Wat is Een Cursus in Wonderen (ECIW)?


Lieve bezoeker van deze site!

Deze site bestaat nu ongeveer 10 jaar. In 2015 en 2017 gaf ik op deze pagina aan hoe ik ECIW zag (zie einde van deze pagina). Nu, eind 2025, vind ik het tijd voor een update.

Hartegroet,

Simon Schoonderwoerd

Een reis door de metafysica en de praktijk van Een Cursus in Wonderen

Inleiding: De zoektocht naar vrede

Welkom. We zijn hier samen om te kijken naar een fenomeen dat voor velen van ons het leven totaal op zijn kop heeft gezet, of – beter gezegd – eindelijk weer rechtop heeft gezet. We gaan het hebben over Een Cursus in Wonderen. Het is een dik, blauw boek vol met complexe termen, christelijke symboliek en psychologische diepgang. Maar als we heel eerlijk zijn, als we door de honderden pagina’s heen kijken naar de kern, dan is de boodschap verbluffend eenvoudig.

Misschien kent u de beroemde samenvatting waarmee de Cursus zichzelf introduceert:

“Niets werkelijks kan bedreigd worden. Niets onwerkelijks bestaat. Hierin ligt de vrede van God.”

In die drie zinnen ligt alles besloten. Maar om die zinnen niet alleen intellectueel te begrijpen, maar ze echt te voelen en te leven, moeten we een reis maken. Een reis van de eenheid van God, naar de verwarring van onze droomwereld, en weer terug naar huis. Vandaag wil ik jullie meenemen op die reis, langs de valkuilen en de wonderen, om uiteindelijk uit te komen bij wie wij werkelijk zijn.

Deel 1: De Aard van de Werkelijkheid

Laten we beginnen bij het begin, of eigenlijk: vóór het begin. Laten we beginnen bij God.

In onze menselijke taal is het bijna onmogelijk om over God te spreken zonder Hem tekort te doen, maar de Cursus doet een poging. God is Één. En God is Liefde. Het is een staat van zijn die volkomen geestelijk is. Er is daar geen materie, geen tijd en geen ruimte. Er is geen ‘daar’ en geen ‘hier’, geen ‘toen’ en geen ‘straks’. Er is alleen een eeuwig ‘Nu’ van pure, ongedifferentieerde eenheid.

Nu zou je kunnen denken: in zo’n statische eenheid, daar kan toch niets gebeuren? Als alles één is, is er dan geen stilstand?

Hier stuiten we op het eerste grote mysterie. Omdat God niet alleen Één is, maar ook Liefde, gebeurt er iets wat voor ons verstand nauwelijks te bevatten is. Liefde heeft namelijk een inherente eigenschap: Liefde wil zichzelf uitbreiden. Liefde wil delen. Liefde kan niet ingeperkt blijven.

En zo breidt Liefde zichzelf uit binnen die eenheid. Wij, u en ik, in onze diepste essentie, zijn die uitbreidingen. In de Cursus worden we de ‘Gedachten van God’ genoemd. En net zoals een gedachte de geest niet verlaat die hem denkt, zo verlaten wij God nooit. Wij zijn net zo geestelijk, net zo tijdloos en net zo vormloos als onze Bron.

Het is een prachtig, onbegrijpelijk mysterie: alles blijft één, en toch zijn wij op een bepaalde manier onderscheiden. Niet gescheiden van God, maar onderscheiden binnen God. Je kunt het zien als een vlam die een andere vlam aansteekt. De tweede vlam is uniek, maar het vuur is precies hetzelfde en ze zijn onlosmakelijk verbonden in dezelfde hitte en hetzelfde licht.

In die tijdloze werkelijkheid vindt er een voortdurende uitwisseling van liefde plaats. Een eeuwige lofzang tussen de Schepper (God de Vader) en zijn scheppingen (de Zoon, of het Zoonschap). In die staat ontbreekt het ons aan niets. We zijn volmaakt gelukkig, volmaakt veilig en volmaakt in vrede. Dit is onze ware identiteit.

Deel 2: De Droom van Afscheiding

Maar als ik nu om me heen kijk, en als u naar uw eigen leven kijkt, dan is dat waarschijnlijk niet uw directe ervaring. We voelen ons vaak niet volmaakt veilig. We voelen ons niet altijd één met elkaar. We zien oorlog, we voelen pijn in ons lichaam, we maken ons zorgen over onze bankrekening en we hebben conflicten met onze buren.

