten onze woorden dan niet te kort voor elkaar en voor onszelf? Waarom weten we dat we geen beeld van God kunnen hebben maar zitten we vol beelden van elkaar? We projecteren lichamen, gezichten en karaktereigenschappen op mensen en bedekken zo in onze beleving het Licht in hen en in onszelf. We maken op deze manier tastbare mensen met bepaalde eigenschappen. Mensen waarmee we speciale haat- en liefdesrelaties kunnen aangaan, mensen door wie we ons bedreigd voelen en mensen waarvan we denken dat ze ons gelukkig gaan maken.

Maar kan ik naar jou kijken zonder beeld? Dat lijkt een lastigere opgave dan het opgeven van een wat al te antropomorf Godsbeeld. God kun je immers sowieso niet zien maar we twijfelen geen seconde aan onze zintuigen. Maar houd je vast, de Cursus leert ons dat onze eigen zintuigen gemaakt zijn om een droom te creëren. Ze schetsen ons een beeld van ons lichaam in een buitenwereld om ons te verleiden hierin te geloven. Door dit geloof voelen we ons veilig afgescheiden; ik contra de rest. Kan ik al deze projecties naar Hem brengen zodat vergeving kan plaatsvinden? Wat gebeurt er als ik deze droom niet langer geloof, als ik opgeef wat nooit werkelijk was?

WB322: En iedere droom dient alleen om het Zelf te verhullen dat Gods enige Zoon is, Zijn evenbeeld, de Hoogheilige, die nog steeds voor eeuwig in Hem verblijft, zoals Hij nog steeds in mij.

Bron van onze vrijheid

De dagen zijn kort, donker en regenachtig. We worden overspoeld met beelden die getuigen van oorlog, terrorisme, angst en geweld. Het benauwt ons en we kunnen ons hierdoor machteloos gaan voelen. We lijken gevangen in een spiraal van bloedvergieten. We zien dat onze politieke leiders hun best doen om de crisis te bezweren. Ik zie binnen de illusie ook geen makkelijke uitweg. Meer geweld en meer oorlog zullen in de wereld die we menen te zien nooit de vrijheid en vrede brengen die we zo wanhopig zoeken. Dit komt namelijk slechts neer op het verlenen van werkelijkheidswaarde aan onze eigen projecties. De kern van het ‘probleem’ ligt niet in een wereld buiten ons. De oplossing dus ook niet.

Luister eens naar de Werkboekles van vandaag (321): Vader, mijn vrijheid is in U alleen. De les is als een baken in de duistere nacht. Zo mooi, vol hoop en liefde. Let eens op hoe dikwijls heel teder het woord ‘Vader’ klinkt. We hebben gisteren één minuut stilte genomen uit solidariteit met de slachtoffers. Maar lieve broeders en zuster, laten wij in deze duistere tijden veel vaker stil zijn en alle leed, angst en agressie uit onze denkgeest naar het Licht brengen. Laten we toegeven dat we ons vergissen en dat we geen flauw benul hebben van het stichten van vrede. Pas dan mogen we met lege handen bij onze Vader komen en weten dat we Hem altijd kunnen vertrouwen. Hij is de enige echte bron van vrijheid. Hij wijst ons de weg naar Zijn licht, naar de Liefde die we ten diepste zijn.

WB321: Vandaag antwoorden wij namens de wereld, die samen met ons zal worden bevrijd. Hoe blij zijn we onze vrijheid te vinden via de zekere weg die onze Vader heeft vastgelegd. En hoezeer is de verlossing van heel de wereld verzekerd, wanneer we leren dat onze vrijheid alleen gevonden kan worden in God.

Ik volg de mij aangewezen weg.

Dit vatten we snel wat te letterlijk op. We denken dat het gaat om allerlei keuzes die we moeten maken binnen de denkbeeldige wereld waarin we lijken te leven. We vragen ons af of we bij onze partner moeten blijven of juist niet. Of we van baan moeten veranderen. Misschien moeten we wel de boel de boel laten en ons helemaal op de Cursus storten? En als de Cursus dan spreekt over een speciale plaats en een rol voor ons alleen dan voelen we ons een beetje trots worden. Uitverkoren en speciaal. Jawel, we hadden het altijd al vermoed, we hebben een speciale missie! Doorvoel even wat die gedachten met je doen. Als je het ego wat voelt opzwellen dan weet je dat er wat aan de hand is. Zeker als we ons een beetje superieur gaan voelen vanwege die speciale rol die ons is toebedacht.

Maar wat wordt er dan wél met die weg bedoeld? Onze bekende weg is het veroordelen van anderen of de buitenwereld. Ik voel me beroerd en dat komt door jou, door het slechte weer, door de fiscus of door het griepvirus. Dát daar buiten me is de dader en ik ben het slachtoffer. Dit is een brede weg die we graag gaan. We zijn dit zo gewend dat we dat hele smalle weggetje de andere kant op niet zien. Het weggetje van zijn Liefde. In alle ogenschijnlijk verschillende omstandigheden van ons leven is er in feite maar één keuze, één Goddelijke weg die echt is. Dat is de keuze om niet te geloven in de eindeloze keuzes binnen de door ons geprojecteerde wereld. Het is de keuze voor de weg die ons uit de bunker van ons ego weg leidt. We gaan naar buiten, zomaar de zon in. Dit is nieuw en vreemd voor ons want we moeten het geloof in onze opvattingen en gevoelens los laten. We weten hier de weg niet maar we blijken een Gids te hebben. En ja, die wijst ons heel persoonlijk, intiem en liefdevol onze weg. Misschien niet de kant op de we zelf zouden bedenken. Maar wel de beste weg die we maar kunnen kiezen; recht Zijn armen in.

WB 317: Vader, Uw weg kies ik vandaag. Waar die me heenleidt, verkies ik te gaan; wat die me wil laten doen, verkies ik te doen. Uw weg is zeker en het eind staat vast. De herinnering van U wacht mij daar op. En al mijn verdriet eindigt in Uw omarming, die U beloofd hebt aan Uw Zoon, die ten onrechte dacht dat hij van de veilige bescherming van Uw liefdevolle Armen was afgedwaald.

Samen

Wat ik zo heerlijk vind aan Een Cursus in Wonderen is die focus op elkaar. Op onze broeders en zusters. In het helpen en vergeven van elkaar ligt DE sleutel tot verlossing van onszelf en van elkaar. We kunnen de hemel van Gods vrede niet betreden zonder onze broeders en zusters mee te nemen. Als we er ook maar één afwijzen dan ontzeggen we onszelf daarmee direct de ervaring van vrede. Het doet er hierbij niet toe of we deze persoon echt persoonlijk kennen of dat we ons een beeld gevormd hebben vanuit geschiedenisboekjes of van televisie.

Als we deze boodschap horen zijn we geneigd om direct te wijzen op de verschrikkelijke daden die de andere persoon toch gedaan heeft. Het ego keert dan de vraag verontwaardigd om en slaat ons met de meest heftige voorbeelden om de oren: onze slechte ouders, verkrachters, pedofielen en het eindigt steevast met Hitler. Hoe kunnen we van hen houden? En natuurlijk hoeven we hun gedrag niet goed te keuren en mogen we er ons in de illusie gedragsmatige tegen verzetten. Maar als we die anderen uitsluiten van de Liefde die wij en zij zijn, dan raken we ook zelf het zicht op die Liefde kwijt. Geen uitzondering mogelijk. Samen of niet.

Wat al deze mensen nodig hebben is wat wij ook nodig hebben. Iemand die ons toont dat onze kwaadaardige gedachten en daden geen gevolgen hebben op de Liefde. Leraren die ons laten zien dat ze onvoorwaardelijk van ons houden omdat zij en wij Liefde zijn. En natuurlijk schieten ons dan direct de namen van Jezus en andere geliefde Cursus leraren te binnen. En het is prima om hen dankbaar te zijn als we ze maar niet op een voetstuk plaatsen. Want ieder van ons heeft als functie om zo’n leraar en verlosser te zijn. Dat betekent niet dat we allemaal op een podium moeten klimmen. Daar hebben we begenadigde sprekers als Koos en Diederick voor. Maar in ons eigen leven, en iets anders hebben we niet, kunnen we oefenen met iedereen die we tegenkomen en dus zelfs met mensen aan wie we denken. Wat een machtige sleutel is ons gegeven in vergeving. Geef dat geschenk aan iedereen en ontdek dat je het hiermee ook aan jezelf geeft. Gun jezelf de Liefde die binnenstroomt als je je oordeel over jezelf en anderen naar deze Liefde, naar God, brengt.

WB 315: Alle geschenken die mijn broeders geven, horen mij toe.
WB 316: Alle geschenken die ik mijn broeders geef, zijn de mijne.

