Lichamelijke effecten

img_0538

Ik las in een FB-groep een stukje van een geliefde broeder die tijdens zijn studie van de Cursus allerlei lichamelijke sensaties ervaarde. De tekst maakte indruk op me maar zette me ook aan het denken. Temeer daar hij, in mijn ogen, toch een beetje doorschoot naar een uiterste; ‘het begint pas echt wat te worden met je studie van de Cursus als je allerlei lichamelijke, energetische sensaties meemaakt’. Hij nam hiermee enigszins stelling tegen studenten voor wie de Cursus een louter mentale exercitie lijkt te zijn.

Het lijkt me toe dat het écht maken van verschijnselen binnen de illusie op twee manieren wat kan doorslaan. Ik zal de twee uitersten schetsen:

1: Er hoeft binnen de droom niks te veranderen want het is toch niet echt.
2: Als er niks binnen de droom verandert dan is het nóg niet echt

Het valt niet mee om de slimheid van het ego te ontmaskeren. Ik doe een poging:

Ad 1: Er kan hier sprake zijn van angst voor het omvallen van vertrouwde beelden binnen de droom. Anders gezegd; krampachtig vasthouden aan de onveranderlijkheid van bijvoorbeeld ziekte (omdat deze toch niet echt zou zijn) kan juist voorkomen uit angst voor het wegvallen van de vermeende zekerheid van ziekte, van de dualiteit en van het slachtofferschap.
Ad 2: Voordat je het beseft neemt het ego op deze manier de illusie weer heel serieus en eist het het wegvallen hiervan (genezen van ziekte, opvallende energetische effecten) als bewijs dat God echt ingrijpt binnen onze droom.

Samenvattend: je kunt als Cursus-schriftgeleerde lichamelijke genezing niet toestaan omdat je uit angst eist dat hier géén verandering in mag gebeuren maar je kunt hem ook juist opeisen als bewijs dat er wél echt iets in de denkgeest is gebeurd.

Mij helpt het om, heel onzuiver, de Bijbel in gedachten te nemen. Op z’n zachtst gezegd gebeuren daar heel opmerkelijke wonderen binnen de illusie van onze wereld, tot aan het verschijnen van Jezus in fysieke vorm na zijn dood toe. Maar Jezus zegt ook ergens dat mensen die kunnen geloven zonder (de effecten) te zien zalig zijn.

Het lijkt me dat in deze discussie krampachtigheid en angst goede indicatoren zijn voor activiteit van het ego. Als er niks mág gebeuren of als er juist iets móet gebeuren dan treedt er een onheilig moeten het gesprek binnen. De woorden van onze geliefde broeder Koos Janson komen nu in me op. Echte genezing betreft altijd de denkgeest (er is immers niet anders) en als dit gepaard lijkt te gaan met een wondertje binnen de illusie dan is dit het toefje op de taart. Echt nodig? Nee. Echt fout? Nee. Maar wel lekker zo nu en dan!

Advertentie

Ik zal mezelf vandaag geen pijn meer doen (WB330)

maria-van-lida

Rare titel. Als je dit tegen een niet-Cursus-student zegt zal deze je niet begrijpend aankijken. Nogal wiedes dat je jezelf geen pijn wilt doen. Toch? Kennelijk niet. Kennelijk beweert de Cursus dat we onszelf wel pijn doen.

Laten we eens op een hoog abstractieniveau beginnen. Alles wat je nu waarneemt, lichamelijke gewaarwordingen, gevoelens, gedachten, geluiden, beelden enz, kan nergens anders gebeuren dan in de / je denkgeest. Ook dit is iets wat veel onbegrip en zelfs weerstand zal oproepen. Wij zijn er stellig van overtuigd dat wij ons in de wereld bevinden. Het omkeren hiervan, de hele wereld inclusief het lichaam, verschijnt in de denkgeest, kan bizar overkomen.

