Weet God van deze wereld?

Deze vraag leidt binnen de ECIW-gemeenschap soms tot stevige discussies. Studenten die veel belang hechten aan absolute eenheid stellen dat God niets van de wereld kan weten omdat hij anders de illusie echt zou maken. Studenten met een Christelijke achtergrond hebben niet zelden moeite met zo’n strenge metafysica. Ze kunnen de logica niet met woorden ontkrachten maar ze “voelen” dat het ergens wringt. Ze ervaren liefde en kunnen zich niet voorstellen dat deze liefde onverschillig zou staan tegenover het leed dat ze ervaren.

Wat men snel over het hoofd ziet is dat de vraag “Weet God van deze wereld?” meer een stelling is dan een vraag. Als we vanuit afscheiding nadenken over God dan introduceren we ongemerkt een duaal Godsbeeld: God hier en de wereld daar. Als de aanhangers van de eenheidsvisie de vraag met “nee” beantwoorden, dan beantwoorden ze een oneigenlijke vraag en vergroten ze daarmee de verwarring. Want door “nee” te zeggen, bevestig je onbewust het beeld van een (onwetende) God hier en de wereld daar. Kortom, ons duale denken is nauwelijks bij machte om iets zinnigs te zeggen over een niet zo’n zinnige, suggestieve vraag.

Als we vorderen met ECIW en Een Cursus van Liefde (ECVL) dan kan ons denken steeds meer tot rust komen en kan er iets van de wijsheid doorheen gaan schijnen die we niet zelf bedacht hebben. We gaan steeds meer ervaren dat de cursussen behulpzaam zijn om als het ware wat gevoel te ontwikkelen omtrent deze kwestie. Want als we zo stil worden en de gedachtestroom kalmeert dan worden we “iets” gewaar dat ons draagt. Dat iets kunnen we een naam geven: ons hogere Zelf of het Christusbewustzijn. Hierbij ligt dan direct het gevaar op de loer dat we vanuit ons kleine duale zelf in duale termen over dit Zelf of over het Christusbewustzijn gaan denken. Als ik zeg dat we vanuit hieruit gedragen worden dan is er eigenlijk geen “we” en een drager van dit “we” maar wel een groeiend besef dat ons ikje, inclusief ons lichaam, slechts een deelaspect vormt van een groter geheel. We voelen dat we meer zijn dan een afgescheiden zelfje.

Als dit besef sterker wordt dan kunnen we steeds meer gaan glimlachen om de vraag of God bestaat. Het besef van gedragen te worden of onderdeel te zijn van dat hogere brengt met zich mee dat de Godservaring groeit en de vraag of God bestaat wordt daarmee een onzinnige vraag. Hoe zou ik dat waarvan ik ervaar dat ik er onderdeel van ben kunnen ontkennen?

Dat brengt me terug naar de beginvraag. Want met de beginnende ervaring van leven vanuit Christusbewustzijn ontstaat een besef van iets raars. Bij het nadere van de Bron groeit het besef dat de dualiteit (waaronder het zelf, het lichaam en de wereld) als het ware voortvloeien uit “iets” dat zelf niet duaal is. Deze Bron geven we, bij gebrek aan beter, de naam “God”. Dus nu groeit het besef dat deze Bron (God) zelf niet duaal is (“niets weet van de wereld”) maar dat dit niet wil zeggen dat de wereld los zou kunnen bestaan van deze Bron. Begin je het ook een beetje te voelen?

Dit besef dat zich dus niet in woorden laat vangen klinkt ook door in de ECIW-wijsheid waarin wordt gesteld dat liefde geen tegendeel kent. De liefde die “alles” voortbrengt en “alles” draagt is onlosmakelijk verbonden met dit “alles” maar is er toch geen onderdeel van.

ECIW-studenten waarbij dit besef groeit raken niet meer verstrikt in de valkuil om te geloven in een God die niks weet van de wereld en de hieraan gekoppelde neiging om dan zelf ook maar de wereld (inclusief het lichaam) te gaan ontkennen. Ze gaan “voelen” dat dit een conceptuele en duale manier van denken is die onnodig is. Voor hen gaat ook het begrip Heilige Relatie leven waarbij je voorbij kijkt aan (duale) karaktertrekjes van “de ander”, zonder deze te ontkennen, naar het ware gelaat van de ander, het gelaat van Christus. Het kruissymbool vormt een krachtige reminder. De horizontale balk van onze causale 3D-wereld van ruimte en tijd wordt voortgebracht en doorkruist door de verticale lijn, door het Goddelijke. Hoe groot is het snijpunt van beide lijnen? Het is oneindig klein maar toch, letterlijk, cruciaal.

Ik wil afsluiten met een citaat uit ECVL dat mij inspireert. Er zijn, helaas, ECIW-prominenten die in ECVL duale aspecten menen te zien. Ik wil ECIW-studenten die, net als ik, volop genieten van ECIW beslist niet overhalen om ECVL te gaan lezen als zij zich niet hiertoe geroepen voelen. Maar ik zou het jammer vinden als ECIW-studenten die wel aan ECVL willen beginnen zich hierin geremd voelen door ECIW-“leraren” die zelf nog worstelen met de vraag waar deze blog over gaat. A Course of Love is Een Cursus (afkomstig) van Liefde en niet Een Cursus in Liefde want wat liefde is kan inderdaad niet onderwezen worden. Desalniettemin is het deze liefde die ons, Goddank, draagt.

