Mijn moeder en haar vriend vierden gezamenlijk hun verjaardagen, 88 respectievelijk 90 jaar, met een klassiek feestje. Tafeltjes, koffie met gebak en drankjes met daarbij een bitterballetje. Het was een fijn samenzijn en het stemde me wat melancholiek. Ik ving het gesprek op tussen twee oudere mannen die hun plannen voor het najaar bespraken. De ene overwoog naar Spanje te gaan en de ander zou naar Portugal vliegen. Ik merk dat ik de vanzelfsprekendheid waarmee mensen op vliegvakantie gaan, lastig vind. Momenteel bekijk ik de mooie serie “Ruimteschip aarde” en deze serie maakt me nog bewuster van de kwetsbaarheid van onze blauwe planeet. Terwijl ik deze blog aan het typen ben scheren de vliegtuigen over mijn huis. Allemaal mensen die op weg zijn. Op weg naar wat? Is het echt nodig om onze atmosfeer vol te poepen met rotzooi voor de tripjes die we maken?
Vanmorgen las ik in de krant een stukje over baby boomers en ik besefte dat ik er daar één van ben, net als de oudere vlieggrage mannen. Het aardige van het stukje was dat er werd gewezen op de boomer in ieder van ons, ongeacht onze leeftijd. Mijn 21 jarige dochter vertelde me dat zij en veel van haar jaargenoten zo veel mogelijk van de wereld proberen te zien “nu het nog kan”. Ik zie in dat dit een heerlijke manier is om andere culturen te leren kennen en te groeien als persoon. Maar ook hier valt me de onachtzaamheid op waarmee vliegtickets geboekt worden. Andere jongeren protesteren ondertussen op de A12 tegen de vervuiling door bedrijven. Ik begrijp hun bezorgdheid.
Ik besef dat er sprake is van een geleidelijke bewustzijnsontwikkeling en ik heb geen boter op mijn hoofd. Jarenlang vond ik het de normaalste zaak van de wereld om in voor- en najaar even het vliegtuig te pakken naar een Spaans of Grieks eiland zonder enig benul van mijn bijdrage aan de vervuiling. Pas de laatste jaren begint mijn geweten op te spelen en vlieg ik, ook door andere omstandigheden, voorlopig niet of nauwelijks meer. Het voelt ook niet rechtvaardig dat ik als baby boomer de aarde zo op de rand van de afgrond heb gebracht, dat de jonge generatie nu geen CO2-crediet meer heeft om het vliegtuig te pakken. Om nog maar geeneens te spreken over de andere manieren waarop ik een negatieve voetafdruk zet op de planeet zonder hier nu bewust van te zijn.
Want dat is het; een kwestie van geleidelijke bewustwording van onze verbondenheid met ons ruimteschip aarde. Tijdens mijn arbeidzame leven leerde ik op een managementcursus een mooie zienswijze op ons handelen die uitgaat van vier stadia.
- Onbewust-onbekwaam: Ik ben me van geen vervuiling bewust en vlieg er (bijvoorbeeld) lustig op los.
- Bewust-onbekwaam: Ik begin door te krijgen dat ik iets niet goed doe, maar het lukt me nog niet echt om mijn gedrag aan te passen.
- Bewust-bekwaam: Ik weet steeds beter wat de gevolgen zijn van mijn handelen en het lukt me om, als het ware, klimaatneutraal te leven.
- Onbewust-bekwaam: Ik hoef er niet meer over na te denken en heb als het ware gevoel gekregen voor mijn verbondenheid en relatie met anderen en met de planeet.
Hier komen voor mij Een Cursus in Wonderen (ECIW) en Een Cursus van Liefde (ECVL) in beeld. Natuurlijk wijzen beide cursussen ons op onze functie om liefde in woord en daad te laten stromen naar anderen en naar onze wereld. Helaas zijn er mede ECIW-studenten die niet zo bezorgd zijn om die “illusoire wereld met denkbeeldige problemen”. Maar zien ze dan niet dat het inderdaad onze denkbeelden zijn die weerspiegeld worden in de wereld en dat dit juist een aansporing moet zijn om de ik-gerichtheid in onze denkgeest te laten genezen?
ECVL wijst ons erop dat wij anderen en de wereld zijn gaan gebruiken. Jezus veroordeelt dit niet maar wijst ons er op dat onze oude opvattingen over wat het is om ergens mee in relatie te staan moeten veranderen. Wij denken in termen van “gebruiken” en misbruiken onze relaties met anderen en met de wereld voor eigen gewin. Als we denken dat wij hier zijn en de wereld daar, dan zijn we onbewust-onbekwaam. En natuurlijk wijst ook ECIW ons op de eenheid van de denkgeest; ideeën verlaten niet hun bron. Het misbruik van de wereld weerspiegelt het geloof in afgescheidenheid in onze denkgeest. De cursus maakt ons bewust hiervan maar we blijven nog steeds wat onbekwaam. We zijn ons in feite nog niet helemaal bewust van de verbinding waar ECIW ons op wijst, op de heilige relatie tussen onszelf en de wereld.
Jezus is in ECVL uiterst precies en behulpzaam in zijn bewoordingen als hij spreekt over de volgende stap die nodig is voor ons: eenheid van hoofd en hart, kortweg aangeduid als “heelheid-van-hart”. Ik ervaar dit ongeveer als gevoel krijgen voor de waarheid van onze verbondenheid met elkaar en met de wereld. Dit vergt vooralsnog aandacht en oplettendheid, in ECVL aangeduid als “het onderhouden” van het bewustzijn van deze verbinding. Je voelt simpelweg wat gebruik/misbruik van anderen en van de wereld met je doet. Je voelt de afgescheidenheid en verharding “binnenin je” toenemen als je “buiten” liefdeloos handelt.
Dit stadium is ontluisterend omdat je merkt hoeveel zelfgerichtheid en oppervlakkigheid er nog heerst in je denkgeest. Jezus leert ons in ECVL om de boomer in onszelf te vergeven en te omarmen. Hij nodigt ons uit om in elke situatie als respons te kiezen voor liefde en niet voor angst. Hij geeft ook aan dat allen geroepen zijn en dat we allemaal onze eigen snelheid hebben in dit proces. Dit stemt mild. Uiteindelijk zijn we allemaal op weg naar die heelheid-van-hart. Zou het niet mooi zijn als we uiteindelijk als vanzelfsprekend (“onbewust”) het goede doen voor elkaar en voor de planeet? In management termen zijn we dan onbewust-bekwaam. In Cursus-termen is dit het summum van bewustzijnsontwikkeling. Jezus spreekt in ECVL over de “bestendiging” van het leven vanuit dit ruime Christusbewustzijn waarin we beseffen dat we in eenheid verbonden zijn met alles en iedereen, in harmonie met elkaar en de wereld.





