<Voor wie vertrouwd is met Een Cursus in Wonderen en Een Cursus van Liefde, maar de naam Raj nog niet kent: Raj is de naam waaronder Jezus spreekt via Paul Tuttle, op een wijze die vele jaren lang mondeling is doorgegeven in bijeenkomsten, workshops en studieavonden. Raj spreekt niet als een andere leraar, maar als dezelfde Christus die in beide Cursussen tot ons komt — liefdevol, helder, direct, en altijd gericht op de levende ervaring van eenheid met God, met elkaar en met het Zelf. Zijn boodschappen vormen geen nieuw pad, maar een verdieping en verheldering van het ene Pad dat leidt van afscheiding naar heelheid. Voor velen is Raj een brug geweest van intellectueel begrijpen naar innerlijk ervaren — van theorie naar relatie, van denken naar zijn.>
Veel studenten van Een Cursus in Wonderen benaderen het pad vooral via het denken. De kracht en precisie van de Cursus — haar vermogen om het ego te ontmaskeren en de denkgeest te trainen in vergeving en onderscheid — maken het begrijpelijk dat velen er een mentale discipline van maken. Begrippen als projectie, waarneming, oordeel en het onware zelf worden nauwgezet onderzocht. En terecht: de Cursus is een scherp mes dat afscheiding blootlegt en doorziet.
Maar in die scherpte schuilt ook een risico. Want wanneer de focus blijft hangen in de correctie van perceptie, zonder dat deze zich opent naar relatie, devotie en expressie, dan verwordt het pad tot een persoonlijke ontsnapping. Alsof het gaat om het onttrekken aan de wereld via innerlijke helderheid, in plaats van om het binnengaan van de wereld met open armen — als levende liefde.
Jezus zegt in Een Cursus in Wonderen: “Wonderen zijn uitdrukkingen van liefde.” En Raj benadrukt: “De correctie van je denken is geen doel op zich. Het is wat je nodig hebt om je weer vrij te voelen liefde te zijn in de wereld.” Hierin wordt duidelijk dat het wonder geen privégebeuren is in de stilte van je geest, maar een relatie. Iets dat tussen jou en de ander tot leven komt. Het is daar waar de Cursus raakt aan de geest van het evangelie: “Heb je naaste lief.” Niet als opdracht, maar als natuurlijke uitdrukking van wie je geworden bent.
En dit is precies waar Een Cursus van Liefde opnieuw adem geeft. Jezus zegt daarin dat de training van de denkgeest nu voldoende is geweest. Het is tijd dat het denken rust vindt in het hart, dat het opgehouden heeft om te leiden, en dat de werkelijke kennis — het innerlijk weten — weer erkend wordt. In ECvL lezen we dat “het hart het huis is van het ware Zelf”, en dat we nu worden uitgenodigd niet alleen te begrijpen, maar te zijn. Niet als conclusie na veel studie, maar als overgave aan de zachte zekerheid die liefde heet.
Waar Een Cursus in Wonderen de onwaarheid in ons denken afbreekt, nodigt Een Cursus van Liefde ons uit om te rusten in wie we wérkelijk zijn. Geen concept, geen vergeestelijkt zelfbeeld, maar het levende Christus-Zijn in ieder van ons. Daar komt het denken thuis in het hart, en ontstaat een stille dankbaarheid die geen woorden nodig heeft. Daar leeft devotie — niet als ritueel, maar als intieme relatie met het Goddelijke. Daar wordt overgave geen verlies, maar een terugvinden. En naastenliefde geen plicht, maar een vanzelfsprekende stroom.
Raj bevestigt dit alles op zijn eigen wijze, wanneer hij zegt: “Zeg ‘help mij’ en weet dat Hij antwoordt. Niet als concept, maar als werkelijke aanwezigheid.” De relatie met Jezus — de levende Christus — is geen theologisch idee. Het is geen geloof dat je moet aanhangen. Het is een ontmoeting. Steeds opnieuw. Niet iets dat je denkt, maar iemand die je kent.
In die zin komen de verschillende stemmen — Raj, Jezus in ECIW, Jezus in ECvL — tot een stille eenheid. Allen wijzen ze niet naar zichzelf als autoriteit, maar nodigen ze je uit om de Liefde die je bent weer toe te laten. Dat begint misschien in het denken. Maar het eindigt in het hart.
Daar — waar denken en voelen elkaar niet meer bevechten maar omarmen — wordt het wonder tastbaar. Daar vindt de verzoening plaats, niet als idee, maar als gebeurtenis. Daar leeft de Christus in jou en in mij.
