Staat het “omarmen van de wereld” niet haaks op de visie van ECIW? De wereld is toch juist de projectie van de Zoon van God die Hij heeft gemaakt om zichzelf te overtuigen van de echtheid van dualiteit? Je wilt toch niet de illusie in de armen sluiten? Het helpt mij om (tijdelijk) onderscheid te maken tussen de absolute waarheid en de weg hiernaartoe (waarbij ik me realiseer dat de waarheid er reeds is en dat spreken over een weg ernaartoe dus feitelijk onjuist is). Laat me dit toelichten.
Waar landt de boodschap “de wereld is een illusie” gewoonlijk in? In mijn beleving in ons duale verstand. Dit verstand wil na het horen van deze uitspraak het juiste “doen”, namelijk de illusie afwijzen. Het heeft niet door dat er binnen eenheid niets valt af te wijzen en dat juist de daad van afwijzing weer een vorm van veroordelen is. Als je dus de wereld afwijst dan trap je in de valkuil van het duale denken en versterk je de illusie van dualiteit slechts.
Het is al wat behulpzamer om onze projectie (zoals wereld en lichaam) “neutraal” te noemen. Dat zorgt er tenminste voor dat de extra verharding door een negatief oordeel grotendeels achterwege blijft. De “weg terug” naar eenheid verloopt slecht via verstandelijke veroordeling ergens van en veel beter via het aardse surrogaat voor de Liefde: omarming. Het is dan wel belangrijk dat je deze omarming goed begrijpt. Omarming is eigenlijk vergeving, het liefdevol aanvaarden dat er geen grens is tussen de Zoon van God en wat dan ook. Elk oordeel, elke afkeer wordt gezien als schuldeloos doch onzinnig en losgelaten. Jezelf openstellen voor iets en bereid zijn de vereniging te verwelkomen (zelfs van de illusoire wereld) is, in mijn beleving, behulpzamer dan jezelf te verharden door te oordelen. Natuurlijk kan ook dit omarmen weer doorslaan, bijvoorbeeld als je denkt dat je voor je geluk afhankelijk bent van de geprojecteerde wereld.
Een voorbeeld. Ik heb als kind maandenlang elke nacht dezelfde nachtmerrie gehad waarbij ik over een weg liep en een gorilla moest passeren die in een veld stond waar de weg langs liep. Ik keek telkens bang naar de grote aap om te zien of hij me in de smiezen had. Ik wilde er snel langs rennen maar de gorilla merkte me steevast op en zette de achtervolging in waarna ik zwetend en gillend wakker werd. Het hielp helemaal niks dat mijn toegesnelde moeder me probeerde gerust te stellen door te zeggen dat het maar een droom was. De droom bleef maar terugkomen. Totdat. Totdat ik tijdens de droom een vaag besef had dat ik droomde. Toen de gorilla kwam aanrennen spreidde ik mijn armpjes open, lachte en zei: “kom maar”. Onmiddellijk verdampte de droom als het ware en werd ik blij wakker.
Ik roep niemand op om te streven naar geluk in de wereld (hoewel ik het ook niet afraad). De gorilla hoefde niet mijn denkbeeldige vriendje te worden. Mijn uitnodiging is simpelweg om te onderzoeken wat jou meer leidt naar vereniging: afwijzing of omarming. Wederom: in mijn beleving is het dikwijls niet behulpzaam om verstandelijk ECIW-waarheden te accepteren wanneer dit leidt tot het veroordelen van zogenaamde onwaarheden. Neutraliteit “werkt” al wat beter tenzij deze ontaardt in onverschilligheid waarbij een verhard zelfje zegt dat het “MIJ allemaal niks meer uitmaakt”. Ik meen dat Jezus daarom ons de weg van liefdevolle omarming biedt, zowel in de Bijbel, in ECIW, in ACvL als in WOM. Na de ultieme omarming kan daar het verbluffende inzicht komen dat er sprake is van een compleet mysterieuze, liefdevolle schepping zonder grenzen.
Hartegroet,
Simon