Vakantiegevoel

Hebben jullie die reclame van TUI gezien; ontdek wat TUI met je doet? Een soort halve zombie is aan vakantie toe. Op de zonovergoten vakantiebestemming duikt hij uiteindelijk het water in en komt als blije knappe man weer naar boven. Ging het maar zo makkelijk.

Eerlijk gezegd is dit toch het effect dat ik stiekem ook van de Cursus verwacht. Eerst maak ik me zorgen, heb het te druk en word ik gekweld door kwaaltjes. Vervolgens doe ik de Cursus en leef ik nog lang en gelukkig. Is dit fout? Mogen we dit niet nastreven? Jawel hoor. Dat leven in ‘het zweet des aanschijns’ is een doembeeld gebaseerd op ingebeeld slachtofferschap dat ons ego-godje bedacht heeft. Onnodig. Maar ons ego houdt van uitersten. Als we niet hoeven te lijden dan moet het liefst allemaal rozengeur en maneschijn zijn. Het TUI-effect. Is deze wens dan fout? Nee hoor, ook niet. Als ik dan moet zweten, dan maar lekker in de zon op Fuerteventura. Maar het is niet waar de Cursus over gaat.

De Cursus laat zien dat de sleur bestaat uit identificatie met ons ingebeelde slachtofferschap. Dit is vermoeiend en put ons uit. Door deze identificatie is er weinig ruimte voor vernieuwing en verfrissing. Dan kun je met het lichaam in een vliegtuig stappen maar de sleur gaat in feite gezellig met je mee op vakantie. Kunnen we hier zelf iets aan doen? Niet echt. Zelf produceer je gewoon steeds meer van hetzelfde. Toch geven we onze identificatie hiermee niet graag op. Want wat gebeurt er dan? Als we NU onze slachtofferrol loslaten? Dan is er pas ruimte voor iets totaal nieuws. Zelfs midden in de drukte en de problemen. Lossen deze dan vanzelf allemaal op? Soms wel, soms niet. Zo gaat dat kennelijk. Maar midden in de stress van je dagelijks leven, gewoon hier in het regenachtige Nederland, ervaar je het Vakantiegevoel. Een hemelse Vakantie met warm Goddelijk zonlicht. Ontdek wat de Cursus met je doet!

WB 314: Ik zoek een toekomst die van het verleden verschilt.

Wat nemen we voor waar aan?

Wij verstaan in ons dagelijks leven onder ‘magie’ één of andere duistere truc waardoor er in de zichtbare dingen onbegrijpelijke dingen gebeuren. De Cursus gebruikt het woord op een iets andere manier. Magie is het geloof dat een verbetering in onze uiterlijke omstandigheden de oplossing vormt voor een probleem. Zo denk ik dat slapeloosheid het probleem is en dat weer lekker in slaapvallen de oplossing vormt. Kijk maar eens in je eigen leven. Waar heb je last van? Doen andere mensen niet wat jij wilt? De magische oplossing is dat ze hun gedrag aanpassen en als dat niet goedschiks kan dan maar kwaadschiks. Is je lichaam ziek? De magische oplossing is genezing van het lichaam. Is dit fout, moeten we ons hier schuldig over voelen? NEE!

Zo, laat dat even duidelijk zijn. Maar bieden deze oplossingen die we binnen de illusie nastreven werkelijk soelaas? Ook niet. Ons spirituele ego heeft een ‘fantastische’ oplossing. We besluiten niet meer in te grijpen in de buitenwereld. We zeuren niet over de slapeloosheid en over die anderen en dragen ons leed en ziekte dapper en in stilte. Zo maken we van onszelf martelaren. Kiezen op elkaar en niet zeuren. Ons ego vindt dit ook een prima optie. En ondertussen menen we nog steeds dat we een onschuldig slachtoffer zijn dat vreselijk lijdt. En daarin zit hem de crux. We nemen ons denkbeeldige lijden voor waar. We geloven dat we een slapeloos of misdeeld slachtoffer zijn. Het speelt zich allemaal af in de denkgeest waarbij we verslaafd zijn aan het geloof in slachtofferschap. Moet je eens kijken wat een weerstand het oproept om dat onder ogen te zien. Moet ik me dan hier schuldig over voelen? Ook niet natuurlijk. Maar je hoeft het niet langer voor waar te nemen.

