Mogen we actievoeren als we onrecht zien?

Denk hierbij bijvoorbeeld aan rare of dwingende maatregelen die te maken hebben met het Corona-gebeuren, aan racisme, aan misstanden in het bankwezen of in de farmaceutische industrie enzovoorts. Aanvankelijk lijkt deze vraag heel simpel te beantwoorden. De Cursus geeft immers geen richtlijnen voor goed gedrag, dus waarom zou dit niet mogen? Actievoeren, of juist niet; het maakt niets uit.

Toch valt er wel wat meer over te zeggen. In eerdere blogs sprak ik van twee niveaus, dat van onze droomwereld (niveau II) en dat van ‘de werkelijkheid’, niveau I. Ken Wapnick raadde ons al aan om op niveau II toch vooral ‘gewoon’ te blijven doen. Zo leren we op niveau I dat we geen lichaam zijn en niet kunnen sterven maar kunnen we het beste toch af en toe een boterham eten, onze tanden poetsen en opzij stappen als er een auto aankomt. Hier zal weinig discussie over ontstaan want zelfs de meest fanatieke ECIW-student doet dit soort alledaagse dingetjes vanzelf. Anders wordt het bij gebeurtenissen die ik in het begin noemde. Geconfronteerd met deze kwestie hoeven we niet per se iets te doen. Als we besluiten hier niet op te reageren dan verhongeren we niet direct, we hoeven niet naar de tandarts en we worden niet platgereden.

Dat ‘niets doen’ lijkt ook door Jezus aangeraden te worden in de Cursus (zie bv Txt 18:VII). Dit motiveert sommigen om een wat passieve of zelfs lacherige houding aan te nemen over wat ze op tv aan zich voorbij zien trekken. Uit deze hoek klinkt ook het geluid dat alles wat je aan ellende meent te zien slechts jouw eigen projectie betreft en dat er helemaal geen ‘anderen’ zijn die je zou kunnen helpen.

Het valt niet mee om hier een speld tussen te krijgen. Alles is immers één? De wereld is toch slechts onze projectie? Er zijn dan toch ook geen anderen om te helpen? Toch voelen veel studenten van ECIW dat er ergens iets niet goed zit als ze deze uitspraken horen. Hoe komt dit toch? Ons denken viert een feestje bij zoveel helderheid. Heerlijk alles weglachen en je niet druk maken; is dit niet fantastisch? Maar dit soort uitspraken illustreren misschien wel de ultieme waarheid op mentaal niveau maar het hart voelt koud en het is de vraag is of dit soort denkbeelden behulpzaam zijn om te ontwaken uit de droom.

Jezus kent ons door en door en weet dat we onszelf niet langs deze weg als het ware ‘de droom uit kunnen denken’. Als we ons verlaten op deze mentale benadering sluipt het ego via de achterdeur naar binnen. Er is wederom een denkbeeldige scheidslijn ontstaan namelijk een grens tussen een onraakbaar zelfje aan de ene kant en een nepwereld of nare droom aan de andere kant. Het is een nieuwe vorm van schriftgeleerdheid waar Jezus ook in de Bijbel flink tegen ageerde.

Reeds in de Bijbel was Jezus’ advies NIET om de hongerigen maar te laten sterven en de zieken aan hun lot over te laten omdat het toch allemaal niet echt was. Hij hielp anderen op fysiek niveau, riep ons op om hetzelfde te doen terwijl hij toch ons zou laten zien dat de dood niet echt was door zijn lichaam te laten kruisigen. Bijzonder toch? De Jezus uit de Bijbel is geen andere dan die uit de Cursus. De ultieme boodschap is dat we geen lichamen zijn, geen sterfelijke wezentjes die van alles te vrezen zouden hebben. Maar de weg om dit te ontdekken is in de Bijbel, in ECIW en in Een Cursus van Liefde hetzelfde: ontdek dat je Liefde bent (één bent) door de weg van verbinding, door de heilige relatie met je broeders.

Het ‘niets doen’ in ECIW is geen oproep tot passiviteit. Jezus laat zien dat we vanuit ons kleine zelf niets kunnen doen dat echt behulpzaam is. Er wordt maar één ding van ons gevraagd en dat is een klein beetje bereidwilligheid om ons te openen voor de liefde. Onze leerweg bestaat eruit om op te merken waar wij in het oordeel schieten. Het maakt niet uit wat we willen veroordelen. Zodra we echter merken dat we boos worden op de overheid, complotdenkers, antivaxxers, farma, blanke mannen, demonstranten met donkere huidskleur etc: dan mogen we leren dat we kiezen voor afscheiding. Dit voelen we simpelweg in ons diepste wezen, in de verstoring van onze vrede. Vervolgens hoeven en kunnen we niet meer doen dan de Heilige Geest (Liefde, God, Jezus) uitnodigen om onze gespleten geest te genezen.

