Fijne vraag is dat. Iemand die oprecht belangstelling voor je heeft. Naar je luistert en om je geeft. Gewoon een beetje menselijkheid, een warm gevoel. En hoe schrijnend is het als het niet gebeurt. Als je alleen maar geeft binnen een relatie en niks terugkrijgt. Je kent het ongetwijfeld. Je bent met familie of vrienden en je hebt zelf belangstelling voor ze. Je luistert, vraagt door en toont empathie. Soms merk je het pas als je weer thuis bent. De vraag dringt zich aan je op: “hebben ze eigenlijk wel iets aan mij gevraagd? Bij een volgende gelegenheid ga je er eens op letten. Nee, weer niet. Je hebt het gevoel dat je leegloopt.
Het wordt helemaal pijnlijk als het mensen betreft waar je nauw mee samenleeft. Je intimi, zogezegd. Misschien is het je vader, je moeder of zijn het je kinderen of zelfs je partner. Je bedenkt excuses voor ze. Ach, ze hebben het ook zo druk, er gebeurt zoveel in hun leven, misschien een andere keer weer. Mogelijk kan die ander gewoon niet anders en heeft hij een licht autistisch trekje waarbij de wederkerigheid van de relatie er een beetje bij in schiet.
Ik merk dat ik kwaad word op mezelf als ik me druk maak als ik geen aandacht krijg van mensen die me dierbaar zijn. De boosheid richt zich naar binnen, om m’n vermeende zwakheid. Ik hoor sterk te zijn, niemand nodig te hebben. Maar als ik eerlijk ben voel ik wel degelijk pijn, eenzaamheid en verwijt.
Dit is het signaal dat er een vergevingsles nodig is. Want wat is er aan de hand? Ik heb me laten verleiden om te geloven in wat de Cursus aanduidt als ‘speciale relaties’. Ik meen dat mijn geluk niet compleet is zonder de aandacht en liefde van anderen. En als die anderen mij dan in mijn ogen tekort doen dan rechtvaardigt dit mijn boosheid, mijn aanval. Ze zijn schuldig en als ze dat nog niet weten dan zal ik ze subtiel laten weten dat ze me ernstig tekort doen. Ik kan bijvoorbeeld de martelaar uithangen en ze opbellen. “Hallo, hoe is het. Ik heb zolang niet van je gehoord dus ik dacht laat ik maar weer eens bellen”. Zo, die voelen ze. Vrij vertaald in Cursus-termen: jij bent schuldig en je hebt mij gemaakt tot slachtoffer. Ik zal je je zonden eens even goed inwrijven! De werkboekles van vandaag (31) luidt echter: ‘Ik ben niet het slachtoffer van de wereld die ik zie’.
Ik ben aan het projecteren. Het begint bij m’n geloof in de afscheiding. Ik meen mezelf losgedacht te hebben van God en ja, door dit te geloven voel ik een gemis. De enige echt werkzame aanpak is vaststellen dat er niks aan de hand is, het malle dwaze idee van afscheiding niet te geloven en de stille Stem van Hem, van de liefde te geloven. Maar nee, ik kies ervoor om het spel van afscheiding wel te geloven. Ik mis iets en God / jij geeft het me niet en bent daardoor schuldig. God / jij doet me iets aan.
Is deze onnozelheid dan iets om me schuldig over te voelen? Welnee, je mag dit spel spelen, als je wilt. Je mag je alleen, zielig, slachtoffer, onafhankelijke krachtpatser, martelaar voelen; als je wilt. Natuurlijk mag je, als het zogenaamd goed gaat en je wel aandacht en liefde krijgt, hiervan lekker genieten. Maar als je lijdt aan je eenzaamheid dan is het wel handig om te beseffen dat dit eigenlijk niet hoeft. Dat je het gevoel van slachtofferschap mag loslaten. Het ego zal protesteren en zeggen dat dit niet zomaar kan. Het wil het spel van beschuldigen niet opgeven omdat het daarmee de bijl legt aan de wortel van zijn eigen denkbeeldige bestaan.
Moet ik dan op mezelf blijven? Mag ik niet genieten van gezelligheid en een fijn gesprek? Tja, ons ego schiet altijd van het ene uiterste naar het andere. Verslaafd zijn aan gezelschap en verslaafd zijn aan je vermeende onafhankelijkheid zijn twee kanten van dezelfde medaille. Er is geen ikje dat afhankelijk is van andere ikjes en er is ook geen ikje dat niemand nodig heeft. Er is alleen maar Liefde. En dat ben jij.