Hard leren om niets te doen. (60).

Een Cursus in Wonderen lijkt soms een vat vol tegenstrijdigheden. Jezus geeft ons met dit dikke boek en met de 365 werkboeklessen heel wat te doen. De laatste tijd kwamen er wat mensen op mijn pad die me vroegen hoe ze het best konden beginnen met de cursus. Dat vind ik een lastige vraag want ik herinner me dat ik, toen ik uiteindelijk het boek had gekocht, er geen doorkomen aan vond. Ik was gewoon begonnen aan het begin en kreeg allerlei cryptische wonderprincipes voorgeschoteld die me natuurlijk vrijwel niets zeiden. Toch kreeg het boek me uiteindelijk te pakken en het heeft me niet meer losgelaten.

Ik merkte dat door de jaren heen er een soort “gevoel” ontstond voor de boodschap van Jezus. Met het groeien van dit gevoel kwam bij elke herlezing de boodschap dieper binnen en groeide mijn verwondering en dankbaarheid voor de cursus. Tegelijkertijd groeide het verlangen om mijn blijdschap te delen met mijn broeders en zusters. Ik herken bij hen mijn aanvankelijke frustratie en worsteling. In een poging om werkelijk behulpzaam te zijn en hen te helpen om ook die bron van blijdschap te ontdekken, loop ik tegen de paradox aan dat ik hiervoor woorden nodig heb, veel woorden, net zoals Jezus in de cursus.

Het is een vreemde paradox. Ik bekeek zojuist een video van een broeder die overduidelijk spreekt vanuit de bron die we delen. Net zoals ik nog steeds kan genieten van het lezen in de dikke cursus, zo is het ook fijn om rustig te luisteren naar podcasts of video’s van leraren die vanuit de bron spreken. Je deelt zo als het ware in hun herkenning en blijdschap. Maar tevens valt op dat ook zij aardig wat woorden per minuut nodig hebben om met ons te communiceren. Als je het script van het gesproken woord zou uittypen, krijg je ook een lijvig document, ondanks het feit dat de boodschap voor de goede verstaander niet ingewikkeld is.

Die paradox vind je ook terug in ECIW als Jezus herhaaldelijk tegen ons zegt: “Je hoeft niets te doen”. Hierbij een paar voorbeelden:

“Txt 12: I: 3Maar de waarheid is werkelijkheid krachtens zichzelf, en om in de waarheid te geloven hoef je helemaal niets te doen.

Txt 16: I: 10Ik ben niet alleen, en ik wil het verleden niet aan mijn Gast opdringen. Ik heb Hem uitgenodigd en Hij is hier. Ik hoef niets te doen behalve me er niet in te mengen.

Txt 18: VII: 7Wanneer ten langen leste vrede komt voor hen die worstelen met verleiding en vechten tegen het toegeven aan zonde; wanneer het licht uiteindelijk komt in de denkgeest die zich aan contemplatie heeft overgegeven; of wanneer het doel tenslotte door wie ook wordt bereikt, dan gaat dit steeds met maar één gelukkig inzicht gepaard: ‘Ik hoef niets te doen.’. Dit is de uiteindelijke bevrijding die iedereen op een dag, op zijn eigen wijze en op zijn eigen tijd zal vinden. Je hebt die tijd niet nodig. Er is jou tijd bespaard doordat jij en je broeder tezamen zijn. Dit is het speciale middel dat deze cursus gebruikt om tijd voor je te besparen. Je maakt geen gebruik van deze cursus als je per se middelen wilt gebruiken die anderen goed van dienst waren, en daarbij verwaarloost wat voor jou werd gemaakt.  Spaar tijd voor mij door deze ene voorbereiding alleen, en oefen je erin niets anders te doen. ‘Ik hoef niets te doen’ is een verklaring van trouw, een waarlijk onverdeelde loyaliteit.  Geloof het voor slechts één enkel ogenblik, en je zult meer tot stand brengen dan een eeuw van contemplatie of van strijd tegen verleiding je oplevert.”

Je zou zeggen dat deze boodschap van Jezus ons op het lijf geschreven is. Want we willen liever ook geen moeite doen. Het paradoxale is in mijn beleving dat ondanks dit “niets doen” mijn “werken” met de cursus mijn totale passie is, mijn diepste verlangen. Voor mij is dat overigens geen opgave want ik kan niet niet volledig hiermee bezig zijn. Ik heb vergevingslessen te doen als ik met medestudenten communiceer voor wie de cursus (nog) een bijrol speelt in hun leven, voor zover ik dit juist kan inschatten. Die het prima vinden om af en toe een mooie uitspraak uit de cursus te lezen. Ieder heeft zijn weg en studietempo en zal de voor hem of haar juiste vorm aangereikt krijgen.

Met dat ik dit aan het typen ben, tovert God een regenboog tevoorschijn. De kleuren hierin zijn wij; ogenschijnlijk verschillend van elkaar maar toch in een prachtige eenheid met elkaar verbonden. Jij en jouw weg zijn net zo oké als ik en mijn weg. De uitnodiging is om vergeving te laten rusten op alles. Dus broeder, zuster; vergeef me nu mijn vele woorden. Laten we samen naar huis gaan en terwijl we zo samen gaan, gaat de wereld met ons mee op onze weg naar God.

“Les 342

Ik laat op alles vergeving rusten, Want zo wordt vergeving mij geschonken.

Ik dank U, Vader, voor Uw plan mij te verlossen uit de hel die ik heb gemaakt. Hij is niet werkelijk. En U hebt mij het middel verschaft om zijn onwerkelijkheid aan mij te bewijzen. De sleutel ligt in mijn hand, en ik heb de deur bereikt waarachter het eind van dromen ligt. Ik sta voor de Hemelpoort, en vraag me af of ik naar binnen zal gaan om thuis te zijn. Laat ik vandaag niet opnieuw dralen. Laat me alles vergeven en laat de schepping zijn zoals U haar wilt en zoals ze is. Laat ik me herinneren dat ik Uw Zoon ben, en als ik deze deur uiteindelijk open, laat me dan in het schitterende licht van de waarheid alle illusies vergeten, terwijl de herinnering van U tot mij terugkeert.

Broeder, vergeef me nu. Ik kom tot je om jou met mij mee naar huis te nemen. En terwijl we gaan, gaat de wereld met ons mee op onze weg naar God.”

Plaats een reactie