Wat moet ik met die verhalen over zonde en schuld? (59)

Afgelopen weken besprak ik soms de verschillen en overeenkomsten tussen Een Cursus in Wonderen (ECIW) en wat ik aanduid als de “seculiere” non-duale visies; denk hierbij aan de vele Advaita-leraren en sprekers op Satsang bijeenkomsten. Dat deed ik niet vanuit de intentie om één van beide aan te prijzen of te verwerpen, maar wel omdat ik zie dat velen in de cursus-gemeenschap deze visies geheel over één kam scheren en daarmee in mijn beleving de uniekheid en grootsheid van ECIW tekort doen. Want het is niet slechts het taalgebruik waar deze visies in verschillen. Zelf omschrijf ik de cursus-term “zonde” wel eens als het geloof in afgescheidenheid, en dit geloof en het doorzien ervan speelt natuurlijk ook een centrale rol in de seculiere visies.

Maar waar de seculiere visies gewoonlijk niet veel over te melden hebben is de “waartoe”-vraag. Waartoe ervaren we afgescheidenheid en lijden? Wat dit betreft zijn deze visies pragmatisch en ze proberen zich te verhouden tot de ons gegeven werkelijkheid. Men geeft aandacht aan de fenomenen zoals ze in bewustzijn verschijnen en probeert de identificatie hiermee los te laten. Als de seculiere visie beperkt blijft tot een verstandelijke benadering, dan kan deze averechts werken waarbij de illusie van dualiteit met “ik hier” die “alles daar” onbewogen probeert gade te slaan, versterkt wordt. Dit kan leiden tot een situatie waarbij de beoefenaar als vanuit een ivoren toren onbewogen en afstandelijk om zich heen zit te kijken. Dezelfde houding treedt soms op bij cursus-studenten indien ze alles afdoen als illusie, behalve hun kleine zelf.

De cursus gaat verder dan de tip om rustig te observeren en geeft ons als het ware een kijkje achter de schermen en laat zien hoe we terecht gekomen lijken te zijn als afgescheiden wezentjes in deze wereld. Dit kun je afdoen als een aardig verhaal, maar Jezus geeft ons dit verhaal niet zomaar. Hij legt uit dat wij als Zonen van God gekozen hebben voor afscheiding en gebruikt niet voor niets hiervoor het woord “zonde”. Vervolgens legt hij uit hoe we deze zonde moeten zien en dit geeft een verklaring voor onze huidige vermeende status quo die ik niet zo terug zie in de seculiere visies.

Jezus corrigeert eerst ons oude geloof in de betekenis van zonde en legt uit dat onze Vader niet boos op ons is. Zonde is in ECIW geen morele misstap maar een vergissing van ons die gecorrigeerd kan worden. Maar nu komt ECIW los van de seculiere visies, want waar deze de wereld af doen als een gegeven, stelt ECIW dat de wereld onze projectie is waar we een tafereel projecteren waarin schuld en bestraffing een grote rol spelen. Deze visie biedt zowel valkuilen als onze mogelijkheid op verlossing.

Een adept van de seculiere non-duale visie zal bijvoorbeeld bij pijn en ziekte proberen hier onbewogen op toe te kijken en dat kan zeker behulpzaam zijn. Een cursus-student kan in de valkuil trappen zichzelf schuldig te voelen voor de narigheid omdat hij weet dat hij zelf een rol speelt in de projectie ervan. Maar gelukkig mag hij leren dat schuldgevoel niet nodig is bij een vergissing, want meer is het niet. Vervolgens leert de ECIW-student dat hij onbewust zichzelf straft voor deze vergissing die hij gezien heeft als echte zonde. Jezus spreekt in de cursus zo’n tachtig keer over straf. Bijvoorbeeld in Txt 5: V:

5. De schuldeloze denkgeest kan niet lijden. Omdat hij gezond is, geneest de denkgeest het lichaam omdat hij genezen is. De gezonde denkgeest kan zich geen voorstelling maken van ziekte, omdat hij zich niet voorstellen kan dat hij iets of iemand zou aanvallen. Ik heb eerder al gezegd dat ziekte een vorm is van magie. Misschien zou het beter zijn te zeggen dat het een vorm is van een magische oplossing. Het ego gelooft dat het de straf van God zal verlichten door zichzelf te straffen. Maar zelfs hieruit blijkt zijn arrogantie. Het schrijft God de intentie toe te willen straffen, en doet vervolgens alsof deze intentie zijn eigen natuurlijk recht is.

Jezus laat zien dat we geen slachtoffer zijn van de wereld die we zien en van de ellende die we ervaren. We zijn echter ook niet de waarnemers die er los van staan. We zijn vergeetachtige Zonen van God die zichzelf straffen voor vermeende schuld. In onze grotendeels seculiere samenleving kunnen we menen dat we niet meer zo veel van doen hebben met dit archaïsche, Bijbelse taalgebruik. Maar dit is helaas een teken van weinig zelfkennis. Het schuldgevoel zit zo diep verankerd in ons onderbewustzijn dat we er het zicht op verloren zijn. Het ontmaskeren van de onheilige drie-eenheid van zonde-schuld-angst vormt de kern van ECIW en maakt deze visie in mijn beleving schitterend en uniek. Lees, als je wilt, vanuit deze optiek maar eens de werkboekles van vandaag. Hierin lezen we dat wij helaas onszelf, onze zondeloze identiteit als Kind van God, aanvallen. Jezus wil ons hiervoor behoeden en wijst ons op de liefde van onze Vader die in ons geen zonde ziet.

Les 341

Ik kan slechts mijn eigen zondeloosheid aanvallen, en alleen die is het die mij geborgen houdt.

Vader, Uw Zoon is heilig. Ik ben hem, degene tegen wie U glimlacht met zo ‘n dierbare, diepe en stille liefde en tederheid dat het universum naar U teruglacht en Uw Heiligheid deelt. Hoe zuiver, hoe veilig, en hoe heilig zijn wij dan, die in Uw Glimlach toeven, terwijl al Uw Liefde ons geschonken is, en wij als één met U leven in volkomen broederschap en Vaderschap, in zo ‘n volmaakte zondeloosheid dat de Heer der Zondeloosheid ons als Zijn Zoon ziet, een universum van Gedachte dat Hem compleet maakt.

Laten we dan onze zondeloosheid niet aanvallen, want die bevat het Woord van God voor ons. En in haar vriendelijke weerspiegeling zijn we verlost.

Plaats een reactie