Heb ik mijn eigen ellende veroorzaakt?

Tegen deze vraag lopen we onherroepelijk aan als we ECIW bestuderen. Het is een echte mind-fuck waarin we dan terecht komen; sorry voor deze grove term. Want wat zijn onze opties? Werkboekles 32 heeft als titel: “Ik heb de wereld die ik zie bedacht” met in de eerste alinea de zin: “Jij bent niet het slachtoffer van de wereld die je ziet, omdat jij die bedacht hebt”. Zit ik naar mijn eigen privé nachtmerrie te kijken? Heb ik, Simon, het hele universum bedacht? Is het mijn individuele droom?

Als je dit heel ver doorvoert en stelt dat ik alles bedacht heb, of droom, dan bestaat er niemand anders in het “universum” dan ik. Ik ben dan ook de dromer van de 8 miljard andere mensen, inclusief hun karakter en hun levens. Dit is de ultieme consequentie van het letterlijk nemen van de uitspraak: “Ik, Simon, heb de wereld die ik zie bedacht”.

De vraag is echter of degene die wordt aangesproken in deze werkboekles wel ondergetekende, Simon, is. Zou het niet de Zoon van God kunnen zijn die wordt aangesproken? Dus het collectief van die 8 miljard mensen? Werkboekles 14:6 lijkt dit te onderbouwen. Er staat:

“Dit is jouw persoonlijk gruwelenrepertoire waarnaar je zit te kijken. Deze dingen (allerlei ellende die eerder in de werkboekles genoemd worden) zijn deel van de wereld die jij ziet. Sommige ervan zijn gemeenschappelijke illusies, andere maken deel uit van jouw persoonlijke hel”.

In dit fragment wordt dus gesproken over “gemeenschappelijke illusies”. Aha, dat geeft me wat troost. Ik, Simon, ben niet alleen op de wereld, noch alleen verantwoordelijk voor het dromen van de wereld. We doen het samen en het is dus een gedeelde verantwoordelijkheid. Dat lucht op.

Toch komt dan mijn slachtofferschap weer door de achterdeur naar binnen. Misschien heb ik niet zelf die nare ziekte die me treft gedroomd maar ben ik het slachtoffer van de collectieve droom waarin ik helaas ziek word. Dus toch! Ik wist dat ik er niets aan kon doen!

Zo bezien hoef ik dan ook niet te verwachten dat ik (fysiek) zal genezen als mijn persoonlijke denkgeest geneest. Als ik zonder oordeel en liefdevol rondloop in de gedeelde nachtmerrie dan kan mij nog allerlei narigheid overkomen omdat “die anderen” nog vergevingswerk te doen hebben. Aan de ene kant werkt dit ont-schuldigend voor mijzelf maar aan de andere kant blijf ik toch gevangen zitten in de droom van anderen. Toch een beetje slachtoffer?

Beste lezer, verwacht geen sluitend betoog van mij. Ik wil wat gedachten delen die misschien enigszins behulpzaam kunnen zijn. Een opstapje wellicht voor anderen om hun inzicht te delen.

Als eerste stel ik vast dat ik wel altijd de vrijheid heb om te kiezen hoe ik respondeer op de narigheid die me lijkt te overkomen. Telkens is er de vraag of ik kies voor angst of voor liefde. Deze keuze maak ik in eerste instantie individueel en hierin ligt mijn totale (!) vrijheid. Jezus vergaf degenen die hem kruisigden maar dit resulteerde niet in een, naar onze begrippen, happy end. De kruisiging ging gewoon door dus wellicht dat ook wij, ook al zijn we 100% liefdevol, toch overlijden aan de gevolgen van een ziekte of zo. De vraag is dan hoe Jezus (of wij) dit dan percipiëren. Is er nog sprake van ellende (zoals ziekte) als de identificatie met het lichaam genezen is? Dit is alvast een hoopvolle gedachte! Maar hoe zit het dan met die nieuwe wereld? De genezen wereld die het gevolg zal zijn van de genezing van onze denkgeest?

In bovenstaande tekst zit een aanname verborgen. De aanname dat ik, Simon, daadwerkelijk een afgescheiden wezen ben. De Cursus stelt dat dit niet klopt. Nu komen we op een lastige kwestie. Want is er nu eigenlijk één Zoon van God die in 8 miljard wezentjes de droom van ellende droomt? Of zijn er echt 8 miljard (of meer) wezens die vergeten zijn dat ze collectief aan het dromen zijn, dat ze een droom delen met elkaar? We belanden zo in metafysisch drijfzand waarin ons denken al snel tekort schiet. We kunnen elkaar over deze kwestie in de haren vliegen maar misschien helpt het als we pragmatisch zijn en eerlijk zeggen dat we dit niet uit eigen ervaring weten. We kunnen het ene geloven of het andere, maar het is niet meer dan dat: ons geloof.

