Spirituele bypass

Vanuit ons gevoel een afgescheiden en lijdend wezen te zijn, lijkt het ons heerlijk om een staat te kunnen bereiken waarin we alleen maar vreugde en extase ervaren. Een staat waarin we niet meer gehinderd worden door allerlei beslommeringen en ellende. Jeff Foster vertelt in bijgevoegd interview hoe hij het verzoek om te helpen met het wassen van de vaat ooit bezag als onnodig, duaal geneuzel. In eenheid is er geen vieze vaat om te wassen en al helemaal geen Jeff om daaraan mee te helpen. Er is toch immers alleen maar perfecte eenheid?

Dit voorbeeld kan lachwekkend overkomen maar deze neiging tot spirituele-bypassing, want dat is het, treedt ook op binnen de ECIW-community. Het neemt talloze vormen aan maar het komt er telkens op neer dat de ECIW-student een voorschot wil nemen op een ultieme eenheidservaring en alvast besluit om wat neerbuigend en afwijzend te kijken naar de zogenaamde droomwereld waarin hij leeft. Bij pijn en ziekte roept de student zo hard hij kan dat hij geen lichaam is. Bij tv-beelden van oorlog en geweld besluit hij deze af te doen als illusies om zo de innerlijke vrede te handhaven. Saillant verschijnsel is dat er gesproken wordt over “een God die niets af weet van deze wereld”, waarmee het dualisme via de achterdeur weer naar binnen sluipt. Ook Jezus, die immers zijn Goddelijke natuur herinnerde zou, vanbinnen lachend, zich vrolijk hebben laten geselen en in een soort life of Brian achtige scene ontspannen aan het kruis gehangen hebben. Zo van: “ik zal ze eens laten zien dat een verlicht meester geen centje pijn kan voelen!”. Deze houding waarin de werkelijkheid, waarin wij menen te leven en de ellende die we ervaren, ontkend worden, lijkt direct te volgen uit de metafysica van ECIW.

Jeff Foster geeft ruiterlijk toe dat hij dit beeld van de onaanraakbare, verlichte meester jarenlang heeft geprobeerd op te houden. Totdat deze jonge man geveld werd door een vreselijke ziekte en door een diep dal ging. Nu ziet hij hoe uitputtend het al die tijd geweest is om dat beeld van altijd sereen lachende, verlichte leraar overeind te moeten houden. In het interview geeft hij aan dat hij niets wil afdoen aan de onaanraakbaarheid van bewustzijn, van de oceaan. Dus ja, de metafysica van ECIW klopt: alles is “mind”, de hele oceaan bestaat uit water, inclusief de golf waarmee wij ons identificeren. En door deze identificatie voelen we ons afgescheiden en kwetsbaar en lijden we. Maar, en nu komt het, kunnen we dit aanvaarden of menen we dat we dit moeten ontkennen?

Helaas zijn er ECIW-studenten en zelfs leraren die zo snel mogelijk elke rimpeling in het oppervlakte van de oceaan willen ontkennen. In absolute eenheid kan er geen plaats zijn voor golven, zelfs niet voor een kleine rimpeling. Alles van vorm, iedere ogenschijnlijke differentiatie of individuatie moet volgens hen krachtig van de hand gewezen worden. Dit heeft veel  consequenties. Zo moesten de woorden van Helen Schucman geredigeerd worden en woorden van Jezus die te alledaags waren verwijderd. Gelukkig is er nu de complete editie en verschijnt er vermoedelijk in 2024 ook een iets completere editie in het Nederlands. Zo moest, vond men, afstand genomen worden van de Jezus die we kennen uit het Nieuwe Testament die veel te menselijk was in de beleving van sommigen. En zo moest ook Een Cursus van Liefde (ECVL), een schitterend vervolg op ECIW, afgedaan worden als duale knieval voor studenten voor wie die absolute eenheid iets te zware kost zou zijn.

