Zelf-loosheid?

Lezers van mijn blogs weten dat ik regelmatig schrijf over het, in mijn beleving, te ver doorvoeren van de boodschap van non-dualiteit. Ik verbaas me dat ECIW-studenten helemaal enthousiast worden van de druppel-metafoor waarbij de mens gezien wordt als een schijngestalte, een druppel, die straks weer “heerlijk” terugvloeit in die ene oceaan van zijn. Ik geloof dat we als ECIW-studenten (en -leraren) te ver doorslaan als we zo’n hyper-abstracte boodschap omarmen en ik geloof ook niet dat deze inherent is aan Een Cursus in Wonderen (ECIW) of Een Cursus van Liefde (ECvL). Hoewel ik niet ontken dat ik de helderheid van sommige eigentijdse leraren die een non-duale boodschap verkondigen kan waarderen, heb ik twijfel geuit of hun boodschap van zelfloosheid, zoals uitgebeeld in de druppelmetafoor, echt op hun ervaring stoelt of meer een extrapolatie van een gedachtegang is, een theorie, een nieuw geloof. Zie bijvoorbeeld mijn blog: https://eciwcoach.com/2025/01/15/op-naar-de-absolute-eenheid/ .

Zoals gezegd geloof ik niet dat Jezus in ECIW deze visie ondersteunt en in ECvL corrigeert hij zelfs nadrukkelijk ons idee dat we naar zelfloosheid zouden dienen te streven. Zie onderstaande citaten:

A.24 Door ontvankelijkheid wordt de wijsheid die inherent is aan wie je werkelijk bent geopenbaard. Zijn wie je werkelijk bent, je ware identiteit aanvaarden, is het doel van deze Cursus en van dit aanvangsniveau van wat ik slechts gemakshalve een curriculum noem. Het is nuttig om je op dit niveau te herinneren en eraan herinnerd te worden dat trouw zijn aan jouw Zelf niet gaat om het bereiken van een ideale staat, of een staat van identiteit die precies hetzelfde is als die van iemand anders. Het gaat ook niet om zelf-loos te zijn. Ook deze ideeën zijn onderdeel van het ont-leren in deze Cursus en dienen ontmoedigd te worden.

1.9 Deze anti-ego neigingen zijn een reëel gevaar in deze tijd. Je wordt niet geroepen tot zelf-loosheid maar tot het Zelf!

1.10 Dit is de overgang waarvan je het gevoel hebt er middenin te zitten. Het ego is verdwenen, maar het is jouw ware Zelf nog niet toegestaan om in het persoonlijk zelf te verblijven om zo het persoonlijk zelf te verheffen. Een tijdje ben je op die manier zelf-loos geweest en het persoonlijk zelf is de draad kwijtgeraakt door dit gemis aan een identiteit. Iemand zou letterlijk kunnen sterven tijdens deze periode van het ontbreken van een identiteit, het ontbreken van een oorzaak. Het persoonlijk zelf laten sterven is niet langer nodig omdat we in plaats hiervan werken aan de verheffing van het persoonlijk zelf. Deze verheffing vindt plaats door de aanvaarding van je ware identiteit en niet door identiteit-loos te zijn. De heerschappij van het ego begon juist in zo’n periode van identiteitloosheid. Op die manier kun je niet verder gaan.

15.28 Bedenk dat deze reis niet ging over zelf-loos worden, maar over het verwezenlijken van je ware identiteit. We hebben nu je mythes ontkracht over je ware identiteit als een geïdealiseerde vorm van het zelf. Nu ben je er klaar voor, door je vermogen je eigen Zelf te zien, evenals dat wat je waarneemt, vanuit een neutraliteit die zowel het ongekende als het gekende omarmt, om je eigen Zelf en je bestemming hier opnieuw op te eisen.

