De roep om wonderwerkers.

Tjonge; wat gebeurt er toch veel op het wereldtoneel. De Engelsen hebben er een mooie uitdrukking voor: “never a dull moment” (“het is geen moment saai”). Maar dat klinkt vriendelijker dan waar we getuige van zijn. Met meneer Donald Trump is alles in een stroomversnelling gekomen. Hij zou op de puinhopen van Gaza het liefst een vakantieparadijs bouwen maar daarvoor moeten de bewoners wel eerst even naar het buitenland verhuizen. Fijn dat hij de oorlog in Oekraïne wil beëindigen maar als dat moet gebeuren door de heer Poetin zijn zin te geven en meneer Zelenski te schofferen dan levert dat schokkende t.v.-beelden op. Europa moet snel op eigen beentjes gaan staan en overweegt 800 miljard te gaan besteden aan wapentuig. Spul dat bedoeld is om onze medemensen zo efficiënt en massaal mogelijk te verlossen van hun fysieke verschijningsvorm. Bedenk eens wat  je met zo’n bedrag zou kunnen doen in ontwikkelingslanden. Maar ja; daar zie ik ook alleen maar boze donkere mannen met machinegeweren elkaar, vrouwen en kinderen afslachten. Waar zit ik toch in godsnaam naar te kijken? Wat gebeurt er en hoe heb ik me hiertoe te verhouden?

Cursus-studenten die in mijn beleving wat doorslaan doen alles af als illusie, als een droom die we maar het beste kunnen negeren. Jezus zegt het toch duidelijk: “niets werkelijks kan bedreigd worden, niets onwerkelijks bestaat. Hierin ligt de vrede van God”. Dus alles wat bedreigd lijkt te kunnen worden is onwerkelijk. Oorlog, geweld, kinderlijkjes? Allemaal illusie en als we het serieus zouden nemen dan trappen we in de valkuil van niveauverwarring waarbij we vergeten dat alleen de eeuwige hemelse schepping waar kan zijn. Zou wegkijken dan de oplossing kunnen zijn? Ik vermoed dat dit wegkijken nogal eens voortkomt uit angst. En als je ergens bang voor bent dan is het nog echt voor je. Geeft niks; maar wel iets om even bij stil te staan.

Maar waarin zit dan het onwerkelijke van de ellende? Het onwerkelijke, niet alleen van de ellende maar van heel de fysieke wereld, zit hem in het feit dat er geen op zichzelf staande fysieke wereld is. Alles is denkgeest en gebeurt in de denkgeest. Gedachten verlaten niet hun bron. Ik las ooit in een of ander oosters boek de volgende uitspraak: “wie denkt dat hij gedood kan worden vergist zich, wie denkt dat hij doodt, vergist zich eveneens”. Dat komt dan weer in de buurt van genoemde cursus-uitspraak over de bedreigbaarheid van de werkelijkheid. Maar betekent dit dan dat we er rustig op los kunnen bombarderen en dat we naar een comedy zitten te kijken. Nee, natuurlijk niet. Het verbaast me dat doorgeslagen cursus-studenten hiermee onder de wol kunnen gaan. Als ik ze wijs op ons grote voorbeeld, de Jezus uit het Nieuwe Testament, dan beweren ze met droge ogen dat hij niets te maken heeft met de Jezus van de cursus. Hoe schrijnend, hoe pijnlijk en hoe onwaar is dit toch. Maar goed; laat ik me dan beperken tot de cursus zelf. Als er toch helemaal niks aan de hand is en alles maar een droom is; waarom heeft Jezus dan de moeite genomen om zijn angstige broeders en zusters onze mooie cursus te geven? Jarenlang teksten dicteren aan Helen Schucman (en later nog aan andere scribenten van prachtige boeken) omdat alles oké is?

