Iedereen, ook ik, ervaart Een Cursus in Wonderen op zijn of haar eigen wijze. Toch reageer ik dikwijls op berichten waarin iemand een visie op de cursus verkondigt die in mijn beleving de boodschap van Jezus niet helemaal recht doet. Dit is haast een nieuw taboe geworden in cursus-land en wordt gezien als “gelijk willen hebben”. Hoewel we allemaal feilbare interpretatoren zijn en het dus altijd een werk in uitvoering is om de juiste interpretatie te krijgen, is er Jezus zeker veel aan gelegen dat wij de Cursus interpreteren zoals hij het bedoeld heeft. Hij beschouwde de Cursus duidelijk als “niet voor meer dan één uitleg vatbaar” (commentaar aan Helen). Door de Cursus heen geeft hij aan dat het ego altijd probeert te verdraaien wat hij ons zegt. Hij spoort ons aan deze neiging tegen te gaan door de Cursus niet “overhaast of verkeerd” te lezen (HvL-29.7:3). Jezus zelf corrigeert in de oorspronkelijke editie de visies van Freud en Edgar Cayce, en van het Nieuwe Testament. We zullen niet snel tegen Jezus zeggen dat dit “allemaal ego” is.
Hoewel ik me realiseer dat ik ook maar een feilbare student ben, ageer ik dus toch op twee uiterste visies die ik tegenkom in Facebook-groepen. Ik ga dit hier niet uitgebreid uitwerken omdat ik dat afgelopen maanden in een serie blogs heb gedaan. Samengevat stelt de eerste visie dat lichaam en aarde slechts illusies zijn waar we om moeten lachen. Ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat, zelfs als dit metafysisch gezien klopt, lachen niet de weg van Jezus is. Vergeven en liefde vormen zijn weg. Bij het andere uiterste neemt men de illusies zo serieus dat men stel dat we wel degelijk kwetsbare en sterfelijke wezens zijn. Aanhangers van deze visie zijn ongetwijfeld liefdevolle broeders en zusters maar zij maken Een Cursus in Wonderen te klein. De cursus heeft niet als einddoel om ons een beetje “menselijker”, iets liefdevoller, te maken maar om ons te wijzen op onze grootsheid. De cursus wil ons verlossen en niet slechts verbeteren.
Wanneer we de cursus verkleinen tot een plezierige doch beperkte vorm van humanisme dan doen we onszelf tekort. In deze kerstperiode herdenken we dan het Licht naar de wereld kwam juist om ons te herinneren aan onze ware identiteit. In Hoofdstuk 15 III “Kleinheid tegenover grootheid”(7) zegt Jezus hierover:
Verbind je in deze (kerst)tijd, waarin de geboorte van heiligheid in deze wereld wordt gevierd, met mij die de keuze voor heiligheid voor jou heeft gemaakt. Het is onze gezamenlijke taak de gastheer die God voor Zichzelf heeft aangesteld het besef van grootheid te doen hervinden. Het gaat al je kleinheid te boven de gave van God te geven, maar dit gaat jou niet te boven. Want God wil Zichzelf geven door jou. Hij strekt Zich van jou uit tot iedereen, en voorbij iedereen tot de scheppingen van Zijn Zoon, maar zonder jou te verlaten. Ver voorbij jouw wereldje, maar nog steeds in jou, breidt Hij Zich voor eeuwig uit. Toch brengt Hij al Zijn uitbreidingen bij jou, als Zijn gastheer.
Onze oudere broer Jezus heeft voor ons de keuze voor heiligheid gemaakt opdat we ons besef van grootheid hervinden. Die grootheid is niet een opgeblazen ego maar een Zoon van God die zichzelf aan God geeft opdat God door hem heen kan scheppen. Jezus gaat verder:
8. Is het een offer om kleinheid achter te laten, en niet vergeefs rond te dolen? Het is geen offer om tot heerlijkheid te ontwaken. Maar het is wel een offer iets aan te nemen wat minder is dan heerlijkheid. Leer dat jij de Vredevorst, geboren in jou ter ere van Hem wiens gastheer jij bent, beslist waardig bent. Jij weet niet wat liefde betekent, want jij hebt geprobeerd haar met kleine geschenken te kopen, en er daardoor te weinig waarde aan verleend om haar grootheid te begrijpen. Liefde is niet klein en liefde verblijft in jou, want jij bent Zijn gastheer. In het aangezicht van de grootheid die in jou leeft, lossen je povere zelfwaardering en alle kleine giften die je geeft op in het niets.
We kunnen worstelen met teksten die handelen over onze grootheid. Pas als we ons hart openen kunnen we gevoel krijgen voor hun betekenis. Want liefde lacht niet om de pijn en ellende die we ervaren en om ons heen zien in de wereld. Maar dezelfde liefde weigert ook om te buigen voor deze beelden en bibberend van angst als slachtoffers onze aardse rit uit te zitten. Liefde wil verlossen en zich geven in gedachte, woord en daad. Het hele Nieuwe Testament biedt ons een voorbeeld in het leven van Jezus die omziet naar zijn naasten, wonderen aanbiedt en doorheen zijn kruisdood de opstandingsmacht van liefde toont. Hij toont ons de grootheid van liefde. Tekstboek 15 paragraaf III eindigt als volgt:
12. Roep in iedereen alleen de herinnering naar boven van God, en van de Hemel die in hem is. Want waar jij wilt dat jouw broeder is, daar zul je zelf denken te zijn. Hoor niet zijn oproep tot de hel en kleinheid, maar alleen zijn roep om de Hemel en grootheid. Vergeet niet dat zijn roep de jouwe is, en antwoord hem samen met mij. Gods macht is voor eeuwig aan de zijde van Zijn gastheer, want ze beschermt slechts de vrede waarin Hij verblijft. Leg geen kleinheid neer voor Zijn heilig altaar dat boven de sterren uitrijst en, door wat eraan geschonken is, zelfs tot aan de Hemel reikt.
Soms menen we dat het prachtige drieluik “Geloof, Hoop en Liefde” thuishoort bij een achterhaald geloofsleven. Maar geloof is ook vertrouwen, het vertrouwen dat we mogen hebben in onze Vader, in Zijn Stem de Heilige Geest en in onze Broeder Jezus. Hoop is geen hoop op enige zelfverbetering maar op verlossing en Liefde is het middel dat ons verbindt en verlost.
Lieve broeders en zusters. Ik wens jullie in deze dagen waarin de duisternis machtig lijkt alle vertrouwen en hoop en vooral onze verlossing door liefde.