Ik vermoed dat het vooral de beperktheid van ons denken is die ons hier parten speelt. Grote ECIW-leraren zijn hierover verdeeld. Zo denken Ken Wapnick en Robert Perry hier ogenschijnlijk anders over. Gelukkig is ECIW een pragmatisch boek dat aansluit bij waar wij ons menen te bevinden. Wij geloven, ik wel althans, dat we op eigen benen staan en wellicht meer verbonden zijn met elkaar dan we beseffen. Dit verklaart de hele boodschap van ECIW. We worden erop uit gestuurd om ons te verbinden met onze broeders en zusters om zo meer benul van onze verbondenheid / eenheid te verkrijgen. Als iedereen met ons meedoet, scheppen we samen een nieuwe wereld.

Via ons mogen anderen leren hun geloof in afscheiding op te geven, te genezen. En nu stop ik mijn stamelende schrijven en geef ik middels werkboekles 350 het woord aan broeder Jezus die het, natuurlijk veel beter dan ik dat kan, tot een prachtig en inspirerend einde zal breien.

Nu hebben we bijna geen woorden meer nodig. Maar in de laatste dagen van dit ene jaar dat wij samen, jij en ik, aan God geschonken hebben, vonden we één doel dat we deelden. En zo heb jij je met mij verenigd, dus wat ik ben, ben jij eveneens. De waarheid van wat wij zijn is niet in woorden uit te drukken of te beschrijven. Maar onze functie hier kan ons duidelijk worden, en woorden kunnen hiervan spreken en die ook onderwijzen, als we zelf een toonbeeld van die woorden zijn.

Wij zijn de brengers van verlossing. We aanvaarden onze rol als verlossers van de wereld, die door onze gezamenlijke vergeving wordt verlost. En dit geschenk van ons wordt daarom aan ons gegeven. We zijn ieder als broeder en beschouwen alles als vriendelijk en goed. We zijn niet uit op een functie die voorbij de Hemelpoort ligt. Kennis zal terugkeren, wanneer we ons aandeel hebben vervuld. Wij bekommeren ons enkel om het verwelkomen van de waarheid.

Onze ogen zijn het waardoor de visie van Christus een wereld ziet die verlost is van elke  gedachte aan zonde. Onze oren zijn het die de Stem namens God horen verkondigen dat de wereld zonder zonde is. Onze denkgeesten zijn het die zich met elkaar verenigen wanneer wij de wereld zegenen. En vanuit de eenheid die we hebben bereikt, roepen we al onze broeders op en vragen hen onze vrede te delen en onze vreugde compleet te maken.

 Wij zijn de heilige boodschappers van God die namens Hem spreken, en omdat we Zijn Woord uitdragen aan ieder die Hij tot ons gezonden heeft, ontdekken we dat het in ons hart geschreven staat. En zo zijn we van gedachten veranderd over het doel waarvoor we kwamen en dat we proberen te dienen. We brengen een blijde boodschap naar de Zoon van God, die dacht dat hij leed. Nu is hij verlost. En nu hij de Hemelpoort voor hem ziet openstaan, zal hij binnengaan in het Hart van God.

Een gedachte over “Heb ik mijn eigen ellende veroorzaakt?

  1. Ja….heel heel herkenbaar je gedachten/ kronkels/ overwegingen hierover.
    Ga de 2 leraren hun gedachtegoed hierover ook eens bekijken.
    Jezus tilt t op en wel zodanig dat je dit kan ervaren niet begrijpen.

    Maar heel fijn dat je hierover schrijft want t hele grote …ik doe het niet goed ligt ongelooflijk verankerd door te denken dat wat ik denk en kies al deze gevolgen heeft, terwijl illusies van wat ik maak geen gevolgen hebben in waarheid en werkelijkheid. En tegelijkertijd in de illusie zijn gedachten krachtig en hebben gevolgen die ik als nachtmerrie kan beleven.. wat ik zelf met anderen heb gecreerd. Vreselijke gedachte.
    Als je niet in staat bent een mindset te maken, blijf je erin…ook een vreselijke gedachte. God in mij is liefde. Liefde creeert dit niet. Ik niet in God, God niet in mij. En net zoals de course onstond denk ik vaak, zou er een andere wijze kunnen zijn….alsjeblieft zou er een andere wijze kunnen zijn…

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie