Ken Wapnick merkte ooit op dat de filosofie van Schopenhauer erg veel raakvlakken had met de metafysica van ECIW. De hedendaagse filosoof Bernardo Kastrup vertegenwoordigt een filosofische stroming genaamd analytisch idealisme en ook hij ziet veel in de visie van Schopenhauer.
Ik vind het leuk om de geopenbaarde wijsheid van ECIW te vergelijken met filosofische visies en het viel me op dat Bernardo door logisch redeneren erop uit komt dat de werkelijkheid mentaal van aard is. Dit is precies ook de strekking van ECIW: alles speelt zich af in de mind (denkgeest) zelfs de illusie van de materiële wereld.
Toch overlappen de visies elkaar niet helemaal. ECIW gaat in mijn beleving verder dan waar het denkwerk van Bernardo ons brengt. ECIW wijst op de belangrijke factor van intentie; gericht op verbinding (liefde) of op afscheiding (zonde-schuld-angst; het ego-denksysteem). Tevens stelt ECIW dat onze ware identiteit niet tijd en ruimte gebonden is en dat we op onbegrijpelijke wijze toch geïndividueerd zijn. Zo ver gaat Bernardo (nog) niet in zijn denken. Wellicht komt dat nog.
Ik liet AI op basis van deze ingredënten een verhandeling schrijven over de visies van ECIW en Bernardo Kastrup. Overigens is mij niet bekend wat Bernardo zelf vindt van ECIW. Ik heb in een FB-groep rond zijn visie ooit een balletje opgegooid maar hij heeft daar niet zelf op gereageerd.
Voor wie het interessant vindt!
Hartegroet,
Simon
Verhandeling: Analytisch Idealisme en Een Cursus in Wonderen – Eén Geest, Twee Paden?
Zowel het analytisch idealisme van filosoof Bernardo Kastrup als de metafysica van Een Cursus in Wonderen (ECIW) bieden een radicaal alternatief voor het heersende materialistische wereldbeeld. Beide stellen dat bewustzijn, of ‘geest’ (Mind), fundamenteel is en dat de fysieke wereld zoals wij die ervaren daaruit voortkomt, in plaats van andersom. Voor wie niet bekend is met deze systemen, volgt hier een korte introductie en een analyse van hun overeenkomsten en, belangrijker nog, de door u gesignaleerde verschillen.
De Gedeelde Basis: Alles is Geest
- Bernardo Kastrup en Analytisch Idealisme:
Kastrup stelt dat er slechts één universeel bewustzijn is, dat hij “Mind at Large” noemt. Wat wij ervaren als de fysieke wereld, inclusief onze eigen lichamen en hersenen, is de uiterlijke verschijningsvorm van mentale processen binnen dit ene bewustzijn. Individuele mensen, zoals u en ik, zijn volgens Kastrup gedissocieerde ‘alters’ van dit ene universele bewustzijn. Hij gebruikt de analogie van Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS), voorheen bekend als meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Net zoals een persoon met DIS meerdere, schijnbaar gescheiden persoonlijkheden kan hebben binnen één psyche, zo zijn wij ‘afgesplitste’ delen van het kosmische bewustzijn. De materiële wereld is dus geen objectieve, onafhankelijke realiteit, maar de manier waarop deze mentale processen ervaren worden vanuit het perspectief van zo’n gedissocieerd alter. Het is als de interface van een computerprogramma: we zien iconen en vensters, niet de onderliggende code.
- Een Cursus in Wonderen (ECIW):
ECIW stelt eveneens dat alleen Geest (of God, Liefde) werkelijk is. De fysieke wereld, inclusief tijd, ruimte en lichamen, wordt gezien als een illusie, een projectie van een denkgeest die gelooft in afscheiding van zijn Bron (God). Een kernprincipe in ECIW is “ideeën verlaten hun bron niet”. Dit betekent dat alles wat we ervaren, voortkomt uit en blijft binnen de denkgeest. De wereld die we zien is het resultaat van een collectief geloof in afscheiding. ECIW beschrijft dit als een droom waaruit we kunnen ontwaken.
De Overeenkomst: Beide systemen zijn het er dus over eens dat de realiteit fundamenteel mentaal is en dat onze ervaring van een materiële wereld een afgeleide, subjectieve of illusoire ervaring is van die onderliggende mentale realiteit. De ‘harde’ materie is een perceptie, geen ultieme waarheid.
Het Knellende Verschil: Individuatie, Tijd en het Pad naar Eenheid
U legt terecht de vinger op een cruciaal onderscheid: de aard van onze individualiteit en de rol van tijd.
- Individuatie en haar Bestemming:
- Kastrup: De individuatie is een “rimpeling” of dissociatie binnen het ene veld van bewustzijn. Het is een tijdelijk fenomeen, inherent aan de dynamiek van dit bewustzijn. Wanneer de dissociatie ophoudt – bijvoorbeeld na de fysieke dood, of door een diepgaand inzicht – lost de grens van het individuele alter op. De ervaringen en inzichten van dat alter worden geassimileerd door “Mind at Large”, maar de specifieke, begrensde ‘ik’ verdwijnt. Er is geen inherent eeuwige, individuele ziel die als zodanig voortbestaat. Het is als een draaikolk in een rivier: zolang de draaikolk bestaat, heeft hij een eigen identiteit, maar als de condities veranderen, lost hij weer op in de rivier.