Weet je wat niveauverwarring is? Het is niveauverwarring indien je zegt dat de Zoon van God geen nare droom droomt. Dromen zijn niet “echt” maar het feit dat we dromen is wel echt. In deze droom denken we voor afscheiding te kunnen kiezen en deze collectieve droom doet zich aan ons voor als een fysieke wereld in het algemeen en, bij voldoende aanvalsgedachten, als een wereld in oorlog. Wat we zien gebeuren, werkt als een spiegel waarin we haarscherp zien wat er mis is in onze denkgeest. We zien levensgroot ons geloof in afscheiding, in speciaalheid, aanval, angst, verdediging enzovoort. We zien hoe we lijden aan een collectieve geheugenstoornis waarbij we denken dat we op onszelf staande wezentjes zijn die niks te maken hebben met andere denkgeesten en met de werkelijke wereld, de schepping van God.

Een Kind van God dat zichzelf ziet als geïsoleerde denkgeest is in de war en dat verbetert niet als hij onbewust angstig zich wil terugtrekken in de schijnbaar veilige omgeving van zijn eigen schijnbare grenzen. De hermetische wijsheid geeft ons de mooie uitspraak: “zo boven, zo beneden”. Ook Een Cursus van Liefde laat ons zien dat zelfs onze droomwereld ons een beeld kan geven van een diepere waarheid. Want droom of niet; wat doe je als je bij het klussen je hoofd hard stoot, in de spiegel kijkt en je een flinke straal bloed ziet stromen? Je geeft er aandacht aan, stelpt het bloeden, verzorgt de wond en neemt je voor wat beter op te passen. Wat doe je als je lichaam signalen geeft van dorst of honger? Je drinkt en eet wat.

De tv laat ons zien dat onze denkgeest ziek is en enorme honger heeft. Het geneesmiddel is verbinding en het voedsel is liefde. Dat is totaal anders dan je terugtrekken en gaan zitten lachen. Jezus zag en ziet onze ziekte en geeft ons het medicijn van de cursus en zegt ons naar de dokter te gaan, naar de Heilige Geest, zodat die ons weer op het pad van vergeving, verbinding en liefde kan zetten.

Maar hoe nu praktisch? De cursus geeft ons geen gedragsregels maar wijst ons wel op onze verantwoordelijkheid. In Les 19 leren we: “Ik ben niet de enige die de gevolgen ervaart van mijn gedachten”. Denkgeesten zijn verbonden. En in Les 33: “Er is een andere manier om naar de wereld te kijken”. Dan Les 39: “Mijn liefdeloze gedachten over …. houden mij in de hel. Mijn heiligheid is mijn verlossing”. Hierin gloort onze hoop: als liefdeloze gedachten de ellende veroorzaken dan zullen liefdevolle gedachten effect hebben, juist omdat denkgeesten verbonden zijn. Waar halen we die Liefde vandaan? Uit onze herinnering aan onze Vader, onze Bron: God is de Denkgeest waarmee ik denk.

Er zijn maar twee mogelijkheden voor de beelden die we zien: ze zijn een uiting van liefde of een roep om liefde. Alle haat en oorlogen vormen een wanhoopskreet om liefde. De spanning bouwt zich op in de droom. Velen dromen de nachtmerrie van oorlog en het is aan ons om de roep om liefde te horen en te beantwoorden opdat de gelukkige droom zichtbaar mag worden. En dan, als we ontwaken en niet eerder, kunnen we lachen als we terugkijken op de dwaze droom. Dat is de wonderlijke paradox: in waarheid valt er niets te vergeven maar toch is dit vooralsnog wel wat van ons gevraagd wordt: dat vergeven wat in werkelijkheid niet is gebeurt. We moeten wonderwerkers zijn. Wonderen zijn uitingen van liefde. Uitingen! In de hemel is alles perfect en is er geen gemis. Maar tot die (schijnbare) tijd geldt voor ons wonderprincipe 8:

“Wonderen genezen doordat ze een gemis aanvullen; ze worden door hen die tijdelijk meer hebben, verricht voor hen die tijdelijk minder hebben”.

Trump’s Plan to ‘Cleanse’ Gaza: Origins and Implications

Plaats een reactie