Sinds wanneer is er meer aandacht gekomen voor HSP? Ik weet het niet zo goed meer. Wat ik me wel herinner is dat ik er niet heel veel begrip voor kon opbrengen. Misschien zei ik het niet met zoveel woorden maar ik vond het toch wat aanstellerig gedoe, een vorm van aandacht vragen zelfs. Waarom moesten die HSP-ers op alle slakken zout leggen? Was het niet gewoon een vorm van zeuren en drammerig je zin proberen te krijgen ten koste van het plezier van andere mensen?
Totdat.. Het “lot” heeft een vreemd gevoel voor humor. Aanvankelijk had ik het nog niet zo door. Maar na een hersenoperatie in 2011 kreeg ik als gevolg van NAH (Niet Aangeboren Hersenletsel) last van omgevingsgeluid. Ik werkte bij een bedrijf waar de deuren naar de kamers altijd open stonden. Mijn kamer zat tegenover het koffieapparaat en ik merkte dat het me nu meer energie kostte om de geluiden van de gang en de gesprekken die daar gevoerd werden te negeren en mijn aandacht bij het werk te houden. Dus deed ik de deur dicht. Ik weet niet of dit de directe aanleiding vormde voor een memo van de directrice waarin stond dat “ons bedrijf een open-deuren-beleid” voorstond”. Ik stuurde er een memo overheen met de vraag of dit dan gecombineerd kon worden met een-stille-gangen beleid. De deur hield ik overigens dicht.
Maar er was meer aan de hand. Ook achtergrond muziek kon ik niet meer velen. Rustige en zachte muziek ging nog wel maar zoiets als een hitparade met een drukke radiopresentator lukte niet meer. Sky radio lukte ongeveer 20 minuten, tot aan het volgende reclameblok. En waarom blijken zoveel documentaires op tv zo onrustig gefilmd? Zoveel plotselinge overgangen en waarom kan die camera niet gewoon even op een statief geplaatst worden? En waarom is trouwens achtergrond muziek zo vanzelfsprekend? In de wachtkamer van de fysiotherapeut, de stoel van de tandarts, in restaurants of gecombineerd met talloze tv-schermen in de fitnessclub. Op het recreatiestrandje in het bos en momenteel bij de bouwvakkers die tegenover me aan het werk zijn. Dwars door het geluid van bulldozers, schuurmachines en slijptollen heen. En dan heb ik het nog niet eens over motorrijders die ervoor kiezen een uitlaat te monteren die op 500 meter afstand te horen is en over de talloze vliegtuigen die over me heen bulderen. Ik doe de ramen dicht en heb gehoorkappen gekocht. Maar dan hoor ik de deurbel niet meer terwijl ik een pakje en bezoek verwacht.
Enkele dagen geleden was op tv een discussie over mensen die last hebben van het geluid van kerkklokken. Ik herkende me in de standpunten van de verschillende partijen. De één vindt het gezellig en nostalgisch; de ander ligt er letterlijk wakker van. Moet nu voor het ongemak van een minderheid een leuke traditie worden afgeschaft?
Hoe moet ik hier nu mee omgaan in het licht van de Cursus? Heb ik zelf alles de betekenis gegeven die het voor me heeft? Dat lijkt dan toch te impliceren dat het mijn eigen schuld is, dus toch een vorm van aanstellerij. Maar zo voelt het niet. Ik voel me slachtoffer van iets waar ik niet om gevraagd heb. Ik heb niet gevraagd om deze gevoeligheid en ik vraag ook niet om herrie.
Maar toch. Het helpt me om me vrij te voelen om ook te zoeken naar wat ik kan doen binnen de droom van onze wereld. De Cursus noemt dit magische oplossingen en geeft aan dat het niet fout, stom of zondig is om hier voorlopig gebruik van te maken. Het is dus oké als ik aan mensen vraag of de radio (en soms zelfs de tv) uit mag als ik op bezoek kom. Ik mag mijn oren bedekken met gehoorkappen of besluiten om gewoon uit te wijken naar een plek met minder lawaai: een andere kamer, een stiller plekje aan de recreatieplas, een rustiger restaurant enzovoorts.
Maar ik word ook uitgenodigd om vergevingslessen doen waar ik boos wordt op wat anderen me zogenaamd aandoen en op hun vermeende ongevoeligheid. Ik mag het gevoel van slachtofferschap naar de liefde brengen en ik hoef niet te kiezen voor verbittering en zelfmedelijden. Ook als mensen er geen begrip voor hebben en me een aansteller vinden. Kies ik voor het spel van aanval en verdediging en maak ik zo de illusie van daders en slachtoffers écht? Of weiger ik om te kiezen voor verharding en afscheiding? Kan ik in vrede verbonden blijven met de wereld mét gehoorkappen op mijn hoofd? Dát is mijn vergevingsles. In de werkboekles van vandaag wordt ook gesproken over luisteren. Waar kies ik voor? Wil ik luisteren naar de stem van mijn ego die anderen ervan beschuldigt geen rekening te houden met mij? Die mij wil vertellen dat ik slachtoffer ben van een gemene lawaaiige buitenwereld? Of luister ik naar Zijn zachte Stem? Die vertelt me heel wat anders.
Onze werkboekles voor vandaag (154) luidt als volgt:
Ik ben een van de dienaren van God, en ik ben dankbaar dat ik het middel bezit om in te zien dat ik vrij ben.
De wereld wijkt terug als we onze denkgeest doen oplichten en beseffen dat deze heilige woorden waar zijn. Ze vormen de boodschap die ons vandaag vanwege onze Schepper wordt gezonden. Nu demonstreren we hoe ze onze gedachten over onszelf en wat onze functie is, hebben veranderd. Want wanneer we bewijzen dat we geen wil aanvaarden die we niet delen, zullen de vele gaven die wij van onze Schepper krijgen ons in het oog springen en in onze handen vallen, en zullen we weten wat we ontvangen hebben.