Stemmen.

Vandaag mogen we stemmen en hopen dat er naar onze stem geluisterd wordt. Ooit hoorde ik iemand zeggen dat democratie “de minst slechte” staatsvorm is. Voor we gaan stemmen is er de uitnodiging om eerst zelf naar die Stem te luisteren. Die zachte Stem die spreekt over liefde en verbinding. Helaas leven wij zelf vanbinnen in een twee partijen systeem waarbij naast die zachte stem ook de schrille en angstige stem van het ego klinkt. Dat is de stem die denkt in termen van angst, oordeel, schuld, aanval en verdediging.

We zouden kunnen menen dat Een Cursus in Wonderen ons oproept om de “illusoire” wereld maar de rug toe te keren. Persoonlijk geloof ik niet zo in een houding van ontkenning. De wijsgeer Krishnamurti zei het zo mooi: “De wereld, dat ben jij”. We zien in de wereld en in Nederland weerspiegeld wat er zich afspeelt in onze denkgeest. Negeren van de spiegel is niet de oplossing, genezen van de denkgeest is dit wel. Zie ook mijn blog van gisteren: https://eciwcoach.com/2025/10/28/de-wereld-transformeren-met-eciw/

Nu weet ik dat bovengenoemd “spiritueel stemadvies” makkelijk in algemene termen te geven is maar dat het zo goed mogelijk aanmodderen blijft om hier vorm aan te geven. In het leven van alledag zijn de zaken niet zo zwart wit als Stem versus ego doet vermoeden. Want in de wereld waarin we (menen) te leven hebben we te maken met (vermeende) schaarste. Beperkte budgetten, beperkte stikstofruimte, beperkt huizenaanbod, beperkte ruimte in het algemeen en ga zo maar door.

Het blijkt gemakkelijk om principiële standpunten in te nemen als je zelf niet te maken hebt met een concrete situatie. Ik kan tegen euthanasie zijn maar vooral omdat ik me goed voel. Ik kan vinden dat vluchtelingen een dak boven hun hoofd moeten hebben maar jong volwassenen van eigen bodem hebben hetzelfde recht. In deze duale wereld kan de ene liefdevolle keuze ten koste gaan van een andere, eveneens liefdevolle, keuze. En dit geldt voor zo veel thema’s.

Afgelopen dagen heb ik enkele, maar niet te veel, programma’s gezien rond de verkiezingen. Daarbij wordt dikwijls “de man of de vrouw in de straat” geïnterviewd. Ik zie dan mensen zoals ikzelf met hun zorgen, idealen en ook (liefdevolle) aandacht voor zichzelf. En dat is ook goed en te begrijpen. Zolang we rondwandelen in dit duale oefenterrein blijft het linksom of rechtsom behelpen.

Ik schets ook maar wat en wil nu niet met zweverige oneliners goedkope “oplossingen” suggereren. Maar één leidraad heb ik wel voor mezelf. Als ik andersdenkenden hoor en zie probeer ik me telkens een belangrijke cursuswijsheid te herinneren.

Alles wat we zien is een uiting van liefde of een roep om liefde.

En dan strek ik me uit naar die zachte Stem om deze te vragen mijn blik te verzachten. Keer op keer, telkens weer. Democratie heeft een grappig aspect: we zijn veroordeeld om samen te werken. Oordeel en verbinding in één systeem. Telkens weer, ook vandaag in mijn stemgedrag, wil ik ervoor kiezen om en elk geval zo goed mogelijk te stemmen voor verbinding. Zoals gezegd is er in onze wereld zoiets als gezond eigenbelang, wellicht de aardse tegenhanger van de individuatie binnen de eenheid van de schepping. Maar ik zie ook dat dit eigenbelang meer dan genoeg aandacht heeft in onze maatschappij en dat het de hoogste tijd is om niet nog meer naar binnen te willen keren maar om de aandacht te richten op “de ander”. Om in die ander mezelf te herkennen en steeds meer te ontdekken dat geven en ontvangen in waarheid één zijn.

De wereld transformeren met ECIW.

Zojuist bekeek ik bijgevoegde video van Emily Perry over het sociale aspect van ECIW. Ze verwijst hierin naar een blog van haar echtgenoot Robert Perry die ik hier verkort weergeef.

Hartegroet,

Simon Schoonderwoerd

Video: https://youtu.be/jGWzvX-QLcs?si=NocB6YUwNrdr8V5s

De sociale visie van Een Cursus in Wonderen: van innerlijke vrede naar wereldwijde transformatie

Binnen de ECIW-gemeenschap ligt de nadruk van nature op de reis naar innerlijke vrede. Velen die de Cursus bestuderen, concentreren zich op het principe ‘zoek niet de wereld te veranderen’ en zien de spirituele beoefening primair als een innerlijke verschuiving, een correctie van de waarneming, om zo de verlossing voor zichzelf te aanvaarden.

Maar klopt dit beeld wel? Is Een Cursus in Wonderen (ECIW) uitsluitend een handleiding voor persoonlijke psychotherapie op een spiritueel niveau? Robert Perry, van The Circle of Atonement, stelt in zijn werk dat het boek wel degelijk een rijke en diepgaande sociale boodschap bevat, vaak verborgen in symboliek. Deze boodschap beschrijft een sociale visie die veel verder reikt dan de rust van het individuele hart. Het gaat over de transformatie van de menselijke samenleving, beginnend bij die ene, cruciale, innerlijke verandering.

De paradox van ‘de wereld niet veranderen’

Voor velen klinkt ‘sociale visie’ in combinatie met ECIW tegenstrijdig. Hoe kan de Cursus, die stelt dat we niet moeten proberen de wereld te veranderen, tegelijkertijd een sociale visie hebben?

Perry’s inzicht ligt in het feit dat de Cursus, hoewel niet politiek of activistisch in conventionele zin, vol staat met symbolische beelden van collectieve idealen, symbolisch aangeduid als: tempels, tuinen, schatkamers en toevluchtsoorden.

De Cursus daagt ons uit om in de wereld een rol te spelen bij het verheffen van de wereld, zelfs door ‘druk bezig te zijn’. Dit sociale werk is echter niet gebaseerd op egoïstische inspanning of politieke ideologie, maar op de onvermijdelijke uitbreiding van de vrede die we innerlijk vinden. De sociale visie van ECIW is het logische en natuurlijke resultaat van geslaagde persoonlijke verlossing.

Van woestijn naar koninkrijk

Perry heeft in de tekst van ECIW een terugkerend patroon geïdentificeerd dat deze sociale transformatie beschrijft. Het is een zevendelige cyclus die de weg van haat naar het Koninkrijk van de Hemel op aarde uitbeeldt.