In het interview met Jeff Foster vallen zaken prachtig en zonder poespas op hun plaats. Hij wijst ons op de onherroepelijkheid van de heftigheid van dit leven. Als golf maken we gewoonweg heftige dingen mee en worden we, net als Jezus, gekruisigd door het leven. Schitterend citeert Jeff de woorden van Jezus aan het kruis. Jezus is, met ons, helemaal “mens” die kan uitroepen: “Mijn God, mijn God; waarom hebt u mij verlaten?” Net als wij kan Jezus zich even identificeren met het golf-zijn. En direct daarop is daar het hervinden van zijn oceaan-zijn met de woorden: “In Uw handen beveel ik mijn geest”. Jezus is onze oudere broeder; de God-mens of mens-God. Hij is het symbool van wie wij allemaal zijn en zijn lijden aan het kruis is de uitdrukking van ons aller leven.

Jeff wijst erop wat lijden met ons kan doen, dat het ons van moment tot moment uitnodigt om in de heftigheid van het golf-zijn ons te herinneren aan het oceaan-zijn. Ons menselijke hart, onze ziel, bevindt zich precies op dat kruispunt van Goddelijkheid (de verticale lijn) en menselijkheid (de horizontale lijn). De uitnodiging is om ons niet te identificeren met de golf maar om deze ook niet te ontkennen. We zijn en-en, golf en oceaan, en we hoeven ons niet tot oceaan uit te roepen terwijl we nog heerlijk aan het golven zijn.

Ik moest tijdens het hele interview van Jeff denken aan Een Cursus van Liefde. Ik ken geen boek dat zo zuiver de heilige relatie beschrijft en invoelbaar maakt als ECVL. Net als Jeff geeft Jezus in ECVL uitgebreid aandacht aan ons gevoelsleven, aan al onze gevoelens. Jeff geeft aan dat we, net als Jezus aan het kruis, in elk moment opnieuw uitgenodigd worden ons te verhouden tot wat we ervaren. Jezus zegt in ECVL dat er steeds twee mogelijkheden zijn om te responderen: uit angst (en oordeel) of vanuit liefde. Vanuit ons golf-zijn mag elke menselijke ervaring er gewoon zijn om ons terug te brengen naar ons thuis. ECIW is een schitterende en briljante oproep om ons niet volledig te identificeren met de golf. ECVL is een schitterende uitnodiging om te beseffen dat de golf ook gemaakt is van water, net als de oceaan.

Bekijk als je wilt het interview met Jeff (je kunt het laten ondertitelen en deze ondertiteling ook laten vertalen binnen YouTube). En graag sluit ik af met een stukje tekst uit ECVL (Dialoog Onthuld).

O.33 Het binnengaan in, is het mysterie binnengaan, het onbekende in plaats van het bekende binnengaan, waarbij door het binnengaan het weten ontstaat.
O.34 Het betekent het opgeven van het idee van een weten dat je kunt verwerven en benutten. Je bent niet langer aan het leren met als doel ergens te komen of iets te worden dat je niet bent. Je bent een proces van openbaring van wat is ingegaan, waardoor je uiteindelijk genoeg krijgt van de wijze waarop je vroeger het leven benaderde. Je zult inzien dat de benadering van hard werken en goed zijn die leidt tot het verkrijgen van status en beloningen altijd onjuist was en dat het niet zozeer het verlangde resultaat maar de benadering was die onjuist was.O.35 Je zult zien dat wat volmaakt is, alleen volmaakt is in zijn onvolmaaktheid. Je zult beseffen hoe vaak je van streek bent, bezorgd, gefrustreerd, boos of bedroefd, door de aard van de  onvolmaaktheid van volmaaktheid. Met andere woorden, je zult beseffen dat jouw vooringenomenheid over hoe de dingen ‘moeten’ zijn de grootste beperking is geweest van jouw begrip van wat is, en je grootste bron van teleurstelling. Je zult ook beseffen hoe vaak je gewoon vrolijk bent, medelevend, vriendelijk en wijs, wanneer je aanwezig bent met dat wat is, in plaats van te verlangen dat dingen anders waren dan ze zijn. Je zult je jouw diepe affectie voor- en zelfs jouw verlangen naar de onvolmaaktheid van volmaaktheid realiseren en dat het juist de onvolmaaktheid van de anderen is waar je van houdt, juist die onvolmaaktheden die hen volmaakt maken! En je zult ontdekken dat voor jou hetzelfde geldt.O.36 Wanneer je liefde bent, zul je niet langer de behoefte voelen om voortdurend lief te doen. Liefde heeft geen behoefte om iets te ‘doen.’ Doen en zijn zullen één worden. Dus al jouw handelingen zullen liefde zijn die zichzelf is en deze handelingen zullen passend zijn voor de situatie. Je zult vrij zijn om met strengheid te responderen wanneer strengheid nodig is, vrij om geestig of ernstig te zijn, om met je verstand in de ene situatie en met je hart in de andere te responderen, en vertrouwen te hebben in je responses omdat ze voortvloeien uit liefde die is.
O.37 Je zult het eenvoudige vertrouwen winnen in het zijn van jezelf.