In waarheid ben je niet verbonden aan je slachtofferrol. Je kunt iets anders voor waar nemen. Zijn Liefde is waar. Dat jij Zijn liefde bent is waar. Dat jij niet een slachtoffer bent is waar. Dat je niet een lichaam bent is waar. Geef je over aan Zijn waarheid en Liefde. Niet om iets magisch te laten veranderen in de buitenwereld om zo van je rot gevoel af te komen. Nee, om te ontdekken dat je geen afgescheiden persoontje met een rotgevoel bent. Je bent zoveel meer, Zoon van God. Je bent vrij en je bent verlost.

WB 313: Laat een nieuwe waarneming nu tot mij komen.

Warme douche

Ik ben de manier waarop ik tegen dingen aankijk heel gewoon gaan vinden. Vandaag en morgen worden twee drukke dagen. Ik moet presentaties geven op m’n werk. Na zoveel jaren toch nog dat gevoel van spanning. ‘Ik hoop maar dat ze het wat vinden’. Later in de week moet ik om 8:30h in Amersfoort zijn. Ik moet materialen meenemen die nodig zijn voor een symposium waar 30 mensen naar toe komen. ‘Als ik maar niet vast kom te zitten in een file’. Bezorgdheid, stress.

Als ik rustig ga zitten en naar de gevoelens van spanning toega merk ik dat ik deze gevoelens heel vanzelfsprekend vind. Het is toch logisch om wat stress te ervaren in deze omstandigheden? Toch maar verder kijken. De angst wordt duidelijker zichtbaar. Angst om te falen, om door anderen negatief beoordeeld te worden. Dankzij de vele werkboeklessen gaat het nu Goddank wat sneller. De oerangst wordt nu iets makkelijker zichtbaar. De illusie dat ik me van de Liefde, van God, heb afgescheiden en dat Hij wel boos zal zijn. De onderliggende schuld en de het bange heen en weer geslingerd worden tussen hoop op waardering en de angst voor afkeuring.

De les van vandaag is als een warme douche die het vuil van geloof in zonde wegspoelt. WB 313: Laat een nieuwe waarneming nu tot mij komen. Eerst dat NU. Wat een zegen om de ingebeelde toekomst te laten oplossen in de Liefde van nu. En dan de overgave aan de nieuwe waarneming. Aan Hem en zijn visie. Het lijkt een zware opgave voor dit licht om ‘mijn zware problemen’ weg te stralen. Maar Hij laat me zien dat er niets anders is dan mijn geloof in ideeën en angsten. Geen zware opgaven buiten mij. Alleen mijn hardnekkig vast willen houden aan angstgedachten in de denkgeest. Pas dan kan ik weer opgelucht ademen. En met gesloten ogen geniet ik van het warme water onder de douche van zijn Liefde.

Wat een zegen!

Alle Werkboeklessen zijn prachtig en buitengewoon krachtig. Maar soms loop je tegen een les aan die jou op dat moment op je zogenaamde pad erg aanspreekt. Dit is voor mij zo’n les (WB 313): Laat nu een nieuwe waarneming tot mij komen. Ook in het Engels zo mooi: ‘Now let a new perception come to me’. Een zin die zwanger is van blijde hoop en verwachting. Je verwacht het van Hem, van de Liefde.

Stel dat je kijkt naar iemand waar je een vooroordeel over hebt. En over wie hebben we dat nu eigenlijk niet? Je ziet dat dit oordeel, wat we zo graag al roddelend met andere delen, dient om ons ego een extra boost te geven. Nu doen we dat eens niet. Nu kijken we naar die denkbeeldige ander of denken aan hem of haar, we zien ons schrijnende oordeel en geven dan Hem alle ruimte terwijl we zachtjes zeggen: ‘Laat nu een nieuwe waarneming tot mij komen’.

Tjonge, broeders en zusters. We hebben zo’ machtige vriend in Hem, in de Liefde. Want als we ons zo verwachtingsvol openstellen terwijl we ons oordeel aan Hem geven dan antwoordt Hij ALTIJD. Hij is zo trouw. We hoeven alleen maar opzij te stappen. Wat is dit toch een wonder.

WB 313: Laten we elkaar vandaag met de ogen van Christus bezien. Hoe prachtig zijn we! Hoe heilig en hoe liefdevol! Kom, broeder, verbind je vandaag met mij. We verlossen de wereld wanneer wij ons hebben verbonden. Want in onze visie wordt zij even heilig als het licht in ons.