Jezus heeft zich met zijn Een Cursus in Wonderen (ECIW) een haast onmogelijk doel gesteld. Hij wil zijn broeders en zusters, ons dus, die nog geloven in afgescheidenheid erop wijzen dat we ons vergissen. Hij weet dat wij zijn woorden slechts kunnen ontvangen vanuit deze vermeende staat van afgescheidenheid. In deze staat speelt ons verstand een grote rol. Dit verstand is gericht op leren en begrijpen. Dit leren en begrijpen vindt plaats binnen de tijd. Eerst begrijp je iets nog niet zo goed, daarna iets beter en soms denken we dat we iets helemaal begrijpen. “Zo zit het”, roepen we dan tevreden. “Nu snap ik het!”.
Als we dan iets menen te begrijpen dan kunnen we het proberen aan anderen uit te leggen. We kunnen hen wijzen op hun vergissingen. Als we het niet begrijpen kunnen we hulp vragen aan “een autoriteit”, iemand van wie we vermoeden dat hij het beter begrijpt dan wij. “Hoe zit het nu; wie heeft er gelijk?”, willen we dan weten.
Ik heb hopelijk niet al te veel boter op mijn hoofd. In alle blogs die ik heb geschreven heb ik ook de neiging om zaken te willen verduidelijken, om behulpzaam te willen zijn. Dit is niet fout en in overeenstemming met wat Jezus zelf doet in ECIW. Iemand vergeleek ons denken ooit met een splinter in onze huid die zorgt voor ongemak. De manier waarop deze splinter verwijderd kan worden is verrassend; met een andere splinter! Als dit gelukt is kun je beide splinters weggooien.
Dat is wat Jezus doet met ECIW. Hij ontkent niet dat we last hebben van een splinter; van blokkerende overtuigingen. Eén van die overtuigingen is dat we denken dat ons begrip heel belangrijk is voor onze verlossing. Dat we er zijn als we de metafysica van de cursus helemaal snappen. Als we het Tekstboek kunnen reproduceren middels ingewikkelde schema’s, En nogmaals; dit heeft zijn functie. Maar dit is niet ons einddoel. Direct na het Tekstboek torpedeert Jezus onze geleerdheid met de Werkboeklessen. Ter illustratie twee titels: Les 4: Deze gedachten betekenen niets. Les 10: Mijn gedachten betekenen niets. Tjakka!
Ik vind het leuk om het denken zichzelf te laten opblazen. Dit probeerde ik bijvoorbeeld in mijn blog: “Wat willen we eigenlijk”. Het is één ding om te geloven dat je gedachten niets betekenen maar het is wat anders om te ervaren dat je bovenkamer in de soep draait als je het denken tegen zichzelf richt; als je een splinter gebruikt om een splinter te verwijderen. Dat gebeurt als je je probeert voor te stellen wat “bewustzijn” kan betekenen als tijd en ruimte er niet meer zijn. Dus als je je huidige bewustzijn in stilte beschouwt, ervaart dat het tijdgebonden is of lijkt te zijn en je dan, nogmaals, voor te stellen hoe dat zou kunnen zijn: je van iets bewustzijn in tijdloosheid. Het grappige is dat in de complete editie van ECIW zelfs zinnen staan die stellen dat bewustzijn behoort tot het domein van perceptie, van het ego en niet tot dat van Kennis.
Wat daarna gebeurde toen ik de blog postte is illustratief. De woorden kunnen het denken triggeren en daar voor ongemak zorgen: “Dat zegt de Cursus niet, het is allemaal ego, we gaan aan een vermeende autoriteit vragen hoe het nu echt zit etc!”. Maar de woorden kunnen ook dieper doordringen en daar een openheid creëren waarin iets mogelijk is, waarin ruimte ontstaat voor iets nieuws: “als ik denk aan eenheid dan gaat dit mijn voorstellingsvermogen te boven maar toch verlang ik ernaar”.
Zijn er goede en foute reacties? Natuurlijk niet. Jarenlang blogde ik (en nog steeds) vanuit een verlanger helder te maken hoe ik de cursus zie. Wat ik wel steeds probeer, met vallen en opstaan, is helder te krijgen wat ik echt ervaar en beleef en wat ik geloof en aanneem. Wat ik hierbij de laatste jaren opmerk is dat Een Cursus van Liefde (ECvL) dit proces versnelt. En zo kwam ik tot het schrijven van deze blog die ik nu erg lang ga maken door een hele bladzijde uit ECvL hieraan toe te voegen waarin Jezus (natuurlijk) veel duidelijker vertelt hoe wij leren dan ik dat kan doen. Ik hoop dat dit behulpzaam is. Hartegroet, Simon.
Uit ECvL: Leren in de Tijd van Christus: I:
A.12 Zeg ik je geen vragen te stellen? Niet in discussie te gaan? Ik zeg je alleen te ontvangen voordat je zelf naar betekenis zoekt. Ik vraag je om niet te ontvangen als iemand die niet heeft wat een ander heeft, omdat het hier niet gaat om het doorgeven van informatie die je niet bezit. Ik vraag je alleen maar om te ontvangen opdat je ontvankelijkheid leert, de weg van het hart. Ik vraag je alleen om even te pauzeren, het denken wat rust te geven, een wereld binnen te gaan die aan het denken vreemd is, geliefd echter door het hart. Ik vraag je alleen maar om jezelf een kans te geven je te laten vervullen door de opluchting om niet weer moeite in een andere taak te hoeven steken. Ik vraag je alleen maar om jezelf een kans te geven dit niet weer als een zelfverbeteringsoefening te benaderen, of nog een taak die je moet volbrengen. Alleen op deze manier kom je tot het besef dat je al gerealiseerd bent.
A.13 Door ontvankelijkheid aanvaardt je hart met gemak wat je hoofd moeilijk te aanvaarden vindt. Nu ben je klaar om je af te vragen wat te doen. Nu ben je klaar om het antwoord te horen dat in je eigen hart oprijst of door de stem van de man of vrouw die naast je zit. Nu ben je klaar om alle stemmen om je heen zonder oordeel te horen, de discussie in te gaan zonder een agenda om op te letten en zonder dat je zo gespannen bent om te zeggen wat je denkt, dat je vergeet te luisteren. Nu ben je klaar om begrip te laten ontstaan zonder dat je dit op agressieve wijze probeert te bemachtigen.
A.14 Je bent geduldig, liefdevol en vriendelijk. Je bent de tijd van tederheid ingegaan. Je begint te horen wat jouw gevoelens je zeggen zonder de onderbrekingen en waarschuwingen van je denkende geest. Je begint te vertrouwen en naarmate je begint te vertrouwen, begin je met uitbreiden wie je bent. Het werkelijke geven en ontvangen als één begint zich te voltrekken. Je bent de Heilige Relatie aangegaan.
A.15 De taak van begeleiders van zulke bijeenkomsten van ontvankelijke harten is om de lezer van het ego weg te voeren terug naar de heelheid-van-hart of Christus-geest. ‘Hoe voel jij je?’ is een betere vraag dan ‘Wat denk je?’. Het delen van ervaringen is meer geschikt dan het delen van interpretaties. Het delen van het proces is meer geschikt dan het delen van de uitkomst. Begeleiders moeten proberen lezers ervan te weerhouden om tot één juiste interpretatie te komen, want de enige juiste interpretatie is die welke afkomstig is van het eigen interne gidssysteem van elke lezer. Groepsdeelnemers merken dat ze zich minder competitief zullen voelen of minder interesse hebben om hun overtuigingen op te dringen als het hen duidelijk wordt dat, in tegenstelling tot andere leersituaties, er geen juist antwoord of een specifiek stel overtuigingen is, dat aangenomen dient te worden. De leerling begint voorbij de behoefte aan gedeeld geloof te gaan naar persoonlijke overtuiging en autoriteit.
A.16 Kunnen leerlingen worden misleid? Is er, met andere woorden, misschien geen ‘juist’ antwoord, of correcte interpretatie, maar zijn er ‘verkeerde’ antwoorden, en onjuiste interpretaties? Dit is eerder een kwestie van eenheid versus afscheiding dan een kwestie van goed of fout. In eenheid en relatie is ieder niet alleen capabel, maar zal ieder onvermijdelijk het antwoord ontvangen en tot het begrip of de interpretatie komen die voor hem of haar ‘juist’ is.
A.17 Degenen die eenheid en relatie niet aangaan kunnen niet geholpen of geheeld worden, noch kan hen de onjuistheid van hun perceptie getoond worden. Hun percepties zullen voor hen waar blijven, omdat hun verstand ze dat verteld heeft en hun geloof in de suprematie van het denken tijdelijk de openheid van het hart heeft overstemd. De behoefte van sommigen om binnen de leermodus van ‘goede’ en ‘verkeerde’ antwoorden te blijven zitten, zal sterk zijn. Velen zullen niet worden afgebracht van de logica die hen vertelt dat ze hard moeten werken om iets van waarde te verwerven.
A.18 Laat me duidelijk zijn. Het schijnbare gebrek aan moeilijkheid in deze Cursus is waar de moeilijkheid ligt. Moeilijkheid opgeven voor gemak is meer dan sommige ego’s kunnen accepteren. Inspanning opgeven voor ontvankelijkheid is meer dan sommigen kunnen accepteren. Waarom? Omdat het te moeilijk is. Het gaat in tegen alles wat je hebt geleerd en de aard van de werkelijkheid waarin het denken heeft gefunctioneerd. Door ons tot het hart te wenden trachten wij deze moeilijkheid zoveel mogelijk te omzeilen, maar ieder zal deze moeilijkheid in zekere mate voelen, precies de mate waarin hij in staat is zijn vertrouwen op te geven in wat hij maar denkt dat in het verleden voor hem gewerkt heeft.
A.19 De weg van het hart is de weg van de Tijd van Christus. De tijd van de Heilige Geest is voorbij. De tijd van de intermediair is voorbij. De belangrijkste intermediair van alle is het verstand of denken geweest. Dit heeft tussen jou en je innerlijk weten gestaan, gevangen in een droom van perceptie.
