Jarenlang streefde ik naar verlichting. Natuurlijk kwam ik er na het lezen van enkele boeken uit de non-duale hoek ook wel achter dat dit streven nu precies de blokkade vormde om enige verlichting te ervaren. De verkramping nam eerder toe dan af. Jezus wijst ons op dit fenomeen in de cursus, bijvoorbeeld in werkboekles 71:
4. Zo ziet het ego-plan voor jouw verlossing eruit. Je kunt zeker wel zien hoe het zich strikt houdt aan de grondregel van het ego: ‘Zoek, maar vind niet.’ Want wat kan met grotere zekerheid garanderen dat je geen verlossing zult vinden, dan al je inspanningen erop te concentreren haar te zoeken waar ze niet is?
Het lastige is dat we een diep ingebakken onbewust geloof hebben dat we de verlichtingsklus of de verlossingsklus zelf kunnen klaren. Als we maar genoeg leren, begrijpen en ons best doen dan komt het uiteindelijk wel goed. Zo bereiken we immers alle doelen in ons leven? Met vallen en opstaan. Doorzetten en volhouden.
Het vergt een soort toekijken om je zelf zo aan het zwoegen te zien. Misschien kunnen we niet anders dan via gezwoeg en teleurstelling komen tot een punt dat we beseffen dat dit niet gaat werken. Jezus zegt in de cursus dat er een grens is aan het lijden dat we kunnen dragen. Iets dergelijks gold voor Bill en Helen toen ze in een moeizame arbeidsrelatie tot de conclusie kwamen dat er een andere weg moest zijn. Ze waren vast besloten deze “other way” te ontdekken en dit vormde het startschot voor de channeling van Een Cursus in Wonderen.
Jezus zegt dat we moeten terugtreden als onze eigen leraar en spreekt ook over ons autoriteitsprobleem. Het duidt allemaal op onze schuldeloze arrogantie waarin we menen dat we zelf kunnen zorgen voor onze verlossing.
Toen ik de cursus nog niet kende en worstelde om niet langer te worstelen, kwam er een moment dat ik besloot mijn boeken in de kast te zetten en lekker te ontspannen. Mijn favoriete leraar Krishnamurti zei dat ik geen enkele autoriteit moest aanvaarden en ik besloot vervolgens hem te ontslaan als leraar en op de boekenplank te zetten. Zo, super doei, bekijk het maar.
Maar goed. De vage herinnering aan dat oeroude lied laat je nooit meer los. Christenen zeggen zo mooi: “God maakt het werk af dat zijn hand begon” en als vanzelf komt er hulp op je pad; in mijn geval in de vorm van de Cursus. Ook de cursus kan niet “leren wat liefde is”, maar is wel zeer efficiënt in het torpederen van het zelfvertrouwen van degene die denkt alles op eigen kracht te kunnen doen; in dit geval “mijn ego”. Jezus torpedeert in de eerste werkboeklessen mijn arrogante waarnemingen, denken en theorietjes: deze betekenen niets. Het is allemaal zelfbedachte onzin. Bam!
Ik zie medestudenten die veel over de cursus lezen en er druk over filosoferen en discussiëren. Als ik hen vraag of ze de cursus, met name de werkboeklessen, echt gedaan hebben krijg ik niet zelden een wat verongelijkte reactie. “Natuurlijk, ik ben er al jaren mee aan de slag!”. Maar dat aan de slag zijn blijkt bij doorvragen dan vooral een “nadenken over” te zijn. Het is kennelijk niet prettig om jezelf te diskwalificeren als autoriteit, als geschikte leraar.
In Een Cursus van Liefde stelt Jezus dat Een Cursus in Wonderen ons ego-denken weliswaar verzwakt heeft maar dat we eenmaal aangekomen bij de brug de oversteek niet maken maar rechtsomkeer maken. We blijven liever ploeteren en piekeren dan dat we ons over durven te geven aan Hem, aan de Liefde.
Ken Wapnick beschreef het treffend: we zijn bang voor liefde. Van ons wordt een klein beetje bereidwilligheid gevraagd. Bereidwilligheid waartoe? Om los te laten en om toe te staan dat we kijken door de ogen van de Heilige Geest. Een Cursus van Liefde spreekt over heelheid van hoofd en hart, over het onder curatele stellen van ons verstand opdat ons hart (lees: ons Zelf, Liefde, de Heilige Geest) ons leven mag leiden en overnemen.
Op een gegeven moment is er genoeg uitgelegd en gesproken. Iedereen heeft zijn of haar eigen snelheid en wie onbewust bang is voor overgave aan liefde zal nog middels woorden gerustgesteld willen worden. Totdat ook hij of zij genoeg geleden heeft en zegt: Heer, hier ben ik. In Uw handen beveel ik mijn geest.
Of, na het doen van het hele werkboek (!):
Les 361-365
Dit heilig ogenblik wil ik U geven.
Neemt U het in handen. Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.
En als ik een woord nodig heb om me te helpen, zal Hij het me geven. Als ik een gedachte nodig heb, geeft Hij me die ook. En als ik alleen maar stilheid nodig heb en een rustige, open denkgeest, dan zijn dat de gaven die ik van Hem ontvangen zal. Hij heeft de leiding, op mijn verzoek. En Hij zal me horen en antwoord geven, want Hij spreekt namens God, mijn Vader, en Zijn heilige Zoon.