Klik op deze link voor het interview met Jeff Foster:
https://youtu.be/3RdwqGNRV_U?si=-EMgsSkkOEIl6rc_

ECIW in 60 minuten.



The Circle of Atonement biedt ons een prachtige video: “The teachings of A Course of Miracles in 60 minuten” (Het onderricht van ECIW in 60 minuten).

De video is in het Engels maar als dit een probleem is kun je het transcript downloaden en via Google Translate, of een andere vertaaltool, vertalen.

Ik zie de video als een uitgebreide introductie voor nieuwkomers of als een prettig overzicht voor mensen die al bekend zijn met ECIW. Natuurlijk is het niet de bedoeling om de uitleg klakkeloos aan te nemen want dan wordt het gewoon (weer) een nieuw geloof. In de video wijst men daarom op het belang van de werkboeklessen die het mogelijk maken om zelf te gaan ervaren waar de uitleg op doelt. Ik was enigszins verbaasd dat men niet direct begon met het uitleggen hoe we “het wonder” van een ECIW moeten opvatten maar gelukkig wordt dit later in de video toch goed gedaan.

Van harte aanbevolen!
Simon Schoonderwoerd


https://youtu.be/odZpToxOo8A?si=eOxOlPDKMngLmJNs

Doe een roep om liefde niet te snel af als eigen projectie!

In groepsgesprekken met ECIW-studenten komt er regelmatig dat moment dat een student verslag doet van een ontmoeting met een geëmotioneerde persoon en dan van een groepsgenoot te horen krijgt dat hij slechts zijn eigen angst/boosheid/verdriet etc geprojecteerd heeft op degene die hij ontmoette. Er volgen dan uitspraken als “alles is één”, “je hebt slechts je eigen denkgeest te genezen” of “er zijn geen anderen”. Degene die zijn ontmoeting ter sprake bracht lijkt met deze argumentatie uitgepraat. Want tja, het klopt natuurlijk wel dat als alles één is je in feite alleen uitspraken kunt doen over jezelf. Dus dan moet het zich wel allemaal in je eigen denkgeest afspelen en heeft je waarneming niets met die ander te maken. Kennelijk heb je zelf nog vergevingswerk te doen. Wat valt er nog in te brengen tegen deze waterdichte metafysica? Zeggen de eerste werkboeklessen het niet super duidelijk? “Ik heb alles wat ik in deze kamer zie alle betekenis gegeven die het voor mij heeft”(WB 2). Of “Mijn gedachten betekenen niets”(WB 10).

Ik zal de laatste zijn die de grote betekenis van het fenomeen “projectie” zal ontkennen. Want ja, we projecteren er vrolijk op los. In het dagelijks leven doen we er goed aan het acroniem NIVEA in gedachten te houden: Niet Invullen Voor Een Ander. Maar sommige ECIW-studenten gaan nog een stapje verder en stellen dat dit advies niet eens ver genoeg gaat omdat er in absolute eenheid helemaal geen ander is! Alles is toch één? Er is alleen die ene denkgeest waarin onze eigen projecties verschijnen? We hoeven toch alleen deze projecties te vergeven om innerlijke vrede te ervaren? De logica lijkt waterdicht. Als je de discussie lang genoeg doorvoert, als je de ontmoeting helemaal tot op de bodem analyseert, dan beland je tenslotte in de absolute eenheid.