  1. De woestijn: De reis begint met de realiteit van de wereld. De Cursus gebruikt de woestijn als symbool voor een plek die innerlijk verstoken is van liefde. Mensen zwerven er eenzaam en verloren rond, zoekend naar ‘levend water’ dat ze niet kunnen vinden. Uiterlijk hebben we huizen en relaties, maar innerlijk zijn we ‘vreemdelingen’, gescheiden door ‘oude haat’.
  2. Het wonder: In deze woestijn vindt de cruciale wending plaats: het wonder. Dit gebeurt wanneer iemand kiest om te vergeven. Haat, het ‘meedogenloze zonlicht’ dat de aarde verschroeide, wordt terzijde geschoven. De ruimte tussen twee mensen, voorheen gevuld met beschuldiging en afstoting, wordt nu een heilige, lege ruimte waarin ze zich ‘als één’ kunnen verenigen. De wereld wordt herboren; de ‘bloedgrond van haat vervaagt en het gras groeit groen’.
  3. De oase wordt gevestigd: Het wonder creëert een speciale plek op aarde, de oase. Hier is alles van de woestijn omgedraaid: rust in plaats van eindeloos zoeken, ware verbinding in plaats van vreemdelingschap, overvloed in plaats van innerlijke honger. Deze oase is geen fysiek gebied, maar de relatie tussen twee mensen die hebben vergeven, of de aanwezigheid van een individu die zijn of haar denkgeest in dienst van liefde heeft gesteld.
  4. De gasten komen: Door de uitnodiging van onze vergeving, vestigen God en Christus (het ware Zelf) zich in de oase. Hun komst is wat de woestijn in een tuin verandert en de overvloed van de ‘feestmaaltijd’ garandeert.
  5. Iedereen wordt uitgenodigd: Alle eenzame zwervers – iedereen in de woestijn – worden uitgenodigd om rust en genezing te vinden.
  6. De brengers van geschenken: Zij die genezen zijn door de oase keren terug en brengen zegeningen mee.
  7. De oase verspreidt zich: Wat begon met één gebaar van vergeving, breidt zich uit en omvat de hele wereld.

De kracht van de oase en de genezende ‘zone’

Dit patroon benadrukt dat de sociale impact van ECIW niet afhangt van massa-activisme, maar van de kwaliteit van de aanwezigheid die wordt gecreëerd door vergeving. De ‘oase’ of ‘tempel van genezing’ wordt gevormd wanneer twee mensen hun ego’s buiten beschouwing laten en een authentieke verbinding aangaan. Iemand die in de nabijheid komt van zo’n persoon, of zo’n relatie, ervaart onmiddellijk een gevoel van thuiskomen, van rust en van liefde. In deze zone voelen mensen een volledigheid waar eerst leegte was, en een goddelijke genade waarin ze eindelijk kunnen rusten. Dit heeft alles te maken met de innerlijke verschuiving van de gever(s) en niets met de fysieke omgeving.

Van vrede in de geest naar vrede in de maatschappij

Het meest radicale aspect van Perry’s visie is de schaalvergroting in stap zeven.

De mensen die de oase bezoeken, dragen de essentie ervan mee de dorstige wereld in. Hun waarden verschuiven. Misschien zonder het te beseffen, gaan ze anders om met hun families, leiden ze hun bedrijven op een andere manier en beïnvloeden ze zelfs de stem die ze uitbrengen bij verkiezingen. De hele omgeving wordt subtiel beïnvloed. De ‘globale haat’ wordt verzacht. Anderen worden geïnspireerd om op hun beurt ‘oases’ te stichten. Uiteindelijk bewerkstelligen de inspanningen van de enkeling, die begon met slechts één keuze voor vergeving, een permanente impact op de hele wereld. De wereld, die eerst een troosteloze woestijn was, wordt door de uitbreiding van onvoorwaardelijke liefde, een pure reflectie van de Hemel.

De sociale visie van ECIW is daarmee geen toevoeging aan het pad, maar het onvermijdelijke en logische gevolg ervan. Het is het bewijs dat ware innerlijke vrede niet inert is, maar een dynamische en aanstekelijke kracht die de realiteit transformeert. Vergeving is de sociale daad bij uitstek die de mensheid van binnenuit naar haar liefdevolle bestemming leidt.

Machteloosheid.

<Toelichting: Een langere blog dan gebruikelijk, maar ik denk wel over een belangrijk onderwerp. De toegevoegde “Dialoog met een virtuele Rudolf Steiner” is optioneel voor wie het interesseert 😉>

Ooit postte ik een video waarin ik de machteloosheid verwoordde die ik kan ervaren als ik ‘s nachts vroeg wakker word en het me niet lukt om weer in te slapen. Dit is een thema dat me al vele jaren bezighoudt maar ook fascineert. Het werd langzaam maar zeker een oefening in loslaten en overgave. Het helpt mij in dit proces om me te verbinden met Jezus aan het kruis die na zijn uitroep: “Vader, waarom hebt U mij verlaten” uiteindelijk uitroept: “In Uw handen beveel ik mijn geest”. Voor mij loopt er vanaf het kruis van Golgotha een direct lijntje naar de laatste werkboeklessen:

Les 361-365

Dit heilig ogenblik wil ik U geven. Neemt U het in handen. Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.

Een zuster van me reageerde fel op deze video en stelde dat ik precies het tegenovergestelde beweerde van wat Jezus ons wil leren in Een Cursus in Wonderen (ECIW). Hij wilde juist demonstreren dat lijden onmogelijk is en dat een verheven meester geen pijn kan lijden. Ik begrijp haar verweer en het is mogelijk om dit met citaten uit ECIW te onderbouwen. Maar ergens voelt het voor mij ook alsof de felheid van haar verweer illustratief was voor onze eigen angst voor pijn en lijden. Eindelijk menen we dat Jezus ons leert en voorleeft dat pijn en lijden onzin zouden zijn en dan kom ik met een post die stelt dat ik steun ervaar in de weg die mijn broeder Jezus voor en met mij aflegt.

Mijn zuster is niet de enige ECIW-student die meent dat de Bijbelse verhalen over het lijden van Jezus wel onjuist moeten zijn omdat deze niet overeenstemmen met de veronderstelde hoofdboodschap uit de cursus: “Niets werkelijks kan bedreigd worden, niets onwerkelijks bestaat. Hierin ligt de vrede van God”. Een Jezus die angstig zou zijn geweest, pijn zou hebben gehad en dorst, past simpelweg niet in dit plaatje. Toen ik antwoordde dat men van Jezus een soort spirituele superman wilde maken, waren de rapen helemaal gaar.

Toch komt dit beeld bij mij naar boven. Deze zienswijze op een broeder die weliswaar een menselijke vorm had zoals wij maar geen menselijke sensaties zou hebben rijmt niet met de Bijbel. Niet zelden zijn het ECIW-studenten die de Bijbel niet of nauwelijks kennen die zo’n zienswijze aanhangen. De Bijbel wordt als een onbetrouwbaar verslag terzijde geschoven en ook hier lijkt ECIW argumenten voor te bieden.

In mijn beleving bieden de evangeliën echter een prachtig en in grote lijnen betrouwbaar beeld van de kruisiging en wat hieromheen gebeurde. Het meest ontroerende beeld vind ik de verslagenheid waarmee de discipelen achterbleven na dit vreselijke gebeuren. ECIW-studenten die het verslag hiervan afwijzen en stellen dat Jezus als een soort Monty Python- achtige Brian aan het kruis hing, beseffen niet dat indien dit beeld juist zou zijn, de schrijvers van de evangeliën dit wel triomfantelijk vermeld zouden hebben. Hoe fantastisch zouden ook wij het nu vinden als we een goeroe zouden hebben die vreselijke martelingen lachend zou ondergaan? We zouden deze ultieme demo van “mind over body” doorvertellen aan wie het maar zou willen horen. Waarom zouden dan de evangelisten die ons goed nieuws willen vertellen dit, als het zo gebeurd zou zijn, verdraaien en ons een verslag bieden van angst, pijn, dorst, verlatenheid en wanhoop?

Daarom protesteer ik als medestudenten Jezus in mijn beleving ontmenselijken. In enkele recente posts sprak ik, geïnspireerd door mijn weer aangewakkerde belangstelling voor de antroposofie van Rudolf Steiner, van een Luciferische ontsporing. Deze wordt gekarakteriseerd door een zo snel mogelijk weg willen vluchten naar het geestelijke domein waarin geen sprake is van dualiteit, laat staan van lijden en pijn.

