Ik ben geen lichaam, maar wat dan wel?

Een Cursus in Wonderen (ECIW) maakt gebruik van affirmaties en van herhalingen. Vandaag zijn we bij Les 204 en deze is onderdeel van een serie herhalingslessen die allemaal beginnen met “Ik ben geen lichaam”. Herhaling is een krachtig instrument om vastgebakken patronen, zoals het geloof in lichamelijkheid, op te lossen. Er ontstaat dan ruimte voor een nieuw inzicht.

Onbewust kunnen we echter de ene overtuiging inruilen voor de andere overtuiging waarbij we dan deze nieuwe overtuiging als uitgangspunt gaan gebruiken. Ik zie dat veel medestudenten inzichten uit andere stromingen adopteren, met name uit  Advaita. Ook vanuit deze visie probeert men de identificatie met het lichaam los te laten. Waarschijnlijk ken je de volgende uitspraken wel:

  • Je bent de onbewogen waarnemer
  • Je bent het bewustzijn waarin alles verschijnt en verdwijnt
  • Je bent de blauwe hemel waarlangs de wolkenluchten passeren
  • Je bent het filmdoek waarop de film verschijnt

Ik moet oppassen dat ik deze uitspraken niet uit hun mooie context haal en ze tekort doe door ze als onjuist af te schilderen. Wat ik wel durf te doen is aangeven hoe ze kunnen landen in ons denken en hoe ze daar een nieuw geloof kunnen vestigen. Onderzoek vooral bij jezelf of je herken wat nu volgt.

De neiging gaat ontstaan om afstand te nemen van lichamelijke sensaties, gevoelens en gedachten. Je kunt deze immers allemaal waarnemen en wat je kunt waarnemen ben je niet zelf. Je bent immers die onbewogen waarnemer die zichzelf niet kan waarnemen. Kortweg: dat wat je kunt waarnemen is niet je diepste Zelf.

Deze neiging tot afstand nemen van het waarneembare komt dus uit de Advaita Vedanta: neti neti, wat letterlijk betekent “niet dit, niet dat”. In deze traditie wijst men alles af wat men kan benoemen of waarnemen — lichaam, gedachten, emoties, waarnemingen — omdat het ware Zelf daar niet mee samenvalt. Ook de herhaling “Ik ben geen lichaam” uit ECIW past in dit proces van afpellen: wat ik wel ben, wordt niet vastgesteld door een nieuwe overtuiging, maar ontvouwt zich wanneer ik leer loslaten wat ik níét ben.

Toch schuilt hier ook een valkuil. De geest wil grip houden en maakt van neti neti al snel een nieuw mentaal model. Zo nestelt zich alsnog een subtiele identificatie, bijvoorbeeld met het idee “ik ben de waarnemer”. Maar ook dát is slechts een gedachte. Want wat zegt ECIW over waarneming?

ECIW plaatst waarneming expliciet binnen het domein van de illusie — de droom van afscheiding die zich afspeelt in tijd en ruimte. Volgens de Cursus is waarneming niet neutraal of objectief, maar altijd een vorm van interpretatie gebaseerd op projectie: wat ik zie, is het gevolg van wat ik geloof. De waarnemende geest ziet niet wat er is, maar wat hij denkt dat er is, als reflectie van zijn eigen innerlijke overtuigingen. Daarmee is waarneming per definitie onderdeel van de droom en dus van de dualiteit. Zelfs het idee van “ik ben de waarnemer” houdt het concept van een afgescheiden ik in stand dat zich ergens buiten de wereld positioneert.

Belangrijker is wat het met je doet als je jouw geloof in het zijn van “de onbewogen waarnemer” jaar in jaar uit probeert toe te passen in jouw leven. Kijk naar binnen en merk op dat je daarmee eigenlijk constant bezig bent je te proberen af te scheiden van wat je als illusie buiten je meent te zien. In dit geval hebben we het over het lichaam met zijn sensaties, gevoelens en gedachten, maar je kunt de neiging hebben jezelf los te willen zien van heel de wereld die je waarneemt.

Er is nog iets opmerkelijks bij dit gebeuren. Het kost namelijk tijd. Je kunt denken dat je na veel oefenen uiteindelijk jezelf identificeert met je rol als waarnemer, met de blauwe lucht of met dat filmdoek. Je kunt je heerlijk “los” voelen van al die onrust en menen dat je bij je fysieke dood veilig vanuit deze positie, het verdwijnen van het lichaam zal kunnen gadeslaan. Vervolgens vermoed je dat je als het ware de ogen op zult slaan en dat je gezellig verder zult keuvelen met voorouders, Jezus, ascended masters en andere entiteiten, rond deze aarde of op een andere planeet, al dan niet in een toekomstig moment weer even incarnerend.

Maar dat hele concept van waarnemer zijn speelt zich af binnen de tijd. De confronterende vraag luidt wat er van jou als waarnemer overblijft als er niets is om waar te nemen. Wij denken dat we dit moment kunnen benaderen als er even geen prikkels binnenkomen via onze lichamelijke zintuigen en als we ons vredig voelen zonder al te drukke gedachten. En we denken dat de hemel ongeveer zo zal voelen maar dan tot in de eeuwigheid , waarbij we die eeuwigheid als heeeeel veeeel jaren voorstellen. Maar in deze situatie is er nog steeds gewaarzijn, dat is waarneming, namelijk van prettige gevoelens en er is nog steeds sprake van (hele lange) tijd. ECIW stelt echter dat waarneming vervangen zal worden door visie/Kennis en dat tijd en ruimte illusies zijn. Eeuwigheid bestaat niet uit veel jaren maar is tijdloosheid.

Dus daar ga je dan met je ideaal om een rustige waarnemer te worden die het lekker lang gaat volhouden en ook na de dood nog van allerlei zaken gaat waarnemen. Je kunt denken: “Ja, maar dan is er nog dat besef van Ik Ben”, dat is de basis!”. In de complete editie van ECIW staat:

  “Consciousness is thus the level of perception, but not of knowledge. Again, to perceive is not to know.”
(Bewustzijn is dus het niveau van waarneming, maar niet van kennis.
Waarnemen is niet hetzelfde als kennen.)

  “Consciousness was the first split that you introduced into yourself.”
(Bewustzijn was de eerste splitsing die je in jezelf hebt aangebracht.)

  “Consciousness is correctly identified as the domain of the ego.”
(Bewustzijn wordt terecht aangeduid als het domein van het ego.)

Ik wil deze blog niet te lang maken en verwijs graag naar mijn website waar ik hierover uitgebreider heb geschreven in een boekje genaamd Liefde en eenheid (zie: https://eciwcoach.com/liefde-en-eenheid/) .

Voor nu sluit ik af met de uitnodiging om niet ondoordacht het ene dogma (ik ben een lichaam) te vervangen door een ander dogma (ik ben de onbewogen waarnemer). De werkelijke bevrijding ligt in het openlaten — in het durven verblijven in niet-weten, zonder dat er iets nieuws voor in de plaats hoeft te komen. Met deze openheid kun je dan het tweede deel van de les van vandaag op je in laten werken waarin Jezus zegt:

Ik ben vrij. Want ik ben nog steeds zoals God mij geschapen heeft.

Plaats een reactie