Toch bevat deze zienswijze een machtige sleutel. Immers, als wij ons in een grote boze buitenwereld bevinden dan overkomt ons zogenaamd van alles. Leuke dingen maar ook narigheid die we liever niet willen. Vast verbonden met dit beeld is dat we slachtoffer menen te zijn van een wereld die we buiten ons menen te zien. De Cursus keert het dus om. Wij projecteren alles wat we menen te zien binnen onze denkgeest. Wij hebben zelf betekenis gegeven aan alles wat we menen waar te nemen. Dit is een bijna ongelofelijke visie.

Het ego voelt zich hier erg ongemakkelijk bij. Het wordt namelijk ontmaskerd als niet meer dan een geloof in een beeld van een ikje dat we erg serieus zijn gaan nemen. Een ikje dat een lichaam heeft en een dappere strijd voert op weg naar een beter leven en een betere wereld. Zodra de Cursus het geloof in dit beeld gaat ondergraven, wordt het ego erg onrustig. “Dit kan niet, mag niet, is belachelijk”. Als het idee van de geprojecteerde wereld wel eens wordt onderzocht dan zet ons ego de joker in. “Aha, ik ben het die projecteert, ik lees zelfs dat ik mezelf pijn doet dus wat ben ik stom en schuldig aan al dit leed!”.

Vervolgens gaat dit, nu zogenaamd schuldige, ikje druk aan de gang om op te houden met al dit projecteren. “Het is mijn eigen schuld en ik ga er nu mee kappen”. Het gevolg? Spanning. Het leven wordt een groot gevecht met spanning in je gevoelens, je denken en in je lichaam. Je draait jezelf in de knoop, vindt dat je daar nu ook zelf schuldig aan bent, en maakt het zo steeds erger.

Het lijkt er op dat, een gelukkige student daargelaten, we allemaal eerst deze worsteling met onszelf moeten voeren. Moeten voeren? Nee, houd je vast, willen voeren. Dus toch eigen schuld? Nee, we doen dit uit angst en een bang kind is niet schuldig. We geloven namelijk de projecties van de hele santenkraam, van een worstelend ikje in een grote boze buitenwereld, juist omdat dit ons ik-gevoel versterkt. We willen ons gek genoeg een strijdend ikje voelen. Dit dapper vechtend ikje lijdt aan een onbewuste angst voor eenheid (verdwijnen, in zijn optiek!) en wil dus per definitie niet opgeven. Het heeft een verborgen agenda. Het zoekt en vecht maar wil niet vinden en niet oplossen in de liefde die je eigenlijke thuis is. Het ikje is onderdeel van het “probleem” en inspanningen vanuit ons ikje kunnen dus nergens toe leiden.

De echte oplossing? “Ik” kan zichzelf niet oplossen maar dit wel erkennen en ruimte geven aan een andere keuze. Namelijk niks te doen,  kiezen voor Liefde, voor eenheid, de Heilige Geest. Dit is vergeving. Deze termen zijn soms te abstract voor onze duale vechthouding dus mogen we kiezen voor overgave aan Jezus of aan de Heilige Moeder Maria. Visualiseer jezelf als bang kindje en laat Jezus of Maria stralend van liefde naar je toe komen. Doe jezelf geen pijn meer, laat je liefhebben, laat je thuisbrengen. Laat de Liefde je toefluisteren dat er niets is gebeurd en dat je niet hebt gezondigd. Je bent totaal onschuldig, gezegend Kind van God.

Laten we er vandaag voor kiezen dat Hij onze Identiteit is.

Ik kies de tweede plaats.

put-god-first

Je hebt van die lessen die zo diep binnenkomen. Les 328 is er zo een voor mij:
“Ik kies de tweede plaats om de eerste te verwerven”. Ik ben zo vrij om te lezen: “Ik kies de tweede plaats om vrede te ervaren”. Dit is zo tegengesteld aan onze ego-wereld. Waar mogelijk kiezen we altijd de eerste plaats. We willen in de “driver-seat” zitten; plannen, dirigeren, controleren, doelen bereiken.

Vanmorgen kreeg ik het beeld van zo’n startknop van een YouTube video. Het filmpje staat nog stil, je hebt je vinger nog niet op de knop gedrukt. Dat moment, nog voor het indrukken van de startknop is een levensgrote kans. Wat doe je? Start je de ego-film en laat je jezelf meezuigen in een nieuw verhaaltje? Een verhaaltje dat er zogenaamd toe doet?

Of houd je je hand even stil en richt je je hoofd op? Je begint nog niet, maar luistert naar een stille Stem die altijd spreekt maar zich nooit opdringt. Je kiest, al is het maar voor even, de tweede plaats. Wacht af. Wacht niet op iets speciaals, op een spectaculaire ervaring. Maar rust gewoon in Zijn armen. Pauzeer gewoon even, totaal ontspannen en in overgave en vertrouwen dat je in goede handen bent; in Zijn handen. Wat een zegen die tweede plaats. Wat een wonder dat de liefde in jou zich niet hoeft te vermoeien met lastige keuzes. Die liefde weet gewoon. Ze is totaal.

Het voelt zo natuurlijk om Hem de eerste plaats te geven. Niet knarsetandend, niet met tegenzin maar omdat je Zijn liefde mag voelen stromen als je hiervoor kiest. Hij overweldigt je niet met geweld en laat je vrij jouw startknop in te drukken en los te gaan in de droom. Maar als je even pauzeert dan is Hij trouw en liefdevol. Altijd.

Ik hoef slechts..

smartphone

Ik hoef slechts uit mijn bed te springen en me in de dag te storten
Ik hoef slechts druk te zijn met plannen maken
Ik hoef slechts elke keer op mijn smartphone te kijken
Ik hoef slechts te zoeken naar afleiding en vertier
Ik hoef maar te blijven lezen en tv te kijken

Om niets te horen
Om niets te vinden
Om me te blijven verliezen in talloze indrukken

Maar om even op een stoel te gaan zitten
Om even te luisteren, te voelen, te glimlachen
Om vanuit stilte eens niet te doen
Niet te rennen, mezelf niet dol te draaien
Maar om me verwachtingsvol te openen
In vertrouwen, in stille verwachting van het onbekende

Zie de weerstand die opkomt om zo ‘niets’ te doen
Hoor het ego zeggen: ‘pff, als ik dat wil kan ik het wel’
“Maar nu even niet, ik heb het te druk’
Herken die weerstand als angst
Blijf er maar eens bij stilstaan
Stil zitten, zoals je wilt
Kijk naar de onwil, de worsteling van het ego
Die wil weg van hier, weg van het stille wachten op Hem

Zijn de genoemde activiteiten dan fout?
Nee, alles is neutraal
Maar als je ze doet om Hem te ontlopen, om jezelf te verdoven
Dan nog ben je niet fout of schuldig, maar je ontzegt jezelf de ervaring
De ervaring van Zijn vrede, Zijn Liefde

WB 327: Ik hoef slechts te roepen en U geeft me antwoord

 

 

Ben jij ook zo bang?

surprised young woman holding white empty paper isolated on white

WB 323: Ik breng graag het “offer” van de angst

Wat klinkt dat aantrekkelijk; mijn angst opgeven. Natuurlijk wil ik van mijn angsten afkomen. Dat wil toch iedereen? Ik zag pas op tv een programma over een angst die me bekend voorkomt. Spreken in het openbaar. Dit schijnt één van de meest wijd verbreide angsten te zijn. Ik moet voor m’n werk regelmatig spreken voor groepen en groepjes. Dat ging me altijd goed af en ik kreeg complimenten voor mijn duidelijke manier van uitleggen en humoristische presentaties. Tot mei 2013. Ik stond voor een groep buitenlandse collega’s een verhaal te houden toen ik me plotseling pijnlijk bewust werd van mijn hartslag en een lichte onzekerheid in mijn stem. Gewoon niet op letten, zou je zeggen. Maar dat lukte dus niet en ik kwam in een vicieuze cirkel die uitmondde in een paniekaanval. Ik liep nog net niet gillend weg maar had dringend behoefte aan een luikje in de grond waar ik door kon verdwijnen. In de periode daarna breidde de angst zich als een olievlek uit totdat ik zelfs het meest onbenullige telefoontje enorm eng begon te vinden en ik probeerde situaties die me spannend leken te ontlopen.

