Het ego loslaten?

Laatst hoorde ik het weer iemand zeggen: “ik moet mijn ego loslaten”. Natuurlijk kan ik niet doorvoelen hoe de spreker hiermee omgaat. Wat ik wel weet is dat dergelijke uitspraken bij mijzelf een soort kramptoestand veroorzaken. Ik herinner mij deze kramp uit de periode toen ik, geïnspireerd door new-advaita leraren, probeerde te stoppen om verlicht te raken. Zij zeiden het glashelder: “er is geen zelf dat verlicht kan raken, juist de illusie dat dit zo is houdt het krampachtige streven in stand”. Hetzelfde geldt voor dat ikje dat druk doende is zijn ego los te laten. Onze blinde vlek is dat we niet in de gaten hebben dat dit ikje en het ego één pot nat zijn. Toch voelen we ergens van binnen ook dat het inderdaad dit ego (of het ikje) is dat, druk doende, zichzelf in de weg zit. Het is dus terecht dat “we” dit willen maar onze wilskracht maakt de spanning en worsteling alleen maar groter. Is deze patstelling te doorbreken?

Zowel ECIW als Een Cursus van Liefde (ECVL)  helpen ons op weg. Zo stelt ECVL in Dag 23:

23.5 Je overgeven aan krachten die in je bewegen is je overgeven aan je eigen wil. Het vereist de volledige erkenning dat je in jezelf een wil draagt tot kennen en tot gekend maken. Deze wil is een goddelijke wil, jouw wil, Christus-bewustzijn. Hij is levend in jou. Het enige wat nodig is, is dat je hem draagt met gewaarzijn, respect en bereidwilligheid. Vanuit deze wil zal het nieuwe geboren worden.

Aha; er is een grotere “wil” in mij waarvan ik mij nog niet helemaal bewust ben. Dit is de goddelijke Wil die dikwijls met een hoofdletter W wordt geschreven. Meer in ECIW-termen gesproken is dit je echte wil, de wil die de Zoon deelt met God.

Nu neigen we ernaar om snel door de bocht te willen gaan en stellen dat deze grote Wil af wil van het ego (van de kleine wil). En nu wordt de kwestie subtiel want wij, als Zonen van God, zijn in de war en willen ten diepste rebelleren tegen die grote Wil. Wij willen ons afgescheiden wanen van die grote Wil omdat wij denken dat we ons daarmee succesvol afscheiden van de Vader. En nu komt het: er is niemand die ons hiervan weerhoudt. God de Vader beknot ons niet, de grote Wil is één en al licht en liefde en als wij, als onlosmakelijk deel van deze Wil, er met onze wil voor kiezen om ons een afgescheiden ego te voelen dan gebeurt dit. Ons gevoel een afgescheiden ego te zijn correspondeert dus helemaal met wat wij als verdwaasde Zonen van God zelf willen.

In ECIW komt dit duidelijk naar voren in de werkboekles die stelt dat wij niet het slachtoffer zijn van de wereld die we zien. Wij als Zonen van God willen deze wereld (en dit lichaam, en ziekte en sterfelijkheid) om ons afgescheiden te kunnen voelen. En zo geschiede! In onze neiging om van het ego af te willen (of om lichaam en wereld te ontkennen) ontkennen we de macht van de Zoon van God om ongein te maken. In ECIW noemt Jezus dit ontkennen van de macht van de denkgeest onwaardig in de zin van uiterst onhandig.

Ik wil, natuurlijk, niet het zoveelste stappenplan presenteren om uit deze cirkelredenering te ontsnappen. Dat zou juist koren op de molen zijn van de verwarde Zoon die meent dat Hij ergens van zou moeten ontsnappen, iets dat hem tegen Zijn Wil gevangen zou houden. Hij wordt juist niet tegen Zijn Wil gevangen gehouden; Hij kiest Zelf voor gevangenschap! Het weinige wat we kunnen doen, maar dit blijkt toch voldoende en enorm krachtig, is ons mond houden, stil worden en ons overgeven aan “krachten die in je bewegen”. ECVL is zo heerlijk behulpzaam in deze kwestie. We hoeven geen gevecht aan te gaan tegen dat kleine (zelfverkozen!) zelf maar we mogen het laten omarmen door de liefde, die grote Wil, die gewoon binnenin ons is en ons omarmt zoals de Vader de verloren Zoon omarmt.

Het is zo subtiel. Er is geen Vader los van ons aan wie we kunnen vragen ons uit de cirkelredenering te halen. Toch kan het in eerste instantie behulpzaam zijn om, zoals ECIW ons adviseert, de hulp in te roepen van de Heilige Geest, ook al wanen we deze buiten onszelf. Dit helpt ons om te ontspannen zodat onze neiging om onszelf te verkrampen tot ego’s wat minder wordt. Hele godsdiensten zijn op deze overgave gebaseerd. Tegelijkertijd moeten we in het oog houden dat we ten diepste, als Zoon van God, Zelf ontspannen en contact maken met onze eigenlijke Wil, de Wil van Liefde.

Vanuit ons geloof in afgescheidenheid zijn we wars van overgave. Dit voelt immers duaal! Maar juist deze weerstand illustreert de neiging om het zelf te willen doen. En zelf kunnen we het niet doen als we het Zelf niet willen. En het Zelf willen komt pas in beeld als we “het Christusbewustzijn dragen met gewaarzijn, respect en bereidwilligheid”. Vanuit deze wil zal het nieuwe geboren worden. Hierin ligt ware liefdesmacht, de macht van de Zonen van God waarop de schepping wacht.

Plaats een reactie