Wat is er aan de hand? Hoe zijn we van die hemelse eenheid hier beland?

Het antwoord van de Cursus is radicaal: We zijn hier helemaal niet.

De Kinderen van God zijn hun identiteit vergeten. We zijn in slaap gevallen. Wat wij ons ‘leven’ noemen, is in werkelijkheid een droom. Een collectieve droom waarin we ons verbeelden dat we losgeraakt zijn van God en los zijn van elkaar.

Stel je voor dat je ’s nachts droomt dat je achternagezeten wordt door een monster. Je hart bonst, je zweet, je voelt echte angst. In de droom is het monster echt. De straat waarin je rent is echt. De tijd tikt weg. Maar zodra je wakker wordt, besef je: het gebeurde allemaal in mijn eigen geest. Ik lag al die tijd veilig in bed.

Zo beschrijft de Cursus onze realiteit. Binnen de geestelijke werkelijkheid dromen wij een droom van tijd en ruimte. Dankzij die gedroomde tijd en ruimte lijken er vormen te bestaan. We menen geboren te worden in een kwetsbaar lichaam. We denken dat er een God bestaat die ergens ver weg buiten ons staat – en die misschien wel boos op ons is. En we zien andere mensen rondlopen die volkomen los van ons lijken te staan.

Deze droom is, zoals we allemaal weten, niet altijd plezierig. Sterker nog, de Cursus noemt het vaak een nachtmerrie. Waarom is deze droom zo pijnlijk? Dat komt door drie fundamentele, vaak onbewuste overtuigingen die we met ons meedragen sinds het moment dat we dachten ons af te scheiden:

  1. Zonde: We menen, diep vanbinnen, dat we iets vreselijks hebben gedaan. We hebben ons losgerukt van onze Bron. We hebben ‘nee’ gezegd tegen de eenheid. We geloven dat we gezondigd hebben.
  2. Schuld: Omdat we geloven dat we gezondigd hebben, voelen we ons schuldig. Dit is een knagend gevoel van ‘niet goed genoeg zijn’, van tekortschieten.
  3. Angst: En waar schuld is, volgt onvermijdelijk angst. Want als je schuldig bent, verdien je straf. We zijn – onbewust – doodsbang dat God ons zal komen halen om ons te straffen voor onze arrogantie.

Dit mechanisme van zonde, schuld en angst houdt de droom in stand.

Deel 3: Het Zoeken in de Mist

Ergens, heel ver weggestopt in een uithoek van onze geest, is er nog een herinnering. Een vage herinnering aan de Waarheid. Een echo van toen we één waren met God, intens gelukkig en zonder enig gebrek. We missen dat. We voelen een fundamentele leegte.

Maar omdat we vergeten zijn wat we precies missen, gaan we zoeken op de verkeerde plek. We zoeken ons geluk binnen de droom. We denken: “Als ik die baan krijg, dan ben ik veilig.” Of: “Als ik die partner vind, dan ben ik geliefd.” We streven naar zekerheid, naar sensatie, naar macht en bezit.

We weten niet meer wie we zijn, en daarom proberen we onszelf te definiëren door wat we hebben. Maar in een wereld van schaarste – want in de droom lijkt er nooit genoeg voor iedereen – raken we verwikkeld in een strijd. Jouw winst is mijn verlies. Als jij dat huis koopt, kan ik het niet meer kopen. We geloven in kwetsbaarheid en tekort.

En hoe reageren we daarop? Met wat de Cursus het ego noemt. We versterken de illusie door ik-gericht gedrag. We vallen aan om onszelf te verdedigen. We oordelen over anderen om onszelf beter te voelen. We bouwen muren om ons hart. En met elke aanval, met elk oordeel, maken we de droom voor onszelf echter en steviger. We vergeten steeds meer wie we zijn.

Deel 4: Projectie en Perceptie

Hier komen we bij een cruciaal mechanisme uit de Cursus, misschien wel het belangrijkste psychologische inzicht dat het ons biedt: Projectie geeft perceptie.

Wat betekent dit? Het betekent dat de wereld die we zien, niet de oorzaak is van onze gevoelens, maar het gevolg ervan.

Omdat we diep vanbinnen die ondraaglijke schuld en angst voelen over onze vermeende scheiding van God, zoeken we een manier om dat rotgevoel kwijt te raken. Wat doet de menselijke geest? Hij projecteert. Hij spuugt het naar buiten.

We zeggen in feite: “Ik ben niet schuldig, jij bent het. De wereld is slecht. De politiek is corrupt. Mijn partner luistert niet.”