“Heer ik merk dat ik verontwaardig ben en boos. Dat ik de ander als vijand zie of mezelf als slachtoffer. Ik wil opkomen voor mijn rechten, anderen overtuigen met me mee te doen, andersdenkenden de mond snoeren, knokken voor de enige juiste en goede zaak. Ik voel hoe deze boosheid en angst mijn vrede verstoren. Toch wil ik eraan vasthouden. Ik merk dat ik verslaafd ben aan deze strijd voor de goede zaak, mijn eigen kleine heilige oorlog. Ondanks deze ego-krachten wil ik nu zwijgen en me keer op keer openstellen voor Uw zachte Stem. Leer me door Uw ogen kijken Heer!”.

En zwijg dan en wacht. Je hoeft inderdaad niets te doen. Maar dan. Als de vrede neerdaalt in je geest kan er de impuls komen om wél te handelen. Niemand weet hoe deze handeling eruit zal zien. Maar de bron zal liefde zijn en mededogen en de intentie zal zijn om waarlijk behulpzaam te zijn. En ja, je kan ook vanuit liefde je stem laten horen en daarmee verkeer je in het goede gezelschap van Jezus die zich ook uitsprak in de Bijbel. Maar hij ontving ook hoeren, tollenaars en Romeinse soldaten omdat hij het hart van de mens zag en de roep om liefde herkende. Hij serveerde geen groepen af zoals wij plegen te doen maar zag slechts broeders die zijn woorden of hulp nodig hadden.

Broeder Jezus, leer me zien zoals jij.  

Advertentie

Over de bedreiging door Corona, vaccins en farma

Met regelmaat post ik op m’n FB-tijdlijn stukjes over de aanpak van de overheid van de Corona-crisis. Met dezelfde regelmaat ontvang ik hierop reacties van ECIW-medestudenten waarmee ik via FB bevriend ben. Het valt me op dat enkelen van hen stellig geloven in kwade intenties van onze overheid, de farmaceutische industrie, machthebbers etc. Het helpt mij om in dit soort kwesties onderscheid te maken tussen de niveau I werkelijkheid (beschreven in de metafysica van ECIW) en onze niveau II droomwerkelijkheid van deze wereld.

Eerst vanuit niveau II. Op dit niveau lijkt van alles te gebeuren waarbij we bedreigd lijken te worden door een virus en door mensen die hier een slaatje uit zouden willen slaan. 10% van de Nederlandse bevolking gelooft zelfs in een soort masterplan. Hiervan bestaan verschillende versie. Een kwaadwillende partij (China, multinationals, farma etc) zou het virus ontwikkeld hebben en op ons losgelaten. De veronderstelde doelen variëren van financiële zelfverrijking tot uitroeien van de wereldbevolking. Ook de koppeling met 5G wordt gemaakt.  Deze 10% “complot-denkers” zijn oprecht bezorgd en zien zichzelf als klokkenluiders en vermoeden nogal eens naïviteit en goedgelovigheid bij de grote, domme massa.

Ik ben klaarblijkelijk zo’n naïeveling. Op niveau II, waar de concepten schuld en onschuld serieus worden genomen, wil ik graag de spelregels volgen die we met elkaar hebben afgesproken. Belangrijkste spelregel is dat iemand, of dit nu een persoon of een collectief betreft, onschuldig is totdat de schuld bewezen is. De bezorgde 10% meent overal bewijs te zien plus allerlei verbanden die door de andere 90% over het hoofd worden gezien. Waar het gaat over het al dan niet echt bestaan van het virus hebben we op niveau II afgesproken de regels van de wetenschap te volgen. Op dit gebied ben ik geen totale leek, ik mag mezelf doctor in de farmacie noemen, en constateer ik dat de vele berichten die circuleren op social media niet veel houtsnijden. Waar het vermeende samenzweringen betreft lijkt het me met, wat ik beschouw als common sense, onvoorstelbaar dat er een geheim boos plan bestaat waar vervolgens talloze mensen en partijen aan mee zouden werken om bijvoorbeeld de wereldbevolking te decimeren.