Waarom noem ik dit? Omdat ik in deze periode leerde hoe weinig je hebt aan een rationeel verhaal of aan een goed voornemen. “Iedereen vindt het eng, het valt wel mee, wat is het ergste dat kan gebeuren?” Dat soort geruststellingen. Bij mij kwam er ook nog een soort existentiële schaamte bij. Ik vond het een aanfluiting dat ik als trouwe Cursus-student de bibberitis kreeg van zoiets onbenulligst als het toespreken van een groep broeders en zusters.

Misschien heb ik nu vooral de aandacht van lezers die dergelijke angsten ook hebben. Wellicht zit je nu op het puntje van je stoel om te horen hoe je hier nu eindelijk vanaf kan komen. Je wilt dolgraag dat offer van de angst brengen en heerlijk vrij verder leven. Dan kan het teleurstellend zijn als ik je geen simpele truc zal aanreiken. Toch kunnen deze angsten op een diepe manier waardevol zijn.

Eerst even wat voorbereidend werk met het hoofd. Op zich gaat een theorietje je niet helpen om van je angst af te komen. De vraag is echter vooral of die angst iets is om van af te moeten komen. Het ego vindt van wel, natuurlijk. Angst voelt erg oncomfortabel en de schaamte die ermee gepaard gaat al evenzo. Het ego heeft besloten dat alle zaken (hartkloppingen, hyperventilatie, angst- en schaamtegevoelens) heel reëel zijn en dat ze moeten verdwijnen. Dan volgt nu misschien een verrassing. Het adagio van het ego is namelijk: zoek en vind niet. Huh? Ik breng toch graag het offer van de angst?

En dat brengt me bij een onbewuste agenda van het ego. Want wat is de enorme conclusie van iemand die erg bang is? IK BESTA EN KAN DOOD GAAN! Zo voelt het tenminste. En deze hartenkreet koestert het ego enorm. Het is de kern van zijn denksysteem en het zal het kosten wat het kost willen verdedigen. De oorsprong hiervan is de vergissing dat we ons los gedacht hebben van God, van de liefde. Bibberend staan we in ons nakie in het paradijs en we vrezen dat God in zijn boosheid om onze eigenwijze zonde ons zal willen doden. We proberen zijn boze en afkeurende blik te ontwijken en projecteren een denkbeeldige wereld waarin we onze afgescheidenheid menen te beleven in een lichaam. Maar diezelfde angst om gedood te worden achtervolgt ons ook binnen de illusie. Angst voor pijn, ziekte en angst voor onze broeders en zusters op wie we de macht van het boze, veroordelende oog projecteren. We voelen ons diep afgescheiden en schuldig en zijn bang voor het vernietigende oordeel. Onbewust: het oordeel door God; pijnlijk bewust: het oordeel van die tientallen ogen die ons onderzoekend opnemen.

Is dit te volgen? Let dan eens op dat je probeert om hier een inzicht aan te ontfutselen waarmee je van die rotangst af kunt komen. Klopt dit? Dan bewijst het dat je nog steeds die angstreacties erg serieus neemt! Je meent dat ze bedreigend zijn en overwonnen moeten worden. Iets om je voor te schamen? Je schuldig te voelen? Nee, houd op! Reageer op jezelf zoals een liefdevolle ouder reageert op een angstig kind. Niet uitlachen, niet belachelijk maken, niet veroordelen maar oppakken, troosten, zachte geruststellende woordjes en even lekker knuffelen. Dit heb je nodig. En dat heeft even tijd nodig. Niet in het echt, maar wel voor ons gevoel binnen de illusie. Toch kan het begrijpen van de metafysica van de angst je helpen om deze vergevingsoefening te doen. In de vorm van een gebed:

Lieve Heer, wat ben ik bang. Bang om beoordeeld en afgewezen te worden door mijn broeders en zusters. In feite bang om door u afgewezen te worden omdat ik me “ik” voel, kwetsbaar en afgescheiden. Zie me staan in mijn angst. Ik kan hier niks mee want de ik die meent te moeten vechten is juist de bron van de angst. Hier ben ik, liefde, hier ben ik Goede Herder. Dank U dat ik met al mijn angst bij U mag komen. Dat ik mag sidderen en beven en al mijn angst mag laten zien. Dank dat U me nooit afwijst maar me troost. Dank dat ik niet doodga als ik mijn angst bij U breng. Dank dat ik mag bidden: “ Ik breng graag het “offer” van de angst”.

