<Leven vanuit je Grote Zelf in een wereld vol angst>
De werkboeklessen gaan in deze periode over twee centrale thema’s: vergeving en het wonder. Ken Wapnick geeft aan dat deze begrippen erg dicht bij elkaar liggen. Vergeving verwijst hierbij vooral naar het proces, terwijl het wonder de correctie van onze waarneming zelf is.
Maar laten we ons hoofd niet breken over de terminologie van de cursus. Het is veel belangrijker dat hoofd en hart samen gericht zijn op eenheid en liefde. We kunnen de wereld en haar problemen namelijk aanvliegen vanuit het hoofd óf vanuit het hart. In eerste instantie is het nuttig om dit onderscheid te maken, want beide hebben hun valkuilen.
De balans tussen Hoofd en Hart
Als we te veel de nadruk leggen op één van beide aspecten, kan er scheefgroei ontstaan:
- Te veel “hoofd”: Ons hoofd kan terecht beredeneren dat de grenzen die onze zintuigen waarnemen, ons een onterecht beeld van afgescheidenheid voorschotelen. ECIW stelt dat dit aanvankelijk zelfs enig geloof van ons vergt. Maar als we hierin doorslaan, vervallen we in een hyper-abstracte theologie. We verliezen dan het gevoel, het besef dat we als Kinderen van de Vader gedragen worden door Zijn liefde en dat we onze broeders en zusters mogen liefhebben “gelijk ons Zelf”.
- Te veel “hart”: Ons hart geeft ons het gevoel voor verbondenheid en bewogenheid; het is de plek van verwondering over het mysterie van de schepping. Maar bij een teveel aan emotie zonder inzicht, kunnen we terugvallen in een duaal beeld van God en onze medemens. We willen dan weldoeners zijn, maar gaan twijfelen aan onszelf: schieten we niet tekort? Is God wel tevreden? Ideeën over zonde, schuld en angst sluipen dan ongemerkt onze mind weer binnen.
Daarom legt Een Cursus van Liefde (ECvL) extra nadruk op “heelheid-van-hart”. Dit is de staat van zijn waarin hoofd en hart samensmelten. We leven dan niet langer vanuit het geloof in afgescheidenheid (het kleine zelf), maar vanuit het diepe besef van eenheid met de Bron en met elkaar.
De wereld als spiegel
ECIW legt op onnavolgbare wijze uit dat de ellende die we in de wereld zien, niet de oorzaak is van onze nare gevoelens, maar het gevolg. De wereld die we zien is het spiegelbeeld van ons eigen geloof in afgescheidenheid.
Als wij, als Zoon van God, geloven dat we losstaan van de Vader en van elkaar, zien we een wereld vol afgescheidenheid en voelen we ons kwetsbaar. Dit vraagt om een klein beetje bereidwilligheid. Durven we te overwegen dat wij niet de slachtoffers zijn die rondwandelen in een vaststaande wereld, maar dat wij degenen zijn die deze wereld zelf maken, als een droom in onze mind? Denk aan de teksten die stellen dat we zelf betekenis geven aan alles, dat we geen slachtoffer zijn van de wereld die we zien en dat we onszelf “kruisigen” door onze gedachten.
De praktijk: Hoe werkt het wonder?
Dit lijkt misschien een onmogelijke geloofsstap. Daarom nodigt Jezus ons uit om de theorie even te laten voor wat het is en het gewoon te proberen. Hoe ziet dit er in de praktijk uit?
Stel je de volgende situatie voor:
- De trigger: Ik zie een naar persoon en ben ervan overtuigd dat hij mij boos maakt.
- De neiging: Ik wil mezelf verdedigen of de aanval inzetten.
- Het besef: Dan realiseer ik me dat ik hiermee mijn geloof in afgescheidenheid bevestig. Ik voel letterlijk hoe ik vanbinnen verhard.
- De keuze: Ik besluit pas op de plaats te maken en een andere keuze te maken.
- De uitnodiging: Ik vraag de Heilige Geest om mijn waarneming te corrigeren:
“Bron van Liefde, ik meen iemand te zien die anders is dan ik en die mij aanvalt. Help me om te zien dat mijn geloof dat ik afgescheiden ben van hem niet klopt. Ik weiger te kiezen voor verdediging of tegenaanval. Oei, wat valt dit me lastig; het lijkt of ik mezelf fop. Help me, Liefde!”
- Het wonder: Het wonder vindt plaats. Het is die vreemde maar fijne ervaring dat de boosheid verdampt. Er ontstaat ruimte voor een liefdevolle respons.
Van oordeel naar Grote Zelf
Gaandeweg, en door stug volhouden, ontdek je dat het klopt. Duistere gedachten en emoties zijn geen onvermijdelijk gevolg van de wereldproblematiek; er is een bevrijdende keuze mogelijk!
Je gaat er gevoel voor ontwikkelen dat je niet samenvalt met je kleine zelf. Je gaat zien dat het precies omgekeerd werkt: door onze keuze tot oordeel projecteren we – vanuit het Grote Zelf dat we in waarheid zijn – een klein zelf dat gelooft in afgescheidenheid. Angst en aanval maken de illusie dat je een kwetsbaar, lichamelijk wezen bent “echt” voor je.
De cursussen zijn er juist op gericht om dit mechanisme om te draaien. Door vergeving en door ons af te stemmen op de Heilige Geest, stappen we uit die projectie. We geven ons over, zodat we weer gaan leven vanuit ons Grote Zelf, dat in Heilige Relatie verbonden is met de Vader en met onze Broeders. Je merkt dat jouw vergevende houding werkt als balsem voor je ziel. Op dat moment vergt het wonder geen geloof meer, want je ervaart simpelweg wat verlossing inhoudt.
Door je zo telkens af te stemmen op eenheid, wordt je geest gevuld met “Gedachten die je denkt met God”. Omdat je gaat inzien dat jij degene bent die de narigheid projecteert, opent zich de weg naar dat waar projectie slechts een schaduw van is: extensie, de uitbreiding van liefde en schepping. We worden uitgenodigd om een nieuwe wereld te scheppen door een oneindige verdieping van onze verbondenheid.
Actuele toepassing: Strijdbaarheid vs. Verbondenheid
Vanmorgen las ik in de krant dat de “willingness to fight” (bereidheid om te vechten) in Nederland erg laag is en verhoogd moet worden gezien de dreiging in de wereld.
ECIW en ECvL laten een geluid horen dat hier 180 graden tegenin gaat: de “willingness to fight” mag vergeven worden en vervangen door de “willingness to unite”. Laten we niet wanhopen, noch meegaan in de verharding.
Wat is dan de uitnodiging als we geconfronteerd worden met beelden van geweld? Ze weglachen en ontkennen? Nee. Ze serieus nemen en vervallen in wanhoop? Ook niet.
De uitnodiging is om ze te zien en te beseffen dat we in de spiegel kijken van onze collectieve mind. Dit is hoe geloof in afgescheidenheid eruitziet: als een fysieke werkelijkheid vol dood en verderf. We kijken naar onze eigen roep om liefde.
Deze roep vraagt om een respons vanuit heelheid-van-hart. Er zijn geen vaste gedragsregels; ieder Kind van God verhoudt zich op unieke wijze tot wat zich aandient. Het is onze houding die telt: kijken we vanuit angst of vanuit liefde? Als we kiezen voor liefde, treedt er een Kracht in werking die door ons heen precies dat zal doen wat nodig is.
Moge Zijn Wil geschieden, zowel in de hemel als op aarde, want deze zijn tenslotte één.

