Ik zag een fragment van het programma “Wie denk je wel dat je bent” waarin de reacties van twee groepen mensen met elkaar werden vergeleken: spirituele mensen versus rationele mensen. Nu doet elke vorm van etiketteren mensen tekort maar het onderwerp sprak wel tot mijn verbeelding. En wat zou je als definitie van spiritueel en rationeel moeten gebruiken? Rationele mensen worden wel “nuchter” genoemd en “niet goedgelovig”. Met “spiritueel” bedoelt men nogal eens mensen die “geloven dat er meer is dan wat we kunnen zien”. Langs deze lijn denkend neigen rationele mensen naar een materialistische visie en spirituele mensen naar een visie waarbij men aanneemt dat er meer is dan onze vijf zintuigen kunnen waarnemen. Ik speel even verder met wat vooroordelen, dus neem mij nu niet te serieus. Zouden zogenaamd rationeel mensen iets meer geloof hechten aan de afscheiding en daarmee wat minder gevoel hebben voor wat ons begrensde lichaam overstijgt? En zouden spirituele mensen iets te goedgelovig zijn en van-horen-zeggen aannemen dat er meer is dan het zintuiglijk waarneembare zonder daar zelf gewaar van te zijn?
Ik vind het jammer dat soms, zoals in genoemd programma, een beetje de suggestie wordt gewekt dat spirituele mensen niet zo rationeel zijn en omgekeerd. Net of deze kwalificaties elkaar uit zouden sluiten. Ik loop daar zelf ook wel eens tegen aan in mijn contact met “spirituele” broeders en zusters. Persoonlijk zie ik helemaal geen tegenstelling tussen rationaliteit en spiritualiteit. Wat ik vooral belangrijk vind is dat we, hoe we onszelf ook zien, starheid in ons denken en in ons geloof moeten zien te vermijden. Jaren geleden had ik een gesprek met de toenmalige voorzitter van de bond tegen kwakzalverij. Hij stelde dat homeopathie niet kan werken omdat hij geen wetenschappelijke verklaring kon bedenken voor het mechanisme. Dat vind ik getuigen van rigiditeit. Als homeopathie werkt dan moet je dit kunnen meten, simpelweg omdat je effecten kunt meten. Als je echt rationeel bent dan moet je ook toegeven dat je van sommige zaken het werkingsmechanisme (nog) niet kent. Omgekeerd sprak ik met aanhangers van homeopathie die stelden dat de vraag of homeopathie werkt niet wetenschappelijk te bewijzen zou zijn. Ook met hen ben ik het oneens: als iets werkt dan kun je het meten en dus bewijzen, ook al is het lastig en moet je wellicht bestaande onderzoeksprotocollen aanpassen.
Ik besef dat zaken die het materiële en lichamelijke overstijgen niet meetbaar zijn omdat we meer het domein van het gevoelsleven en de intuïtie betreden. Denk aan die klassieke vraag: bestaat God? Als een rigide rationalist deze vraag zondermeer met een overtuigd “nee” beantwoordt dan blokkeert hij in mijn beleving de mogelijkheid om iets van dat hogere te kunnen gaan aanvoelen. Hij denkt in termen van “eerst zien en dan geloven”, maar het is de vraag of het niet eerder omgekeerd is. Er is, zoals ECIW zegt, enige bereidwilligheid nodig (openheid? geloof?) om ervaringen te kunnen krijgen die wijzen op “dat grotere”, dat wat ons kleine zelf overstijgt.
Het vermijden van rigiditeit en het kunnen opbrengen van een open mind voor zaken die je (nog) niet kunt verklaren zijn dus belangrijk. Wat nog meer? Volgens mij is ook het zoeken naar verbinding een zeer effectieve wijze om meer gevoel te krijgen voor dat hogere. Als iemand zich op basis van zijn of haar wetenschappelijke visie niet wil richten op verbinding met hogere machten dan kan deze persoon zich altijd nog richten op de verbinding met de medemens. Die verbinding kan alleen plaatsvinden door je vooroordelen opzij te zetten en vanuit stilte je gehele aandacht te geven aan je gesprekspartner. Het mooie hiervan is dat dan als vanzelf liefde om de hoek komt kijken. Het aardige van liefde is dat ze de neiging heeft om zichzelf uit te breiden.
In genoemd programma gingen de spirituelen en de rationelen op bezoek bij een actrice die zogenaamd nog drie minuten te leven had. Hoe stelden ze zich op? In welke mate voelde de actrice zich gesteund door de bezoekers aan haar bed? De rationelen wilden vooral geen valse hoop bieden. “Hoeveel kans heb ik dat er iets is na de dood?”, vroeg de actrice. “Volgens mij is er niks”, was ongeveer het antwoord van de rationelen. De spirituelen kwamen met verhalen over incarnatie en over een soort hemels licht waarin het goed toeven zou zijn. Dat gaf de actrice iets meer steun. Maar wat haar het meest steunde was een welgemeende omarming en gemeend medeleven. Liefdevol en menselijk contact. Hier hadden de mensen die zich rationeel noemden wel wat te leren van de spirituelen. Dit wekt bij mij het vermoeden dat, althans in deze geselecteerde groepen, de spirituelen daadwerkelijk meer aandacht schonken aan liefde en verbinding, nog los van de vraag of hun verhalen over leven na de dood gebaseerd waren op (bij-)geloof of dat ze hier intuïtief al een soort voorproefje van hadden gekregen.
Graag laat ik de etiketjes nu voor wat ze zijn. Ik merk dat mijn verstand me niet in de weg zit zolang ik mijn geloof erin weet te relativeren en open-minded blijf. Een Cursus van Liefde raadt aan het verstand onder curatele van het hart te plaatsen. Dit blijkt weldadig en biedt een weg naar een intuïtief weten en een vrede die het verstand overstijgen. Maar dit kan ik niet bewijzen. 😉

100 % raak, Simon !
Hartegroet,
Rémi de Git
LikeGeliked door 1 persoon