We projecteren de onvrede in onze eigen geest op de wereld om ons heen. Zo ontstaat de wereld van vormen, tijd en ruimte. Het is letterlijk een projectie van onze innerlijke staat. De Cursus zegt het heel scherp:

“De wereld is slechts een weerspiegeling van wat jij innerlijk wilt zien.”

We hebben gekozen voor zintuiglijke waarneming – zien, horen, voelen – met een specifiek doel. Niet om de waarheid te zien, maar om de afscheiding echt te maken. We willen bewijzen dat we op eigen benen staan, los van God. De materiële wereld fungeert als een rookgordijn. Zolang ik me druk maak over de problemen in de wereld, hoef ik niet naar binnen te kijken naar mijn eigen keuze voor afscheiding.

We leven dus in een spiegelpaleis. We denken dat we naar buiten kijken, maar we kijken constant in de spiegel van onze eigen overtuigingen: “Ik sta alleen, ik ben los van God, en ik moet vechten om te overleven.”

Deel 5: Het Wonder van Vergeving

De situatie lijkt uitzichtloos. We zitten gevangen in een droom die we zelf gemaakt hebben en die we zelf in stand houden door onze projecties. Wat helpt niet?

Het helpt niet om binnen de droom te gaan vechten tegen de nachtmerrie. Het zelf proberen voor elkaar te boksen door inspanning in tijd en ruimte is als het herschikken van de dekstoelen op de Titanic. Je bent druk bezig met de vorm, maar je negeert de inhoud.

Wat werkt dan wel?

Het antwoord is Het Wonder. En het middel om daar te komen is Vergeving.

Maar let op: vergeving in de Cursus betekent iets heel anders dan wat wij er meestal onder verstaan.

In de wereld betekent vergeven vaak: “Jij hebt mij iets vreselijks aangedaan, jij bent schuldig, maar ik ben zo grootmoedig dat ik het je niet zal nadragen.” Daarmee maak je de zonde en de schuld juist reëel. Je houdt de scheiding in stand: ik ben hier (onschuldig) en jij bent daar (schuldig).

Vergeving in Een Cursus in Wonderen is het ontkennen van de realiteit van de zonde. Het is beseffen dat wat de ander deed, onderdeel is van de droom, en geen effect heeft gehad op wie wij werkelijk zijn in de eeuwigheid.

Het is zeggen: “Ik zie dat je handelt vanuit angst, vanuit verwarring, net als ik. Maar ik weiger te geloven dat dit jouw ware identiteit is.”

Door te vergeven, trekken we onze projecties terug. We stoppen met het plakken van etiketten van schuld op de wereld. We ontkennen de ogenschijnlijke zonde, de schuld en de grenzen.

En als we de blokkades van oordeel weghalen, wat blijft er dan over? Dan kan de liefde weer gaan stromen. We zoeken weer naar verbinding in plaats van afscheiding.

Liefde is hierbij zowel ons middel als ons doel. Door te doen wat we ten diepste zijn – namelijk liefhebben – herinneren we ons wat we ten diepste zijn: aspecten van Liefde.

Dit is het wonder: De verschuiving in waarneming. Het moment waarop je niet langer een vijand ziet, maar een broeder die om liefde vraagt. Het is de herinnering aan onze ware identiteit die door de mist van de droom heen breekt.

De enige manier om dit te bereiken is niet door hard te werken, maar door ons open te stellen. Overgave. Vertrouwen. Stil zijn. We moeten de ‘kleine bereidwilligheid’ tonen om onze gelijkhebberij op te geven en de Heilige Geest (of de stem van Liefde in ons) te vragen: “Laat mij dit anders zien.”

Deel 6: De Valkuilen op het Pad

Nu klinkt dit als een duidelijk pad, maar de praktijk is weerbarstig. Er zijn twee grote manieren waarop studenten van de Cursus – en spirituele zoekers in het algemeen – kunnen ontsporen. Het is belangrijk deze te herkennen.

  1. De intellectuele valkuil (Solipsisme)

Sommige mensen lezen de Cursus en denken: “Aha, alles is één. Ik ben God. Er bestaat niets buiten mij.” Ze richten zich puur verstandelijk op de eenheid. Dit kan leiden tot een gevaarlijke vorm van solipsisme. De cursist krijgt de indruk dat hij de enige is die bestaat en dat anderen slechts marionetten zijn in zijn droom.