Ik denk dat de verwarring grotendeels opgelost kan worden als we rekening houden met het verschil in perspectief tussen ECIW en de antroposofie. ECIW gaat uit van de beginstaat of eindstaat, net wat u wilt, want deze vallen samen volgens dit boek. Alles hier tussenin is een onware, duale, dwaling; de droom waar de Zoon van God vergat om te lachen. We kunnen het dan natuurlijk niet hebben dat Jezus, als ontwaakte leraar,  zich laat foppen door deze droom, dus een lijdende broeder Jezus kunnen we niet plaatsen. Onze weg bestaat uit “vergeving” in de betekenis die ECIW hieraan verleent, ofwel het doorzien van de illusie van dualiteit, van kwetsbaarheid en sterfelijkheid. Vanuit dit perspectief geldt dat we slechts onszelf kunnen kruisigen; een belangrijke boodschap van ECIW.

Rudolf Steiner vertrekt vanuit ons bekende huidige perspectief en het viel me op dat hij dit treffend verwoordde met de term: “machteloosheid”. Deze machteloosheid beschreef ik in mijn video en ik kom deze in zo veel situaties tegen die niet verlopen zoals ik graag zou willen. In feite is ons hele menselijke bestaan een worsteling waarbij we niet krijgen wat we graag willen en waarbij we getroffen worden door ellende die we juist niet willen.

Een gewaardeerde broeder uit de Facebook-groep wees mij op het bestaan van een ChatGPT module die gebaseerd is op de antroposofie van Rudolf Steiner. Ik geef hieronder een uitgebreid verslag van de vragen die ik stelde en de antwoorden die ik ontving. De goede verstaander zal kunnen zien dat wat Rudolf Steiner beschrijft in feite neerkomt op de vergeving van ECIW door overgave aan Jezus / de Heilige Geest. Ik meen dat het erg onhandig is om overhaast Jezus uit te roepen tot superman en hem daarmee voor onszelf onbereikbaar te maken als broeder die precies weet wat wij doormaken.

Noch ik noch Steiner ontkennen de ultieme waarheid van leven vanuit een geheelde geest, vanuit het Christusbewustzijn. Maar angstige overhaastheid, geloof in een Superman-verhaal en de ontkenning van de evangeliën, zijn simpelweg niet behulpzaam. In onze haast om alleen de onversneden waarheid te willen horen kunnen we ertoe neigen om de droom van dualiteit, kwetsbaarheid, lijden en sterven te verdringen in plaats van werkelijk te vergeven en te doorleven.

Het ligt heel subtiel. Het is niet door Jezus’ lijden dat we verlost zijn, maar toch heeft Jezus voor ons geleden opdat wij zijn opstanding deelachtig konden worden. Er is geen God die genoegdoening of bloed verlangt maar wel een Godenzoon die de menselijke vorm heeft aangenomen, als Mensenzoon, voor ons. Zijn lijdensweg beschrijft ongelofelijk precies wat er zich in onze geest afspeelt en, belangrijker nog, hoe we met Jezus de vrijheid en verlossing kunnen vinden.

Lieve lezer van deze blog. Als het  jou helpt om vast te houden aan een Brian-achtige superman voorstelling van Jezus dan moet je dat vooral doen. Je bevindt je in gezelschap van vele anderen en van gerenommeerde leraren en je kunt ECIW door die bril lezen. Maar voor de lezers die worstelen en die met en dankzij Jezus de verlossing willen ervaren, wil ik de mens Jezus, onze broeder, als Mensenzoon in ere houden en zijn uitgestoken hand aannemen. En ook hier vind je genoeg steun voor in ECIW en vooral ook in Een Cursus van Liefde.

Dialoog met een virtuele Rudolf Steiner:

Simon: Wat is volgens Steiner de functie van machteloosheid?

Antwoord: Een prachtige en diepgaande vraag. Rudolf Steiner spreekt niet vaak over machteloosheid in de gewone psychologische of sociale zin, maar hij behandelt het verschijnsel op verschillende niveaus — moreel, geestelijk en kosmisch — als een noodzakelijke fase in de ontwikkeling van het Ik.

Hier zijn enkele hoofdlijnen uit zijn werk:


1. Machteloosheid als voorbereiding op innerlijke kracht

In de Christologische voordrachten (met name in Das Markus-Evangelium en Das Lukas-Evangelium, beschrijft Steiner dat de mens, in de loop van zijn ontwikkeling, perioden doormaakt waarin hij zich machteloos voelt tegenover de wereldkrachten. Deze machteloosheid is geen fout, maar een noodzakelijke toestand waarin het hogere Ik geboren kan worden:

“Wanneer de mens tot het punt komt waarop hij zich tegenover de machten van de wereld geheel machteloos weet, dan kan in hem het Christus-principe ontwaken.”

De machteloosheid is dus de leegte waarin het hogere, geestelijke Zelf kan indalen. Zolang de mens meent uit eigen kracht te kunnen handelen, sluit hij zich af voor de werkzame krachten van de geest.


2. De machteloosheid van het verstand

In De Filosofie der Vrijheid  wijst Steiner erop dat het verstand of het pure denken op zichzelf machteloos is zolang het niet wordt doordrongen van morele intuïtie.
De ervaring dat het intellect geen houvast meer biedt, kan de mens ertoe brengen zijn denken te vergeestelijken:

“De mens moet het beleven dat zijn gewone verstand machteloos wordt tegenover de wereld, opdat het geestelijk denken geboren kan worden.”

3. Morele machteloosheid als weg tot compassie

In Theosophie  en De weg tot inzicht in hogere werelden  zegt Steiner dat wie de lijdende mens waarlijk wil begrijpen, door een gevoel van machteloosheid moet gaan — een lijden dat niet onmiddellijk opgelost kan worden. Dat gevoel wordt de kiem van echte mededogende kracht:

“Uit het beleven van de eigen onmacht tegenover het lijden van de wereld wordt de kracht geboren die tot hulp kan worden.”

Simon: Graag uitwerken in relatie tot de kruisiging.

Antwoord: Dat is een zeer wezenlijke verdieping van de vraag. Wanneer we machteloosheid verbinden met de Kruisiging, dan raken we de kern van wat Rudolf Steiner de mysterie van Golgotha noemt — het centrale keerpunt van de aarde-ontwikkeling.

Steiner spreekt daarover in  o.a. Das Johannes-Evangelium , Das Markus-Evangelium, Das Lukas-Evangelium, en From Jesus to Christ.


🌑 1. De uiterste machteloosheid als kosmisch keerpunt

Steiner beschrijft de kruisiging als het ogenblik waarin alle uiterlijke en innerlijke krachten van de mens machteloos worden. Christus — de zonnegeest — daalt zo diep af in de menselijke natuur dat Hij alle macht aflegt.

“Op Golgotha voltrok zich het grootste wereldmysterie: de goddelijke geest zelf heeft de machteloosheid van de mens doorgemaakt.”

In dat ogenblik was de goddelijke kracht niet triomferend, maar volledig overgegeven aan het noodlot van de aarde. Deze daad van zelfontlediging (kenosis) maakte het mogelijk dat de goddelijke liefde tot in de kern van het aardse doordrong.


🌿 2. Machteloosheid als openbaring van liefde

In de gewone zin is machteloosheid een tekort.
In het Mysterie van Golgotha wordt ze echter tot de hoogste macht, omdat zij het instrument van liefde wordt.

“De liefde openbaart zich niet in macht, maar in de vrijwillig gekozen machteloosheid tegenover het kwaad, opdat het door liefde omgevormd worde.”