Kijk direct achterom

image

Hé, er verschijnt iets in bewustzijn.
Een stoel, een wolk, een gedachte, een gevoel.

Hé, hiermee word ‘ik’ geboren
IK neem het waar, IK meen de gedachte te denken, ik voel het gevoel.

Toch?

Of?

Vanuit de eenheid wordt geprojecteerd.
Een stoel, wolk, gedachte, een gevoel.

Die projecties zijn nodig als we een ik willen vormen
Want een ik moet zich ergens mee verhouden
Kan een ik bestaan zonder projecties?

Ik geloof de projecties want ik wil me ik voelen.
Totdat ik het ik voelen niet meer fijn vind
Niet meer geloof.

Dan is er ruimte voor vergeving.
Geen vergeving door ‘ik’
Ik kan niet vergeven want ik is slechts een schijnbaar gevolg, geen oorzaak

Alleen de Oorzaak kan vergeven
Zie van alles opkomen in bewustzijn, maar ga niet mee
Weiger de eerste stap in geloof in illusies te zetten
Kijk direct achterom
Naar de echte Oorzaak
In stille afwachting
Op Zijn vrede die ons altijd draagt.

Anti-held

image

Ik heb een leuke baan in het bedrijfsleven. Met enige regelmaat ontmoet ik m’n collega’s uit andere landen om ervaringen uit te wisselen. Tijdens deze meetings moet er ook aan onze motivatie gewerkt worden en krijgen ‘motivational speakers’ de gelegenheid om onze dadendrang en ondernemingszin tot grote hoogtes op te zwepen. Even een greep uit het aanbod: trainers van sportteams, bergbeklimmers en noordpoolreizigers. Kort door de bocht vertellen deze helden ons dat de combinatie van wilskracht, voorbereiding en teamwerk het bereiken van de meest ambitieuze doelen mogelijk maakt. De verhalen die we horen zijn onderhoudend en spannend en we krijgen mooie foto’s en video’s voorgeschoteld. Vandaag hadden we iemand die, onder andere, zonder zuurstof was afgedaald tot 100 meter onder het wateroppervlak. Twee minuten zonder een lekkere ademteug.

Ik heb respect voor al deze mensen en hun prestaties, laat ik daar duidelijk overzijn. De vraag die bij mij echter steeds naar bovenkomt is wat mensen er toch toe beweegt om zo af te willen zien om een prestatie neer te zetten. Het lijkt niet eens zozeer een streven naar roem of bekendheid. Sommigen doen het echt voor zichzelf. Het thema van de onderwater-meneer van vandaag was het hoofd te bieden aan de angsten die hij tegenkwam. ‘Het temmen van de tijger’, noemde hij het. Dat in de ogen kijken van (doods)angst lijkt een hoofdthema voor al deze mensen. Kennelijk zoeken ze extreme situaties op, om zichzelf met deze angst te confronteren en eraan voorbij te gaan.

De diepzeeduiker spoorde ons aan om NU de uitdagingen aan te gaan want als we later in het bejaardenhuis zouden zitten dan hebben we daar geen kans meer toe. Maar is dit zo? Ik betwijfel het. Kennelijk hebben al deze sensatiezoekers hele sterke prikkels nodig om grote angst te ervaren, deze aan te gaan en te groeien. Prima, het is gewoon hun weg. Maar als Cursus-studenten is ons thema in feite ook heel vaak ‘angst’. De kleinste onvrede, ruzie, jaloezie, financiële zorgen en ga zo maar door; als je ze afpelt kom je uit bij angst. Deze ‘angstjes’ van ons lijken in geen verhouding te staan tot de grote angsten van de kloeke allesdurvers. Er is echter geen rangorde in angsten. De basis van elke angst is het geloof in afscheiding. Zodra we geloven dat we een ikje zijn dat op zichzelf bestaat, los van de eenheid, wordt angst geboren.