Op niveau II worden ook denkfouten gemaakt. Een bekende denkfout is ‘generaliseren’. Voorbeeld hiervan is het spreken over ‘de corrupte farmaceutische industrie’. Ik heb zo’n 25 jaar binnen deze industrie gewerkt (nu overigens niet meer). Ik voel me niet geroepen om ‘de farmaceutische industrie’ te verdedigen. Hiervoor geldt hetzelfde als alle andere bedrijven: men wil er graag winst maken. Binnen farma ligt dit echter wat gevoeliger omdat het geld verdiend wordt binnen de gezondheidszorg en daar ligt het algemeen geldende principe van vraag en aanbod wat gevoelig. Als we dit met ons allen absoluut niet willen dan moeten we farma uit de commerciële sector halen, maar dat is een andere discussie. Het punt dat ik hier wil maken is dat er meer- en minder ethische managers en medewerkers zijn binnen farma. Het zijn net mensen. Juist omdat we die vermenging hebben van gezondheidszorg en commercie staat deze branche echter stijf van de controlemechanismen. En ja, we moeten alert zijn en we mogen vragen om schappelijke prijzen voor innovatieve geneesmiddelen. Maar nee, deze branche is niet intrinsiek kwaadwillend. Er werken talloze mensen die veilige middelen willen maken om mensen beter te maken. Dit geldt ook voor farmabedrijven die nu hun stinkende best doen om een werkzaam vaccin te maken. Moeten we ons dan maar allemaal kritiekloos laten vaccineren met het middel dat als eerst beschikbaar komt? Nee, natuurlijk niet. We mogen kritisch zijn op prijs en kwaliteit, ons informeren over de noodzaak van zo’n injectie en dan besluiten of we het middel al dan niet willen nemen.

Dan niveau I. Jezus leert ons dat we ons graag afgescheiden willen voelen van God, van de liefde, van de eenheid. Onze meest effectieve tool hierbij is het veroordelen van anderen. We willen bedreiging zien opdat we ons kwetsbaar, slachtoffer en aangevallen kunnen voelen. We projecteren dus gevaar en de vorm hiervan doet er niet toe. Het mag COVID-19 zijn, Rutte, Van Dissel, farma, Bill Gates of de schrijver van deze blog. Het helpt als we geen misverstanden laten bestaan over de intenties van ons ego. We zijn dol op vijanddenken.

Hoe maken we nu het onderscheid tussen deze twee niveau? Moeten we dan kritiekloos worden? Ons alles maar laten welgevallen? Of moeten we alles weglachen omdat het toch maar een droom betreft? Hier ligt niveauverwarring op de loer. Mij helpt het om angst en boosheid te zien als signaal. Ook voor mij geldt dat de vorm er niet toe doet. Zodra ik me irriteer aan Rutte, Van Dissel of aan een complot-denker heb ik vergevingswerk te doen. Ik heb er dan namelijk voor gekozen om de liefde de rug toe te keren en in de ego-vecht-modus te duiken. Daar kan niets anders uitkomen dan een verstekring van het gevoel van afscheiding. Zodra ik dit zie, druk ik op m’n interne pauzeknop en richt ik me naar ‘boven’, naar de Heilige Geest. Heer, Vader, Heilige Geest; ik wil geen afstand voelen, treed met Uw Liefde mijn geest binnen. En dan wacht ik. Ik wacht op genezing en heb gemerkt dat die altijd komt als ik werkelijk dat kleine beetje bereidwilligheid kan opbrengen om de situaties anders te zien en te kiezen voor vrede.

Is daarmee dan iedere actie op niveau II verder onnodig? Nee, zeker niet, zie bijvoorbeeld dit blog zelf. Waar ik angst meen te zien kan ik geïnspireerd worden om te praten of schrijven over virussen, farma, de overheid of wat dan ook. En ik mag leren dat broeders en zusters op niveau II dingen heel anders zien dan ik. Als ik hun uitingen als aanval zie heb ik vergevingswerk te doen. Mijn tip is dan ook slechts om de triggers te herkennen: boosheid, je aangevallen of kwetsbaar voelen. En de gouden tip, zoals altijd, is om hiermee naar de liefde te gaan. Laat deze liefde je vervolgens inspireren om te zeggen en schrijven wat je wilt. Op niveau II kunnen we ons vergissen maar op niveau I kunnen we niet anders zijn dan het totaal schuldeloze Kind van de Liefde.

De gelukkige droom, het vrederijk!