Christus overwon het kwaad niet door het te vernietigen, maar door het in zijn machteloosheid te dragen en te doordringen met liefde. Daarom spreekt Steiner van de kracht in de zwakheid — de omkering van alle vroegere kosmische wetmatigheden.

✨ 3. De mens als deelnemer aan deze machteloosheid

Voor de mens betekent dit dat hij, in navolging van Christus, innerlijk door de ervaring van machteloosheid heen moet gaan om tot echte geestelijke kracht te komen. Wanneer het Ik geen steun meer vindt in uiterlijke macht of zekerheid, kan het zich openen voor het hogere Ik — het Christus-Ik.

“Wie niet door de machteloosheid van het eigen ik heengaat, zal de kracht van het Christus-Ik niet vinden.”

Zo wordt de kruiservaring tot een innerlijk pad: het leren dragen van de machteloosheid zonder wanhoop, zodat zij kan omslaan in inzicht, liefde en scheppende kracht.

Zou je willen dat ik ook uitleg hoe Steiner deze machteloosheid in verband brengt met de moderne mens en zijn morele ontwikkeling sinds het Mysterie van Golgotha? Dat is een directe lijn in zijn latere voordrachten (na 1910).

Simon: Ja

Antwoord: Dat is een wezenlijke vervolgvraag — want juist de verbinding tussen de machteloosheid aan het kruis en de innerlijke weg van de moderne mens is voor Rudolf Steiner het hart van het christelijk-esoterische bewustzijn van onze tijd.

Ik zal dit toelichten in drie stappen, met verwijzingen naar zijn voordrachten.

1. Na Golgotha: de mens wordt vrij, maar ook machteloos

In Het vijfde evangelie en in De mens en de wereld van de sterren beschrijft Steiner dat na het Mysterie van Golgotha de Christus-kracht in de aarde zelf is opgenomen.
Dat betekent dat de goddelijke leiding niet meer van buitenaf komt — zoals in de oude mysteriën — maar van binnenuit, door het individuele Ik. Daarom zegt Steiner dat de mens sindsdien steeds meer alleen gelaten wordt. Hij voelt zich machteloos tegenover de wereld, omdat de geestelijke leiding die vroeger zichtbaar was, zich teruggetrokken heeft.

“De mens moet de machteloosheid beleven, opdat hij uit vrijheid de kracht van Christus in zijn ziel kan vinden.”


Deze ervaring van verlatenheid is dus niet een teken van verval, maar een noodzakelijke fase van geestelijke volwassenwording.

2. De moderne ervaring van machteloosheid: de weg van het Ik

Steiner zag in de moderne tijd (sinds de 19e eeuw) een groeiend gevoel van existentiële machteloosheid — door materialisme, technologische krachten en sociale vervreemding. Maar hij interpreteerde dat als het gevolg van het feit dat de mens nu zelf de drager van geestelijke scheppingskracht moet worden.

In Christus en het menselijk zielenleven zegt hij:

“Wat vroeger door de goden werd gedaan, moet de mens nu zelf doen. Daarom moet hij eerst machteloos worden, opdat hij in zich het bewustzijn wekt: niet ik, maar Christus in mij.”

De moderne machteloosheid is dus de spiegel van de vroegere goddelijke almacht — maar nu verschoven naar het innerlijk van de mens.

3. De omvorming van machteloosheid tot morele kracht

Steiner spreekt in Die innere Natur des Menschen und das Leben zwischen Tod und neuer Geburt  over de Christus-impuls als morele energie. Deze energie kan echter alleen werken waar de mens niet uit macht, maar uit vrijheid en liefde handelt. Daarom is de ervaring van machteloosheid — persoonlijk, sociaal of moreel — het moment waarop het Christusprincipe in de ziel actief kan worden:

“In iedere machteloosheid die niet tot wanhoop leidt, maar tot liefde, werkt de kracht van Golgotha in de mens.”

Steiner zou dus zeggen: de moderne mens moet machteloos worden, zoals Christus machteloos werd op Golgotha, om in vrijheid de nieuwe geestelijke kracht te kunnen ontvangen.

De vrucht van vergeving: wanneer de geestelijke les leidt tot liefdevolle actie

Het is een vraag die we ons allemaal weleens stellen binnen de Een Cursus in Wonderen (ECIW) gemeenschap: Leidt onze diepe focus op innerlijke vrede en de oorzaak in de denkgeest niet tot een zekere passiviteit, een soort spirituele ik-gerichtheid? We weten dat we de wereld niet moeten proberen te veranderen, maar ons denken over de wereld. Maar wat gebeurt er als die innerlijke verschuiving klaar is? Vertaalt ware vrede zich dan niet in een actieve, liefdevolle dienstbaarheid?
De innerlijke Stem die Helen Schucman begeleidde tijdens het schrijven van de Cursus, stond ook in haar dagelijkse leven klaar met heel specifieke aanwijzingen. Deze ‘speciale boodschappen’ aan Helen en Bill Thetford vormen het overtuigende bewijs dat de Heilige Geest onze fysieke acties wel degelijk gebruikt als een cruciaal onderdeel van onze training.

Het lokaal van de geest: oorzaak en gevolg

De Cursus leert ons dat de denkgeest de Oorzaak is en de wereld het Gevolg. De vrede die we zoeken is een innerlijke beslissing. Het ego probeert dit principe te verdraaien: het zegt dat als de wereld een illusie is, we ons geen zorgen hoeven te maken over de vorm van ons gedrag. Dit is het gevaar van de spirituele isolatie waarvoor we op onze hoede moeten zijn.
Maar de Heilige Geest gebruikt het lichaam niet als een doel, maar als een middel voor communicatie en uitbreiding. Onze uiterlijke acties worden dan de vrucht van de innerlijke verschuiving, het bewijs dat we écht vergeving hebben gekozen.
De Stem, die Helen de Cursus dicteerde, wist dat ze deze innerlijke les in de praktijk moest brengen, vaak op manieren die voor haar ego zeer oncomfortabel waren.

Het bewijs in Helen’s leven: de therapeutische acties

Tijdens de jaren van het opschrijven van de Cursus ontving Helen geregeld persoonlijke begeleiding over de praktische toepassing van de principes in haar complexe en vaak conflictueuze werkomgeving. Deze instructies waren directe correcties op haar neiging tot oordelen en afzondering, de ultieme vormen van ik-gerichtheid. In haar biografie vinden we duidelijke, gedragsmatige opdrachten:

  • De plicht van vriendelijkheid: Helen ontving de instructie om een stervende vriend in het ziekenhuis te bezoeken. Dit was geen vage spirituele suggestie, maar een specifieke, fysieke daad die haar dwong voorbij haar eigen angst en ongemak te gaan.
  • Dienstbaarheid boven zelfzorg: Bij een andere gelegenheid kreeg Helen de opdracht haar schoonmoeder op een bepaalde avond te bezoeken, terwijl ze eigenlijk van plan was thuis te blijven om haar haar te wassen. Op het eerste gezicht een triviale beslissing, maar in feite een directe confrontatie. De Stem daagde haar uit om de prioriteit van een egoïstische voorkeur (persoonlijk comfort) op te offeren ten gunste van een daad van relatieheling.
  • Het loslaten van wreedheid: De meest intieme toepassing van de Cursusprincipes vond plaats in haar relatie met Bill Thetford. De Stem confronteerde Helen direct met het ‘wrede’ en ‘lelijke’ karakter van haar gedrag jegens Bill. Hoewel de specifieke correctie in vorm niet altijd gedetailleerd is, was de opdracht glashelder: corrigeer je onvriendelijke, oordelende gedrag. De ultieme daad van vergeving is de correctie van je eigen gedrag tegenover je naaste.