Toch is dit te plat en te simplistisch. Zo maakt ECIW melding van schepping. Laat daar je denken eens op los: schepping in absolute eenheid? Je kunt je toevlucht nemen tot een spel met woorden en besluiten te spreken over “uitbreiding”. Maar daarvoor geldt hetzelfde: uitbreiding in absolute eenheid? Een ander sleutelbegrip uit ECIW is de heilige relatie. Maar “heilig”, heelheid, suggereert eenheid maar hoe kan er in absolute eenheid sprake zijn van relatie?

Terug naar de ontmoeting waarbij we een ander in nood  op ons pad tegenkomen. Hoe kunnen we ons verhouden tot die “ander”? Het besef van eenheid dient ons te helpen om te beseffen dat, ondanks het gebruik van het woord “ander”, deze persoon ten diepste niet van ons afgescheiden is. Op het moment dat wij geloven dat we wel naar een afgescheiden naaste kijken en een oordeel naar boven zien komen in onze denkgeest dan mogen we alle genoemde werkboeklessen toepassen en ons tot de Heilige Geest wenden om onze waarneming te laten corrigeren. Vanuit deze liefdevolle houding lossen onze projecties op. Maar wat gebeurt er dan? Lost hiermee ook die andere persoon op? Was het hele voorval slechts een oprisping in “onze eigen” denkgeest?

Met de blik van Christus zien we iets anders. Er zijn slechts twee mogelijkheden: we zien een uiting van liefde of, zoals in genoemde ontmoeting, een roep om liefde. Een roep om liefde die geuit wordt door een broeder of zuster. We zijn helaas soms zo ik-gericht met ECIW bezig dat we slechts oog hebben voor het accepteren van het wonder voor onszelf waarbij we streven naar innerlijke vrede voor onszelf. “Anderen” lijken dan stoorzenders, de hele wereld kan dan een stoorzender lijken. Onze opdracht is echter niet om anderen te zien als onze projecties maar om onze innige verbondenheid met hen te beseffen, de roep om liefde te horen (welke vorm deze ook aanneemt) en te antwoorden met liefde.

Jezus maakt onze functie direct duidelijk in het begin van het Handboek voor Leraren. Zie Hoofdstuk I: Wie zijn God leraren?

Een leraar van God is ieder die ervoor kiest er een te zijn. Zijn geschiktheid bestaat louter hierin: ergens, op een of andere manier, heeft hij een doelbewuste keuze gemaakt, waarbij hij zijn belangen niet los zag van die van iemand anders. Als hij dat eenmaal heeft gedaan, is zijn weg gebaand en zijn richting zeker. Een licht is de duisternis binnengegaan. Het kan één enkel licht zijn, maar dat volstaat. Hij heeft een overeenkomst met God gesloten, zelfs als hij nog niet in Hem gelooft. Hij is een brenger van verlossing geworden. Hij is een leraar van God geworden.

Zie je dat Jezus ons in ECIW erop uit stuurt om ons te richten op onze broeders en zusters? Dit zou compleet zinloos zijn als het zo zou zijn dat bij iedere ontmoeting waarbij we merken dat iemand bang, boos, verdrietig etc is wij slechts zouden concluderen dat er nog iets mis is met onszelf. Dat zou van onze broeders en zusters een soort figuranten maken in een droom die uitsluitend bedoeld is om zelf tot innerlijke vrede te komen. (In de filosofie staat deze dwaalleer bekend als solipsisme. Zoek het maar eens op voor de aardigheid.)

Ik wil het belang van projectie in onze ontmoetingen met anderen niet ontkennen. We moeten opmerkzaam zijn wat het met ons doet als we een ander een etiket opplakken en hem of haar “bang, boos, verdrietig” of hoe dan ook noemen. Maar we moeten hierbij niet de ander uit het oog verliezen. Er kan een roep om liefde klinken. Onze roeping is het om wonderwerkers te zijn en om ons licht te laten schijnen voor anderen. Jezus gebruikt hiervoor geen kleine woorden: we mogen “brengers van verlossing” worden.

