Dapper

De hoofdmeester op de lagere school sprak een keer over dapperheid. Hij legde uit dat dapperheid niet betekent dat je helemaal geen angst kent voor gevaarlijke situaties. Nee, echte dapperheid, zo stelde hij , betekent dat je ondanks je angst toch doet wat er gedaan moet worden. Ik was als kind al wat angstig en misschien dat ik daarom zijn woorden vijftig jaar kon onthouden. Ik sprak ze laatst nog uit tegen een dierbare broeder die in zijn leven ook veel heeft geworsteld met het thema angst.

Onlangs kreeg ik via via een bericht toegestuurd van een, letterlijk, oude bekende die op 90 jarige leeftijd “na een dappere strijd” toch was overleden. Ik weet niet precies wat er aan de hand was maar de woorden suggereren dat de man langere tijd aan een slopende ziekte heeft geleden. Het bericht zette me aan het denken. Wil ik als het zo ver is ook dapper strijdend het aardse tafereel verlaten? Wat is dapperheid eigenlijk?

Het eerste dat bij me naar boven kwam is dat wij denken in tegenstellingen. Daarbij is dapperheid het tegengestelde van angstigheid. Ik heb altijd een lichte tegenzin om mijn vertrouwde huis te verlaten en om op vakantie te gaan. Als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat hier angst achter zit, angst voor het onbekende en gehechtheid aan het bekende, aan mijn vertrouwde omgeving, mijn eigen bed enzovoort. Ik kan wel eens wat jaloers zijn op mensen die avontuurlijk zijn en met een rugzak op de natuur in trekken of op een zeilboot de oceaan oversteken. Als ik me dit voorstel dan komen er allerlei “maar wat als…” gedachten naar boven. Mogelijk denken de avonturiers minder ver vooruit of misschien hebben ze meer zelfvertrouwen en denken ze: “dat zien we dan wel weer” of “als er wat gebeurt dan los ik het wel op”.

In Een Cursus in Wonderen (ECIW) en Een Cursus van Liefde (ECvL) gaat het ook over vertrouwen. Wat droog geformuleerd komt het er in mijn beleving op neer dat we ons mogen overgeven aan de leiding door de Heilige Geest of mogen vertrouwen op de welwillendheid van het Al. Dat valt niet mee. Als ik om me heen kijk zie ik vooral tv-beelden van mensen die niet bepaald welwillend door het Al worden behandeld. Voorbeelden zijn hier overbodig. Vanuit ons huidige perspectief zijn we kwetsbare en sterfelijke wezentjes en zolang we dit geloven en geen ervaring hebben die ons wat anders laat zien, tobben we angstig verder.

Twee maal in mijn leven werd ik gedwongen om in grote angst de “dappere strijd” te staken. Eén voorval beschreef ik in een eerdere blog (zie: https://eciwcoach.com/2024/06/11/stel-je-krijgt-een-erge-ziekte/) . Het andere voorval heeft hiermee te maken. De goedaardige hersentumor waar ik in de eerdere blog over schreef kondigde zich aan met een epileptische aanval. Ik wist niet wat er gebeurde terwijl steeds meer spiergroepen van mijn lichaam verkrampten. Ik dacht dat ik zou sterven en werd doodsbang. Ik viel in de keuken en het laatste wat ik zag was hoe de keukenkastjes zich van me af leken te bewegen. De angst was weg en ik moest inwendig lachen terwijl ik dacht: “ook wat, het laatste wat ik in dit leven zie zijn keukenkastjes”.

In beide situaties staakte ik uiteindelijk de strijd en daarmee verdween direct de angst en daalde een onmiddellijke en diepe vrede op me neer. De voorvallen vormen nu bakens voor me, een soort vergezicht en de hoop dat er meer mogelijk is dan strijdend ten onder gaan. Ik wil voordat dit lichaam definitief terzijde gelegd gaat worden in het reine komen met wat wij zien als die verschrikkelijke dood. Die dood waar we doodsbang voor zijn en waartegen we zo dapper willen strijden. ECIW en ECvL zijn mijn trouwe metgezellen op weg naar het inzicht dat niet dapperheid mijn doel is maar het verkrijgen van inzicht in de illusie van lichamelijk lijden, leven en sterven.

Een voor mij belangrijke les is de vraag waar we om mogen bidden waar het gaat om angst. We neigen ernaar om zoiets te bidden als: “Heer, ik ben zo bang, maak me dapper”. Maar dit gaat niet ver genoeg. In het woord “dapper” zit als het ware het woord “angst” verstopt. Als je vecht tegen angst dan waardeer je deze angst als zijnde “echt” en als iets dat bestreden dient te worden. Maar ECIW en ECvL roepen ons niet op om dappere strijders te worden maar om ons te leren dat er altijd sprake is van vrede maar dat wij ervoor kiezen om er een angstige droom van afgescheidenheid in te projecteren. De Heilige Geest speelt dit spel gelukkig niet met ons mee door ons dapperder te maken. Hij respecteert onze keuze om ons afgescheiden, en daarmee angstig, te willen maken en kan ook niet anders. Onze wil is zo machtig dat we ervoor kunnen kiezen om ons afgescheiden en angstig te voelen en de liefde buiten de deur te houden. De liefdevolle HG overweldigt ons niet. Wat en hoe dan wel?

Onze angst, of deze nu voor een reisje is of voor de dood, is gebaseerd op ons geloof in- en keuze voor afscheiding, ook al is deze afscheiding onmogelijk. We vergissen ons slechts. Angst laat ons dit zien. Ons geloof, onze zieke (denk)geest, mag genezen worden en hierom mogen we bidden. We moeten niet vragen om het effect (de angst) van ons weg te nemen maar de oorzaak ervan in onze denkgeest, onze onschuldige en onmogelijke rebellie tegen de Vader, tegen de Liefde. Het lijkt misschien een woordenspel maar het is essentieel als we hierover duidelijkheid willen krijgen.

Wij zijn liefde en liefde kent geen tegendeel. Er is geen strijd gaande tussen angst en liefde maar we nemen de angstdromen nu nog serieus. Een beter gebed zou ongeveer zo kunnen luiden:

Heer ik voel me bang en kwetsbaar, een speelbal van het noodlot.
Ik geloof nog zo stellig dat ik dit lichaam ben en dat ik moet vechten voor mijn bestaan.
Heer, ik ben vergeten wie ik werkelijk ben.
Ik ben U en Uw Liefde vergeten.
Ik wil stil worden Vader en me overgeven aan Uw Liefde.
Dank dat U trouw bent en altijd op mij wacht.
Dank U voor Wie U bent en dat ik U mijn Vader mag noemen.
Amen.

Plaats een reactie