Dag 23.4 De wolken van illusie, zelfs die welke onze tijd samen op de bergtop zacht hebben omhuld, moeten nu overgegeven worden, net zoals een vrouw haar lichaam overgeeft aan de groei van een kind dat zij in zich draagt. Dit is een gewilde, maar geen actieve overgave. Het is een overgave aan de krachten die in jou bewegen. Het is een ‘kennende’ overgave aan het ongekende. Het is een bereidwilligheid het ongekende naar het gekende te dragen en het gekende naar het ongekende.

23.5 Je overgeven aan krachten die in je bewegen is je overgeven aan je eigen wil. Het vereist de volledige erkenning dat je in jezelf een wil draagt tot kennen en tot gekend maken. Deze wil is een goddelijke wil, jouw wil, Christus-bewustzijn. Hij is levend in jou. Het enige wat nodig is, is dat je hem draagt met gewaarzijn, respect en bereidwilligheid. Vanuit deze wil zal het nieuwe geboren worden.

Spiritueel versus rationeel,

Ik zag een fragment van het programma “Wie denk je wel dat je bent” waarin de reacties van twee groepen mensen met elkaar werden vergeleken: spirituele mensen versus rationele mensen. Nu doet elke vorm van etiketteren mensen tekort maar het onderwerp sprak wel tot mijn verbeelding. En wat zou je als definitie van spiritueel en rationeel moeten gebruiken? Rationele mensen worden wel “nuchter” genoemd en “niet goedgelovig”. Met “spiritueel” bedoelt men nogal eens mensen die “geloven dat er meer is dan wat we kunnen zien”. Langs deze lijn denkend neigen rationele mensen naar een materialistische visie en spirituele mensen naar een visie waarbij men aanneemt dat er meer is dan onze vijf zintuigen kunnen waarnemen. Ik speel even verder met wat vooroordelen, dus neem mij nu niet te serieus. Zouden zogenaamd rationeel mensen iets meer geloof hechten aan de afscheiding en daarmee wat minder gevoel hebben voor wat ons begrensde lichaam overstijgt? En zouden spirituele mensen iets te goedgelovig zijn en van-horen-zeggen aannemen dat er meer is dan het zintuiglijk waarneembare zonder daar zelf gewaar van te zijn?

Ik vind het jammer dat soms, zoals in genoemd programma, een beetje de suggestie wordt gewekt dat spirituele mensen niet zo rationeel zijn en omgekeerd. Net of deze kwalificaties elkaar uit zouden sluiten. Ik loop daar zelf ook wel eens tegen aan in mijn contact met “spirituele” broeders en zusters. Persoonlijk zie ik helemaal geen tegenstelling tussen rationaliteit en spiritualiteit. Wat ik vooral belangrijk vind is dat we, hoe we onszelf ook zien, starheid in ons denken en in ons geloof moeten zien te vermijden. Jaren geleden had ik een gesprek met de toenmalige voorzitter van de bond tegen kwakzalverij. Hij stelde dat homeopathie niet kan werken omdat hij geen wetenschappelijke verklaring kon bedenken voor het mechanisme. Dat vind ik getuigen van rigiditeit. Als homeopathie werkt dan moet je dit kunnen meten, simpelweg omdat je effecten kunt meten. Als je echt rationeel bent dan moet je ook toegeven dat je van sommige zaken het werkingsmechanisme (nog) niet kent. Omgekeerd sprak ik met aanhangers van homeopathie die stelden dat de vraag of homeopathie werkt niet wetenschappelijk te bewijzen zou zijn. Ook met hen ben ik het oneens: als iets werkt dan kun je het meten en dus bewijzen, ook al is het lastig en moet je wellicht bestaande onderzoeksprotocollen aanpassen.

Ik besef dat zaken die het materiële en lichamelijke overstijgen niet meetbaar zijn omdat we meer het domein van het gevoelsleven en de intuïtie betreden. Denk aan die klassieke vraag: bestaat God? Als een rigide rationalist deze vraag zondermeer met een overtuigd “nee” beantwoordt dan blokkeert hij in mijn beleving de mogelijkheid om iets van dat hogere te kunnen gaan aanvoelen. Hij denkt in termen van “eerst zien en dan geloven”, maar het is de vraag of het niet eerder omgekeerd is. Er is, zoals ECIW zegt, enige bereidwilligheid nodig (openheid? geloof?) om ervaringen te kunnen krijgen die wijzen op “dat grotere”, dat wat ons kleine zelf overstijgt.