Die uiteindelijke angst is een vreemd en mysterieus iets. Deze angst ontmoeten we wanneer we, zelfs in een ogenschijnlijk ‘kleine’ situatie, werkelijk besluiten om het roer over te geven aan de Heilige Geest. We hoeven ons niet ten prooi te stellen aan extreme hoogtes, dieptes of temperaturen om angst te ervaren. Nee, de kleinste vergevingsoefening die we als Cursisten doen kan ons bij de angst voor liefde brengen. Onze overgave aan Hem voelt aan als doodsangst, de angst om te verdwijnen.

Voorbeeldje: stel ik ben boos omdat iemand geld van me pikt. Voel met me mee. Er wordt me onrecht aangedaan. Het voelt alsof er een stukje van me geamputeerd wordt. Die ander is een dader en ik ben een onschuldig slachtoffer. Probeer nu die ander eens op eigen kracht te vergeven. Je kunt een zwamverhaal ophouden waarin je jezelf wijsmaakt dat die ander het geld harder nodig heeft dan jij. Maar help dit? Nee, je bent onderhuids nog steeds kwaad. Of je fopt jezelf en bent trots op je wijsheid en mededogen. Hier schiet je ook niet veel mee op. Waarom heeft die ‘ik’ zo’n moeite om te vergeven? Om de boosheid en verontwaardiging los te laten? Voel dat het haast onwerkelijke en ongepast is om je boosheid te laten varen. De illusie van ons ik-gevoel bestaat namelijk bij de gratie van het feit dat we vastklampen aan ons oordeel en aan onze boosheid. Daarom kan het wonder pas gebeuren als ons ikje bereid is opzij te stappen zodat een zachte Stem kan spreken. En dit vergt ware doodsverachting. Dat klinkt eng, maar is juist de grootste vreugde. Want als we het doen dan is daar de wonderlijke ervaring van vrede. De vrede die ons kleine verstand te boven gaat, Zijn vrede.

Onze ‘gewone’ dagen zijn vol met deze gelegenheden. Daarvoor hoeven we geen extreme omstandigheden op te zoeken. We hoeven ook geen helden te worden. We mogen juist anti-helden worden. Als het namelijk heel spannend wordt mogen we het stuur loslaten en vragen of onze wijze Broer het wil overnemen. Zo mogen we stappen in ons eigen ongekende avontuur met een afloop die ons voorstellingsvermogen te boven gaat.

Neem daarom mijn hand

aaien-hond

Het is zo belangrijk om te leren eerlijk te zijn tegen jezelf. Iedere student van de Cursus zal al snel leren dat de Cursus “non-duaal” is. Er is alleen maar eenheid, liefde, God. De afscheiding heeft nooit plaatsgevonden en ons geloof in een wereld waarin we als ego menen rond te lopen is een illusie. Zo, dit weten we nu wel.

Echt waar? Kijk dan eens goed waar je mee bezig bent? Lezen, studeren, werkboeklessen doen, mediteren om die eenheid te ervaren? Laat ik zelf mijn antwoord geven: “ja, ik doe m’n best om de liefde van God te ervaren”. Weet ik dan niet dat ik die liefde al ben? “Ja”, zegt mijn hoofd. Maar als ik dit echt zou beseffen, zou ik dan nog zo flink mijn best aan het doen zijn?

En wat dit betreft zijn we net een hondje dat zijn eigen staart probeert te vangen. We komen geen centimeter van onze plek terwijl we hijgend keihard aan het zwoegen zijn. Het geruststellende is dat de Cursus dit van ons weet, hier zelfs vanuit gaat en van ons houdt precies zoals we zijn. In haar wijsheid gebruikt de Cursus dualistisch taalgebruik om ons tegemoet te komen, precies daar waar we menen te zijn. God, de liefde die we zijn, onze meest innerlijke intuïtie, de Cursus dus, weet dat het ons niet helpt om ons alleen op de absolute waarheid te wijzen en er dan het zwijgen toe te doen. Dus niet: “houd nu toch op met dat rusteloze gedoe, je bent al liefde dus kappen maar’. En ons ego fluistert er dan nog even gemeen achteraan: “sukkel!”.