Inzichten uit ECIW steeds meer bevestigd door filosofie en wetenschap

“We zien de buitenwereld.” Dit vinden we zo vanzelfsprekend dat we het als uitgangspunt nemen. We gaan uit van de scheiding tussen het subject, de waarnemer, en het object, dat wat waargenomen wordt. Filosofen als Bernardo Kastrup roepen ons tot de orde. Wat weten we nu zeker? Het enige dat we echt zeker weten, is dat we gewaarwordingen hebben, percepties. Anders gezegd: we weten zeker dat “we zien”. Maar weten we dat tweede deel van de uitspraak ook zeker? Weten we zeker dat er een buitenwereld is? Kastrup en andere filosofen wijzen ons er op dat het idee van een van ons losstaande, objectieve buitenwereld (het materiële universum) een aanname is, een geloof, zoals u wilt.

Alle informatie komt tot ons via gewaarwordingen, via perceptie van het een of ander. Misschien komt nu de vraag bij je op hoe het dan zit met meetinstrumenten als een microscoop, telescoop of microfoon. Maar wat weten we zeker van deze instrumenten? Slechts dat ze onze preciezere gewaarwordingen of percepties geven; meer niet. Anders gezegd komen vooraanstaande filosofen tot de conclusie dat we niet zomaar kunnen aannemen dat er een stoffelijk universum bestaat waarin wij leven. We weten slechts dat er in ons bewustzijn beelden verschijnen, gewaarwordingen optreden, van iets dat wij duiden als het universum.

Via een wetenschappelijke invalshoek komt Professor Donald Hoffman ertoe om te zeggen dat tijd en ruimte niet fundamenteel zijn. Na Newton dachten we te weten hoe het universum in elkaar stak. Einstein zette dit beeld op zijn kop en nu vallen zelfs tijd en ruimte door de mand. Hoffman zegt het zo: “Time and space are doomed.” Ze vormen slechts een perspectief op een werkelijkheid die zich onttrekt aan ruimte en tijd. Hoffman eindigt, net als Kastrup, bij zoiets als “ervaring” als basis-ingrediënt van de werkelijkheid.

Dus filosofen en wetenschappers komen tot een opvallende conclusie: onze werkelijkheid is “mentaal”, bewustzijn. Een lastig aspect bij dit taalgebruik is dat wij “bewustzijn” en “zelfbewustzijn” als synoniem zien, maar dat is niet correct. Het gaat de scope van deze blog te boven om dit hier verder toe te lichten, en geïnteresseerden verwijs ik naar genoemde namen. Waar het mij hier om gaat is de overeenkomst met ECIW en onze houding als studenten van de Cursus ten opzichte van de fysieke wereld. De metafysica van ECIW is volgens mij geheel in lijn met de hierboven aangehaalde inzichten. De werkelijkheid is “mind”, zo stelt ECIW, in het Nederlands wat ongelukkig vertaald met “denkgeest”. Ons alledaagse denken betreft nu juist die 3D-wereld met zijn causaliteit en ruimte- en tijdgebonden concepten. Anders gezegd: ons alledaagse denken biedt niet meer dan een bescheiden perspectief op de werkelijkheid. Spreek ik hiermee het belang van de, conceptuele, uitspraken van Kastrup en Hoffman niet tegen? Niet helemaal. Denken is prima in staat om tegen zijn eigen grenzen aan te lopen. Contempleer maar eens op kwesties als: “wat was er voor de oerknal?” of “wat is er aan de buitenrand van het heelal”. Dit soort bespiegelingen stemt bescheiden.

Het denken kan ook via de wiskunde doordringen in domeinen die ons voorstellingsvermogen overstijgen. Men komt hiermee niet slechts tot de ons bekende 3 of 4 dimensies maar, als ik het goed heb, zelfs tot 10 dimensies. In mijn woorden vertaald: we kunnen dingen berekenen waar we ons niet echt meer iets bij voor kunnen stellen.

In mijn beleving is de kernboodschap van ECIW dat we ons niet moeten identificeren met de wereld die we met onze zintuigen menen te zien. De Cursus stelt dat er geen van ons losstaande fysieke wereld bestaat waarin wij als afgescheiden individuen rondwandelen. We kijken slechts naar projecties in de “mind”, projecties die wij aanduiden als “de fysieke wereld”.