Maar de Cursus zegt: “God is niet compleet zonder jou, maar jij bent niet compleet zonder je broeder.”

Als we het mysterie van de liefde vergeten – dat liefde verbinding is – eindigen we in een kille, eenzame toren van spirituele arrogantie. We hebben de ander nodig om onze eigen onschuld in te weerspiegelen.

  1. De spirituele bypass

De tweede valkuil is misschien nog wel verleidelijker. We weten nu dat de wereld een droom is. Dus als iemand lijdt, of als we zelf pijn hebben, zeggen we: “Ach, het is maar een illusie. Het bestaat niet echt.”

Dit is de spirituele bypass. Het is het ontkennen van de droom, terwijl je er nog middenin zit. Het is een vlucht.

De Cursus leert ons niet om de droom te ontkennen of te ontvluchten, maar om de droom te gebruiken. Nu we eenmaal geloven dat we hier zijn, kunnen we ontwaken door in de droom weer liefde te laten stromen.

We moeten, zoals de Cursus zegt, ‘wonderdoeners’ worden. Genezing vindt niet plaats door je af te keren van de wereld, of door te zeggen dat het lijden van een ander er niet toe doet. Genezing vindt plaats door de verbinding aan te gaan. Je kunt je spiegelbeeld niet veranderen door de spiegel stuk te slaan of te negeren. Je verandert je spiegelbeeld door naar de spiegel te glimlachen.

Beide ontsporingen – de intellectuele arrogantie en de spirituele bypass – leiden uiteindelijk tot hetzelfde: ik-gerichtheid, navelstaren en liefdeloosheid. En dat is precies het tegenovergestelde van waar de Cursus ons naartoe wil leiden.

Conclusie: De Weg naar Huis

Lieve mensen, Een Cursus in Wonderen is geen cursus in het begrijpen van de theorie, maar een cursus in het trainen van de geest. Het is een dagelijkse praktijk van het kiezen tussen angst en liefde.

Elke keer als we ons geïrriteerd voelen, boos, of bang, hebben we een keuze.

We kunnen meegaan in het verhaal van het ego: “Ik ben slachtoffer, de wereld is boos.”

Of we kunnen kiezen voor het wonder. We kunnen even stoppen, ademhalen en zeggen:

“Ik wil vrede in plaats van dit.”

We kunnen ons herinneren dat die ander, die zo vervelend doet, ook gewoon een kind van God is die, net als wij, de weg kwijt is in een enge droom. We kunnen kiezen om voorbij de vorm te kijken, naar het licht dat daarachter brandt.

Laten we ons niet blindstaren op de metafysica, hoe fascinerend die ook is. Laten we ons richten op de praktijk. Laten we vergeven. Laten we liefhebben. Want door de ander te zien als onschuldig, herinneren we onszelf aan onze eigen onschuld. En stap voor stap, wonder na wonder, vergeving na vergeving, worden we wakker uit de droom van angst en openen we onze ogen voor de realiteit van Liefde.

Zoals de Cursus ons belooft:

“Een wonder is nooit verloren. Het kan vele mensen raken die jij niet eens ontmoet hebt, en veranderingen teweegbrengen in situaties waarvan je je niet eens bewust bent.”

Laten we die wonderdoeners zijn. Dank u wel.

Zo’n twee jaar geleden beschreef ik hoe ik Een Cursus in Wonderen beleefde (zie hieronder: tekst 2015). Nu, september 2017, is het tijd voor een update. Niet omdat de Cursus veranderd is maar omdat het wonderlijke fenomeen zich voordoet dat je ervaring met de Cursus zich verdiept als je ermee aan de slag gaat. De Cursus blijkt in staat om het puin in onze denkgeest op te ruimen. Dit puin bestaat uit onze ideeën en vooroordelen over hoe onze wereld in elkaar steekt, over leven en dood, over ruimte en tijd, over God en het ego, over liefde en angst. Uiteindelijk brengt het ons bij de vraag der vragen: wie of wat ben ik?

Verwacht geen conceptueel, verstandelijk antwoord op deze vraag. Wat levert een omschrijving je op als je bang blijft en je je eenzaam voelt? Wat helpt het iemand die dorst heeft als je hem uitlegt hoe weldadig het is om koel helder water te drinken? Als de barricades van onze vooroordelen geslecht zijn, brengt de Cursus ons bij een bron. In de Bijbel wordt gesproken van “de bron van levend water”, en inderdaad, zo is het.