Deze persoonlijke lessen onthullen de sleutel: de Heilige Geest gebruikt de fysieke vorm van actie om de innerlijke weerstand van het ego bloot te leggen. Als de vrede van binnenuit echt is, is de liefdevolle uitbreiding naar buiten toe automatisch en onvermijdelijk.

De ultieme daad van uitbreiding: het mandaat

Naast de individuele instructies, gaf de Stem ook een grootschalige, uiterlijke opdracht die het idee van passiviteit tegenspreekt. De Stem droeg de Foundation for Inner Peace (FIP), de uitgever van de Cursus, specifiek op om Een Cursus in Wonderen te publiceren, verspreiden en bespreken. Dit is de meest concrete daad van dienstbaarheid die door de Stem is opgelegd. Het vereiste fysieke actie: het drukken van boeken, vertalingen in 27 talen  en het verspreiden van het gedachtesysteem aan de wereld.

Het evenwichtige pad: vorm volgt inhoud

De angst voor ik-gerichtheid verdwijnt zodra we accepteren dat Liefde, per definitie, niet opgesloten kan worden. Ze moet worden uitgebreid. De historische instructies aan Helen Schucman bewijzen dat onze weg niet die van passiviteit is, maar van gerichte actie vanuit de Heilige Geest. We worden niet gevraagd om willekeurige humanitaire taken te verrichten (dat is vaak het ego aan het werk), maar om liefde en vergeving toe te passen op de specifieke, conflictueuze relaties in ons leven. De vrede is de keuze die we in onze denkgeest maken. De actie is de demonstratie van die keuze in de wereld.

De ziel als brug

“Toevallig” bekeek ik vandaag deze video over de visie van Edgar Cayce op geest en ziel en ik vond dat deze naadloos aansloot op de blog van gisteren: “We vormen een brug”. Edgar Cayce (1877–1945) was een beroemd Amerikaans paranormaal medium en helderziende, bijgenaamd de “Slapende Profeet,” omdat hij in een diepe trance medische diagnoses en spirituele lezingen gaf. Zijn duizenden lezingen over gezondheid, reïncarnatie en spiritualiteit hebben hem tot een grondlegger van de New Age-beweging gemaakt. Ik kan je de video van harte aanraden maar als je dat te lang vindt duren of liever leest dan volgt hier een samenvatting:

Het concept van ziel en geest is een hoeksteen van spiritualiteit en religie. Velen gebruiken de termen door elkaar, alsof ze naar dezelfde onzichtbare essentie verwijzen. Toch bood Edgar Cayce in zijn lezingen een onderscheid dat ons begrip van het menselijk wezen verdiept. Volgens Cayce is het essentieel om te begrijpen dat je ziel en je geest niet hetzelfde zijn. Deze subtiele maar cruciale nuance herdefinieert onze relatie tot het leven, de dood, en ons spirituele doel. Het niet inzien van dit verschil, zo waarschuwde Cayce, kan ertoe leiden dat de ziel gevangen blijft in een cyclus van verwarring en onnodig lijden.

Cayce zag het menselijk wezen als een harmonieuze drie-eenheid: lichaam, ziel en geest. Het lichaam is daarbij slechts het tijdelijke voertuig, het omhulsel dat de ziel in staat stelt het materiële leven te ervaren. De ware diepgang zit in de relatie tussen ziel en geest. De Geest is volgens Cayce de goddelijke vonk zelf – puur, perfect en onveranderlijk. Het is de directe reflectie van de Schepper in ons, de eeuwige adem die ons bestaan bezielt. De Geest is de bron van al het leven en kan nooit worden aangetast of vernietigd. Hij kent geen angst en is onsterfelijk. Hij fungeert als een constante, stille aanwezigheid, een innerlijk kompas van perfectie.

De ziel daarentegen is de reiziger, de brug tussen de goddelijke perfectie van de Geest en de menselijke ervaring. Cayce beschreef de ziel als het verslag van het leven. Ze draagt de herinnering aan haar goddelijke oorsprong, maar ook de littekens van de tijd. De ziel is het deel van ons dat leert, valt, liefheeft, lijdt en groeit door talloze incarnaties. Ze is gevormd door de vrije wil en reflecteert met elke gedachte, emotie en actie haar staat van zijn. De ziel is voortdurend bezig met het schrijven van haar verhaal, op zoek naar eenwording met haar spirituele bron. Cayce vatte het kernachtig samen: “De geest is leven, de ziel is het verslag van dat leven.”

Het ultieme doel van de ziel is om zich bewust te worden van de innerlijke perfectie van de Geest en die zuiverder te weerspiegelen in de materiële wereld. Ware vervulling ligt in deze spirituele afstemming, de staat waarin de ziel de wil van de Geest niet langer weerstaat. Het leven wordt dan geen slagveld, maar een klaslokaal vol kansen voor groei en inzicht. Cayce benadrukte dat deze harmonie wordt bereikt door bewuste keuzes en door te leven in liefde. Liefde is de taal van God en de vibratie van de Geest. Elke daad van liefde stemt de ziel af op haar goddelijke bron. Door vergeving lossen we de barrières op die de goddelijke stroom blokkeren. We stoppen met oordelen, omdat we zien dat iedereen een ziel is in een andere fase van haar reis naar herinnering.

Cayce wijst op het belang van afstemming op de goddelijke bron in alle rust en stilte. Stop met zoeken naar God in de buitenwereld; Hij is in de stilte van je eigen hart. Meditatie en gebed zijn manieren om te luisteren naar die ‘stille, zachte stem’ van de Geest die altijd tot ons spreekt.

Volgens Cayce is lijden vaak een gevolg van vergetelheid of ‘spirituele slaap’, waarbij de ziel haar goddelijke oorsprong en de aanwezigheid van de Geest negeert. Zonde is in wezen scheiding -het moment waarop de ziel handelt zonder bewustzijn van haar Geest. De Geest veroordeelt de ziel echter nooit voor haar omzwervingen. Integendeel, de Geest wacht geduldig met oneindige genade en nodigt de ziel uit om terug te keren naar het licht. Lijden is in dit licht geen straf, maar een kans om te herontdekken wat werkelijk van belang is. Het is een mogelijkheid voor de ziel om te ontwaken.

Cayce’s inzicht leidt tot de conclusie dat we niet één of twee, maar drie-delige wezens zijn. Door het onderscheid tussen de vergankelijke ziel (ons levensverhaal) en de onveranderlijke Geest (de goddelijke vonk) te begrijpen, kunnen we stoppen met zoeken naar redding in de buitenwereld en beginnen met het cultiveren van de eenheid in onszelf. Het doel is om God vandaag te openbaren door de harmonie tussen onze ziel en onze Geest. Door liefde, vergeving en bewuste keuzes wordt ons leven een reflectie van de perfectie die we al in ons dragen. De uitnodiging van Edgar Cayce is er één van diepgaande introspectie en het moedige besluit om te leven als een ziel die geleid wordt door de Geest.
https://youtu.be/75Pp4lQungg?si=_X34i85nQJW5bYrc

We vormen een brug.

<Ik zag een overeenkomst tussen Een Cursus van Liefde, een inzicht van Rudolf Steiner en de term “decision maker” die door Ken Wapnick werd ingevoerd om ECIW uit te leggen. Ik vroeg Gemini (AI) om dit uit te werken>

De Beslissingsmaker: Hoe het Christus-bewustzijn de Brug Slaat tussen Hemel en Aarde 🌍✨

We worden voortdurend heen en weer geslingerd tussen twee schijnbaar onverzoenbare polen: het aardse, het materiële, de zwaarte van het ego en de verheven, ongrijpbare lichtheid van de Geest. Maar wat als onze ware identiteit niet in een van de uitersten ligt, maar in het neutrale punt daartussen?