Waartoe dit hele betoog? Ik denk dat het goed is als wij als ECIW-studenten aansluiting houden met de filosofie en de wetenschap. Niet als doel op zich, maar om vooral niet wereldvreemd te worden. Dat gebeurt namelijk wel als overijverige studenten wat doorschieten. Dat doorschieten neemt de vorm aan van een ontkenning van de fysieke wereld. Hiermee moeten we oppassen. Want ja, er is geen van ons losstaande fysieke werkelijkheid. En nee, wij zijn geen losstaande individuen die in deze wereld rondlopen. Maar wij hebben als mentale “mind” wezens klaarblijkelijk wel de mogelijkheid om de gewaarwording van vormen, van de  fysieke 3D-wereld, te hebben. ECIW zegt dit zonneklaar (Tekst hoofdstuk 2: IV,3):

Het lichaam maakt eenvoudig deel uit van jouw ervaring in de fysieke wereld. Zijn vermogens kunnen worden overschat en dat gebeurt ook vaak. Toch is het haast onmogelijk zijn bestaan in deze wereld te ontkennen. Wie dit doet, begaat een bijzonder onwaardige vorm van ontkenning. ‘De term ‘onwaardig’ betekent hier alleen dat de denkgeest niet hoeft te worden beschermd door de ontkenning van wat onnadenkend is. Als iemand dit ongelukkige aspect van de macht van de denkgeest ontkent, ontkent hij ook die macht zelf.

In mijn beleving wijst de metafysica van ECIW vooral op de volgende zaken:

– De werkelijkheid is “mind”

– Wij zijn geen afgescheiden individuen in een externe wereld (wij zijn zelf “mind”)

– Het 3D-universum is niet de ultieme werkelijkheid.

– We mogen onze identificatie met ons lichaam dus loslaten. Onze ware identiteit overstijgt, anders gezegd, het 3D-perspectief.

ECIW is dus prachtig in overeenstemming met genoemde filosofische en wetenschappelijke inzichten. Hetzelfde geldt voor Een Cursus van Liefde (ECVL), een boek dat door sommige ECIW-leraren niet goed wordt begrepen omdat ze juist deze metafysica volgens mij niet in genoemd perspectief kunnen plaatsen. Ik hoop en voorspel dat levensbeschouwing (ECIW/ECVL), filosofie en wetenschap elkaar steeds meer zullen ontmoeten en bevruchten. We mogen onze blik verruimen en genieten van deze duizelingwekkende inzichten die wijzen op de mentale aard van de werkelijkheid, op de centrale plaats van bewustzijn.

De Bijbel, ECIW en andere Jezus-boeken.

Sommige ECIW studenten hebben niks (meer) met de Bijbel. Ook ECIW-leraren verschillen in hun mening over dit boek. Ken Wapnick benoemt vooral de verschillen tussen Bijbel en Cursus en Robert Perry wijst op de overeenkomsten. Robert ziet dat de Bijbel de getuigenissen bevat van min of meer geïnspireerde mensen die leefden in een bepaalde tijd en bepaalde cultuur. Mijn houding tegenover de Bijbel komt overeen met die van Robert en het boek blijft mij fascineren. Ik vind het interessant om te onderzoeken wat de kerken gemaakt hebben van de boodschap van de Bijbel. Hiertoe bladerde ik onlangs in “De formulieren der Enigheid”. Dit zijn drie reformatorische geschriften die door de Synode van Dordrecht in 1618-1619 werden aanvaard als de belijdenis van de toenmalige Gereformeerde Kerk. Deze drie belijdenisgeschriften zijn: De Heidelbergse Catechismus (1563), De Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561), De Dordtse Leerregels (1618-1619).

Voor de hedendaagse kerk hebben de Formulieren der Enigheid verschillende functies. Ze fungeren voor orthodox gereformeerde kerken en organisaties als formulering voor datgene wat men als de fundamentele en onopgeefbare kern van het geloof beschouwt. Ze worden ook erkend door kerken zoals de Nederlandse Hervormde Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).

Laatst dook ik eens in dit document toen ik me afvroeg hoe men nu toch gekomen is tot dat nare beeld van een wraaklustige God die als een strenge rechter zondige mensen wil straffen en genoegdoening (betaling) eist. Al in het begin van de Catechismus wordt middels vragen en antwoorden dit beeld opgebouwd waarbij telkens gerefereerd wordt aan Bijbelteksten. Nieuwsgierig geworden heb ik deze teksten opgezocht en tot mijn verbazing pasten die niet of heel slecht bij het narratief van de rechter-God dat men probeerde op te bouwen. Ik kreeg sterk de indruk dat men met plak en knipwerk doelbewust een eigen verhaal wilde vertellen. Een merkwaardige ervaring.

