Gevoel krijgen voor de mentale aard van de werkelijkheid.

Eén van de centrale boodschappen van ECIW is dat de werkelijkheid geestelijk van aard is. Dat vormt de basis voor uitspraken als “ik ben niet dit lichaam” en “er is geen wereld”. Mijn vraag is in welke mate dit besef werkelijk is doorgedrongen in onze mind. Uit gesprekken tussen ECIW-studenten blijkt niet zelden dat het lichaam op paradoxale wijze toch weer heel echt wordt gemaakt. We praten haast te gemakkelijk over “de illusie” en dat stelt weliswaar ons denken tevreden maar levert nog niet een echt doorleefde ervaring op van de geestelijke aard van de werkelijkheid.

Eerder meldde ik dat ik gecharmeerd ben van het werk van de hedendaagse filosoof Bernardo Kastrup. Hij leidt ons denken naar dezelfde boodschap: de werkelijkheid die wij buiten ons menen te zien is in werkelijkheid “binnen ons”, ze is mentaal van aard. Het kost aanvankelijk enige moeite de opbouw van zijn betoog te volgen maar dan kan het kwartje plotseling vallen. Dit leidt tot een Copernicaanse omwenteling in het denken. Destijds zag men plotseling dat de zon niet om de aarde draaide maar andersom. Natuurlijk kan ik niet in één blog samenvatten waar Bernardo een boek voor nodig heeft (Zie: “Waarom materialisme totale onzin is”). Maar ik wil toch proberen zijn denkrichting enigszins te duiden omdat dit ons mogelijk helpt bij verdieping van ons inzicht en onze ervaring.

De gangbare opvatting van ons allemaal en van de hedendaagse wetenschap luidt ongeveer als volgt: er is een fysieke wereld die wordt geregeerd door natuurwetten. Beelden van die wereld komen via de zintuigen ons lichaam binnen, bereiken onze hersenen en daar worden wij ons bewust van de wereld. Dat dit inderdaad de hedendaagse denkwijze is blijkt uit het feit dat wij geloven dat iemand die hersendood is, niet langer bewust is. Dus als we zo redeneren dan is de fysieke wereld primair (de oorzaak) en ons bewustzijn secundair (hangt af van de fysieke wereld). Bernardo doet een stap achteruit en vraagt zich af hoe wij gekomen zijn tot dit wereldbeeld. Hoe je het ook wendt of keert; wij komen tot dit materialistische wereldbeeld langs de weg van (wetenschappelijke) observatie. We nemen allerlei zaken waar en maken er vervolgens een kloppend verhaal van.

Maar wacht eens even, het begin is dus: “we nemen zaken waar” of “we observeren iets”. Als we dit echter uitpellen dan is onze enige zekerheid “waarneming / observatie”, ofwel “gewaarwording” ofwel, bewustzijn. Hiermee begint het, dit is primair. Er is waarneming. Punt. Deze waarneming is een puur mentale, een geestelijke, kwestie. Vervolgens komt de denkfout waarbij we stellen dat er, omdat we “zaken” waarnemen, er op zichzelf staande “fysieke zaken” (lees: een fysieke wereld) moet zijn. Maar hier wordt een geloofsstap gezet! Zie je het? Alles wat wij kunnen kennen is gebaseerd op fenomenen binnen bewustzijn (onze bewustwording). Hierna stellen wij dat er, omdat we ons van “iets” bewust worden, een “iets fysieks” buiten “ons” moet zijn. Maar dit is geloof. Wij, mentale wezens, zien mentale beelden in de mind en noemen deze beelden “fysieke zaken”, een fysieke wereld. Aanhangers van een materialistische wereldvisie zijn dus eigenlijk gelovigen; zij postuleren een fysieke wereld buiten “ons” maar dat is, zo betoogt Bernardo, een onnodige aanname. We kunnen alles verklaren binnen die ene, mentale werkelijkheid waarbij het veronderstellen van een van ons losstaand fysiek domein onnodig is.

Vervolgens kunnen er allerlei bezwaren en tegenwerpingen naar boven komen (bijvoorbeeld: “tijdens slaap narcose ben ik toch bewusteloos?”) en op YouTube staan talloze filmpjes met discussies tussen Bernardo en andersdenkenden. Deze tegenwerpingen blijken vol cirkelredeneringen en aannames te zitten en Bernardo heeft de gave deze één voor één te ontmantelen.

ECIW gaat overigens verder dan Bernardo. Bernardo ziet een soort oerwil terug in het mentale veld (en sluit hierbij aan bij de Duitse filosoof Schopenhauer). Volgens mij stemt dit overeen met wat ECIW duidt als de wens tot afscheiding, dus in feite de vergissing. Dit maakt dat in de visie van Bernardo alles bepaald lijkt door deze oerwil. We zijn dan onderdeel van een mentale werkelijkheid waarin alles gewoon gebeurt zoals het gebeurt. ECIW tilt de visie hoger en biedt ruimte voor wonderen: het binnenstromen van liefde in de mentale wereld waardoor de hele beeldvorming (onze perceptie) binnen de mind spectaculair kan veranderen.

Waarom is dit belangrijk, in elk geval voor mijn begrip? Op mij heeft het werk van Bernardo het effect dat ik meer “gevoel” krijg voor de ware aard van de werkelijkheid. Daardoor zie ik de fysieke wereld steeds meer als beeld in de mind. Ik zie hoe snel je de mist in kunt gaan door dit beeld af te doen als “illusie”. Een beeld in de mind is een beeld in de mind, niets meer maar ook niets minder. Maar een beeld in de mind is in mijn beleving veel ontvankelijker voor correctie dan een veronderstelde “harde fysieke werkelijkheid”. Ik merk dus dat de visie van Bernardo mij helpt om schijnbare blokkades te ontmantelen als denkbeeldig (letterlijk!) en daarmee neemt mijn ontvankelijkheid voor het wonder toe.

Dit is geen pleidooi om iedereen richting de zienswijze van Bernardo Kastrup te sturen. Zijn visie en uitleg blijken voor mij handige barricade-slopers te zijn, maar niet noodzakelijk voor jou. Maar wellicht is dit toch voor enkelen behulpzaam. Dat zou dan fijn zijn.

Hartegroet,

Simon

https://www.youtube.com/watch?v=hDbCTxm6_Ps&list=PL64CzGA1kTzi085dogdD_BJkxeFaTZRoq

Plaats een reactie