Lees met me mee in hoofdstuk 8, de terugreis I (6):”Ik ga jou voor aangezien ik het ego voorbij ben. Neem daarom mijn hand, omdat jij het ego overstijgen wilt. Mijn kracht zal nooit tekortschieten en als jij besluit daarin te delen, zul jij dat inderdaad doen”.

Puur duaal woordgebruik. Maar waarom staat dit dan in de Cursus? Omdat de Liefde zo overstroomt dat ze ons de hand reikt en zich niet laat belemmeren door fanatiek gebruik van begrippen als duaal en non-duaal. Als ik terugkijk naar de periode in mijn leven waarin ik een Baptisten gemeente bezocht kan ik dit wel eens doen als ware dit een vergissing geweest. Een wat kinderlijke neiging en een geloof in een naïef Godsbeeld. Toch herinner ik me mijn doop als één van de meest indrukwekkende momenten in mijn leven. Totale overgave aan God, totaal ondergedompeld worden in Zijn liefde. Ook betrap ik me erop dat ik de opwekkingsliederen neurie: “Als een hert dat verlangt naar water, zo verlangt mijn ziel naar U”.

Steeds meer begin ik de genade te zien van beelden als “de goede herder die ons naar groene weiden leidt”. Waarom? Omdat ik zie dat er toch een God buiten me bestaat die allerlei dingen voor me kan regelen? Nee, allerminst. Het is omdat ik zie dat mijn ego-gespartel nergens toe leidt. Dat het me moe maakt, frustreert en dat ik ben als dat rondtollende hondje. De Cursus reikt me de hand, omdat dit de sleutel is die ik nodig heb in mijn huidige staat van verdwazing en angst. Mijn ego ervaart het als een belediging om de hand van Jezus te pakken, om als een lammetje naar Zijn Stem te luisteren en Hem in vol vertrouwen te volgen naar de groene weiden. Maar oh broeders en zusters, wat een genade dat we er zo naar mogen kijken. We mogen stoppen met rondjes rennen en met ogen vol vertrouwen kijken naar ons “baasje”, Jezus, God, de Heilige Geest, de Liefde die we ten diepste zijn.

 

Donald en Hillary

donald-and-hillary

Het ziet er dus naar uit dat het Donald toch gelukt is; president van de U.S.A. Wie had dat gedacht. Tijdens de campagne heb ik Donald mogen ervaren als een groot leraar. Ik veroordeelde zijn agressie, zijn persoonlijke aanvallen, zijn grootspraak en zijn vrouwonvriendelijkheid. Soms is het wel eens zuur om een Cursus student te zijn want ik moest onder ogen zien dat ik op Donald alles projecteerde wat ik in mijzelf veroordeel. Hij was mijn grote spiegel, de balk in mijn eigen oog.

Er is natuurlijk niks mis mee om binnen onze droomwereld een politieke voorkeur te hebben. Het wordt echter wel tijd dat ik, en enkele andere trage studenten, gaan beseffen dat de keuze voor een partij of een president nooit het geluk, of ongeluk,  gaat opleveren waar we zo op hopen. Ons geloof in geluk dat veroorzaakt zou kunnen worden door politieke keuzes, laat zien dat we nog steeds geloven dat we slachtoffer van de wereld zijn. We geloven hiermee nog steeds dat een verandering van geldstromen, milieubeleid, buitenlandse politiek, veiligheidsbeleid, afgedwongen morele keuzes en ga maar zo door, ons gelukkig kan maken. Onze Amerikaanse broeders dachten dat acht jaar geleden ook toen de eerste Amerikaanse president met een wat donkerdere huidskleur zijn “Yes, we can” liet klinken.

Al de verkiezingsretoriek brengt me terug bij de enige echte verkiezing; geloof ik in de afscheiding (ego) of luister ik naar de Stem van de eenheid (Heilige Geest)? Geloof ik dat mijn afgescheiden ikje, al dan niet samen met andere ikjes in een partij, iets kan projecteren in de denkgeest dat vrede gaat veroorzaken? Of leer ik te zien dat het geloof in deze projecties slechts de uiting is van mijn en onze angst om ons weer over te geven aan de Liefde die we altijd al geweest zijn?