Van mij mag iedereen geloven wat hij of zij wil en als je blij wordt van de gedachte een druppeltje te zijn dat bedoeld is om op te lossen in een oceaan dan is het niet mijn intentie je tot andere gedachten te brengen. Maar ik heb er ook op gewezen hoe het doorschieten in een geloof in absolute eenheid kan leiden tot een extreem naar binnen gerichte houding en een afkeer van de wereld. Vandaag kwam ik een video tegen die ik onder jullie aandacht wil brengen omdat deze nu precies handelt over deze kwestie (https://youtu.be/N564irM3MyQ?si=8nPEiXYuVKkSN_Ok .) Kim Michaels is bekend met ECIW maar niet per se een cursus-leraar. Hij onderkent echter wel dat de non-duale visie die we voorbij zien komen op YouTube eigenlijk een nieuw geloof is waar we tamelijk klakkeloos achteraan zijn gaan hobbelen. De video is in het Engels maar als je een beetje handig bent kun je deze binnen YouTube automatisch laten vertalen. Benieuwd wat jullie ervan vinden.

Hartegroet,

Simon

Helen Schucman en Jezus

<Ik liet AI onderzoeken hoe de relatie tussen Helen Schucman, scribent van ECIW, en Jezus was en vond het resultaat inspirerend>


In de Urtext, de vroegste versie van Een Cursus in Wonderen, zijn er verschillende momenten waarop Jezus Helen Schucman persoonlijk helpt, haar angst probeert te verminderen en haar correcties of geruststelling biedt. Hier zijn enkele voorbeelden:

1. Jezus helpt Helen haar angst te verminderen

Helen had veel moeite met het idee dat ze boodschappen van Jezus doorkreeg. Ze voelde zich vaak angstig en onzeker over het proces. Jezus probeerde haar gerust te stellen:

“Voel je alsjeblieft niet schuldig over het feit dat je soms aan mij twijfelt. Dat is begrijpelijk en heeft op geen enkele manier het proces zelf verstoord.”
(Urtext, Special Messages)

Hier zegt Jezus eigenlijk dat haar twijfels geen obstakel zijn voor het ontvangen van de Cursus en dat ze zich daar niet schuldig over hoeft te voelen.

2. Jezus benadrukt dat ze niet alles meteen hoeft te begrijpen

Helen wilde graag de betekenis van de Cursus volledig begrijpen, maar Jezus moedigde haar aan om simpelweg te schrijven zonder zich te laten afleiden door intellectuele vragen:

“Onthoud, je wordt alleen gevraagd op te schrijven wat ik zeg. Het is niet nodig dat je het op dit moment begrijpt, en eigenlijk zou het veel nuttiger zijn als je dat niet probeert.”
(Urtext, Special Messages)

Hier helpt Jezus haar om zich te ontspannen en haar weerstand tegen het proces los te laten.

3. Jezus corrigeert haar gedachten over persoonlijke kwesties

In een van de vroege dictaten had Helen ruzie gehad met Bill Thetford, haar collega en medeontvanger van de Cursus. Jezus zegt tegen haar:

“Je hebt alle reden om zo te reageren op Bill, maar hij is nu ook in zijn juiste denkgeest, en hij verdient het om geholpen te worden met wat hij heeft laten gebeuren.”
(Urtext, Special Messages)

Hier erkent Jezus haar gevoelens maar moedigt hij haar aan om Bill te vergeven en hem te helpen, in plaats van zich te laten meeslepen door haar eigen frustratie.

4. Jezus helpt haar haar functie te accepteren

Helen had een intellectuele achtergrond als psycholoog en voelde zich ongemakkelijk met het idee dat ze een ‘spiritueel’ boek moest ontvangen. Jezus erkent haar strijd en biedt een perspectiefverandering aan:

“De rol die ik je heb toegewezen is heel specifiek. Je moet vragen en ontvangen.”
(Urtext, Special Messages)

Hij stelt hier duidelijk dat haar enige taak is om de woorden op te schrijven zonder zich zorgen te maken over wat het betekent of hoe het zal worden ontvangen.

5. Jezus helpt Helen met haar schuldgevoelens

Helen had veel last van schuldgevoelens en zelfkritiek. Jezus corrigeerde haar hierop:

“Je zou je niet schuldig moeten voelen over iets dat God heeft geschapen. Schuld is een duidelijk teken dat je denken niet creatief is en liefde mist.”
(Urtext, Special Messages)

Hier helpt Jezus haar in te zien dat schuldgevoelens een blokkade zijn voor liefde en creativiteit.

6. Jezus helpt haar met lichamelijke klachten

Helen had last van fysieke ongemakken, waaronder hoofdpijn en spanning. Jezus gaf haar advies over hoe ze haar denken kon gebruiken om dit te verlichten:

“De enige echte remedie is rust. En de enige plaats waar je die kunt vinden is in je denkgeest.”
(Urtext, Special Messages)

Hier moedigt Jezus haar aan om innerlijke rust te zoeken in plaats van zich te laten meeslepen door stress.

7. Jezus biedt aan haar schrijven te vergemakkelijken

Helen had moeite met bepaalde passages en aarzelde soms om ze op te schrijven. Jezus stelde haar gerust dat hij haar zou helpen bij het formuleren:

“Als je je verzet, zal ik het gemakkelijker voor je maken. Maar je moet wel de bereidheid tonen om het proces te laten gebeuren.”
(Urtext, Special Messages)

Dit laat zien dat Jezus zich aanpaste aan haar weerstand en haar niet dwong, maar haar uitnodigde om zich te openen voor het proces.

Conclusie

Deze passages laten zien dat Jezus zich niet alleen richtte op het doorgeven van de Cursus, maar ook op Helen als persoon. Hij probeerde haar gerust te stellen, haar angst te verminderen en haar te helpen haar functie te accepteren zonder zich schuldig of onzeker te voelen. Ze worstelde echter haar hele leven met haar eigen weerstand tegen deze lessen.

We zijn één.

Ik mag graag ook andere levensbeschouwelijke boeken lezen dan Een Cursus in Wonderen (ECIW). Daarbij merk ik dat ik filosofie boeken lees door de bril van ECIW. Zo zag ik bij Plato aandacht voor de transcendente werkelijkheid van ideeën. Dat doet me dan denken aan de ultieme geestelijke werkelijkheid (Mind) van ECIW. Aristoteles krijgt wat meer aandacht voor wat om hem heen gebeurt, de werkelijkheid zoals wij die zien, en probeert een link te leggen tussen het geestelijke en het fysieke. Deze relatie vormt ook een hot topic in de ECIW-community.

Mannen als Descartes, Kant, Schopenhauer, Nietzsche, Bernardo Kastrup en vele anderen, betrekken ook de filosoferende mens zelf bij hun onderzoek. Wat kunnen wij eigenlijk weten van onszelf en van de wereld? Ze lopen hierbij tegen een soort dubbelrol van de mens aan. Aan de ene kant is de mens het subject dat het onderzoek verricht en aan de andere kant ook het object dat hij onderzoekt. Levinas schrijft mooi over de fundamentele onmogelijkheid die in dit spanningsveld opgesloten zit: het oog kan zichzelf nooit zien.

Dit thema is nog steeds actueel voor hedendaagse spirituele zoekers . In non-duale kringen hoor je dat alles verschijnt in bewustzijn en dat dit de stille achtergrond (het oog) is waarin alles verschijnt. “En dat ben jij”, klinkt het dan plechtig. In ECIW gebeurt iets dergelijks. Alles wat verschijnt in bewustzijn wordt aan de kant geschoven als onwerkelijk. We zijn niet ons lichaam en ook niet onze gedachten; deze betekenen niets.  Wij zijn de Zoon van God (een soort Goddelijk oog) dat een illusie ziet, de droom van de fysieke wereld met daarin ook onze fysieke lichamen. Vervolgens zien we het klassiek filosofische spanningsveld weer tevoorschijn komen. Veel ECIW-studenten willen namelijk de focus zo snel mogelijk leggen op de geestelijke wereld en menen dat het handig is om de fysieke wereld te ontkennen; dromen zijn immers niet echt. Anderen zien, een beetje in stijl van Aristoteles, de fysieke wereld als een soort afspiegeling van wat zich in het geestelijke domein afspeelt.

