Eeuwig leven in Zijn armen! (38)

Wat jullie zeker met mij zullen delen is het besef “er te zijn”. Dit is het meest elementaire niveau van mens-zijn dat we kennen. Ik heb gemerkt dat minder mensen mijn verbazing, verwondering en dankbaarheid delen voor dit besef “er te zijn”. Juist omdat dit de basis is van alles wat we gaan beleven en bedenken, vinden we dit “gegeven” vanzelfsprekend. Als we er wel eens bij stilstaan dan zijn er twee invalshoeken. De eerste schetste ik al, die opperste verbazing van “er te zijn”. De tweede is erover na gaan denken of gaan geloven wat anderen ons hierover vertellen. De absolute eenheidstheorie die ik beschrijf in deze serie blogs is hier een voorbeeld van. Je kunt dan uitspraken horen en dingen gaan geloven waar we, als we eerlijk zijn, ons niets meer bij voor kunnen stellen. Lang verhaal kort: de filosofie van de absolute eenheid laat in feite geen ruimte voor individuatie en feitelijk daarmee ook niet voor schepping en voor ons als Kinderen (“Gedachten”) van de Vader. Dit narratief keert dus als een boomrang naar ons terug en we worden gedwongen te concluderen dat we eigenlijk niet bestaan. Als eenheid en individuatie elkaar uitsluiten dan is ons einddoel om op te lossen in de eenheid waaruit we menen te zijn voortgekomen. Denk aan het beeld van een druppel die oplost in de oceaan.

Ik ga er niet om strijden of deze eenheidsfilosofie waar is of niet want dan ga ik mee in de valkuil van overschatting van ons denkvermogen. Elke conclusie waar ik op uit zou komen behelst een vorm van geloof en laat ruimte voor twijfel en onzekerheid. Wie non-duale verhalen over zelfloosheid fijn vindt, gun ik alle ruimte. Zelf waardeer ik deze als opstapje naar het mysterie van schepping zoals uitgelegd door Jezus in ECIW, maar daar houdt mijn geloof in de predikers van de absolute eenheidstheorie op. Eerlijk gezegd vermoed ik dat bekende goeroes hun besef van geïndividueerd zijn niet echt helemaal verloren zijn en in feite spreken vanuit een besef van een geïndividueerd Zijn, met een hoofdletter Z. Daarin zijn ze dan in lijn met ECIW. Maar zodra ze dit gaan extrapoleren naar een vermeende mogelijkheid van complete Zelf-loosheid dan haak ik af en vertrouw ik op eigen besef “er te zijn”, als ultieme zekerheid

Ons Zijn, dat we ervaren vanuit ons hart, die verwondering over ons bestaan is echt. Als je vanuit je hart oplet dan kun je als het ware voelen dat jouw wezen niet anders kan zijn ontstaan dan uit liefde. Je weet diep van binnen dat het klopt, dat je niet afgescheiden bent van de Bron of van anderen, maar dat je toch een geïndividueerd Kind van God bent, gedragen door- en gekoesterd in Zijn (/Haar) armen. Vanuit deze “gevoels- of vertrouwens-“ zekerheid, valt alles wat je leest in ECIW op zijn plek. Je raakt onder de indruk van de precisie van Jezus’ woorden en je hebt helemaal geen behoefte meer aan ingewikkelde schema’s die jou moeten gaan uitleggen dat je eigenlijk niet bestaat en uiteindelijk zult verdwijnen.

Dat neemt niet weg dat ook mijn denken, vanzelfsprekend, tekortschiet waar het gaat over zoiets als “individuatie in tijdloosheid”, dus over schepping of over de Heilige Relatie. Maar wat ik wel geleerd heb is om mijn denken onder toezicht van mijn hart te plaatsen en niet andersom. Om liefde de basis te laten zijn van mijn omgang met ECIW en niet mijn verstand. Ik nodig je uit om nu eens de volgende inleiding op de komende werkboeklessen te lezen. Zie je de volkomen ondubbelzinnigheid van Jezus’ woorden; de directheid en schoonheid ervan? Mooi hé?

11. Wat is de schepping?

De schepping is de som van al Gods Gedachten <Simon: waaronder wij dus!>, oneindig in getal en overal totaal zonder beperkingen. Alleen liefde schept, en alleen als zichzelf. Er is geen tijd geweest waarin al wat zij geschapen heeft er niet was. Noch zal er een tijd zijn waarin wat zij ook schiep enig verlies lijdt. Voor eeuwig en altijd zijn Gods Gedachten precies zoals ze waren en zoals ze zijn, onveranderd door de tijd heen en nadat de tijd voorbij is.

Aan Gods Gedachten is alle macht gegeven die hun eigen Schepper heeft. Want Hij wil aan liefde toevoegen door haar uit te breiden. Zo heeft Zijn Zoon deel aan de schepping en moet hij daarom delen in de macht om te scheppen. Wat God gewild heeft dat voor eeuwig Eén is zal nog Eén zijn wanneer de tijd is gedaan; en het zal door de loop der tijden niet worden veranderd, en blijven zoals het was voor de gedachte aan tijd begon.

De schepping is het tegendeel van alle illusies, want de schepping is de waarheid. De schepping is de heilige Zoon van God, want in de schepping is Zijn Wil in ieder aspect compleet, ervoor zorgend dat elk deel het geheel bevat. Haar eenheid is voor eeuwig als onschendbaar gewaarborgd, blijft eeuwig in Zijn heilige Wil bewaard, buiten elke mogelijkheid tot schade, scheiding, onvolmaaktheid, en buiten enige smet op haar zondeloosheid.

Wij zijn de schepping, wij de Zonen van God. We lijken elk apart te zijn en ons niet bewust van onze eeuwige eenheid met Hem. Maar achter al onze twijfels, voorbij al onze angsten is nog altijd zekerheid. Want liefde blijft bij al haar Gedachten, terwijl haar zekerheid de hunne is. De Godsherinnering is in onze heilige denkgeest, die zijn eenheid en verbondenheid met zijn Schepper kent. Laat het onze functie zijn alleen deze herinnering terug te doen keren, alleen Gods Wil op aarde te laten geschieden, alleen onze innerlijke gezondheid weer terug te vinden en slechts te zijn zoals God ons geschapen heeft.

Onze Vader roept ons. We horen Zijn Stem en we vergeven de schepping in de Naam van haar Schepper, de Heiligheid zelf, wiens Heiligheid gedeeld wordt door Zijn eigen schepping, wiens Heiligheid nog altijd deel is van ons.

Plaats een reactie