Het blijft dus zaak om, net als bij het boek ECIW, kritisch te blijven op auteurs die over deze boeken schrijven en er een eigen verhaal van breien. Zeker bij de Bijbel moeten we voorzichtig zijn met onze interpretaties. Ik noemde al tijd- en cultuurgebonden aspecten maar daarbij komt nog de vertroebeling die optreedt bij vertaalslagen die gemaakt worden van Aramees en Hebreeuws via het Grieks naar het Latijn en naar het Nederlands. Dat maakt voor mij de uitleg van een goed opgeleide dominee zoals Ds Ed Meenderink extra interessant. Vandaag bekeek ik de vierdelige lezingencyclus die hij heeft gegeven met als titel: “Het mysterie van het lijden”. Het leuke van Meenderink is dat hij vanuit een niet-christelijke achtergrond, maar wel goed geschoold, de Bijbel onbevangen tegemoet durft te treden. Hij voegt zich dus niet naar zo’n document als “De formulieren der Enigheid” maar gaat zelf terug tot de Bijbel.

Ik zal je niet vragen de hele serie te bekijken, hoewel deze zeker de moeite waard is, maar wijs vooral op deel 3. Ds Meenderink spreekt hierin onder andere over enkele interessante kwesties. De eerste betreft de aard van het paradijs. Hij legt aan de hand van Bijbelteksten uit dat dit niet een fijn vakantieoord is dat hier op aarde zou bestaan maar dat het een hogere dimensie betreft. Vervolgens geeft hij aan dat de wereld zoals wij die kennen helemaal niet paradijselijk is en dat deze niet geschapen is door God maar door een Zoon van God, de overste van de wereld of, in gnostieke taal, de Demiurg. Tenslotte wijst hij erop dat de oerzonde niet veroorzaakt is door een van ons gescheiden verre voorouder genaamd Adam, maar dat Adam, in mijn woorden, zinnebeeldig is voor onze eigen keuze tot afscheiding.

Voor ons als ECIW-studenten is dit bekende kost. Het paradijs is de Denkgeest waarin wij als eeuwige Kinderen van de Vader verblijven. Niet de Vader schept de ons bekende heftige wereld maar de Zoon maakt deze wereld als hij zich even afwendt van de liefde van de Vader. Vanuit de eeuwige, tijdloze Denkgeest kiest de Adam in ons ervoor om besef van het Koninkrijk der Hemelen kwijt te raken. Ik zou nog meer voorbeelden kunnen noemen maar je begrijpt mijn punt.

Ik vind het gaaf om te zien hoe een onbevangen lezing van de Bijbel de lezer leidt naar de boodschap van ECIW en die van andere eigentijdse Jezus-boeken. Als ik mannen als Meenderink (en Richard Rohr en Johan Demeijer) hoor spreken over de Bijbel en over gnosis dan komt telkens dezelfde gedachten naar boven: “ach, kenden ze maar de schoonheid van ECIW!”

Voor mij is het helder dat boeken als ECIW en ECVL een behoorlijk pure vorm bieden van de visie van Jezus. Helaas zijn er verschillende edities van ECIW in omloop. Gelukkig was er maar één vertaalslag nodig, van het Engels naar het Nederlands, maar zelfs hierin treden vervormingen op. Pas las ik bijvoorbeeld op Facebook dat iemand moeite had met de keuze die gemaakt is om het Engelse “mind” te vertalen naar “denkgeest”.

Ondanks mogelijke onzuiverheden in de ontvangen teksten ben ik blij met de Bijbel en alle versies van de latere Jezus-boeken. Het licht van de boodschap is zo sterk dat een laagje stof het niet tegenhoudt en dat het het geopende hart van iedere onbevooroordeelde lezer zal  raken en beroeren. De Heilige Geest kan alles in Zijn (en dus ons) voordeel gebruiken en doet dat Goddank ook.
https://youtu.be/q7TNkk5fxjM?si=uaovV3E-KswPgsp7