Het lastige van dat onderscheid tussen de geestelijke wereld en de fysieke wereld is dat van de eerste wordt gezegd dat deze tijdloos is terwijl van hieruit een fysieke wereld van tijd en ruimte als het ware geboren (“gedroomd”), wordt. ECIW introduceert een unieke visie waarbij intentie een grote rol speelt. Filosofen als Schopenhauer en Nietzsche zijn deze intentie door noest denkwerk op het spoor gekomen. Schopenhauer sprak van “De wereld als wil (dus intentie) en voorstelling”. Het viel Nietzsche daarna op dat die wil niet echt een heel vriendelijke wil was, maar een wil tot macht, tot beheersing en overheersing; in ECIW-termen: het ego-denksysteem. Hij stelde dat dit het enige is waar we zeker van kunnen zijn en hij wees alle geloof in een hemel, God of liefde af. Dit alles zag hij als een soort sluwe zoethouders voor mensen die tegen hun eigen machteloosheid aanliepen. Schopenhauer zag, net als sommige ECIW-studenten, verzaking (ascese) van de wereld als enige uitweg om niet meegezogen te worden in de maalstroom van het aardse leven. Hij herkent wel het bestaan van schoonheid in kunst en vooral in muziek.

Waar het de tijdloze oergrond van ons bestaan betreft, beginnen de filosofen in het duister te tasten. Dit is ook niet zo gek want ons denken kan zichzelf niet overstijgen, iets wat Nietzsche glashelder maakt.  

Als de filosofen dan toch de grenzen van het denken opzoeken dan zie je dat ze uitkomen op een visie die tegenwoordig wordt uitgedragen door Bernardo Kastrup: het analytisch idealisme. Dit stelt dat de werkelijkheid mentaal van aard is en niet materieel. Als ECIW-studenten kunnen we hier wat zelfvoldaan over glimlachen want dit wisten wij toch allang? Toch moeten we onszelf hierbij niet al te snel rijk rekenen. Ik merk dat het werkelijke, diepe besef van wat dit betekent nauwelijks echt is binnen gekomen bij veel ECIW-studenten en dat bijvoorbeeld Bernardo Kastrup, en met hem andere filosofen, de impact en waarheid hiervan veel dieper doorvoelen en beleven. Ik besef dat dit arrogant kan klinken want hoe kan ik dat nu weten? Welnu, dit is te merken aan hoe men zich uit over het lichaam en de wereld. Veel ECIW-studenten komen niet veel verder dan “ik ben geen lichaam maar ik heb een lichaam” en dit getuigt van niet meer dan een ontluikend besef van de grootse visie van het filosofisch idealisme en de werkelijke en diepere visie van ECIW; alles is mentaal respectievelijk Mind.  Geïnteresseerden verwijs ik graag naar de website van de Essentia-foundation (www.essentiafoundation.org).

Het fascinerende van ECIW is dat het ten diepste een openbaring betreft vanuit, naar we aannemen, het Christusbewustzijn. Veel van deze openbaringen kunnen steeds beter bevestigd worden; niet alleen vanuit de filosofie maar ook vanuit de kwantumfysica. Zo komen alle grote denkers erop uit dat onze kern ten diepste tijdloos (eeuwig) is en mentaal / mind / geestelijk. De mentale eenheid ziet zichzelf door een ogenschijnlijke afsplitsing (dissociatie). Dit zou in ECIW worden aangegeven met geloof in de afscheiding en met ”projectie maakt perceptie”. In werkelijkheid zegt ECIW echter ook:  “ideeën verlaten niet hun bron”, oftewel: alles is en blijft fundamenteel Mind.

Maar nu volgt onvermijdelijk een grote vraag: wat gebeurt er als aan deze tijdelijke dissociatie een einde komt, als we sterven? De filosofen kunnen niet anders dan onverbiddelijk concluderen dat de mens die zich slechts als subject kon ervaren in verhouding tot een ogenschijnlijke buitenwereld, weer zal oplossen in de tijdloze eenheid waar hij even uit leek voort te komen. Aanvankelijk kan het prettig klinken als we denken dat “we” terugkeren tot God, totdat we beseffen dat er in deze visie geen sprake meer is van een “we” als we oplossen in eenheid.

