Een manager in mijn bedrijf heeft een in mijn ogen onzinnig plan in gedachten. Natuurlijk geef ik aan dat de aanpak die hij voorstelt mij “sub-optimaal’ lijkt. Maar er spelen veel meer belangen mee dan alleen rationele argumenten. Op de achtergrond zijn er ‘politieke’ motieven die zich aan het zicht onttrekken. De baas wil A, ik wil B. Wat doet dit met me?
En je kan dit voorbeeld breder trekken. In de denkbeeldige buitenwereld gebeurt A (vervelende ontmoeting, ziekte, armoede etc) en ik wil B (leuke ontmoeting, gezondheid, rijkdom etc). Zolang die wensen voorkeuren blijven gaat het nog wel. Maar dikwijls is het meer dan dat. Het zijn eisen en we merken de innerlijke spanning als het niet gaat zoals we willen. Er ontstaat een gevecht. Er is een dader en wij zijn het slachtoffer. Mogen we dan geen wensen hebben? Geen voorkeuren? Natuurlijk wel. Ik krijg binnen de illusie het liefst mijn zin en geef de voorkeur aan leuke en plezierige dingen. Maar als we denken dat we echt bedreigd worden en daarom vastklampen aan onze eisen dan is er meer aan de hand.
We zijn dan druk bezig om de illusie van afgescheidenheid te voeden. Niets om ons schuldig over te voelen. Wel iets om naar het licht te brengen. Om te vergeven. Dus kijk ik nogmaals naar genoemde manager. Hij denkt dat hij het nodig heeft om gelijk te krijgen. Dat herken ik wel. Tegelijk proef ik iets van angst. Want wie ben je als je geen gelijk krijgt? Als je je zin niet krijgt? Wat is mijn Wil met een hoofdletter W? Wil ik gelijk krijgen en wil ik mijn dwangmatige wensen vervuld zien? Of wil ik vrede ervaren? Wil ik Liefde zijn en hem laten zien dat zijn dwang de Liefde niet kan schaden? Geen oordeel, geen verdediging, geen aanval, geen gevecht. Dus breng ik mijn vechtneiging naar de Liefde. En ik breng de vechtneiging die ik bij hem meen te zien naar de Liefde. Onze wensen kunnen tegengesteld zijn maar ik wil met die persoon de hemel betreden. Ik kan hem niet buiten laten staan want daarmee sluit ik in mijn beleving direct ook mezelf buiten. Hij en ik zijn één, zelfs in de illusie.
WB307:
Vader, Uw Wil is de mijne, en anders niets. Er is voor mij geen andere wil. Laat me niet proberen een andere wil te maken, want dat is zinloos en doet me zeker pijn. Alleen Uw Wil kan me geluk brengen, en alleen de Uwe bestaat. Als ik wil hebben wat U alleen kunt geven, moet ik Uw Wil voor mij aanvaarden en de vrede binnengaan waar conflict onmogelijk is, Uw Zoon één is met U in wezen en in wil, en niets de heilige waarheid tegenspreekt dat ik blijf zoals U mij hebt geschapen.