“Hoe dan?” is de vraag die iedere zoeker op de lippen brandt. We staan te popelen om in actie te komen, te oefenen, te streven, te doen. Zo zitten we kennelijk in elkaar. Maar helaas, ons eigen gespartel en onze pogingen om verlicht te raken en vrede te ervaren leiden slechts tot een steeds grotere frustratie. In oude geschriften spreekt men van “de donkere nacht van de ziel”. De zoeker merkt dat niets in deze wereld duurzaam geluk schenkt. Als het rijtje geld, huis, auto, seks, carrière, gezondheid, vakantie, ideale partner is afgewerkt, blijken we nog steeds met lege handen te staan. Geen van deze zaken zijn overigens slecht of zondig, ze geven ons echter niet de liefde en de vrede waar we naar smachten.

De sleutel van de Cursus heet “vergeven”. Dit krijgt een nieuwe, schone en frisse betekenis die misschien omschreven kan worden als het oplossen van de barrières die we ervaren. Hoe gaat dat in zijn werk, dat oplossen van de barrières die kennelijk staan tussen mij en de liefde? Hier komt een oude bekende om de hoek kijken; God. Merk hoe er allerlei beelden van God over elkaar buitelen in je hoofd als je dit zo leest. Vergeet die beelden. De Cursus blijkt in staat om aan woorden als God, Jezus, Heilige Geest, Liefde en zonde totaal andere betekenissen te geven dan we gewend zijn. Ze veranderen van dode, ouderwetse termen die geassocieerd zijn met hel en verdoemenis naar woorden van hoop, licht en leven. Daarvoor hoef je geen dingen te geloven en aan te nemen. Je wordt uitgedaagd om met open mind een experiment aan te gaan dat je leven zal veranderen. Wat heb je te verliezen? Probeer het en verbaas je. Ik wens je de vrede die alle verstand te boven gaat.

Simon
—————————————-

Tekst 2015:

Hier wat korte informatie voor als je nog niet eerder van ECIW gehoord hebt. In grote lijnen want met een beetje Googelen vind je gemakkelijk veel uitgebreidere informatie. Om te beginnen; wat wordt er met wonderen bedoeld? In ieder geval geen spectaculaire onverklaarbare dingen in de wereld om ons heen. Met een wonder wordt in de Cursus bedoeld dat onze manier waarop we bijvoorbeeld naar onze problemen kijken radicaal kan veranderen. Zelfs als die problemen hetzelfde blijven. We voelen ons in het dagelijks leven snel het slachtoffer van nare gebeurtenissen. We kunnen stress ervaren, ziek worden en conflicten hebben met andere mensen. Om maar iets te noemen. De Cursus leert ons op stelselmatige manier om hier anders naar te kijken. Het is een manier om ons denken over de wereld te veranderen. Dit gebeurt aan de hand van een soort mentale oefeningen. Deze staan beschreven in het tweede deel van de Cursus, het zogenaamde Werkboek. In totaal 365 oefeningen. Dus lekker overzichtelijk, voor elke dag van het jaar één.

De Cursus gaat uit van de onverbrekelijke eenheid van het bestaan ook wel non-dualisme genoemd. Het is niet de bedoeling om een theorie te gaan leren of om dingen uit je hoofd te leren. Je hoeft ook helemaal niets te geloven of voor waar aan te nemen. Als je de Werkboek lessen doet merk je vanzelf wel dat het werkt. Dat ervaar je gewoon. Toch geeft de Cursus in het eerste deel, het zogenaamde Tekstboek, een soort beschrijving van haar denksysteem. Daartoe gaat het uit van Christelijke symbolen. Als de Cursus over God spreekt kun je daar net zo goed ‘Bewustzijn’ of ‘Liefde’ lezen. Waarom dan zo moeilijk doen? Ik geef toe dat het even doorbijten is om feeling te krijgen met het woordgebruik. Maar als je even doorzet blijken de gebruikte termen heel goed te gebruiken te zijn om precies te beschrijven hoe wij ‘van binnen’ in elkaar steken. Ik ken geen ander boek dat zo’n wonderschone combinatie vormt van religie, psychologie en filosofie. Het is naar mijn mening haast van een andere orde. Kijk maar of je het wat vindt. Er zijn vele wegen naar ‘de Waarheid’ en de Cursus claimt zeker niet de enige weg te zijn. Het is wel de duidelijkste weg die ik ken. Dus op persoonlijke titel: van harte aanbevolen!

worldcursus

Een gedachte over “Wat is Een Cursus in Wonderen (ECIW)?

Plaats een reactie