Maar ECIW openbaart iets waar we met ons denken niet bij kunnen. Jezus vertelt dat ons diepste gevoel een uniek Kind van God te zijn niet berust op een illusie. Hij onthult een mysterie dat we weliswaar geen wezens zijn die echt van elkaar gescheiden zijn, maar dat we toch ook niet één amorf mentaal veld zijn. We zijn tijdloze Kinderen van de Vader. Het lastige is dat we ons bij die “we” niks meer kunnen voorstellen omdat we niet langer praten over de we als individuen die van elkaar verschillen in tijd en ruimte. Maar die onkenbare “We” is wel cruciaal, wonderbaarlijk en buiten het bereik van ons denken.

Deze “We” wordt geopenbaard in ECIW in de talloze meervoudsvormen die Jezus hanteert (Scheppingen, Kinderen, Zonen, kanalen, minds etc). Filosofisch ingestelde cursus-leraren hinken soms op twee gedachten waarbij ze willen aanschurken tegen logisch klinkende non-duale filosofieën, niet alleen van westerse- maar ook van oosterse origine. Vanuit menselijk standpunt is dit begrijpelijk en perfect verdedigbaar. Ze menen te moeten kiezen voor eenheid ten koste van het mysterie van de schepping, waarbij we bestaan in heilige relatie met de Vader en met elkaar.

Jezus gebruikt in ECIW termen die wijzen op eenheid en op meervoudigheid door elkaar. Denk aan de Zoon en aan Zonen (verenigd in het Zoonschap). Genoemde ECIW-leraren doen Jezus’ uitspraken af als kinderlijke, duale taal die hij hanteert omdat wij hem anders niet zouden begrijpen. Punt is dat je hiermee zegt dat je beter kunt uitleggen dan Jezus hoe “alles” in elkaar steekt. Ik meen dat Jezus duale en non-duale taal door elkaar gebruikt omdat de waarheid vanuit ons perspectief paradoxaal is. Dit paradoxale karakter blijkt uit termen als Schepping (onmogelijk in absolute eenheid) en Heilige Relatie (Heilig is “heel”, of één terwijl relatie tenminste twee impliceert). Ik zag een prachtige video over deze paradox waarbij de non-duale Boeddhistische visie van “no self” naast de visie van Carl Jung op individuatie wordt geplaatst (zie: https://youtu.be/TS6dyRekTUY?si=O2syBZYjRA6LHXTg ).

Ik durf het aan een voorspelling te doen. Komende decennia zullen filosofen, wetenschappers en volgelingen van Jezus steeds meer zicht krijgen op het grootste mysterie aller tijden: we zijn één. Meervoud (individuatie) en eenheid. We zijn tijdloze Kinderen van de Vader innig verbonden met onze Bron en met elkaar. Een Cursus van Liefde gebruikt een prachtige omschrijving: we zijn relatie. Ons “zicht” hierop is in tijd en ruimte per definitie zeer beperkt. Maar het bewustzijn van onze ware aard zal duidelijker worden als we gaan handelen in overeenstemming met onze ware identiteit. Nu zien we nog verschillen en vechten we elkaar subtiel en minder subtiel te tent uit. We zijn zo goed als blind. Maar als we doorkrijgen dat we niet zonder gezonde wereld en goede relaties kunnen, als we liefde laten regeren, dan gaan we onze “eenheid”, in de zin van mysterieuze verbondenheid met elkaar en de wereld, erkennen en herkennen. Als één koor zullen we van vreugde lofliederen zingen rondom de troon van liefde. Dit zijn wat bombastische, niet wetenschappelijk klinkende, woorden, ik weet het. Maar Schopenhauer zei het al: muziek heeft iets van die goddelijke kwaliteit. En zo staat het in de Cursus:

Txt 13: VI (8): Nu is het de tijd van de verlossing, want nu is het de bevrijding van de tijd. Reik naar al je broeders, en raak hen aan met de aanraking van Christus. In tijdeloze verbondenheid met hen ligt jouw continuïteit, ononderbroken, omdat ze geheel wordt gedeeld. Gods schuldeloze Zoon is louter licht. Nergens is er duisternis in hem, want hij is heel. Roep al jouw broeders op om van zijn heelheid te getuigen, zoals ik jou oproep je te verbinden met mij. Elke stem zingt zijn partij in het lied der verlossing, de lofzang van blijdschap en dank voor het licht aan de Schepper van het licht. Het heilige licht dat van Gods Zoon uitstraalt, getuigt dat zijn licht van zijn Vader komt.