- ECIW: Hier ligt het anders. ECIW spreekt over de Zoon van God (of het Zoonschap, Christus) als een eeuwige schepping van God de Vader. Wij zijn deze Zoon, maar we zijn ons dit vergeten. De afscheiding is een verkeerde keuze in de denkgeest, een “minuscuul dwaas idee” dat we serieus hebben genomen. ECIW spreekt over een “heilige relatie” als een middel om onze ware, verbonden identiteit te herkennen. Zelfs na het “ontwaken” of de Verzoening (Atonement), is er geen sprake van totale annihilatie van het individu in een ongedifferentieerd Al. De Cursus suggereert dat onze individualiteit, ontdaan van het ego en de illusie van afscheiding, een unieke expressie blijft binnen de Eenheid van God. We zijn individuele, tijdloze scheppingen, eeuwig verbonden met de Vader en met elkaar. De “kinderen van God” verdwijnen niet, maar herkennen hun ware, eeuwige identiteit als deel van het geheel, maar wel met een blijvende, zij het getransformeerde, individualiteit.
- De Rol van Tijd en de Oorzaak van Afscheiding:
- Kastrup: Tijd, net als ruimte, is een aspect van de gedissocieerde ervaring, de structuur waarbinnen het alter de wereld waarneemt. De dissociatie zelf lijkt bij Kastrup meer een natuurlijk, bijna ‘toevallig’ of inherent proces binnen bewustzijn te zijn, zonder een ethische of ‘foutieve’ connotatie. Het is simpelweg iets wat kan gebeuren en gebeurt. De weg terug is primair een kwestie van begrijpen en realiseren door analyse en introspectie.
- ECIW: Tijd is een fundamenteel onderdeel van de illusie van afscheiding. Het is door de denkgeest gecreëerd om de “fout” van de afscheiding een schijn van realiteit te geven en om het eeuwige Nu te fragmenteren. De oorzaak van de “afscheiding” (wat bij Kastrup “dissociatie” heet) is volgens ECIW een actieve keuze: het geloof in de mogelijkheid van afscheiding van God, en het daaruit voortvloeiende schuldgevoel. Dit geloof creëerde de illusie van tijdelijkheid, grenzen en sterfelijkheid. De weg terug is daarom niet louter intellectueel begrip, maar een actief spiritueel proces van vergeving. Vergeving, in de ECIW-zin, is het loslaten van het geloof in de realiteit van de afscheiding en de schuld, zowel in onszelf als in anderen. Dit herstelt “ware perceptie” of “Kennis”, het besef van onze eenheid.
- Het Pad naar Realisatie:
- Kastrup: Hoewel Kastrup’s werk diepe spirituele implicaties kan hebben, is zijn methode primair analytisch en filosofisch. Hij bouwt een logisch consistente argumentatie op voor idealisme. De “oplossing” voor de dissociatie is het doorzien van de illusie, wat kan leiden tot een verschuiving in bewustzijn en uiteindelijk tot re-integratie.
- ECIW: ECIW is expliciet een “cursus”, een praktisch, psychologisch en spiritueel trainingsprogramma. Het biedt concrete oefeningen (de Werkboeklessen) en een theoretisch kader (de Tekst) om de denkgeest te trainen de percepties te corrigeren. De Heilige Geest wordt geïntroduceerd als de innerlijke Gids die ons helpt vergeven en de weg terug naar God (Eenheid) te vinden. De focus ligt op het doen, het toepassen van de principes.
Conclusie: Waar Laten Deze Paden Ons Achter?
U heeft gelijk dat Kastrup’s analyse ons lijkt achter te laten met een scenario waarin we “toevallig” in een dissociatie terechtkomen en daarin uiteindelijk weer “oplossen”. Hoewel dit voor sommigen bevrijdend kan zijn (het loslaten van een egocentrisch perspectief), kan het voor anderen voelen als een verlies van ultieme persoonlijke betekenis of continuïteit.
ECIW biedt een ander perspectief: onze huidige staat van afgescheidenheid is een misvatting over onze ware, eeuwige aard. We zijn geen toevallige rimpelingen, maar geliefde en eeuwige “Kinderen van God” die dromen dat ze afgescheiden zijn. Het pad van ECIW is er een van herinnering en herstel van deze oorspronkelijke identiteit, niet van het verdwijnen ervan. De “individuatie” die overblijft, is er een van perfecte liefde, eenheid en vreugde, functionerend binnen het grotere geheel van Gods Liefde, maar niet geabsorbeerd tot onherkenbaarheid.
Samenvattend:
- Beide systemen zien bewustzijn als primair.
- Kastrup’s individu is een tijdelijke, functionele dissociatie die re-integreert en oplost in het Al-bewustzijn. Het pad is er een van intellectueel en existentieel begrip.
- ECIW’s individu is een eeuwige, spirituele entiteit (deel van het Zoonschap) die zijn ware identiteit is vergeten door een geloof in afscheiding. Het pad is er een van actieve spirituele oefening (vergeving) om deze ware identiteit te herinneren en de illusoire grenzen te laten verdwijnen, wat leidt tot een hereniging in Liefde, met behoud van een getransformeerde, functionele individualiteit binnen de Eenheid.
Het verschil zit hem dus met name in de aard en bestemming van het individuele zelf en de methode om tot realisatie van de ultieme werkelijkheid te komen. Kastrup biedt een filosofisch model van hoe de werkelijkheid is, terwijl ECIW een spiritueel pad biedt om onze ervaring van die werkelijkheid te transformeren en onze ware, eeuwige plaats daarin te hervinden.