Het vermijden van rigiditeit en het kunnen opbrengen van een open mind voor zaken die je (nog) niet kunt verklaren zijn dus belangrijk. Wat nog meer? Volgens mij is ook het zoeken naar verbinding een zeer effectieve wijze om meer gevoel te krijgen voor dat hogere. Als iemand zich op basis van zijn of haar wetenschappelijke visie niet wil richten op verbinding met hogere machten dan kan deze persoon zich altijd nog richten op de verbinding met de medemens. Die verbinding kan alleen plaatsvinden door je vooroordelen opzij te zetten en vanuit stilte je gehele aandacht te geven aan je gesprekspartner. Het mooie hiervan is dat dan als vanzelf liefde om de hoek komt kijken. Het aardige van liefde is dat ze de neiging heeft om zichzelf uit te breiden.

In genoemd programma gingen de spirituelen en de rationelen op bezoek bij een actrice die zogenaamd nog drie minuten te leven had. Hoe stelden ze zich op? In welke mate voelde de actrice zich gesteund door de bezoekers aan haar bed? De rationelen wilden vooral geen valse hoop bieden. “Hoeveel kans heb ik dat er iets is na de dood?”, vroeg de actrice. “Volgens mij is er niks”, was ongeveer het antwoord van de rationelen. De spirituelen kwamen met verhalen over incarnatie en over een soort hemels licht waarin het goed toeven zou zijn. Dat gaf de actrice iets meer steun. Maar wat haar het meest steunde was een welgemeende omarming en gemeend medeleven. Liefdevol en menselijk contact. Hier hadden de mensen die zich rationeel noemden wel wat te leren van de spirituelen. Dit wekt bij mij het vermoeden dat, althans in deze geselecteerde groepen, de spirituelen daadwerkelijk meer aandacht schonken aan liefde en verbinding, nog los van de vraag of hun verhalen over leven na de dood gebaseerd waren op (bij-)geloof of dat ze hier intuïtief al een soort voorproefje van hadden gekregen.

Graag laat ik de etiketjes nu voor wat ze zijn. Ik merk dat mijn verstand me niet in de weg zit zolang ik mijn geloof erin weet te relativeren en open-minded blijf. Een Cursus van Liefde raadt aan het verstand onder curatele van het hart te plaatsen. Dit blijkt weldadig en biedt een weg naar een intuïtief weten en een vrede die het verstand overstijgen. Maar dit kan ik niet bewijzen. 😉

Het ego loslaten?

Laatst hoorde ik het weer iemand zeggen: “ik moet mijn ego loslaten”. Natuurlijk kan ik niet doorvoelen hoe de spreker hiermee omgaat. Wat ik wel weet is dat dergelijke uitspraken bij mijzelf een soort kramptoestand veroorzaken. Ik herinner mij deze kramp uit de periode toen ik, geïnspireerd door new-advaita leraren, probeerde te stoppen om verlicht te raken. Zij zeiden het glashelder: “er is geen zelf dat verlicht kan raken, juist de illusie dat dit zo is houdt het krampachtige streven in stand”. Hetzelfde geldt voor dat ikje dat druk doende is zijn ego los te laten. Onze blinde vlek is dat we niet in de gaten hebben dat dit ikje en het ego één pot nat zijn. Toch voelen we ergens van binnen ook dat het inderdaad dit ego (of het ikje) is dat, druk doende, zichzelf in de weg zit. Het is dus terecht dat “we” dit willen maar onze wilskracht maakt de spanning en worsteling alleen maar groter. Is deze patstelling te doorbreken?

Zowel ECIW als Een Cursus van Liefde (ECVL)  helpen ons op weg. Zo stelt ECVL in Dag 23:

23.5 Je overgeven aan krachten die in je bewegen is je overgeven aan je eigen wil. Het vereist de volledige erkenning dat je in jezelf een wil draagt tot kennen en tot gekend maken. Deze wil is een goddelijke wil, jouw wil, Christus-bewustzijn. Hij is levend in jou. Het enige wat nodig is, is dat je hem draagt met gewaarzijn, respect en bereidwilligheid. Vanuit deze wil zal het nieuwe geboren worden.

Aha; er is een grotere “wil” in mij waarvan ik mij nog niet helemaal bewust ben. Dit is de goddelijke Wil die dikwijls met een hoofdletter W wordt geschreven. Meer in ECIW-termen gesproken is dit je echte wil, de wil die de Zoon deelt met God.

Nu neigen we ernaar om snel door de bocht te willen gaan en stellen dat deze grote Wil af wil van het ego (van de kleine wil). En nu wordt de kwestie subtiel want wij, als Zonen van God, zijn in de war en willen ten diepste rebelleren tegen die grote Wil. Wij willen ons afgescheiden wanen van die grote Wil omdat wij denken dat we ons daarmee succesvol afscheiden van de Vader. En nu komt het: er is niemand die ons hiervan weerhoudt. God de Vader beknot ons niet, de grote Wil is één en al licht en liefde en als wij, als onlosmakelijk deel van deze Wil, er met onze wil voor kiezen om ons een afgescheiden ego te voelen dan gebeurt dit. Ons gevoel een afgescheiden ego te zijn correspondeert dus helemaal met wat wij als verdwaasde Zonen van God zelf willen.