Inzichten uit spirituele en filosofische teksten — van Een Cursus van Liefde tot de antroposofie van Rudolf Steiner en de psychologie van Ken Wapnick — wijzen verrassend eenduidig naar de centrale rol van een Bemiddelaar of Beslissingsmaker. Dit is het fascinerende concept van de Middenpositie.

De Drie Bronnen van de Middenpositie

Hoewel de terminologie verschilt, komt de functie van deze middenpositie in alle drie de fragmenten op hetzelfde neer: het is de noodzakelijke schakel voor leren, balans en bevrijding.

1. Het Christus-bewustzijn als de Brug (Een Cursus van Liefde)

De Prelude van Een Cursus van Liefde stelt een fundamentele vraag: voor wie is deze cursus bedoeld? Het antwoord is verrassend. Het is niet voor het ego (dat niet kan leren) en ook niet voor de Geest (die het niet nodig heeft).

De Cursus is bedoeld voor het Christus-bewustzijn in jou.

  • Tegengestelde Polen: De wereld van de heerschappij van het ego (aards, afscheiding) en de wereld van de Geest (Hemel, eenheid).
  • De Middenpositie: Het Christus-bewustzijn (P.6). Dit is het deel in ons dat tussen twee werelden zweeft en in staat is de twee werelden te overbruggen (P.7). Het is onze ware identiteit, degene die in menselijke vorm kan leren.

Deze Christus-identiteit is de “beslissingsmaker” die kiest om de scheiding te beëindigen en in een staat van eenheid te leren. Het is de menselijke, lezende en kiezende expressie van God, nodig zolang we ons nog in de illusie van afscheiding bevinden.

2. Christus als de Balans (Rudolf Steiner)

Rudolf Steiner beschrijft de mensheid als gevangen tussen twee kosmische krachten die ons uit balans trekken: Lucifer en Ahriman.

  • Tegengestelde Polen:
  • Lucifer: Trekt ons omhoog, weg van de aarde. Gevaar is zweverigheid, egocentrisme, verachting van het materiële (te licht).
  • Ahriman: Trekt ons naar beneden, de materie in. Gevaar is materialisme, cynisme, verlies van spiritualiteit (te zwaar).
  • De Middenpositie: Christus fungeert als het evenwichtspunt, de “Middenweg”. Hij maakt het mogelijk om met beide voeten op de aarde te staan (Ahriman tegemoet te treden) terwijl we ons hoofd in de hemel houden (zonder aan Lucifer ten prooi te vallen).

Bij Steiner is Christus de dynamische kracht die ons toelaat de aarde te doordringen met geest, een integratie die beide uitersten vermijdt. Dit is de ultieme daad van een beslissingsmaker: de keuze voor integriteit en balans.

3. De Denkgeest als de Beslissingsmaker (Ken Wapnick)

Ken Wapnick, een sleutelfiguur in de verspreiding van Een Cursus in Wonderen, geeft dit concept een psychologische naam: “The Decision Maker” (de Beslissingsmaker).

  • Tegengestelde Polen: De stem van het ego (afscheiding, schuld) en de stem van de Heilige Geest (vergeving, vrede).
  • De Middenpositie: De Beslissing-maker. Dit is niet zelf het ego of de Heilige Geest, maar het neutrale punt dat steeds kiest welk denksysteem het wil volgen.

De bevrijding, volgens Wapnick, komt wanneer we ons bewust worden van deze neutrale positie en bewust voor de Heilige Geest kiezen. De denkgeest is de neutrale arena, de plaats waar de keuze gemaakt moet worden.

De Kracht van de Keuze

Wat deze bronnen verenigt, is de erkenning van een cruciaal tussenliggend gebied binnen de mens.

Dit gebied—of het nu het Christus-bewustzijn, de Middenweg of de Beslissingsmaker is—is de essentie van onze menselijke reis. We zijn geen puur ego, noch zijn we de pure, onveranderlijke Geest. We zijn de entiteit die leert en kiest tussen die twee.

Het is in deze middenpositie dat we onze goddelijke opdracht volbrengen: de verzoening van de geest met de materie. We zijn hier niet om aan de aarde te ontsnappen (Lucifer) of om ons erin vast te roesten (Ahriman). We zijn hier om de Geest (Heilige Geest) in de vorm (Aarde) te brengen door een bewuste keuze (Beslissingsmaker).

De Beslissingsmaker is de ware held van dit verhaal: Jij. Je bent de brug. En op elk moment kun je kiezen om je ware, lerende, Christus-identiteit te belichamen, waardoor de wonderen mogelijk worden.

De volgende keer dat je je verscheurd voelt, herinner je dan dat je niet verscheurd bent. Je staat op de perfecte, krachtige plek om te kiezen. Je bent de Beslissingsmaker, de Middenweg, de Christus in actie.

De Cursus als Luciferische ontsporing?

Eerder postte ik de volgende tekst:

Volgens Rudolf Steiner zijn er twee grote tegenkrachten die de mensheid uit evenwicht proberen te trekken.

Lucifer:

· Zijn aard: De “Lichtbrenger”, de geest van hoogmoed, schoonheid, vrijheid en ongebondenheid. Hij trekt ons omhoog, weg van de aarde.

· Zijn verleiding: Hij wil dat wij ons als puur geestelijke wezens beschouwen, die de aarde en het materiële verachten. Hij spoort aan tot mysticisme, dromerigheid, het verachten van het lichaam en de techniek, en tot spiritualiteit zonder verantwoordelijkheid voor de aarde.

· Zijn gevaar: Een te sterke luciferische invloed leidt tot egocentrisme, waanideeën, wereldvlucht en het verliezen van ons gevoel voor realiteit. We worden “te licht”, zweverig en onaards.

Ahriman:

· Zijn aard: De “Geest van de Duisternis”, de geest van materialisme, starheid, intellectualisme en zwaarte. Hij trekt ons naar beneden, de materie in.

· Zijn verleiding: Hij wil dat wij geloven dat alleen de stoffelijke wereld bestaat. Hij is de drijvende kracht achter het materialistische wetenschappelijke paradigma, bureaucratie, technologie zonder ziel, en pure intellectualiteit.

· Zijn gevaar: Een te sterke ahrimanische invloed leidt tot atheïsme, cynisme, verlies van alle spiritualiteit, verslaving aan genot, en een kil, mechanisch wereldbeeld. We worden “te zwaar”, vastgenageld aan de stof.

Dierbare lezers van de blog wezen op het hoge Luciferische gehalte van Een Cursus in Wonderen (ECIW). Ik zie dit als zeer rake en herkenbare kritiek. Binnen de ECIW-gemeenschap is helaas bagatellisering van de ellende die we in de wereld zien en in ons eigen leven aan de orde van de dag. Sommige bekende Cursus-leraren kunnen zich dan ook helemaal niet vinden in de Bijbelse Jezus die zich bekommerde om het wel en wee van zijn tijdgenoten; niet alleen om hun spirituele welzijn en hun “innerlijke vrede”, maar ook om hun fysieke noden. Hij gaf ze eten en genas hun kwalen. Zijn nadruk op goed handelen wordt het best geïllustreerd door de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, een parabel die ik als bekend veronderstel.

Ik kan niet ontkennen dat er niet weinig teksten in ECIW staan die je Luciferisch zou kunnen noemen. De nadruk ligt sterk op de geestelijke aard en werkelijkheid van de mens. ECIW noemt de ons bekende wereld die we waarnemen een illusie en een door ons bedachte hel. Zou de bevrijding uit deze hel die ECIW ons biedt niet een Luciferische vlucht uit de werkelijkheid kunnen zijn?

Deze vraag houdt me bezig en ik wil graag mijn inzicht en gevoel hierover delen met jullie. Niet als een “zo zit het”, maar als uitgangspunt voor het delen van onze overwegingen.

In mijn beleving vormt de Cursus een tegenwicht tegen de Ahrimanische neigingen van onze tijd. Lees bovenstaande beschrijving nog maar eens door en oordeel zelf. Ik onderschrijf de rol van “De Christus” zoals Rudolf Steiner deze verwoordt:

Christus biedt de kracht om tussen deze beide polen te staan. Hij leert ons om met beide voeten op de aarde te staan (Ahriman tegemoet te treden) terwijl we ons hoofd in de hemel houden (zonder aan Lucifer ten prooi te vallen). Hij maakt het mogelijk om de aarde te doordringen met geest, in plaats van eraan te ontsnappen of erin vast te roesten.

Omdat ECIW vooral bedoeld is om tegengas te bieden aan de overheersende Ahrimanische tendens van de hedendaagse mensheid, kunnen teksten Luciferisch klinken. De exegeet van de Cursus van het eerste uur, Ken Wapnick, is vol op het orgel van de Luciferische correctie gesprongen. Tekenend hiervoor is dat de organisatie die hij heeft opgericht de naam: “Foundation of Inner Peace” draagt. Er kwam grote nadruk te liggen op het corrigeren van onze perceptie en op het onderkennen van de illusoire aard van het lichaam en de wereld. De Bijbels geschiedenis, als onderdeel van deze wereld, past dan ook nauwelijks in zijn visie. Door zijn interpretatie van de Cursus krijgt deze dan ook terecht als kritiek dat het mensen vervreemdt van de wereld, van hun lichaam en van hun naasten. Hiermee lijkt het pleit beslecht en de conclusie gerechtvaardigd dat ECIW een Luciferische levensvisie voorstaat.

Ware het niet dat er al snel een tegengeluid klonk in Cursus-land uit monde van Robert Perry van The Circle of Atonement. Hij benadrukte dat de hoofdbetekenis van het wonder niet een correctie van onze perceptie is maar het uiten van liefde. Hij gaat niet mee in het vergeestelijken van de cursus en meent dat liefde zich kan uiten in de wereld. Liefde dient handen en voeten te krijgen in het contact met onze naasten. Hij ontkent niet dat ECIW de Bijbel op sommige punten herinterpreteert maar hij benadrukt de grote continuïteit tussen Bijbel en ECIW en wijst ons op de tientallen plaatsen waar Jezus in de oorspronkelijke Cursus verwijst naar Bijbelpassages.

Door hier Ken Wapnick en Robert Perry zo sterk tegenover elkaar te stellen doe ik beide niet geheel recht, dat besef ik. Maar ik doe het hier bewust om mijn punt te maken. In mijn beleving ontkent ECIW niet onze ervaring van het lichaam en de wereld. Dat doet Wapnick overigens ook niet. Deze ontkenning wordt door Jezus onwaardig genoemd, in de zin dat we daarmee de macht van onze eigen denkgeest ontkennen. De Cursus klinkt soms Luciferisch in haar poging onze Ahrimanische neiging te corrigeren. Maar deze Luceferische toon is sterk aangezet door de extra nadruk die sommige ECIW-leraren gelegd hebben (en nog steeds leggen) op dit Luciferische aspect van de Cursus. Zelfs in een heel vroeg stadium van de ontstaansgeschiedenis van ECIW zijn talloze te “aardse, persoonlijke, praktische” fragmenten weggeredigeerd. Niet voor niets heeft Robert Perry een oorspronkelijke en veel dikkere versie van ECIW ( The Complete edition) samengesteld en uitgebracht.

Ik zie dus niet zozeer ECIW als Luciferische ontsporing als wel de (goedbedoelde) eenzijdige en selectieve interpretatie die sommigen aan de Cursus gegeven hebben en nog steeds geven. Ik meen dat de inzichten van Rudolf Steiner, die hij doorgaf lang voordat we de Cursus mochten ontvangen, ons kunnen helpen om met onze voeten stevig op de grond onze armen op te heffen naar de hemel. Niet met het verzoek om weg te mogen zweven maar om Zijn Liefde kenbaar te maken en Zijn Wil (die gelijk is aan onze Wil) te laten geschieden: “Zowel in de Hemel als ook op aarde”.

Uw Wil geschiede, Goddank!

Het kan verhelderend werken om eens uit te zoomen en als het ware van een afstandje te kijken naar de situatie waarin we ons lijken te bevinden. Waar we dan op uit komen is dat we denken zelfstandige wezentjes te zijn en dat we bepaalde dingen moeten denken en doen om gelukkig te worden. We denken dat veel van ons zelf afhangt en we houden graag de touwtjes in handen omdat we een hekel hebben aan afhankelijkheid van anderen. Ons leven staat in het teken van streven naar zekerheid, sensaties en macht. Vermoedelijk geldt dit voor mensen in het algemeen maar ik zie het vooral duidelijk terug bij de “echt mannelijke mannen”. Ze zouden sterk, rationeel en onafhankelijk moeten zijn hoewel er tegenwoordig gelukkig ook meer ruimte is voor gevoel en emotie.

Als je dan bezig gaat met spiritualiteit in het algemeen en met Een Cursus in Wonderen (ECIW) en Een Cursus van Liefde (ECvL) in het bijzonder dan hoor je een visie die niet direct aansluit bij ons ideaalbeeld. Ik zou dit op talloze manieren kunnen illustreren met teksten uit de Cursus maar kies er één die ongetwijfeld erg belangrijk is omdat Jezus er de werkboeklessen mee besluit en deze les een aantal keren herhaalt (Les 361-365):

Dit heilig ogenblik wil ik U geven.
Neemt U het in handen. Want U wil ik volgen,
in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.

En als ik een woord nodig heb om me te helpen, zal Hij het me geven. Als ik een gedachte nodig heb, geeft Hij me die ook. En als ik alleen maar stilheid nodig heb en een rustige, open denkgeest, dan zijn dat de gaven die ik van Hem ontvangen zal. Hij heeft de leiding, op mijn verzoek. En Hij zal me horen en antwoord geven, want Hij spreekt namens God, mijn Vader, en Zijn heilige Zoon.

Uit deze werkboekles spreekt in mijn beleving eerbiedige overgave en liefdevol vertrouwen. Als ik dit ter sprake breng in gesprek met andere mannen dan merk ik dat er soms wat meewarig naar me gekeken wordt. Men kent me ondertussen wel een beetje en weet dat ik graag aangeef dat ik me probeer af te stemmen op- en over te geven aan de Liefde die mijn Bron is. Dat ik dankbaar en vol verwondering ben dat ik mag leven. Maar dit is niet altijd een houding die respect afdwingt bij mannen onder elkaar. Mijn houding riekt voor hen naar ouderwets geloof en devotie en dat zouden zaken zijn die niet echt meer van deze tijd zijn.