Extreem gesteld: binnen de illusie geef ik natuurlijk de voorkeur aan vrede tussen volkeren, welvaart voor iedereen en een mooi schoon en groen milieu. Dit alles liever dan oorlog, armoede en een vervuilde planeet. Maar al die fraaie dingen die ik de wereld toewens, kunnen niet de oorzaak worden van onze innerlijke vrede. Ze zullen als gelukkige droom oprijzen als we de Donald Trump in onszelf leren te vergeven. Als we leren zien dat we hem haten of beminnen om onze angst voor liefde, voor eenheid te overschreeuwen.

Laten we naar de Liefde gaan en Donald, Hillary, onszelf en de ander vergeven. Laten we ons vertrouwen stellen op die woordeloze, stille Kracht die ons allemaal draagt en liefdevol omarmt. Laten we zien dat we niet bang hoeven te zijn voor een boze buitenwereld. Laten we vredestichters worden door Zijn licht te laten schijnen door onszelf.

Ontspannen in liefde

relax-in-love

Zondagmorgen, 6:45h. Waarom word ik nu al wakker? Ik kan toch lekker uitslapen? Beelden en gedachten borrelen omhoog uit onbekende diepten. Ik merk op dat er gedachten bij zitten over het werk dat op me wacht op maandag. Ik begin vast te plannen en te regelen en word meegenomen in een warrige stroom van gevoelens, bezorgdheden en spanningen. In de Cursus zegt Jezus ergens tegen Helene Schucman dat ze zich te makkelijk verliest in ‘mind wandering’, het afdwalen van de denkgeest en het zich verliezen in alledaags gepieker. Dat gebeurt mij dus ook.

Maar gebeurt het me echt of sta ik toe dat het gebeurt? Ben ik een slachtoffer van de drukte die me lijkt te omringen en zich zelfs opdringt aan mijn binnenwereld op een moment dat ik liever nog even doorslaap?

Mijn geworstel tegen ongewenste gedachten en gevoelens en mijn pogingen om met geweld weer in slaap te proberen te vallen komen in een iets ander licht te staan. Ik kies onbewust voor deze projecties met een verborgen agenda. Ergens is er iets in mij dat verkiest om zich bedreigd te voelen, te willen vechten en worstelen. Ik heet dit inzicht nog niet echt van harte welkom. Ik klamp me vast aan het denkbeeld van de ongewenste drukte, het ongewenste gepieker en het ongewenste wakker worden.

Als ik iets serieuzer de mogelijkheid laat binnenkomen dat ik uit angst ervoor kies om te worstelen en te vechten komt steevast de zelfbeschuldiging om de hoek kijken. ‘Sukkel, trap je er nu al weer in? Wat ben je dan een schijterd dat je zo bang voor de liefde bent! Je hebt je straf, je geworstel, gewoon verdiend!’

Uit de toonzetting blijkt dat ik het ego aan de lijn heb. Dit zijn niet de woorden van de Heilige Geest. Dit is niet de Stem van Jezus die zegt ‘komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn’. Ik wil niet verder op de fiets van zelfbeschuldiging en pak Werkboekles 310 erbij: ‘Deze dag breng ik onbevreesd in liefde door’. En daar staat het: ‘We brengen deze dag samen door, jij en ik’. Hier wordt me het middel getoond: ‘samen’. God zij dank, samen, samen, samen.. Ik werp me in zijn armen. Ik hoor Jezus vanaf het kruis roepen: ‘Het is volbracht’. De reis is allang voorbij. De reis was al voorbij toen het dwaze idee mijn denkgeest binnenkwam dat het me gelukt was afgescheiden te zijn en te worstelen. Jezus, de liefde die ik ben, sprak direct op dat moment en zei dat er niets aan de hand was, dat ik het Huis niet verlaten had, dat ik vrij en veilig ben.

‘We hebben onze vrede en heiligheid hervonden. Er is vandaag in ons geen ruimte voor angst, want we hebben de liefde in ons hart verwelkomd’

De liefde die we zijn, de liefde die ons overspoelt als we ons ontspannen in de armen van Zijn liefde, de liefde die we zijn.