In ECIW komt dit duidelijk naar voren in de werkboekles die stelt dat wij niet het slachtoffer zijn van de wereld die we zien. Wij als Zonen van God willen deze wereld (en dit lichaam, en ziekte en sterfelijkheid) om ons afgescheiden te kunnen voelen. En zo geschiede! In onze neiging om van het ego af te willen (of om lichaam en wereld te ontkennen) ontkennen we de macht van de Zoon van God om ongein te maken. In ECIW noemt Jezus dit ontkennen van de macht van de denkgeest onwaardig in de zin van uiterst onhandig.

Ik wil, natuurlijk, niet het zoveelste stappenplan presenteren om uit deze cirkelredenering te ontsnappen. Dat zou juist koren op de molen zijn van de verwarde Zoon die meent dat Hij ergens van zou moeten ontsnappen, iets dat hem tegen Zijn Wil gevangen zou houden. Hij wordt juist niet tegen Zijn Wil gevangen gehouden; Hij kiest Zelf voor gevangenschap! Het weinige wat we kunnen doen, maar dit blijkt toch voldoende en enorm krachtig, is ons mond houden, stil worden en ons overgeven aan “krachten die in je bewegen”. ECVL is zo heerlijk behulpzaam in deze kwestie. We hoeven geen gevecht aan te gaan tegen dat kleine (zelfverkozen!) zelf maar we mogen het laten omarmen door de liefde, die grote Wil, die gewoon binnenin ons is en ons omarmt zoals de Vader de verloren Zoon omarmt.

Het is zo subtiel. Er is geen Vader los van ons aan wie we kunnen vragen ons uit de cirkelredenering te halen. Toch kan het in eerste instantie behulpzaam zijn om, zoals ECIW ons adviseert, de hulp in te roepen van de Heilige Geest, ook al wanen we deze buiten onszelf. Dit helpt ons om te ontspannen zodat onze neiging om onszelf te verkrampen tot ego’s wat minder wordt. Hele godsdiensten zijn op deze overgave gebaseerd. Tegelijkertijd moeten we in het oog houden dat we ten diepste, als Zoon van God, Zelf ontspannen en contact maken met onze eigenlijke Wil, de Wil van Liefde.

Vanuit ons geloof in afgescheidenheid zijn we wars van overgave. Dit voelt immers duaal! Maar juist deze weerstand illustreert de neiging om het zelf te willen doen. En zelf kunnen we het niet doen als we het Zelf niet willen. En het Zelf willen komt pas in beeld als we “het Christusbewustzijn dragen met gewaarzijn, respect en bereidwilligheid”. Vanuit deze wil zal het nieuwe geboren worden. Hierin ligt ware liefdesmacht, de macht van de Zonen van God waarop de schepping wacht.

Een volwassen geloof

Pas toen ik 48 jaar was zag ik dat de kernboodschap van de Bijbel niet verschilde van wat ik had geleerd uit oosterse levensbeschouwingen. In enkele dagen vloeide mijn bevindingen uit mijn pen in de vorm van het boek “Een Christen op Satsang”. Een kennis van me las dit boek, waardeerde het maar gaf ook feedback die ik niet graag hoorde maar die wel terecht was. Ze zei:  “Volgens mij heb je dit boek primair geschreven voor Christenen, maar het is de vraag of zij dit boekje gaan lezen”. Haar uitspraak bleek te kloppen. Vooral christenen die al durfden om verder te kijken dan de Bijbel waardeerder mijn boek. Vermoedelijk schrok de titel van mijn boek, die ik helaas niet zelf mocht bepalen van de uitgever, de meeste christenen al direct af. Want wat betekent “Satsang” nou?

Laatst schreef ik enthousiast over de boeken van de Franciscaner priester Richard Rohr en met name over zijn boek “Het Christus Mysterie”. Hoewel deze titel minder snel christenen voor het hoofd zal stoten, kan het zo zijn dat Nederlandse christenen niet snel aangesproken worden door de mediagenieke Amerikaanse Richard. Als dat zo is dan hoop ik dat ze minder moeite hebben met de boeiende lezingen die Ds. Ed Meenderink geeft op YouTube. Afgelopen dagen bekeek ik vier filmpjes van een half uurtje per stuk over het thema: “Een volwassen geloof voor een volwassen mensheid” (zie links hieronder).

Net als ikzelf heeft deze dominee geen kerkelijke opvoeding gehad en wellicht verklaart dit de onbevangenheid waarmee hij de Bijbel leest. In de genoemde serie spreekt hij over de manier waarop mensen kunnen groeien in hun geloof. Het begint bij een kinderlijk geloof waarbij de Bijbelteksten letterlijk genomen worden. Meenderink laat zien dat dit niet is wat Jezus bedoelt als deze ons aanspoort om te worden als kinderen. Hij geeft voorbeelden van de weerstand die hij ondervindt bij het spreken over een meer volwassen manier om met de Bijbel om te gaan. De Bijbel waarvan hij, net als ik, meent dat deze sterk en wonderlijk geïnspireerd is.

Ik hoop dat veel christenen de durf kunnen opbrengen om deze kleine serie studies over “Een volwassen geloof” durven te bekijken omdat ik er stellig van overtuigd ben dat de wereld smacht naar de herontdekking van de boodschap van de Bijbel. Maar ook voor studenten van Een Cursus in Wonderen (ECIW) en Een Cursus van Liefde (ECVL) kunnen de filmpjes leuk zijn, vooral deel 3 en 4. ECVL-studenten zullen blij constateren dat er een stevige verbinding bestaat tussen Meenderinks visie op de Bijbel en ECVL. ECIW-studenten zullen zich herkennen in de visie dat God door en door goed is. En in deel 4 legt Meenderink gedurfd een link met de kwantumfysica maar ook met hedendaagse groepen waarbij daadwerkelijk op nieuwe wijze “gebeden” wordt voor genezing.

Natuurlijk heb ik over sommige kwesties wel een wat andere visie op Bijbelverhalen dan Meenderink. De kern van zijn boodschap is dat we moeten beseffen dat de Bijbel de weergave is van hoe geïnspireerde mensen hun omgang met de Vader beleefden. Meenderink durft te wijzen op tegenstrijdigheden en fouten in de Bijbel. Waar hij ons waarschuwt om niet alle verhalen letterlijk te nemen doet hij dat zelf in deel 4 wel (lopen over water, vervloeking van de vijgenboom). Hier zou hij nog wat kunnen leren van Johan Pameijer van de Vrije Katholieke kerk, een groot kenner van gnosis. Zonder dit hier verder te willen uitwerken is het heel verhelderend om meer te weten van de symboliek die in de Bijbel gehanteerd wordt; water is niet alleen water maar wijst op de ziel en op zuivering ervan. Petrus dreigt te zinken (ten onder te gaan in zijn ziele-roerselen) maar door op Christus te zien (te leven vanuit Christus-bewustzijn) komt hij deze te boven. De vervloeking van de vijgenboom heeft te maken met het einde van de oude mysteriewegen/inwijdingen; over “de vijg” als symbool valt veel te vertellen.

Maar het is gewaagd, doch Bijbels, dat Meenderink erop wijst dat wij geroepen zijn om medescheppers te worden (zie ECIW en ECVL). Alleen is die “wij” niet langer een verzameling van ego-zelfjes die menen een soort zelfgerichte superkrachten te kunnen ontwikkelen. Die “wij” zijn mensen die zich verenigen en elkaar oordeelloos ontmoeten en zo de kracht van het Christusbewustzijn herontdekken. Meenderink wijst erop dat de manier waarop nu in kerken gebeden wordt voor genezing kinderlijk is en uitgaat van geloof in magie (zie ECIW!).

Veel luisterplezier!

(Met dank aan Klaas van der Horst die mij wees op deze dominee).

Deel 1: https://youtu.be/3lEy2tuNPiM?si=Z3N_R-cMkv4zbJNo

Deel 2: https://youtu.be/Vg7yYogCp_c?si=7NjYCsQ80g5JPuh8

Deel 3: https://youtu.be/-yurXM-dzVE?si=HOud3Cv1IopRf1u9

Deel 4: https://youtu.be/sCCxEQCPvhI?si=TNcf845ONbYCbV6M

Imagine..

Afschuwelijke beelden komen tot ons uit Israël. Leden van Hamas trekken moordend rond en lachen hierbij triomfantelijk. Bommen vallen op Gaza. Een vader rent met een gedood kindje in zijn armen rond de puinhopen van zijn huis. We kijken van afstand toe. Politici veroordelen de aanval van Hamas in de sterkste bewoordingen. Sommigen wijzen op de voorgeschiedenis en leggen de schuld deels bij het Israëlisch beleid van de afgelopen decennia. We zien steunbetuigingen in de vorm van gestuntel met vlaggen. We zijn ziek.

We zijn ziek als we denken dat er iemand is of een groep of een land waar we naar kunnen wijzen als eerste oorzaak of als hoofdschuldige. Ik zie de verbeten reacties van politici op tv en ben blij met hun afkeuring van geweld. Maar als zij en wij menen dat het behulpzaam is om op zoek te gaan naar de schuldige dan vergissen we ons. Wat zou het mooi zijn als Rutte zoiets had gezegd als dit:

