Mentale rekoefeningen

Velen hebben niet zoveel met de metafysica van Een Cursus in Wonderen (ECIW). Het klinkt allemaal zo ingewikkeld, vergezocht en niet in overeenstemming met ons gevoel van logica en met onze ervaringen in de wereld. Waarom is het niet voldoende om ons gewoon direct open te stellen voor de leiding van de Heilige Geest, Jezus, Liefde of de Vader?

In mijn beleving is dit openstellen voor de taal van je Hart inderdaad het belangrijkste van de weg van Jezus. Het zal niet voor niets zijn dat hij ons na ECIW ook nog Een Cursus van Liefde heeft geschonken (ECvL). Misschien draafden we wat te ver door in ons noeste metafysische denkwerk en dienen we ons meer te richten op liefde.

Cursus-studenten zijn niet de enigen die zich in hun leven willen laten leiden door de liefdevolle Stem van de Heilige Geest. Dit geldt, als het goed is, ook voor Christenen. Toch vond Jezus het nodig om het niet te laten bij het (prachtige) Nieuwe Testament. Hij meende kennelijk dat we verkeerde opvattingen hadden over zijn Vader en over de Schepping en dat deze opvattingen ons op één of andere manier blokkeerden. ECIW wordt een denktraining genoemd, een manier om (onbewuste) mentale blokkades tegen de liefde op te ruimen. Jezus gunt ons vrijheid, geluk en vrede en ziet dat wij onszelf tekort doen en door het leven gaan als angstige wezens. Misschien is het wel het zien van deze angst bij Christenen, angst voor het oordeel van God, dat hem motiveerde ons ECIW te geven.

Om meer geestelijke vrijheid te ervaren geeft Jezus ons oefeningen die ik vergelijk met de rekoefeningen die we kunnen doen als we lichamelijk wat stijf zijn. Mensen die yoga beoefenen zullen dit heel goed herkennen. Je wordt voor je gevoel in een wat ongemakkelijke positie gebracht en je voelt bijvoorbeeld een haast pijnlijke spanning in je liezen. De leraar of lerares moedigt je aan om te rusten in dit ongemak, te ontspannen, het te accepteren. Oefening baart uiteindelijk kunst en gaandeweg merk je dat de houdingen natuurlijker gaan aanvoelen. Het gaat langzaam en haast ongemerkt. Een goede leraar zal je aanmoedigen niet over je grenzen te gaan, niks te forceren. Toch horen een beetje pijn en ongemak erbij.

Hetzelfde geldt voor het doen van de Cursus. De teksten uit het Tekstboek en de oefeningen uit het Werkboek kunnen ongemakkelijk zijn voor ons, onnatuurlijk haast. Denk aan lessen als “Ik ben niet dit lichaam” en “Ik ben niet het slachtoffer van de wereld die ik zie”. Onze leraar Jezus geeft hiermee instructies die we aanvankelijk vervelend vinden. We kunnen de neiging krijgen om voorlopig de oefeningen maar wat af te zwakken. We zeggen dan bijvoorbeeld: “Ik ben geest maar ook lichaam” en “Sommige dingen heb ik wel in de hand maar soms ben ik wel degelijk slachtoffer”. Ik denk niet dat Jezus zich heel druk maakt over het feit dat we niet helemaal de “houding” aannemen die hoort bij de oefening. Gelukkig mocht ik destijds op yoga in de kleermakerszit plaatsnemen op een wat hoger meditatiekussen want in de lotushouding zou ik uitscheuren.

Jezus ziet dat wij ons ongemakkelijk voelen bij de onversneden waarheid van de Cursus. Maar hij ziet ook waar dit ongemak vandaan komt. Wat wij bij onszelf opmerken als ongeloof over- en weerstand tegen genoemde uitspraken doorziet hij als ons verlangen om ons af te willen scheiden van de Vader en uitingen van het hierdoor ontstane schuldgevoel. Wij kunnen voorlopig niet anders dan alles bezien vanuit ons beperkte perspectief. De wereld van tijd en ruimte voelt zo echt voor ons. Als in een ECIW-groep gesproken wordt over de onechtheid van wat wij “dood” noemen en over de onechtheid van noodlot, dan vragen we ons af in welk gekkenhuis we terecht zijn gekomen en spreken we van een vreemde, dogmatische en collectieve waan. Wat voelt dit toch allemaal ongemakkelijk voor ons en wat spartelen we tegen.

Jezus glimlacht slechts en gunt iedereen zijn of haar tempo. Hij kan en wil ook niet anders. Hij respecteert onze rare keuze om ons afgescheiden te willen voelen, zelfs als dit resulteert in de angst van een nare nachtmerrie. Liefde gaat niet in tegen onze eigen en eigenwijze wil. Onze Vader wacht rustig totdat we genoeg ellende hebben meegemaakt en besluiten huiswaarts te keren.

Jezus kan weinig anders dan telkens onze “normale” opvattingen, waarden en normen uit te dagen. Hij vraagt slecht een kleine bereidwilligheid om zijn uiteenzettingen te overwegen en om de werkboeklessen te proberen, ook al ervaren we weerstand. Hij voorziet zelfs onze protesten (Inleiding Werkboek):

Sommige ideeën die het werkboek presenteert zul je moeilijk kunnen geloven, en andere kunnen nogal onthutsend lijken. Dit doet er niet toe. Jou wordt slechts gevraagd de ideeën toe te passen zoals je opgedragen wordt. Er wordt je helemaal niet gevraagd ze te beoordelen. Er wordt je alleen gevraagd ze te gebruiken. Juist het gebruik ervan zal ze betekenis voor je laten krijgen en je tonen dat ze waar zijn.

Onthoud alleen dit: je hoeft de ideeën niet te geloven, je hoeft ze niet te aanvaarden, laat staan toe te juichen. Tegen een aantal ervan zul je je misschien heftig verzetten. Dit alles is niet van belang en zal hun uitwerking niet verminderen. Maar sta jezelf niet toe uitzonderingen te maken in de toepassing van de ideeën die het werkboek bevat, en – wat je reacties op de ideeën ook mogen zijn – gebruik ze. Meer wordt er niet gevraagd.

Dus laten we de rek en strekoefeningen gewoon doen. We mogen piepen, protesteren en misschien zelfs een tijdje het blauwe boek in de boekenkast terugzetten. Onze leraar wacht rustig tot we klaar zijn voor de volgende stapjes.

Plaats een reactie