Eén van de belangrijkste handvatten die ik kreeg aangereikt van Ken Wapnick is zijn concept van “the unholy trinity: sin-guilt-fear”, de onheilige drie-eenheid van zonde-schuld-angst. Hierbij stel ik me zonde voor als ons geloof in afscheiding, dit leidt tot een schuldgevoel (we denken dat we met succes gerebelleerd hebben tegen God) en tot angst. Angst voor God en voor elkaar omdat we denken dat we afgescheiden zijn van elkaar. Ons hele gevoel van kwetsbaarheid en onze neiging tot aanvallen en verdedigen zijn terug te voeren op ons geloof in deze onheilige drie-eenheid.
Gisteren zag ik een serie op Netflix die handelt over een priester die meent in Gods naam te handelen terwijl het de kijker duidelijk is dat hij een verlengstuk geworden is van “het kwaad”. De priester deinst er niet voor terug om bloedige moorden te plegen. Hij beargumenteerd dat deze moorden de wil van God zijn omdat hij er helemaal geen schuldgevoel over heeft. Hij moedigt anderen aan om zich ook niet schuldig te voelen over hun wandaden en om hier nog een schepje bovenop te doen.
Ik wil ons als ECIW-studenten niet vergelijken met deze ontspoorde priester maar het thema zet wel aan tot nadenken. Of we het nu beseffen of niet, we hebben een christelijk-culturele achtergrond en deze zorgt ervoor dat we ons snel zondig en schuldig voelen. Ik ben niet christelijk opgevoed maar herken toch dat het thema van schuld een belangrijke rol speelde in mijn gezin van herkomst. Misschien is het wel een van de belangrijkste missies van Jezus in ECIW om deze hele thematiek te ontmantelen. Hij wijst ons erop dat niets ons kan scheiden van de liefde van onze Vader. We kunnen de “zondeval”, de afscheiding van onze Vader, wel inbeelden maar dat maakt deze nog niet tot waarheid. Wij zijn en blijven zondeloze, schuldloze geliefde kinderen van de Vader, nu en tot in alle eeuwigheid. De herinnering van dezelfde schuldeloosheid in de ontmoeting met onze broeders en zusters is cruciaal. We moeten ons geloof dat zij ons kunnen aanvallen naar de liefde brengen zodat heling van onze mind kan plaatsvinden.
ECIW kan een verademing zijn voor mensen die een nog strengere, zwaar christelijke, opvoeding hebben gehad. Wat doe je een kind aan als je hamert op zijn diepe, fundamentele onwaardigheid? Als je het zegt dat het door en door slecht is en slechts geneigd tot het doen van kwaad? Van deze programmering kun je de rest van je leven behoorlijk last hebben.
Hoewel het heel bevrijdend voelt om in ECIW te lezen dat we inherent zonde- en schuldeloos zijn, meen ik dat een verstandelijk ontkenning van dit gevoel niet leidt tot werkelijke heling. Deze ontkenning is het halve verhaal. We kunnen ontkenning van schuldgevoel misbruiken zoals de hierboven beschreven priester. In het Nieuwe Testament zegt Jezus tegen “zondaren” dat hun zonden vergeven zijn maar hij voegt daaraan toe: “gaat heen en zondig niet meer”. Merk op dat Jezus dit zegt vóór zijn kruisiging waarmee dat nare geloof dat er betaald zou moeten worden met het bloed dat vloeit tijdens de kruisiging die nog moet plaatsvinden gelukkig ontmanteld wordt. Maar dit terzijde. De Bijbelpassage duidt erop dat Jezus er belang aan hecht dat wij niet langer in zonde blijven leven, dus vanuit geloof in afgescheidenheid, maar vanuit liefde.
Misschien is het goed als we schuldgevoel gaan zien als indicator. Niet alleen een indicator die ons ons bijgeloof toont maar ook een indicator die ons oproept om niet alleen het wonder voor onszelf te accepteren (“onze zonden zijn ons vergeven”) maar om heen te gaan en als wonderwerkers te gaan leven, dus als bronnen van tastbare liefde voor onze naasten.
De kwaadaardige priester toont ons dat hij geniet van zijn innerlijke vrede. Soms wordt deze innerlijke vrede in ECIW-kringen verheven tot hoogste goed en uiteindelijke ideaal. Wij zullen hopelijk niet moordend en bloeddorstig verder gaan met ons leven maar het is niet de bedoeling dat we tevreden achterover leunen en onze ogen sluiten voor een wereld waarin talloze broeders en zusters wanhopig op zoek zijn naar liefde. Ik vermoed dat schuldgevoel zal blijven werken als wake-up call zolang we onze taak als wonderwerkers niet oppakken. Liefde wil stromen en mag, nee moet, via onze handen aangeboden worden aan een wereld in nood.
In eerdere blogs wees ik erop dat absolute waarheid die slechts verstandelijk wordt aanvaard niet behulpzaam is. Vanuit een radicale eenheidstheologie kan iemand zeggen: “er is geen wereld in nood, dus ik hoef niks te doen”. Dit is een soort intellectuele bypass die van gelijke orde is als “ik ben zondeloos, wat ik ook doe”. De uitspraken zijn waar maar vormen het glorieuze inzicht dat ons ten deel valt als we ons vergevingswerk gedaan hebben en de verlossing en heling hebben plaatsgevonden. Pas dan zien we dat er eigenlijk niets te verlossen en helen viel en dat iedereen ten diepste zondeloos is.
Tot die tijd is er een gevoel van oerzonde, oerschuld. Laat dit ons wijzen op ons geloof in afgescheidenheid en uitnodigen om ons te openen voor liefde, ons te laten vullen door deze liefde en deze liefde door ons heen uit te laten breiden naar de wereld. Nu zien we een gebroken wereld die de gebrokenheid in onze mind illustreert. Als onze mind geneest door liefde zullen de beelden die we zien veranderen. Hoewel geen doel op zich zal de liefde zich manifesteren in de wereld, we zullen de geboorte van een nieuwe wereld zien. Aan de vruchten herken je de boom. Onze enige echte voorganger is een Priester van Liefde. Halleluja.