“Och lieve mensen, wat een droefenis. Wat erg dat wij mensen elkaar naar het leven staan en bevechten. Hoe is het toch mogelijk dat wij als mensen en als mensheid nog steeds niet beseffen dat we één zijn. Ik zie dit ook in mijn eigen geest gebeuren. Ik geloof dat ik op mezelf sta en dat anderen mijn belangen kunnen schaden. Ik zie mijn angst en mijn neiging om me te verdedigen door aan te vallen en te vechten. Zien jullie dat ook in jullie denkgeest, lieve landgenoten? Zien jullie ook die niet aflatende ego-krachten binnenin jullie zelf? We zien deze krachten nu vergroot en weerspiegeld op de tv bij broeders in Gaza en Israël die elkaar naar het leven staan maar natuurlijk ook in Oekraïne en alle conflicten in de wereld. Dit zijn weerspiegelingen van onze zieke denkgeest lieve broeders en zusters. Wij moeten als mensheid razendsnel komen tot een heling van ons geloof in afgescheidenheid. Als we het niet doen zullen we als een kankergezwel elkaar en onze planeet vernietigen. Ik organiseer een bijeenkomst waarin alle leiders van de wereld uitgenodigd zijn om samen te ontdekken hoe we ons geloof in afgescheidenheid, in ons ego, te boven kunnen komen. We zullen niet direct gaan zoeken naar maatregelen maar ons op elkaar afstemmen om tot begrip te komen, om de angst bij de ander te herkennen als onze eigen angst. Maar vooral om deze angst naar het licht te brengen en ons gezamenlijk uit te strekken naar de liefde. Er zal een oproep uitgaan via alle media in de wereld waarin we vragen aan zoveel mogelijk broeders en zusters, waar ook ter wereld, om te bidden voor ons en voor henzelf. Kom samen in kleine of grote groepen, omarm elkaar en herken jezelf in die ander. Ik weet zeker dat, ook al zijn we met weinigen, deze kleine bereidwilligheid zal resulteren in een wonder. Dat eindelijk na duistere millennia het licht zal doorbreken op het wereldtoneel. Soldaten zullen de wapens neergooien en weigeren te vechten. Niemand zal zich verheugen in het lijden en de angst van zijn broeders en zusters. We zullen voorbij kijken aan religies, etniciteit, gender en alles wat wij plaatsen tussen het licht in die ander en het licht in onszelf. Laten we als wereldburgers ontdekken dat liefde zowel middel als doel is. Dat liefde ons geneest, boven onszelf uittilt en verbindt. En, lieve broeders en zusters, dit zullen jullie niet van mij verwacht hebben. Maar ik geloof dat alles en allen in hemel en op aarde, de hele schepping, zal juichen als we als mensheid ontwaken tot de liefde die we zijn. Halleluja”.

Wat zou dit mooi zijn broeders en zusters. Ik moet steeds denken aan “Imagine” van John Lennon. Hierbij de link. Laten we ons uitstrekken naar de liefde en op zoek gaan naar verbinding.

In Liefde,

Simon

Het Christus Mysterie door Richard Rohr -vervolg-

Er zijn van die boeken die je iedere volgeling van Jezus gunt, of het nu een orthodoxe Christen betreft of een ECIW-student. Zo’n boek is “Het Christus Mysterie” door Richard Rohr. In mijn eerdere blog over dit boek probeerde ik aan te geven dat zijn boek orthodoxe Christenen zou kunnen helpen om hun (verborgen) angst voor God kwijt te raken. Richard Rohr legt aan de hand van Bijbelcitaten uit dat Jezus ons in verbinding wil brengen met een liefdevolle Vader. Hij brengt een eigentijdse boodschap van inclusiviteit en hij baseert deze boodschap op de Bijbel.

Nergens blijkt dat Richard Rohr bekend is met ECIW of andere recente Jezus-boeken zoals Een Cursus van Liefde (ECVL). In mijn beleving is zijn boodschap echter vrijwel geheel in overeenstemming met ECIW en ECVL, hoewel ik begrijp dat sommige ECIW-studenten dit niet met mij eens zullen zijn. Eerst het belangrijkste, de zaken waarin Richard en ECIW-studenten elkaar zonder veel problemen zullen vinden. Beiden wijzen een duaal en antropomorf (=menselijk) Godsbeeld van de hand hoewel de liefde van onze Vader zeer zeker heel persoonlijk aanvoelt. Maar God is niet de rechter die gelovigen naar de hemel stuurt en ongelovigen naar de hel. Beiden wijzen erop dat we nu te maken hebben met lijden dat kan voelen als een kruisiging maar dat doorheen deze kruisiging verlossing mogelijk is. Het boek schenkt veel aandacht aan Jezus als historische persoon en aan de Christus ofwel het Christusbewustzijn. Het valt op dat Richard een belangrijke rol toedicht aan de apostel Paulus waar het het uitdragen van de universele betekenis van het leven “in Christus” betreft. Zijn uitleg hierover heeft mij geholpen om anders naar de uitspraken van Paulus te kijken en de link te ontdekken tussen Paulus’ uitspraken en ECIW/ECVL-teksten.

Waar sommige ECIW-studenten tegenaan zullen lopen is de visie van Richard dat God de wereld heeft geschapen als een soort leerschool voor ons. Richard wijst op een essentiële rol van lijden (het dragen van je kruis) om de opstanding deelachtig te worden. Ook ik vind dat Richard de klassieke vraag hoe er sprake kan zijn van leed in de schepping van een liefdevolle Vader enigszins ontloopt. Hij lijkt dit leed belangrijk te vinden voor onze verlossingsweg maar de oorsprong van dit leed blijft wat in de lucht hangen. God kiest liefdevol de kant van de verdrukten, maar hoe de verdrukking in de wereld is gekomen wordt, voor zover ik heb kunnen nagaan, niet door Richard beantwoord. Dit gezegd hebbende vind ik dat hij ook het Oude Testament door een wat te rooskleurige bril bekijkt. Hij ziet hierin een God aan het werk die uiteindelijk steeds liefdevol een uitweg biedt, maar dat vind ik toch echt te kort door de bocht (Zie mijn boek: “Geen beeld van God”). Ik zie in veel van de verhalen uit het Oude Testament vooral de angstige ego-projecties van de schrijvers op een liefdevolle Vader.

Nog even een stap terug. Want mogelijk verwijt je me dat ik niet opmerk dat in ECIW staat dat God niks van doen heeft met onze wereld en al helemaal niets met ons leed. En hierin zit hem inderdaad de crux en blijkt de genialiteit van de uitleg van Jezus in ECIW. ECIW biedt de beste uitleg van de ellende waarmee we geconfronteerd worden in ons leven met behoud van de waarheid van Gods complete en totale goedheid. In Hem is geen spoor van duisternis. Deze waarheid klinkt lang niet overal door in het Oude Testament, is geopenbaard door Jezus in het Nieuwe Testament en deels ten onder gegaan in latere interpretaties van Jezus’ boodschap.

Toch hoef je als ECIW-student niet op basis van de metafysica van ECIW het boek van Richard terzijde te leggen. In tegendeel zou ik zeggen. De bekende ECIW-leraar Robert Perry heeft op basis van de complete editie van ECIW aangetoond dat het oorspronkelijk manuscript van ECIW wel degelijk spreekt van de schepping van hemel en aarde (!) door God / de Heilige Geest. Zie hiervoor https://eciwcoach.com/schiep-god-ruimte-en-tijd/ . En het gaat verder. Hieruit blijkt in feite dezelfde kernboodschap: door ons middels vergeving en verbinding te (laten) verzoenen met “de wereld” (en het ogenschijnlijk lijden hierin) kunnen we tot verlossing komen. Anders gezegd: Robert en Richard wijzen er allebei op dat de wereld van tijd en ruimte een door God gegeven mogelijkheid is om de weg terug naar huis te kunnen vinden.

Het is gaaf om te zien dat deze ECIW-leraar, Robert Perry, al jarenlang wijst op de continuïteit tussen de boodschap van Jezus in de Bijbel en die in ECIW. ECIW-studenten die de Bijbel niet kennen interesseert dit niet en dat is oké. Maar voor ECIW-studenten met een orthodox christelijke achtergrond is het boek van Richard Rohr een weldaad en een feest van herkenning. Datzelfde geldt voor de studenten van Een Cursus van Liefde. Zij zijn gewend om hun verstand onder curatele te plaatsen van hun hart en zullen direct de boodschap van Het Christus Mysterie herkennen en zich erin verheugen.

Ik sluit af met een belangrijk pluspunt van het boek van Richard en een kanttekening. Het belangrijkste pluspunt, naast het verbindend en overkoepelend aspect van het boek, betreft de leesbaarheid. Waar ECIW en ECVL nogal wat vergen van het geduld en doorzettingsvermogen van de lezer, is Het Christus Mysterie makkelijker leesbaar. Maar als kanttekening geldt dat het boek geen echte cursus is, ondanks het feit dat Richard ons aanmoedigt om te contempleren op sommige fragmenten. ECIW biedt met het werkboek een echte cursus om ons denken te transformeren. In ECVL ervaren we de directe dialoog, de heilige relatie, binnen het Christusbewustzijn. Maar door de toegankelijkheid van Het Christus Mysterie, de weidsheid van Richards visie en zijn vermogen bruggen te bouwen, verdient het boek een warme aanbeveling. Bij deze.

Het Christus Mysterie door Richard Rohr

Momenteel lees ik het boek “Het Christus Mysterie” door Richard Rohr. Het is volop genieten. Richard is een Franciscaanse priester die onbevangen en vanuit de Bijbel komt tot een brede en inclusieve Christelijke visie. Bij mij leidde een onbevangen blik destijds tot het zien van overeenkomsten tussen oosters getinte levensbeschouwingen en de diepere boodschap van de Bijbel. De letterlijke interpretatie van Bijbelverhalen werkte niet langer voor mij. Mijn verstand kon de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de verhalen uit de Bijbel niet langer terzijde schuiven. Mijn hart kon niet overweg met het beeld van een goddelijke rechter die een voorkeur had voor één volk ten koste van andere volken en die als een rechter straf en genoegdoening vergde van zijn onderdanen. Het was niet makkelijk om de orthodoxe visie op de Bijbel los te laten. Mij hielp het om mijn vrijheidsstrijd op te schrijven in de vorm van twee boeken: “Geen beeld van God” en “Een Christen op Satsang”.

Vlak na publicatie van deze boeken kwam ik op het spoor van Een Cursus in Wonderen (ECIW) , later gevolgd door The Way of Mastery en A Course of Love (nu vertaald en beschikbaar als: “Een Cursus van Liefde, ECVL”). Deze boeken stralen een autoriteit uit die niet vreemd is als je beseft dat ze voortkomen uit het Christusbewustzijn. Voor mij is dit de kracht van de boeken maar ik besef dat het ook een barrière vormt voor orthodoxe Christenen. In feite zijn  genoemde boeken eigentijdse openbaringen en dit leidt makkelijk tot argwaan. Moet je zo maar geloven dat Jezus deze boeken heeft doorgegeven aan scribenten? Zit je dan niet in een duistere en occulte hoek met het risico op satanische invloeden? Deze argwaan en de erdoor veroorzaakte angst zijn zo groot dat ze veel orthodoxe christenen ervan weerhouden deze boeken te gaan lezen.

Het leek mij dat de boeken van Richard Rohr en mijn eigen boeken wat dit betreft minder “verdacht” zouden zijn. Noch Richard noch ik claimen dat onze teksten gedicteerd zijn door Jezus of door een andere geestelijke entiteit. Maar deze gedachte is natuurlijk naïef. Dat besefte ik toen ik kritiek las op de visie van Richard vanuit orthodox christelijke hoek. Het woord “antichrist” werd genoemd en het boek diende “met kracht terzijde gesmeten te worden”. Richard Rohr illustreert zijn visie op de Bijbel met tientallen Bijbelcitaten en hij komt tot een liefdevol en inclusief beeld van onze Vader. Zijn criticus stelt daar slechts enkele citaten tegenover maar beroept zich vooral op het gangbare, orthodoxe beeld van God en de Bijbel om Richard van duivelse praktijken te beschuldigen.

Ik heb jaren geleden ontdekt dat het lastig is om een open dialoog te hebben met mensen die ervoor kiezen vast te houden aan een bepaalde visie op de Bijbel omdat ze geloven dat het afwijken van deze visie uit de koker van de duivel komt. Deze vrees is echter gebaseerd op diezelfde gekozen visie en zo is de gelovige beland in een cirkelredenering van waaruit ontsnappen nauwelijks mogelijk is:

  1. Je besluit te geloven dat de Bijbel zo letterlijk mogelijk genomen moet worden (“van kaft-tot-kaft”)
  2. Je gelooft dat de door jouw gekozen, orthodoxe, visie feilloos is.
  3. Je gelooft dat twijfelen hieraan een doodzonde is want dat volgt uit punt 1.

Ik had ooit een interessant gesprek met iemand die ik ken uit een Baptisten-gemeente en die een lief bedoelde poging deed mij op het “rechte pad” te houden. Hij zei dat ik me op een hellend vlak begaf met mijn besluit om te luisteren naar mijn intuïtie, gevoel en verstand en om op basis hiervan met nieuwe ogen naar de Bijbel te kijken. Zo zette ik “mijn ego op de troon” en dreigde ik “van God los” te raken. Dat ik het als een bevrijding van een knellende band ervoer en als genade speelt dan natuurlijk geen enkele rol. Je “komt immers tot geloof, niet tot gevoel”.

Ik vroeg deze lieve broeder op grond waarvan hij ervoor koos om vast te houden aan de klassieke orthodoxe leer. Hij zei dat hij geloofde dat de Bijbel letterlijk waar was. “Maar waar baseer jij je geloof op?” , vroeg ik. Toen voelde hij nattigheid. Want ook hij had uiteindelijk bij zijn geloof “een goed gevoel”. Zijn motieven om te kiezen voor zijn visie bleken ook gebaseerd op intuïtie, gevoel en verstand maar toch kwam er nog iets bij: angst. Hij was letterlijk doodsbang dat hij naar de hel zou gaan als hij zou afwijken van zijn geloof.

Deze angst klinkt snel door in kritiek die geuit wordt door orthodoxe christenen op andersdenkenden. Ik heb een soort antenne ontwikkeld voor de dreiging die uitgaat van deze kritiek, van de beschuldiging en van het spreken in termen van inclusiviteit (de mensen met het juiste geloof) en exclusiviteit (de andersdenkenden). Ik ken veel christelijke broeders en zusters die mij zeer dierbaar zijn en die een leven nastreven waarin naastenliefde voorop staat. Ik voel me met hen verbonden en beschouw mijzelf ook nog steeds als volgeling van Jezus. Ik gun hun echter de bevrijding van angst die rond blijft spoken op de achtergrond. Bijvoorbeeld als niet-christelijke dierbaren van hen ernstig ziek worden. Zullen zij bij overlijden voor eeuwig knarsetanden in het hellevuur?

Het is niet mijn bedoeling om wie dan ook  van zijn of haar (orthodoxe) geloof af te brengen. Waarom zou ik en met welk recht? Iedereen gelooft wat op dat moment goed en waar voelt voor hem of haar. Ik ben gewend geraakt aan de angstige en felle kreten die vanuit orthodoxe hoek klinken waar het afwijkende levensvisies betreft. Die kreten zijn als een tweesnijdend zwaard. De angst en beschuldigingen die men projecteert op andersdenkenden zorgen vooral voor onrust en lijden in hun eigen geest. Ik wil slechts wijzen op genoemde cirkelredenering en aangeven dat bevrijding van een juridisch Godsbeeld mogelijk is. Wat je na bevrijding aantreft is de liefdevolle Vader waar Jezus ons op wijst. De Vader die niet oordeelt maar opzoekt en insluit. De Vader waar ook Richard ons met zoveel passie op wijst.

Richard Rohr with his book “The Universal Christ.” Courtesy photo