Ik zie een boze man.

Zie je in deze foto een boze man? Als je deze vraag met “ja” beantwoordt dan kun je het verwijt krijgen van een ECIW-student dat jij je eigen boosheid projecteert. Dit gaat terug op de fameuze cursus-uitspraak: “projectie is perceptie”. Dit wil zeggen dat wat je buiten je meent te zien slechts iets zegt over wat binnenin je leeft. Je weet immers niet hoe die ander dit ervaart. Ik vind het acroniem: NIVEA in dit verband wel leuk: Niet Invullen Voor Een Ander. Het advies is om gewoon te vragen aan die ander wat hij of zij voelt: “ik zie dat dit je raakt, klopt dat”.

En natuurlijk zegt jouw interpretatie wel iets over je eigen binnenwereld. Als ik geloof in afgescheidenheid dan zie ik kwetsbaarheid, aanval, verdediging en boosheid. Als ik wat gevorderd ben op het pad van vergeving dan zie ik mogelijk een roep om liefde. Al onze waarnemingen, onze percepties, vormen een uitnodiging om ons eigen oordeel te vergeven.

Toch is het enigszins een dooddoener om iemand die in de foto een boze man ziet erop te wijzen dat hij of zij slechts zijn eigen boosheid projecteert. Dit is vrij simpel te zien als je de metafysica van “projectie is perceptie” helemaal doorvoert. Want; jij zag niet alleen een boze man maar je zag een mens als een fysiek lichaam. Kennelijk geloof je dus in wat je zintuigen je zeggen en daarmee getuig je van je geloof in afscheiding. Maar als iemand zegt: “ik zag een vrouw voorbij lopen”, dan verwijten we hem niet: “Aha; dat is slechts je eigen projectie. Er is geen fysieke werkelijkheid waarin mensen voorbijlopen. Dat geloof jij maar!”. Alles wat wij buiten onszelf menen te zien illustreert ons ego-denksysteem.

Maar laten we op ons vergevingspad niet vergeten om normaal te blijven doen. In ons normale intermenselijke verkeer zien we boze, verdrietige, angstige en blije mensen. Ik meen dat het weinig behulpzaam is om te denken dat we onze observaties weg moeten poetsen met het idee dat alles wat ik meen te zien niet meer is dan mijn fantasie. Want er is wel degelijk sprake van ontmoetingen met de andere Kinderen van de Vader. Deze kinderen kunnen zich boos, bang etc voelen. Zij hebben verlossers nodig, mensen zoals jij en ik. Verlossers die niet slechts hun eigen perceptie onderzoeken maar gevoelige medemensen die merken dat er een roep om liefde klinkt.

Het wonder van ECIW is niet alleen het corrigeren van eigen perceptie. Dat is het halve verhaal. Het wonder is oog hebben voor die ander die een roep om liefde doet uitgaan, zelfs als wij deze roep nog wat onzorgvuldig interpreteren als boosheid. Wij mogen wonderwerkers zijn. Kritisch op eigen interpretaties maar niet blind voor de man op de afbeelding. Hier is wel degelijk iets aan de hand in de beleving van deze meneer en hij heeft iemand nodig die dit opmerkt en die vervolgens het wonder aanbiedt. Het wonder waarbij liefde stroomt van mens naar mens. Gewoon menselijk: “Ik zie dat dit je raakt, kan ik iets voor je doen?”.

Plaats een reactie