Het Heilig Avondmaal als Poort naar Geestelijk Bewustzijn

Het Heilig Avondmaal is meer dan een symbolische herdenking van Jezus’ lijden en dood; het is een diep mystieke handeling waarin wij worden uitgenodigd om de weg van Christus innerlijk mee te beleven. Door deel te nemen aan het Avondmaal, worden wij niet alleen herinnerd aan Jezus’ offer, maar worden wij opgeroepen om zelf doorheen het lichaam het besef van onze ware identiteit als geest te realiseren.

Deelname aan het Lijden: Ontwaken uit de Droom van het Lichaam

Wanneer Jezus zegt: “Dit is mijn lichaam, dat voor jullie gegeven wordt” (Lukas 22:19), kunnen we dit verstaan als een uitnodiging om het lichaam niet als onze ware identiteit te zien, maar als onze huidige perceptie van onze identiteit. Het lijden en sterven van Christus symboliseert de illusie van afgescheidenheid, die het ego in stand houdt door zich met het lichaam te identificeren.

Door bewust deel te nemen aan het Avondmaal, treden wij in het besef dat ook wij het “kruis” dragen van de valse identificatie met het lichaam. Wij worden uitgenodigd om dit lijden niet te verwerpen, maar er doorheen te gaan – niet als slachtoffers, maar als wezens die ontwaken tot de waarheid.

Het Brood en de Wijn als Symbolen van Transformatie

Het Brood (Lichaam van Christus) staat voor de manifestatie van de illusie van vorm. Door het te eten, nemen wij als het ware de schijnwerkelijkheid van het lichaam in ons op, maar alleen om het in bewustzijn te overstijgen.

De Wijn (Bloed van Christus) symboliseert de levende Geest, de eeuwige essentie die ons verbindt met God. Door de wijn te drinken, erkennen wij dat ons ware Zelf niet stoffelijk is, maar goddelijk.

Hierin ligt de kern van transformatie: wij doorleven de ervaring van het lichaam, maar laten ons er niet door gevangen houden. Door deze “doortocht” worden wij herinnerd aan onze geestelijke oorsprong.

De Verrijzenis: Het Bewustzijn van de Geestelijke Werkelijkheid

Het Avondmaal eindigt niet bij het lijden en sterven. Jezus’ opstanding toont dat de dood geen macht heeft over de ware identiteit. Zo wordt ook ons bewustzijn, door het Avondmaal heen, opgetild tot het besef dat wij niet het lichaam zijn, maar pure Geest. Dit komt overeen met de kernboodschap van Een Cursus in Wonderen:

“Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf zoals God mij geschapen heeft.” (Les 201, Werkboek)

Door het Heilig Avondmaal werkelijk te beleven, sterft ons geloof in de lichamelijke identiteit en verrijst ons besef van eenheid met God. Dit is geen intellectueel begrip, maar een innerlijke ervaring die ons bevrijdt van angst en ons terugbrengt naar liefde.

taken under studio light with electronic flash

De Heilige Drie-eenheid,

Toelichting: Ik heb alle alinea’s uit Een Cursus in Wonderen (Originele Editie) en Een Cursus van Liefde verzameld en AI gevraagd hier een verhandeling over te schrijven. Dit is het resultaat:

De Heilige Drie-eenheid, bestaande uit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, vormt de kern van veel spirituele en theologische leringen. In “Een Cursus in Wonderen” wordt de Drie-eenheid op verschillende manieren belicht, waarbij de nadruk ligt op eenheid, liefde en de afwezigheid van conflict. De Zoon van God, als onderdeel van de Heilige Drie-eenheid, herinnert zich zijn Schepper wanneer hij zijn Geest in de handen van zijn Vader legt. Dit proces leidt tot een ontwaken van de geest en het verdwijnen van alle gevoel van afscheiding. De Drie-eenheid zelf is één, zonder verwarring binnen haar niveaus, omdat ze uit één Geest en één Wil bestaat. Deze eenheid creëert perfecte integratie en vestigt de vrede van God.

