Het opstandingslichaam van Jezus (16)

Toeval bestaat niet, zegt men wel eens. Het is ook mijn ervaring dat “toevalligheden” steeds vaker optreden als we ons afstemmen op het Christusbewustzijn. Dit noemt men ook wel synchroniciteit. Een frappant voorbeeld vindt nu ook weer plaats. In deze FB-groep post een zuster “toevallig” een video die een gesprek weergeeft tussen twee jonge mensen; Christopher en Selina. Selina geeft in het gesprek aan dat ze eerst een non-duale ervaring had waarbij ze opmerkte dat het ego even afwezig was. De hardcore non-dualisten zullen gruwen van mijn omschrijving maar dat zij maar even zo. Het was een soort openbaring.

Selina kreeg hierna het inzicht dat het hebben van zo’n vredige ervaring niet het abstracte einddoel van ECIW is terwijl ze dit wel steeds terug hoorde in de ECIW-groepen die ze met haar moeder bezocht. Lang verhaal kort en in mijn eigen woorden naverteld: liefde en vertrouwen moeten handen en voeten krijgen in het dagelijkse leven. Jezus geeft ons geen hyper abstracte theologie maar een leidraad voor ons dagelijks leven. Het wonder mag uitgedrukt worden in vorm. Selina roept verrast uit dat ze ontdekte dat Jezus in ECIW gewoon precies zegt wat hij bedoelt. De wonderen die in de Bijbel genoemd worden zijn niet symbolisch bedoeld maar ze zijn letterlijk waar; een gebroken been zal bij voldoende geloof (dat wil zeggen: besef dat alles gebeurt in de denkgeest en dat dit weerspiegeld wordt in het fysieke domein) letterlijk helen. Wellicht zijn we nog niet zo ver, maar dit is wel onze bestemming.

Er zijn hedendaagse cursusleraren die deze onversneden boodschap durven te verkondigen; ik denk aan Nouk Sanchez en haar zus. Maar het is niet in lijn met de school van Ken Wapnick die de hele cursus liefst “symbolisch” interpreteert; dus ook zichtbare wonderen en de opstanding uit de dood. Nu moeten we goed opletten. Want lichamelijke genezingen en een lichamelijke opstanding uit de dood zijn geen doel op zich. Het ultieme doel is de genezing van de denkgeest, maar omdat dit weerspiegeld wordt in wat wij percipiëren als het fysieke domein, zal dit ons getoond worden als fysiek voorval. Zie mijn blog van gisteren: Wijs je spiegelbeeld niet af (15).

“Allemaal goed en wel”, zul je wellicht denken, “maar ik kies er toch liever voor Ken Wapnicks visie te volgen!”. En dan de nieuwe “toevalligheid”. Een broeder uit onze FB-groep zoekt uit waar Selina, naast de cursus zelf, haar inzicht op baseert: op een passage uit de biografie van Helen Schucman, “Een leven geen geluk”, geschreven door, jawel, Ken Wapnick. Hij schrijft hierin (p420-421):

“Een heel specifieke boodschap kwam op 2 oktober 1976. Omwille van het speciale karakter ervan geef ik die buiten de chronologische volgorde.

Helen en ik zaten op haar bank en ze vroeg me of ik in de lichamelijke opstanding van Jezus geloofde. Ik antwoordde dat ik er niet echt in geloofde, want als het lichaam niet werkelijk en niet levend was, hoe kon het dan verrijzen? Bovendien is de definitie van de opstanding, zoals die in principe in de Cursus wordt gegeven, een ontwaken uit de droom van de dood, een proces dat in de denkgeest en niet in het lichaam plaats vindt, aangezien het alleen de denkgeest is die slaapt. Maar, ging ik verder, het was zeker mogelijk dat de volgelingen van Jezus dit ontwaken als een fysieke gebeurtenis ervaren hebben, wanneer men hun begripsniveau en hun verwarring van vorm en inhoud in aanmerking neemt. Vervolgens stelde ik aan Helen voor het aan de ‘Baas’ zelf te vragen, want wie anders dan Jezus zelf zou haar vraag kunnen beantwoorden? Toen kwam het volgende antwoord:

Was er een fysieke opstanding?

Mijn lichaam verdween omdat ik er geen illusie over koesterde. De laatste was verdwenen. Het werd in het graf gelegd, maar er bleef niets over om te begraven. Het viel niet uiteen want het onwerkelijke kan niet sterven. Het werd gewoon wat het altijd al was. En dat is wat ‘het wegrollen van de steen’ betekent. Het lichaam verdwijnt en verbergt niet langer wat daarachter ligt. Het houdt gewoon op visie in de weg te staan. De steen wegrollen betekent voorbij het graf en voorbij de dood te zien, en het niets-zijn van het lichaam te begrijpen. Wat als niets begrepen wordt, moet wel verdwijnen.

Ik nam daarna inderdaad een menselijke vorm met menselijke eigenschappen aan, om te spreken tot diegenen die aan de wereld moesten bewijzen dat het lichaam zonder waarde is. Dit is erg misverstaan. Ik kwam om hen te zeggen dat de dood een illusie is en dat de denkgeest, die het lichaam gemaakt heeft, een ander maken kan aangezien een vorm zelf een illusie is. Ze hebben het niet begrepen. Maar nu spreek Ik tot jou en geef jou dezelfde boodschap. De dood van een illusie betekent niets. Ze verdwijnt wanneer je ontwaakt en besluit niet langer te dromen. En je bezit nog altijd de macht om die beslissing te nemen, net als Ik dat deed. ”

Dit stukje is natuurlijk geen lofzang op het lichaam. Maar het laat wel zien dat we niet te snel moeten denken dat “alles projectie is”. Jezus stelt dat het niet zo is dat de discipelen een levendige fantasie hebben en als het ware een lichamelijke opstanding van Jezus dromen / projecteren; iets wat Ken Wapnick gelooft en waar veel van zijn volgelingen nog steeds van overtuigd zijn. Nee; Jezus bestaat na zijn ogenschijnlijke dood natuurlijk gewoon nog. Hij is een Zoon van God, een denkgeest en niets werkelijks kan bedreigd worden. En vanuit deze denkgeest kan Jezus een opstandingslichaam gebruiken om te communiceren met zijn volgelingen.

Dit is de betekenis die ons lichaam nu voor ons kan hebben. Het is te gebruiken als communicatiemiddel, om liefde te laten stromen naar elkaar en zo wonderwerkers te zijn.

Plaats een reactie