Soms bedenken medestudenten van de Cursus een soort truc waardoor de afhankelijkheid die doorklinkt in deze werkboeklessen wat kan worden afgezwakt. Men stelt dan dat er geen God of Heilige Geest buiten onszelf bestaat en dat je dus net zo goed kunt stellen dat we ons moeten afstemmen op ons hogere Zelf of op het juist gerichte gedeelte van onze denkgeest. Wat mij betreft mag je het ook zo omschrijven maar ondanks het feit dat je mogelijk metafysisch gezien gelijk hebt om het zo te formuleren, vrees ik toch dat je de deur voor het ego hiermee op een kier zet en dat je jezelf hiermee de Hulp en Kracht onthoudt die je zou kunnen ontvangen.

Want wellicht is het verstandelijk en conceptueel gezien correct om God en de Heilige Geest niet als van ons afgezonderde entiteiten voor te stellen buiten ons en los van ons. We zijn immers in een heilige relatie innig verbonden als Zonen met onze Vader, de Schepper. Er is geen grens tussen ons. Dit maakt ons echter weliswaar Goddelijk, geschapen door God, maar niet tot God. Als we Hem en onszelf verstandelijk gelijkstellen dan slaan we het mysterie van de schepping plat en stellen we onbewust ons kleine zelf gelijk aan God. In de Bijbel wordt dit de oerzonde genoemd, de mens met kleine m die op de troon van God wil gaan zitten. Dit is in feite de ultieme viering van onze vermeende zelfstandigheid of, in cursus-termen, het ultieme geloof in afgescheidenheid. Het is deze gemene valkuil waartegen ik zo dikwijls geageerd heb in talloze blogs en die ik heb aangeduid als een hyperabstracte eenheidsfilosofie. Het is een visie die theoretisch klopt (“Er is geen verschil tussen God en mij en tussen mij en mijn broeders”) maar die ons vastbindt in ons geloof in afgescheidenheid als we deze visie belijden terwijl we ons nog onbewust identificeren met ons kleine zelf. En helaas is dit het geval voor ons allemaal met, naar ik vermoed, Jezus als enige uitzondering.

Ik hoop dat je deze uitleg niet alleen probeert te snappen maar ook te doorvoelen. Dat je letterlijk gevoel krijgt voor onze onschuldige maar toch blokkerende onbewuste arrogantie waarbij we weigeren om ons over te geven aan Liefde, onze Bron, de Vader of de Heilige Geest. Juist deze weinig populaire en al helemaal niet mannelijke houding blijkt een machtige sleutel die Jezus ons biedt in deze werkboeklessen. Denk ook eens aan het begin van het “Onze Vader” dat Jezus ons leert in de Bijbel:

“Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd.
Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde.”

Wij vinden onze wil belangrijk omdat we op eigen beentjes willen staan. We beseffen niet dat wat we ten diepste willen de Wil van onze Vader is. Zijn Wil is Liefde uitbreiden, en dit is ook de wil van ons, Zijn Zonen. Het is dus een heerlijke paradox: we mogen de touwtjes uit handen geven en ons in Zijn armen werpen en laten liefhebben om onze echte Wil te ontdekken. Liefde is middel en doel: “in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft”.

10 jaar ECIW-coach website

Vandaag is het 10 jaar geleden dat ik op www.eciwcoach.com mijn eerste blog postte. Eerlijk gezegd kan ik me nauwelijks meer herinneren wat mij precies hiertoe dreef. Ik was toen al ongeveer vijf jaar student van de Cursus en zwaar onder de indruk van dit meesterwerk – zoals dat nog steeds het geval is. Wat ik me wél herinner, is dat ik het altijd fijn heb gevonden om te schrijven over de zaken die me bezighouden, al vanaf mijn puberteit. Schrijven is voor mij een manier om de dingen die ik meemaak te verwerken en een plekje te geven. Ik vermoed dat mijn schrijfsels vooral nodig zijn om wat ik in de werkboeklessen van de Cursus ervaar te integreren in mijn leven. Daarom zijn de meeste blogs gebaseerd op een specifieke werkboekles, hoewel ik, zeker in de laatste jaren, er ook plezier in heb gekregen om mijn tanden te zetten in metafysische vraagstukken. Dit deed ik niet zozeer om mooie theorieën op te bouwen, maar om ook deze metafysica te doorvoelen en te doorleven.

Toen ik zelf nog ECIW-groepen bezocht, viel me op dat ECIW-leraren niet zo vaak iets prijsgaven van hun eigen zielenroerselen. Velen van hen leggen de Cursus uit en nodigen de toehoorders uit om vragen te stellen, waarna bekeken wordt hoe de theorie is toe te passen op de kwestie die wordt ingebracht. Dit is een liefdevolle en behulpzame benadering, zeker wanneer dit in gespreksvorm gebeurt. Maar in blogs is er in eerste instantie sprake van eenrichtingsverkeer. Als de leraar dan niets van zichzelf inbrengt, blijft er vaak weinig meer over dan een bladzijde uit een leerboek. Dat wilde ik niet; het voelde te afstandelijk. De enkele keer dat een ECIW-leraar wél aangaf hoe hij of zij iets beleefd had aan de hand van een werkboekles of cursuswijsheid, zat ik op het puntje van mijn stoel. Ik hoopte – en hoop nog steeds – dat lezers daarom ook iets hebben aan mijn zelfonthullingen. Het draait natuurlijk helemaal niet om mijn persoontje, maar om de herkenning van “mijn” ego-perikelen en hoe we met deze symptomen van ons geloof in afgescheidenheid kunnen omgaan onder leiding van de Heilige Geest.

Toen ik de naam van de website en van de bijbehorende Facebook-groep bedacht (die heette vroeger ook ECIW-coach, maar tegenwoordig Een Cursus in Wonderen – met elkaar), hoopte ik dat het een platform zou worden waar het delen van onze ervaringen centraal zou staan, zodat we elkaar verder konden coachen bij de beoefening van de Cursus. Deze hoop bleek niet realistisch: ik heb moeten leren dat Facebook toch vooral eenrichtingsverkeer oplevert, met weinig bezoekers die zelf iets posten. Het zij zo. Via de “opmerkingen” ontstaan gelukkig vaak toch leuke dialogen, en ik mocht achter de schermen – via persoonlijke berichten – mooie gesprekken hebben met medestudenten.

Ik wil iedereen bedanken voor de getoonde belangstelling, opmerkingen, vragen en bijdragen, en Ferry Rotterdam in het bijzonder voor zijn actieve rol als medemoderator van de Facebook-groep Een Cursus in Wonderen – met elkaar. Hoe het verder zal gaan met de website en met de groep? Ik heb geen idee, en dat hoeft gelukkig ook niet. De werkboekles van vandaag geeft, zoals altijd, het beste antwoord.

Hartegroet,
Simon Schoonderwoerd

Les 275

Gods helende Stem beschermt alles vandaag.

Laten we vandaag aandachtig luisteren naar de Stem namens God, die spreekt van een aloude les die vandaag niet méér waar is dan op enige andere dag. Maar deze dag is gekozen als het tijdstip waarop we zullen zoeken en horen en leren en begrijpen. Luister samen met mij. Want de Stem namens God vertelt ons van dingen die we op eigen kracht niet kunnen begrijpen, noch afzonderlijk kunnen leren. Hierin is alles beschermd. En hierin wordt de genezing door de Stem namens God gevonden.

Uw helende Stem beschermt alles vandaag en dus laat ik alles over aan U. Ik hoef me nergens zorgen over te maken. Want Uw Stem zal me zeggen wat ik moet doen en waarheen ik moet gaan, tegen wie ik moet spreken en wat ik hem moet zeggen, welke gedachten ik moet denken en welke woorden ik de wereld geven moet. De geborgenheid die ik breng, wordt mij gegeven. Vader, Uw Stem beschermt alles, door mij heen.