De Heilige Geest, het enige symbolische deel van de Drie-eenheid, wordt in de Bijbel beschreven als de Genezer, de Trooster en de Gids. Hij fungeert als een brug tussen perceptie en kennis, waardoor genezing mogelijk wordt. De Heilige Geest is deels van ons en deels van God, wat de relatie tussen ons en de Drie-eenheid versterkt.

God, de eerste in de Heilige Drie-eenheid, is de Oorspronkelijke Schepper. Zijn scheppingen zijn tijdloos en onveranderlijk. Hij verlangt naar zijn Zoon, die zijn enige schat is, en onze scheppingen zijn onze geschenken aan de Drie-eenheid, gecreëerd uit dankbaarheid voor onze eigen schepping. Deze scheppingen verlengen onze liefde en vergroten de vreugde van de Drie-eenheid.

De Heilige Drie-eenheid is heilig omdat zij één is. Als we onszelf uitsluiten van deze eenheid, zien we de Drie-eenheid als gescheiden. We moeten onze plaats innemen binnen deze eenheid en onze functie vervullen als onderdeel ervan, anders blijven we afgescheiden en in conflict. In essentie benadrukt “Een Cursus in Wonderen” dat de Heilige Drie-eenheid een symbool is van ultieme eenheid en liefde. Door onszelf te zien als onderdeel van deze eenheid, kunnen we de vrede en vreugde ervaren die voortkomen uit het ware begrip van onze relatie met God en de Drie-eenheid.

De Heilige Drie-eenheid, bestaande uit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, is een fundamenteel concept binnen het christendom dat de eenheid en diversiteit van God uitdrukt. Deze drie-eenheid wordt vaak gezien als een mysterie, maar de cursus van liefde biedt ons een dieper inzicht in hoe deze relaties werken en wat ze voor ons betekenen. Volgens de cursus van liefde is de bron van alles liefde. Deze liefde is altijd beschikbaar in elke situatie, zolang we erom vragen: “Wat zou liefde willen dat ik doe? Wat zou liefde willen dat ik zie? Wat zou liefde willen dat ik zeg?” Wanneer we een beroep doen op liefde, doen we een beroep op onze bron. Wanneer we de wijsheid van ons hart zoeken, doen we een beroep op de Zoon. Wanneer we de waarheid in onze geest zoeken, doen we een beroep op de Heilige Geest. Zo is de Heilige Drie-eenheid altijd beschikbaar in elke situatie en voor elke leermethode waarmee we ons het meest op ons gemak voelen.

De cursus van liefde benadrukt dat de verschillen tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest vergelijkbaar zijn met de verschillen die we ervaren wanneer we onszelf leren kennen als één geest en één hart. Ondanks deze eenheid verliezen we onszelf niet. De manier waarop we een relatie ervaren met elk aspect van de Drie-eenheid is anders, ondanks de eenheid van de Drie-eenheid. Dit geldt ook voor alle relaties met alles. De manier waarop we een relatie ervaren met elk aspect van de schepping is anders, ondanks de eenheid van de schepping. Het is in de verschillende relaties van één aspect van de schepping met al het andere dat het verschil dat we zo waarderen als onze uniciteit bestaat. En alleen daar. Alleen in relatie ben je uniek jezelf. Alleen relatie bestaat. Want liefde is relatie.

De cursus van liefde legt verder uit dat er alleen verschil is tussen ons wezen en God in relatie. Dit is het voorbeeld dat de ideeën van Vader, Zoon en Heilige Geest als een drie-eenheid die één God vertegenwoordigen, bedoeld waren om uit te beelden. De Zoon kan alleen God zijn in relatie tot God. De Heilige Geest kan alleen God zijn in relatie tot God. De Vader kan alleen God zijn in relatie tot God. God kan alleen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn in relatie. Zonder relatie is God simpelweg alles – zijn. Zonder relatie is wat niet God is simpelweg zijn – simpelweg bestaan aan het andere uiteinde van het continuüm van alles wat schepping is.