We willen wakker worden en niet langer dromen. Het lijkt dus een handige keuze om de droom niet serieus te nemen. Om weer te gaan lachen om dat nietig, dwaas idee. In ECIW wordt onze droom voorgesteld als een nachtmerrie en onze wereld als een soort hel waar we voor gekozen hebben om de ellende van de afscheiding te ervaren. Het is dus niet zo gek dat we wakker willen worden en niet langer deze ellende meemaken. We willen wakker worden. Ik wil wakker worden. Ik ga de Cursus doen om wakker te worden. Ik, ik, ik.

De ik die in actie wil komen om wakker te worden is helaas onderdeel van de ellende, van de droom. Het is de doener die meent de huidige wereld niet te willen en daaraan iets te kunnen gaan doen. Het is de doener die z’n best doet om zichzelf uit te willen gummen om zo weer de eenheid te kunnen ervaren. Het is de man in het moeras die spartelt om los te komen. Het is het hondje dat zijn eigen staart probeert te vangen. Het is ook degene die het allemaal goed meent te weten en die, zelf speler in de duale droomwereld, het geloof in deze droomwereld stellig ontkent en anderen wijst op de duale ontsporing van hun geloofssysteem. Deze dappere strijder wil er alles voor doen om direct terug te keren in de hemel.

Geïnspireerde boeken als de Bijbel, ECIW en Een Cursus van Liefde (ECvL) geven ons allemaal een ogenschijnlijk minder verheven doel. Ze wijzen op een soort tussenfase en noemen deze: het duizend jarig vrederijk, de gelukkige droom/de nieuwe wereld of de ‘elevated form of Self’. Vanmorgen las ik een stukje over dat duizend jarige vrederijk dat in het laatste Bijbelboek openbaringen wordt genoemd (zie christenzijn.nl). Natuurlijk en helaas klinkt er in de tekst ook dreigende ego-taal door maar toch een paar citaten:

Maar na dit alles zal Jezus Christus terugkomen, samen met de legerscharen van de hemel, en dan breekt er een heerlijke, genezende tijd aan op aarde. Dit is het begin van een periode van duizend jaar vrede, wat het duizendjarig vrederijk wordt genoemd. Het duizendjarig vrederijk is een tijd van vrede en harmonie op aarde, waar Jezus en de heiligen heersen in gerechtigheid. Het is een tijd van herstel, waarin de wereld gereinigd wordt van al het kwade. In Jesaja 65:20-25 kun je een uitgebreidere beschrijving vinden van de wonderbaarlijke harmonie die deze tijd zal kenmerken. Niemand zal een ander uitbuiten, niemand zal stelen of moorden. De gehele aarde zal bestuurd worden door Christus, Zijn bruid en de martelaren. (Openbaring 20:4) Hun heerschappij zal rechtvaardig zijn en nauwkeurig volgens Gods wetten. Het zal zó op aarde worden, als God het vanaf het begin bedoeld heeft. Een paradijs van vrede, gerechtigheid en blijdschap. Een schepping in volkomen harmonie met haar Schepper. De mensen zullen veel langer leven dan nu het geval is. (Jesaja 65:20) Zelfs de dieren zullen elkaar niet meer doden voor voedsel; alle zullen gras en planten gaan eten. (Jesaja 65:25)

Wij als ECIW-studenten kunnen ons maar moeilijk een voorstelling maken van de gelukkige droom of van de nieuwe wereld. ECvL gaat hier verder op door, maar daar gaat het nu niet om. Waar het me wel om gaat is wat nu eigenlijk onze functie is in het wakker worden uit de nare droom. Zoals gezegd helpt het niet echt om te gaan ploeteren, oordelen of ons terug te trekken uit de wereld. ECIW moedigt ons aan om hier onze vergevingslessen te doen en om waarlijk behulpzaam te zijn. Alle boeken tonen ons de weg van de omarming van onze naasten, de weg van de heilige relatie. In het verlengde van ECIW en ACvL wordt ook in onze tijd steeds meer gewezen op onze functie in de huidige roerige tijden. Zie bijvoorbeeld http://journey.cocreatingclarity.org/.

Noch ECIW noch ACvL maken daarmee de gelukkige droom “echt”. Ook het duizendjarig vrederijk uit de Bijbel bestaat nog in ruimte en tijd. Alle boeken laten zien dat het niet onze opdracht is om direct de hemel in te willen springen op basis van een juist non-duaal geloof. Onze weg is er een van openheid, vertrouwen, ware ontkenning, overgave, stromende liefde. We hoeven niet bang te zijn om hiermee de illusie echt te maken. Dat de wereld van afscheiding niet eeuwig en grenzeloos is dat ‘weten’ we nu wel, maar pas in de omarming volgt de ervaring van levende liefde en mysterieuze verbondenheid. En dan. De laatste stap is aan God. Dat wisten de auteurs van de Bijbel ook al. Op christenzijn.nl wordt het als volgt beschreven:

Hoewel het Duizendjarig Vrederijk een tijd zal zijn van leven in vrede en gerechtigheid, is het niet Gods uiteindelijke doel voor zijn schepping. Satan werd wel gebonden, maar niet volkomen verdelgd. Ondanks de wonderbaarlijke vrede en harmonie op aarde, is deze nog steeds niet perfect in Gods ogen, omdat zij nog steeds de eeuwige smet van de zonde draagt.

(Oftewel; we blijven nog lang te maken krijgen met geloof in afscheiding en ego-motieven)

Maar dan is eindelijk de maat vol, dan is de tijd van Satan voorbij….Dit luidt het einde in van het duizendjarig vrederijk, het is de laatste gebeurtenis voor het laatste oordeel plaatsvindt; de tijd niet meer bestaat en de eeuwigheid begint.

Ik sluit graag af met Werboekles 168(3)

Vandaag vragen we God om de gave die Hij uiterst zorgvuldig in ons hart heeft bewaard, waar zij op erkenning wacht. Dit is de gave waarmee God Zich naar ons toebuigt en ons opheft, waarbij Hij Zelf de laatste stap van de verlossing zet. Alle stappen, behalve deze, leren we, door Zijn Stem onderwezen. Maar tenslotte komt Hij Zelf en neemt ons in Zijn Armen en veegt het spinrag van onze slaap weg. Zijn gave van genade is meer dan slechts een antwoord. Zij brengt alle herinneringen terug die de slapende denkgeest vergat, alle zekerheid omtrent wat de betekenis van Liefde is.

Foute en correcte visie?

Lezers van mijn berichten weten dat ik schrijf over verschillen in de visie van The Foundation for Inner Peace (FiP) en die van The Circle of Atonement (CoA). Ik schrijf ook over de kritiek die er vanuit FiP-kringen bestaat over A Course of Love. Graag wil ik hier iets over kwijt.

Het is niet mijn intentie om uitspraken te doen over wie er “gelijk” zou hebben of wat de “juiste” visie zou zijn. Woorden kunnen sowieso niet meer doen dan wijzen naar een waarheid die niet conceptueel is, dus niet met woorden te duiden. Een welles-nietes discussie kent alleen maar verliezers in de zin van broeders en zusters die versterkt worden in hun geloof dat we de waarheid in woorden zouden kunnen vangen.

Waarom schrijf ik dan over deze verschillen? Ten diepste schrijf ik over vreugdevolle ontdekkingen die ik mocht ervaren. Eerst genoot ik, tien jaar terug, van de bevrijding van een klassiek Godsbeeld door Een Cursus in Wonderen (ECIW). Dit dank ik vooral aan leraren uit de FiP hoek, zoals Ken Wapnick. Na deze bevrijding merkte ik dat verdere bevrijding mogelijk was door aandacht te geven aan aspecten die minder- of op een bepaalde manier belicht worden door deze schrijvers. Vanuit mijn directe studie van ECIW merkte ik dat de uitleg vanuit FiP hoek met regelmaat zich primair richtte op ontkenning. Dezelfde ontkenning van de werkelijkheid van grenzen (tussen God en mij of tussen mij en anderen) die eerst zo bevrijdend was, bleek te kunnen gaan knellen indien vergeten wordt aandacht te houden voor het mysterie van uitbreiding van Liefde middels de Schepping.

Anders gezegd: het ontkennen van grenzen is behulpzaam maar als dit doorslaat in ontkenning van het mysterie van schijnbare meervoudigheid in de eenheid (Schepper en Schepping/ Schepselen, Broeders, Heilige Geest, de Heilige Relatie, de gelukkige droom, de nieuwe wereld etc) dan is er kans op het ontstaan van een nieuw en dor geloof. Ik noemde dit verstandelijke verlichting of doorgeschoten non-dualisme. Nadat ik deze mentale ontsporing zelf ervoer en ontdekte dat deze niet inherent is aan ECIW zelf, ontdekte ik de uitingen van CoA. Deze groep wees op de eenzijdige aandacht van FiP op eenheid en gaf weer meer ruimte aan het mind-blowing mysterie van de Schepping: uitbreiding, expressie en individuatie met behoud van eenheid. Dit vervulde me met grote blijdschap en ik wilde niets liever dan deze blijdschap delen met mijn broeders en zusters. Ik zie A Course of Love (ACOL) ook als geïnspireerde uiting van de liefde om de balans tussen hoofd en hart weer te herstellen. Het legt de nadruk op de scheppende expressie van liefde, op verbinding en op het wonder van de relatie.

In de afbeelding probeer ik de eenheid van waarheid en liefde uit te beelden. Vanuit FiP perspectief worden CoA- en ACOL-uitingen als minder zuiver of zelfs duaal gezien. Vanuit ACOL-perspectief is vooral de FiP visie doorgeschoten en daardoor abstract, verstandelijk en dusdanig naar binnen gericht (focus op “inner peace”) dat er onvoldoende recht wordt gedaan aan de expressieve uitbreidingskracht van Liefde die zich toont in creatie en verbinding. Is de ene visie fout en de andere correct? Nee, het is een kwestie van accenten en het is mijn stellige overtuiging en ervaring dat de juiste balans tussen “mind” en “heart” de meest vruchtbare voedingsbodem vormt voor zowel ECIW als ACOL.

Hartegroet,

Simon

Is “A Course of Love” in strijd met ACIM?

Als ik iets schrijf over A Course of Love (ACOL) volgt er steevast een reactie van een medestudent die zelf het boek niet gelezen heeft maar verwijst naar de mening van Bob Rosenthal, een directielid van The Foundation of Inner Peace (FiP), of naar Gary Renard die overigens ACOL zelf ook niet gelezen heeft maar de mening van Bob kopieert.  Bob valt vooral over termen als “The elevated form of Self” en “The Christ in you is wholly human and wholly divine”. Op grond hiervan verwijt hij ACOL een dualistische visie en ziet hij een tegenspraak met A Course in Miracles (ACIM)). Zijn kritiek verrast me niet. De FiP propageert een eenzijdige interpretatie van ACIM. In deze interpretatie wordt vooral aandacht besteed aan de ontkenning van elke vorm van differentiatie. Dit is terecht voor zover het ons geloof in de echtheid van grenzen betreft en het is inderdaad een belangrijk doel van ACIM om dit geloof te vergeven. Vertegenwoordigers van FiP blijven soms hangen in deze ontkennende fase. Ze noemen anderen en de wereld een illusie, de HG een tijdelijke herinnering aan het Goddelijke en het helpen van anderen een gevaarlijke misvatting. Verstandelijk gezien is dit begrijpelijk; er zijn immers geen van ons afgescheiden anderen of een van ons afgescheiden HG etc. Het is echter een halve waarheid.

De eenzijdigheid van deze verstandelijke visie is gecorrigeerd door die andere grote vereniging, The Circle of Atonement (CoA). Deze groep publiceerde de volledige, ongecensureerde versie van ACIM, dus inclusief de “duale” tekstdelen die “niet pasten” in de visie van FiP. Vanuit FiP werden de uitingen van de CoA dan ook flink tegengewerkt. Auteurs van CoA laten zien dat de Schepping een mysterie is. Dat er sprake is van meervoud (Broeders) en van de HG als eeuwige schepping van God en van God als onze Vader. CoA maakt de illusie van een afgescheiden lichaam of een afgescheiden wereld niet echt maar trapt niet in de uiterst duale valkuil om afstand te willen nemen van het mysterie van “in onbegrijpelijke eenheid verbonden schepselen”. Wij kunnen het met ons verstand niet begrijpen dat er sprake kan zijn van schepselen, entiteiten, broeders, een wereld, vormen, het aanbieden van wonderen, Vader en Kinderen enzovoort en dit alles in eenheid.

Vanuit dit onbegrip wordt door FiP-auteurs iedere verwijzing naar het mysterie van schepping afgedaan als een voorlopige waarheid. Jezus gaat zogenaamd voor ons op zijn geestelijke hurken zitten totdat wij zover zijn om de abstracte, platte versie van de eenheid te accepteren en op te gaan in die deze ongedifferentieerde eenheid. Dit geloof leidt helaas snel tot zelfgerichtheid, focus op innerlijke vrede, ontkenning van lichaam en wereld, weigering uiting te geven aan liefde in de illusoire wereld etc. CoA heeft gelukkig de complete versie van ACIM gepubliceerd en de verstandelijke ontsporing van FiP-auteurs aan de hand van ACIM helder weerlegd (zie: One Course, Two Visions).

