Dit wordt geen fijne blog maar dat is niet erg. Het gaat over zelfoverschatting. Om ervoor te zorgen dat je doorleest zal ik niet in de wij-vorm schrijven maar in de ik-vorm zodat je veilig kunt doorlezen. Ik overschat mijzelf voor wat betreft mijn groei in bewustzijn. Hoe ik dat weet? Ik kijk gewoon naar de aanwijzingen. Hoewel ik niet compleet asociaal ben, hoop ik, gaat mijn aandacht toch vooral uit naar eigen welbevinden. Het voelt niet fijn om dit te zeggen. Eerlijkheid is een bitch. Ik weet het ook omdat ik altijd wel last heb van pijntjes en andere ongemakken. ECIW is wat dit betreft net zo’n bitch. Want ik lees erin dat lichamelijke ellende voortkomt uit mijn eigen geloof in schuld wat leidt tot zelfbestraffing. Als mijn bewustzijn echt wat aan het ontwikkelen zou zijn dan zou ik toch op zijn minst die schuld moeten kunnen voelen en een beetje een indruk hebben waar ik nog mee aan de slag zou moeten. Niet dus. Het is een soort black box maar klaarblijkelijk zit er nog wat shit in deze box want anders zou mijn lichaam een pijnloos communicatiemiddel voor de expressie van liefde zijn. Laatst las ik dat pijn en kwaaltjes de straf zijn die ik mezelf toedien omdat ik ergens nog aan het aanvallen ben, mijn eigen pleziertjes najaag en ijdel ben en dat ik hiermee als het ware onbewuste-schuld-strafpunten verzamel die zorgen voor die evenzo onbewuste zelfbestraffing. Dat ik zo vaak het woord onbewust moet gebruiken laat zien dat ik inderdaad kortzichtig ben.
Hoewel. Misschien toch weer niet helemaal. Want dat stukje over aanvallen (lees oordelen), najagen van eigen plezier/genot en het hechten van belang aan uiterlijkheden dat zie ik wel en zal ik niet ontkennen. Maar nu kom ik in een nare vicieuze cirkel terecht. Als ik minder ik-gericht ga proberen te zijn om van fysieke ellende af te komen; ben ik dan niet indirect toch ik-gericht bezig? Doet me denken aan lief doen voor anderen om later in de hemel te mogen komen. Als ik dit zo opschrijf dan snap ik die monniken wel die besluiten om zichzelf te geselen. Zo’n biecht als dit maakt me niet echt vrolijk en ik merk dat mijn geloof in zoiets als oerzonde erdoor toeneemt. Jezus kan in ECIW wel zeggen dat ik een zondeloos Kind van God ben en dat wil ik graag geloven maar ondertussen zit ik toch wel aardig te modderen hier in de illusie.
Die onbewuste schuld is ook wel een dingetje. Want wat moet ik aanvangen met dat “onbewust”? Je kunt er allerlei verhaaltjes omheen bedenken. Dat onbewuste deel van mij kan een onbewust deel zijn uit mijn kindertijd. Ik hoor ook steeds meer verhalen over de mogelijkheid dat ik in vorige levens allerlei rotstreken zou hebben uitgehaald of dat ik juist nog anderen moet vergeven die mij een loer hebben gedraaid. En als klap op de vuurpijl kan ik ook vastzitten in de bagger van een collectief schuldgevoel wat ik gezellig met jou en alle andere 8 miljard broeders en zusters koester.
Dat brengt me bij die hersenbreker: Ik ben niet het slachtoffer van de wereld die ik zie. Nee, oké, maar als die schuld onbewust en onbereikbaar in een soort reïncarnatie-collectief-kindertijd-persoonlijk onderbewuste zit dan houdt het voor mijn gevoel toch een beetje op voor me. Ik waan me dan slachtoffer van dat ongrijpbare onbewuste.
Ik zie slechts twee lichtpuntjes. Nee, twee lichtpunten, want zo klein zijn ze niet. De eerste is dat ik gelukkig niet de beerput van kindertrauma’s of ellende uit vorige levens hoef open te trekken en op zoek te gaan naar de keer dat papa mij klappen gaf of dat de beul mijn hoofd afsloeg of iets waarbij ik de negatieve hoofdrol mocht vervullen. Een beetje tegenwoordigheid van geest is genoeg om te zien wanneer ik NU, in elk moment, oordeel of op andere wijze ik-gericht ben. Ik mag steeds helderder gaan zien dat de bewustzijnsverruiming waar ik naar smacht, inhoudt dat mijn bewustzijn zich verruimt naar mijn broeders en zusters. Dit is helemaal geen populaire boodschap, maar wel een waarvan ik steeds beter en preciezer ga aanvoelen dat het echt zo werkt. Die felbegeerde innerlijke vrede komt “vanzelf” als ik erken dat ik zelf niet weet wat ik kan en moet doen maar opmerk dat de liefde even niet stroomt. Christenen zeggen het zo mooi. “Als ik mijn zonde beleid is Hij getrouw deze te vergeven”. Ofwel: “Het is pure en onverdiende genade”. En zo is het nog steeds, ook voor mij als Cursus-student. Het tweede lichtpunt is dat ik niet alleen aan het klungelen ben. Ik mag leren de liefde van de Vader te laten stromen naar mijn broeders en zusters en ik mag mezelf waardig achten dezelfde liefde te ontvangen uit hun handen, als ze mij het wonder van vergeving aanbieden. Op momenten dat zij tijdelijk “meer hebben” en het in liefde door willen geven aan mij.
Ooit zei een psycholoog tegen me dat we niet meer kunnen doen dan zo goed mogelijk aanmodderen. Ik zou dat willen herschrijven. We kunnen niet meer doen dan ons gezamenlijk uitstrekken naar Zijn Liefde en naar elkaar. En dat is meer dan genoeg.

Veel dank voor je verhelderende, verbindende en openhartige blog, Simon.
LikeLike