Overzicht van de eerste 50 werkboeklessen.

Begrijpen waar deze lessen over gaan is geen vervanging voor het daadwerkelijk doen van deze lessen maar kan wel een behulpzaam beeld, een soort overzicht, maken. Zo kan ons verstand een behulpzame gerichtheid krijgen waardoor de lessen makkelijker binnenkomen. ChatGpt hielp bij het maken van onderstaand overzicht.

De eerste 50 werkboeklessen van Een Cursus in Wonderen in vogelvlucht.

De wereld zoals wij die ervaren, heeft op zichzelf geen inherente betekenis. Alles wat we waarnemen, krijgt zijn betekenis door de interpretaties die we eraan geven. Dit betekent dat de realiteit die we denken te zien niet objectief is, maar een constructie van onze eigen geest. Omdat we alles door de lens van het verleden bekijken, zijn onze gedachten en waarnemingen doordrenkt van eerdere ervaringen en overtuigingen. Hierdoor zien we niets zoals het werkelijk is, en blijven we vastzitten in een wereld die slechts een reflectie is van onze eigen mentale conditionering.

Onze gedachten vormen beelden die we vervolgens projecteren als onze werkelijkheid. Omdat onze gedachten niet neutraal zijn, heeft alles wat we waarnemen een emotionele lading. De wereld die wij zien, is daarom een weerspiegeling van ons innerlijk. Wanneer deze gedachten ons angst inboezemen, ervaren we een bedreigende wereld. Maar wanneer we ons realiseren dat de wereld zoals wij die waarnemen niet door God is geschapen en dat we er zelf betekenis aan hebben gegeven, ontstaat de mogelijkheid om anders te kijken. We kunnen de keuze maken om vrede te zien in plaats van conflict, liefde in plaats van angst. Dit vergt vastberadenheid, want zonder een bewuste intentie blijven we gevangen in het oude perspectief.

De overtuiging dat we slachtoffer zijn van de wereld is een illusie. In werkelijkheid hebben wij de wereld die we zien zelf bedacht. Dit inzicht opent de deur naar een andere manier van kijken. We kunnen ons losmaken van onze aanvalsgedachten, die niets anders doen dan onze ware kracht ondermijnen. Door deze gedachten op te geven, bevrijden we onszelf uit de gevangenschap van een zelf gecreëerde werkelijkheid en kiezen we ervoor om de wereld anders te zien.

In deze nieuwe visie wordt alles geheiligd door ons eigen innerlijk licht. Wat we waarnemen, wordt niet langer door angst beheerst, maar door de erkenning dat ons denken deel uitmaakt van een goddelijke Bron. Omdat deze Bron in ons is, kunnen we haar overal zien. Dit betekent dat we niet machteloos zijn, maar dat onze heiligheid de wereld kan zegenen en transformeren. Onze ware kracht schuilt niet in controle, maar in de erkenning van de goddelijke eenheid waarin we bestaan.

De aanwezigheid van God vergezelt ons voortdurend. Hij is onze kracht en onze ware visie. Wanneer we inzien dat we niet los van Hem kunnen denken, wordt ons denken helder. De illusies van angst en beperking verdwijnen in het licht van deze waarheid. Gods liefde is de kracht waarin we vertrouwen, de stem die ons leidt en de zekerheid die ons draagt. Werkelijk begrip ontstaat niet door analyse, maar door de overgave aan deze liefde. In dit besef verdwijnt elke angst en rest er slechts vrede.

De conclusie is onontkoombaar: de wereld die we ervaren is geen vaste, objectieve werkelijkheid, maar een reflectie van onze geest. Wanneer we onze intentie veranderen en liefde boven angst verkiezen, transformeert onze ervaring. Waar we voorheen conflict zagen, zien we nu vrede. Onze waarneming is niet vaststaand; ze is kneedbaar en afhankelijk van onze keuze. Door de weg van liefde te bewandelen, leren we een nieuwe wereld zien.