In ACOL grijpt Jezus zelf in om onze mentale omgang met ACIM te corrigeren. Hij nodigt ons uit om ons hart te openen voor de Liefde en om daarna deze Liefde door ons heen te laten stromen opdat ze tot expressie kan komen, zelfs in deze fysieke wereld. Vanuit FiP wordt uit monde van Bob hierop natuurlijk op allergische wijze gereageerd. “Het Goddelijke kan zich op geen enkele wijze verbinden met de droomwereld!’ Er is dus weer geen oog voor dat mysterie. Ons blauwe boek is zelf een uiting in de vorm, bedoeld om ons te helpen maar het maakt hiermee de illusie niet tot waarheid. Liefde is gelukkig niet zo bang voor onze wereld van vormen als FiP-aanhangers. Liefde komt vrijelijk tot expressie en schrikt er niet voor terug om een heerlijke nieuwe betekenis te geven aan op zich neutrale vormen die wij misbruikt hebben om ons geloof in afgescheidenheid te bestendigen.

In ACOL probeert Jezus woorden te vinden voor het mysterie, voor dat wat niet met woorden gezegd kan worden. Daar ben ik hem dankbaar voor. Scheppen is “in relatie staan met”. Het mysterie van de schepping, eenheid in verscheidenheid, weerspiegelt zich in relaties. Dit is niks nieuws, denk aan het mysterie van de Heilige Relatie in ACIM; relatie suggereert meervoud en heilig suggereert enkelvoud. Onbegrijpelijk maar waar. Ik ben Jezus dankbaar voor zijn bereidheid om onze mentale blokkades te omzeilen en voor zijn uitnodiging om, al lezende in ACOL, ons met hem te verbinden in zo’n heilige relatie. Hierin mogen we zelf ontdekken dat “The Christ in us is wholly human and wholly devine”. Ik zie ACOL niet als een duale knieval voor beginners maar als correctie voor mentaal gefixeerde ACIM-studenten. Het brengt ons terug naar het mysterie dat makkelijk verstaan wordt door ons hart maar onbegrijpelijk blijft voor ons verstand.

Ik voorzie dat dit schrijven kan leiden tot reacties van ACIM-studenten. Daarom wil ik me nu al verontschuldigen voor de wat ongenuanceerde wijze waarop ik FiP hier neerzet. De uitingen van FiP waren en zijn hard nodig om ons klassiek christelijk geloof te corrigeren. En de Heilige Geest gebruikt ook ons dierbare blauwe boek om mensen te bereiken en te inspireren met liefde. Als we ACIM niet langer selectief lezen maar integraal tot ons nemen dan volgt, na de verstandelijke ontkenning van de illusie en na het openen van ons hart, de inspiratie door de liefde. En deze liefde drukt zich op talloze manieren liefdevol uit in onze wereld. Daar ben ik dankbaar voor. Dus, lieve lezers, ontzeg jezelf ook niet het lezen van ACOL op basis van de mening van zogenaamde ACIM-autoriteiten. Lees, desgewenst, het boek zelf en ontmoet Jezus hierin.

Opmerking: Het is niet m’n bedoeling iemand te overtuigen van de waarde van ACOL. Dit schrijven is bedoeld om vermeende blokkades op te ruimen. Ik ga dolgraag in gesprek met mensen die ACOL aan het lezen zijn maar acht het niet zinvol om nog uitgebreider te reageren op broeders en zusters die een mening hebben gevormd over ACOL aan de hand van uit het verband gehaald citaten of meningen van anderen.

Hartegroet,

Simon

Ik snap ECIW wel zo’n beetje, maar wat nu?

Waar staan we nu na onze jarenlange studie van Een Cursus in Wonderen? We hebben gelezen dat we een fysieke wereld hebben gemaakt als aanval op God. Kennelijk is alles wat we zien onecht en geloven wij slechts dat het onze realiteit vormt. Om dit te corrigeren moeten we opnieuw kiezen. Wie is het die opnieuw kan kiezen? We horen Cursus-leraren spreken over een keuzemaker. Deze keuzemaker kan klaarblijkelijk kiezen om hetzij naar het ego te luisteren hetzij naar de Heilige Geest. Steeds klinkt de oproep om naar de HG te luisteren en daarmee onze projecties te vergeven. Hier gaan we hard mee aan de slag. Ergens beseffen we dat we moeten oppassen om te spreken van een “doel”, dat is immers weer zo snel een duale dwaling. Maar waar draait het dan om? Met enige afgunst horen we soms verslagen van medestudenten die een lichaam-overstijgende ervaring hebben gehad. ECIW spreekt van een openbaring en legt uit dat deze ervaring persoonlijk is maar toch ook weer niet. Dit willen we ook, dus gaan we door op het pad van opnieuw kiezen, opnieuw kiezen om de ellende die we zien niet te geloven.

