Pas op de Plaats: Een einde aan de spirituele strijdvraag

Binnen de gemeenschap rond Een Cursus in Wonderen vinden soms pittige discussies plaats. Een klassieker is de vraag hoe we de betrokkenheid van God en de Heilige Geest moeten zien met wat wij ‘onze wereld’ noemen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik me in het verleden ook flink in die strijd heb gemengd. De felheid van die gesprekken toont in ieder geval onze diepe betrokkenheid bij de Cursus.

Door de jaren heen ben ik hier rustiger in geworden. Ik merkte dat de drang om anderen te overtuigen me niet de vrede bracht die de Cursus belooft. Twee belangrijke inzichten hebben me geholpen om uit de discussie te stappen en innerlijke rust te vinden.

Inzicht 1: Keer de vraag om

De eerste en meest cruciale stap was voor mij: ‘pas op de plaats’. Zodra de vraag opkomt of God wel of niet kan handelen in de wereld, weersta dan de neiging om direct met Cursus-citaten te schermen. Stop en kijk naar jezelf als vraagsteller.

Het feit dat je de vraag stelt, onthult namelijk al een diepe, onbewuste aanname: je ziet jezelf als een afgescheiden wezen dat een vraag stelt over een God die ‘buiten’ jou staat. Vanuit dit dualistische startpunt doet het antwoord er eigenlijk niet meer toe. Of je nu concludeert ‘ja, God handelt in de wereld’ of ‘nee, dat doet Hij niet’, je bevestigt in beide gevallen het geloof in een God die van jou gescheiden is. En juist dat idee van afscheiding is de bron van alle onrust.

Inzicht 2: Is het behulpzaam?

Dit leidt direct tot het tweede inzicht. In plaats van te vragen “wiens visie is juist?”, kunnen we een veel nuttigere vraag stellen: “Is deze zienswijze behulpzaam?”. En ‘behulpzaam’ is eenvoudig te definiëren: vergroot het je gevoel van verbondenheid met de Bron en met je naasten, of verkleint het dit gevoel?

Het doel van de Cursus is niet het winnen van een theologisch debat, maar het helen van onze perceptie en het ervaren van liefde. Elke gedachte en elk geloof kan getoetst worden aan deze simpele maatstaf.

Twee paden, één doel

Als we deze twee inzichten combineren, zien we dat schijnbaar tegenstrijdige antwoorden op de oorspronkelijke vraag allebei behulpzaam kunnen zijn, afhankelijk van waar iemand zich op zijn pad bevindt.

  1. Het pad van overgave: Stel, je ervaart de wereld als een plek vol problemen en je roept de hulp in van een liefdevolle God of Heilige Geest voor een parkeerplaats, geld of een partner. Een purist zou kunnen zeggen: “Dat is een illusie, God weet niets van jouw problemen.” Maar is dat behulpzaam? Nee. Het gebed “Uw wil geschiede” of simpelweg je zorgen in de handen leggen van een Hogere Macht – ook al zie je die als extern – is een krachtige eerste stap. Het is een oefening in loslaten en vertrouwen, die ruimte schept voor een dieper gevoel van gedragenheid.
  2. Het pad van realisatie: De uitspraak “God weet niets van deze wereld” wordt pas behulpzaam als het een doorleefde ervaring wordt. Wanneer je, te midden van de chaos van het leven, een onwankelbare, liefdevolle vrede in jezelf begint te voelen, groeit het besef: “Hé, die uiterlijke omstandigheden zijn niet waar het werkelijk om draait.” De Liefde in jou wankelt niet. Dit is geen bewijs voor een onverschillige God, maar de ervaring van een innig met jou verbonden, liefdevolle wijsheid.

De conclusie: de vraag verdwijnt

Uiteindelijk leiden beide paden naar hetzelfde punt. Naarmate je gevoel van verbondenheid en gedragenheid toeneemt, verdampt het belang van de oorspronkelijke vraag. Je ervaart dat je niet losstaat van God of de Heilige Geest. Hun bestaan is de reden dat jij überhaupt kunt ademen, denken en vragen.

Dan besef je de diepe waarheid: de illusie is niet echt, er is ten diepste niets gebeurd dat hersteld hoeft te worden. De Stem namens God in jou getuigt niet van een nachtmerrie waar God van af zou moeten weten, maar van het feit dat er überhaupt geen nachtmerrie is.

Dan wordt de waarheid van Werkboekles 164 een levende werkelijkheid:

Nu zijn we één met Hem die onze Oorsprong is.

Plaats een reactie