Een Cursus in Wonderen (ECIW) leert dat we ons vergisten toen we gingen geloven in onze afgescheidenheid van de schepper, onze Vader. Jezus legt uit dat we weliswaar Schepselen zijn, Kinderen van de Vader, maar dat we toch niet los bestaan van Hem noch van elkaar. We zijn geschapen en toch zijn we één. Dat geloof in afgescheidenheid voelt ook niet lekker. We voelen ons kwetsbaar, denken dat we dood kunnen gaan en ons leven wordt beheerst door angst.
In zowel de Bijbel als in ECIW als in Een Cursus van Liefde (ECVL) biedt Jezus ons een weg die ons de ogen kan openen waardoor we weer echt kunnen gaan voelen dat we nog steeds verenigd zijn met de Vader en met elkaar. De weg van Jezus is de weg van liefde. Als we stoppen met het veroordelen van anderen (en van onszelf) en ons openstellen voor de scheppingskracht van liefde (leiding vragen aan de Heilige Geest) dan is het ervaren van verbondenheid echt geen rocket science. Je rusteloze denken kalmeert en je voelt je vredig en verbonden. Tevens besef je dat je bestaat als geïndividueerd wezen. Jij bent niet hetzelfde als ik.
Ons denken kan hierbij behulpzaam zijn. Denk hierbij aan de werkboeklessen. Steeds wanneer we denken dat een grens echt is (bijvoorbeeld als we denken dat we samenvallen met ons lichaam) dan kan ons denken een correctie aanbieden (ik ben niet dit lichaam). Er zit een fascinerend spanningsveld tussen ons hoofd en ons hart. Ons hoofd kan prima denkbeeldige grenzen ontmaskeren maar het kan zich nauwelijks een voorstelling maken hoe we zonder deze grenzen toch benul kunnen houden dat we bestaan als schepsel, als wezen, als kind van de Vader. Ons hart heeft hier helemaal geen probleem mee. We kunnen ons prima verheugen in de geheelde relatie, in de Heilige Relatie, zoals ECIW het omschrijft.
Het zou prettig zijn als ons denken na gedane arbeid zou kunnen zwijgen en genieten van het hervonden paradijs. Maar helaas, in zijn enthousiasme wil het denken soms wat doorslaan. Zijn logica lijkt waterdicht: zodra er nog sprake is van een ervaring is er nog onderscheid tussen ervaarder (degene die de ervaring heeft) en ervaring. Onderscheid? Direct popt een oordeel omhoog. Onderscheid=fout dus deze staat is nog niet de ultieme waarheid. In feite kan het denken niet leven met de differentiatie en individuatie binnen de schepping. Het meent dat deze begrippen niet thuishoren binnen “de eenheid”. Het denken wil hieraan voorbij, op weg naar de ultieme grensloosheid. Dat kan ook wel, maar dan is het einddoel niets. In niets is er geen schepping, geen individuatie, geen ervaarder; enkel niets. Deze staat is niet te ervaren. Het wonder van de schepping bestaat nu juist daaruit dat de grensloze God, het onbegrijpelijke Niets, Zichzelf wilde kennen en daarom schiep.
Om toch iets van dat mysterie te vatten en uit te drukken in woorden goochelen we wat met hoofdletters. Zo zeggen we dat de Vader (eenheid) Kinderen schiep, Zonen. Dat zijn wij dus maar de hoofdletter van Zoon laat zien dat we toch nog één zijn met de Vader en met het Zoonschap.
In ECVL probeert Jezus het doorgeslagen denken te corrigeren. Hij roept het een halt toe door aan te geven dat ons doel er niet uit bestaat om zelf-loos te worden en elke “vorm” van geschapenheid te ontkennen. Ons geloof in afscheiding mag verdwijnen (ons geloof in een kwetsbaar zelfje met een kleine z), maar dit betekent niet dat we op moeten lossen in het niets. Nee, we mogen gaan leven vanuit ons Zelf, onze ware Identiteit. Graag deel ik enkele heerlijke passages uit ECVL met je die hierover gaan met als hoogtepunt de volgende uitspraak:
Je wordt niet geroepen tot zelf-loosheid maar tot het Zelf!
Lees en verblijd je met mij!
Hartegroet,
Simon
A.24 Door ontvankelijkheid wordt de wijsheid die inherent is aan wie je werkelijk bent geopenbaard. Zijn wie je werkelijk bent, je ware identiteit aanvaarden, is het doel van deze Cursus en van dit aanvangsniveau van wat ik slechts gemakshalve een curriculum noem. Het is nuttig om je op dit niveau te herinneren en eraan herinnerd te worden dat trouw zijn aan jouw Zelf niet gaat om het bereiken van een ideale staat, of een staat van identiteit die precies hetzelfde is als die van iemand anders. Het gaat ook niet om zelf-loos te zijn. Ook deze ideeën zijn onderdeel van het ont-leren in deze Cursus en dienen ontmoedigd te worden
D: 1.9 Deze anti-ego neigingen zijn een reëel gevaar in deze tijd. Je wordt niet geroepen tot zelf-loosheid maar tot het Zelf!
D: 1.10 Dit is de overgang waarvan je het gevoel hebt er middenin te zitten. Het ego is verdwenen, maar het is jouw ware Zelf nog niet toegestaan om in het persoonlijk zelf te verblijven om zo het persoonlijk zelf te verheffen. Een tijdje ben je op die manier zelf-loos geweest en het persoonlijk zelf is de draad kwijtgeraakt door dit gemis aan een identiteit. Iemand zou letterlijk kunnen sterven tijdens deze periode van het ontbreken van een identiteit, het ontbreken van een oorzaak. Het persoonlijk zelf laten sterven is niet langer nodig omdat we in plaats hiervan werken aan de verheffing van het persoonlijk zelf. Deze verheffing vindt plaats door de aanvaarding van je ware identiteit en niet door identiteit-loos te zijn. De heerschappij van het ego begon juist in zo’n periode van identiteitloosheid. Op die manier kun je niet verder gaan.
Dag 15.28 Bedenk dat deze reis niet ging over zelf-loos worden, maar over het verwezenlijken van je ware identiteit. We hebben nu je mythes ontkracht over je ware identiteit als een geïdealiseerde vorm van het zelf. Nu ben je er klaar voor, door je vermogen je eigen Zelf te zien, evenals dat wat je waarneemt, vanuit een neutraliteit die zowel het ongekende als het gekende omarmt, om je eigen Zelf en je bestemming hier opnieuw op te eisen.