ECIW biedt meer dan wat wij er als zwoegende studentjes mee doen. Is het de bedoeling dat we een eeuwige student blijven? We kunnen somber worden omdat alles wat we zien zo nep is, omdat er hier op deze illusoire en vijandige wereld voor ons schijnbaar niets anders te doen valt dan te voorkomen dat we de boel hier te serieus gaan nemen. En vooral volhouden, studeren en van leraar naar leraar gaan.  We kunnen het, toch even uitgedrukt in termen van tijd, op deze manier lang volhouden. We ploeteren verder, 10, 20, 30 jaren lang op weg naar een doel dat we niet kennen maar waarvan we in elk geval zeker weten het nog niet te hebben bereikt. Herken je wat ik hier beschrijf?  Zie het niet als kritiek op ECIW, want dat is het niet. Ik probeer de manier te beschrijven hoe wij met dit mooie boek om kunnen gaan en ons na jaren van studie en oefenen mismoedig kunnen afvragen wanneer “het” nu eindelijk eens voor ons mag gebeuren.

Gewoonlijk is het gelukkig niet zo zwart-wit en merken we wel degelijk een verlichting van onze dagelijkse sores. Maar er is wel een soort waakzaamheid voor nodig om niet te blijven hangen in een soort mentaal-zwoeg-stadium. ECIW is een complete leergang en toch kunnen wij er gek genoeg voor kiezen om er een wat lang, dor en verstandelijk pad van te maken, hopende op een ultieme openbaring . Hoe valt dit te voorkomen? Door ons hardwerkende verstand wat rust te gunnen en ons hart te openen. Wat bedoel ik hiermee? De ongezouten taal die Jezus in ECIW hanteert is bedoeld om ons duaal geloof in een afgescheiden wereld en van ons afgescheiden anderen te corrigeren. Dit was nodig.  Het heeft ons losgeweekt van ons geloof in dualiteit en dat is oké. Maar na het snoeien van foute concepten, na het verwijderen van het onkruid wordt het nu tijd voor de bloei. De grond is schoon en vruchtbaar, het zaad is geplant maar we kunnen de mooie bloem die latent in het zaad aanwezig is niet de grond uit denken.

Het vergeven, zoals we dat geleerd hebben in ECIW, is meer dan een verstandelijke ontkenning van wereld en anderen. We mogen, na het loslaten van ons geloof in belemmerende concepten, leren te zwijgen en omhoog te kijken. Erop vertrouwen dat de zon zal schijnen en dat er weldadige regen zal vallen opdat ons zaad ontkiemt. Wie is die vreemde keuze-maker? Dat is niemand anders dan de Zoon van God, de Christus in ons. En wat is zijn doel? Zijn doel is niet om als zaadje weer zo snel mogelijk te verdwijnen in het niets. Het doel van het Zaad is om zich te laten zegenen door zon en water en zich open te laten bloeien in een prachtige bloem. In ons geval: een prachtig God-mens. Hoe gaat dit? Is dit dan geen duale dwaling? Hoe kan ik dit dan leren? Moet ik nog iets leren?

Jezus kent al deze vragen en stelt ze aan de orde in Een Cursus van Liefde (A Course of Love). Momenteel mag ik een heerlijke functie vervullen in het meehelpen om een vertaling van dit mooie boek naar het Nederlands te maken. (Alleen het eerste van de drie delen was al vertaald, maar er wordt dus gewerkt aan een vertaling van het integrale, driedelige boek). Ook nu ervaar ik dat Een Cursus van Liefde net zomin een “page-turner” is als ECIW. Het is geen quick fix noch een correctie van ECIW. Het is een reactie vanuit Liefde op onze neiging om te kiezen voor een te verstandelijke, droge visie. We worden aangemoedigd om niet alleen ons verstand te laten genezen van foute concepten, maar om ook ons hart te openen en te laten genezen van bitterheid. We worden gevraagd om te gaan leven vanuit verbondenheid van hoofd en hart. Vanuit heelheid van hart. Dit mag leiden tot een geïnspireerd en vreugdevol leven. We mogen leren te bloeien. Of, beter gezegd: we mogen ontdekken dat er aan bloeien niets te leren valt maar dat we als Christus-mens, als Zoon van God, de spontane respons op liefde mogen vormen. Wat een vreugde!