Luister naar Jezus, onze Master Teacher

Hieraan moest ik denken bij het lezen van een zin in de werkboekles van vandaag (Les 240) waarin Jezus zegt: “Er is geen angst in ons, want we zijn elk een deel van de Liefde Zelf.” Deze uitspraak voelt fijn en logisch aan: “we zijn elk een deel van Liefde”. Niks meer aan doen, zou ik zeggen. Maar ons verstand wil dit uitpluizen. Want hoe kan dat nou? Liefde is toch één? Daar kunnen toch geen delen in zijn? Dat zou toch getuigen van afgescheidenheid?

De Cursus staat vol van uitspraken die volgens ons verstand niet te rijmen zijn met absolute eenheid. Hij spreekt tientallen keren van Zonen van God, van Kinderen, van Zoonschap. De bekendste leraar van de Cursus, Ken Wapnick, wilde in mijn beleving zijn vizier zo strak mogelijk gericht houden op eenheid. Vermoedelijk omdat hij onze neiging om te zoeken naar onderscheid, naar verschillen onderkende. De discipelen in de Bijbel hadden daar ook een handje van. Ze vroegen aan Jezus wie er in de hemel naast hem mocht zitten, een soort ereplaats. Ken Wapnick wilde niet dat wij onze aardse blik waarbij wij kijken door de bril van ons geloof in afscheiding zouden gebruiken om de prachtige boodschap van de Cursus als het ware naar beneden te halen. Zijn bezorgdheid was niet voor niets. Onze neiging om God voor ons ego-karretje te spannen is groot. Vanuit ons geloof in afgescheidenheid ervaren wij tegenspoed en we bidden God niet zozeer om ons geloof in afgescheidenheid te corrigeren als wel om ons (in onze vermeende afgescheiden staat!) voorspoed te geven. Net als de discipelen blijven wij redeneren vanuit geloof in afgescheidenheid en willen we een vorm van speciaalheid.

Ken zag dat de wortel hiervan, ons geloof in afgescheidenheid, gevoed kon worden door de meervoudsvormen in de Cursus; “aha; er zijn dus toch anderen en ik sta los van hen!”. Om ons hiervoor te behoeden legde Ken uit dat Jezus ons met meervoudsvormen slechts aansprak op het niveau waarop wij ons menen te bevinden. Omdat wij nog geloven in onderscheid komt Jezus ons tegemoet, maar wij moeten toch, volgens Ken, deze taal als symbolisch beschouwen. In talloze toespraken en boeken wijst Ken ons op de absolute non-duale aard van de boodschap van de Cursus. Je proeft zijn passie om ons voor duaal denken te behoeden als hij haast geëmotioneerd uitroept: “Er zijn geen anderen!”.

Voordat ik de Cursus las had ik boeken gelezen die je zou kunnen scharen in de rubriek neo-Advaita, met een grote nadruk op eenheid. Ik smulde van de toelichtingen van Ken Wapnick op de Cursus. Totdat ik merkte hoe medestudenten aan de haal gingen met zijn woorden. In mijn beleving gebeurde precies dat wat Ken had proberen te voorkomen. Zijn boodschap landde in het verstand van goedwillende broeders en zusters die “Er zijn geen anderen”, vertaalden naar “Alleen ik besta”. Ze verklaarden zichzelf niet Goddelijk maar God. Het toppunt van afgescheidenheid.

Of projecteerde ik dit op hen? Was dit niet zo? Ik wou dat dit waar was maar de totale naar binnen gekeerdheid werd pijnlijk duidelijk uit hun uitspraken en daden. Niet dat hun redeneringen niet klopten. Nee, die zijn waterdicht. Het was meer een  kilheid en ik-gerichtheid die aanvoelbaar was. Ken Wapnick deed ooit de uitspraak “hoed u voor de weldoeners”. Natuurlijk kunnen we ons verliezen in ego-gebaseerde uitsloverij. In de Bijbel wijst Jezus op mensen die opzichtig geld in het offerblok gooien zo van “kijk mij eens goed doen”. Maar Jezus zei niet dat we anderen niet moeten helpen om te voorkomen dat we hun illusie echt maken. Hij prees juist de arme weduwe die vanuit haar hart liefde gaf ook al was het in de vorm van een klein muntje.

Ik zag dat Ken’s “er zijn geen anderen” landde in het verstand van broeders en zusters die nog geloofden in afgescheidenheid en dat dit hen niet liefdevol maar ik-gericht en haast asociaal dreigde te maken. Volkomen naar binnen gericht en volkomen gefixeerd op het bereiken van eigen innerlijke vrede.

Deze ik-gerichtheid botste tegen heel mijn wezen en alles wat ik zelf had mogen ervaren van de Liefde van de Vader, Jezus en de Heilige Geest. Jezus’ weg en leer zoals we die lezen in Nieuwe Testament en Cursus is er één van liefde voor de Vader, voor ons Zelf (jawel!) en voor onze Naasten juist omdat we één zijn. En ja, het ligt subtiel en voor je het weet schiet ik door naar het weldoenerschap en het echt maken van de illusie van afgescheidenheid en vermeende kwetsbaarheid waar Ken ons voor wil behoeden.  Het is balanceren op het scherpst van de snede.

Die snede is het mysterie van de Schepping in de Cursus geïllustreerd met het begrip Heilige Relatie. We zijn in éénheid verbonden (de Zoon, het Zoonschap) en toch ook Zonen die in relatie staan met elkaar en met hun Vader. Onze taal schiet tekort en daarmee ook mijn blogs. Ik schreef onlangs over de onvoorstelbaarheid van absolute eenheid en over de onmogelijkheid maar wezenlijkheid van individuatie. Het is een mysterie.

Maar in alle respect voor Ken Wapnick en alle andere leraren van de Cursus wil ik me graag aansluiten bij de woorden van Jezus zelf in de Cursus. Als hij bang was geweest ons met woorden als “we zijn elk een deel van de Liefde Zelf” te misleiden dan had hij wel andere woorden gebruikt. Laat verlichte broeders en zusters genieten van de eenheidsfilosofie zoals wellicht verwoord door Ken maar laten we ons niet te snel verlicht rekenen. Misschien zit ons geloof in afgescheidenheid dieper dan we zelf kunnen zien en menen we al vanuit ons Zelf te leven terwijl het nog dat zelf met kleine z betreft. Mijn advies? Open je hart voor de woorden van de Master Teacher: Jezus. Hij kent ons en houdt van ons.

Een gedachte over “Luister naar Jezus, onze Master Teacher

  1. Gijs Hooft Graafland's avatar Gijs Hooft Graafland

    Onze beleving van deze wereld en de illusie waarin zich dit allemaal afspeelt kàn alleen maar in afgescheidenheid. Het is naar mijn bescheiden mening een geschenk dat we deze afgescheidenheid kennen van waaruit we de eenheid kunnen aanschouwen en stukje bij beetje gewaar kunnen worden. We zijn allemaal op een weg naar een beleving van die eenheid, maar zelfs de ‘course’ is een bewijs dat deze afgescheidenheid een onderdeel is van onze staat van zijn. Als wij al in eenheid zouden leven en zijn, dan hadden we de ‘course’ niet nodig en hadden we de ervaringen in deze illusie kunnen over slaan. Het is de liefde en heilige geest die geduldig aan onze zijde onze hand vasthouden en met ons deze ervaring in de afgescheidenheid dragelijk maken. Dankzij de ‘course’ is onze herinnering van die eenheid weer wakker gemaakt en dankzij de ‘course’ hebben we nu de optie om af en toe te rusten in die liefde.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie