Ik heb zelf stevig geworsteld met de keuze tussen het Christelijke geloof en de non-duale visie zoals bijvoorbeeld verwoord in Advaita. Hoe zit het nou? Wat is de waarheid? Dat vroeg ik me toen af. Pas een jaar of 15 geleden doorzag ik tamelijk plotsklaps mijn strijd. Ik besefte dat het geloof in een concept van ‘zo zit het’ altijd relatief was en zou blijven. Anders gezegd: elk denkbeeld bleek relatief en ‘aan bederf onderhevig’. Toen ik via ECIW de nieuwe betekenis van ‘vergeven’ kreeg aangereikt schreef ik ooit een blog met de titel: “het vergeven van het ‘zo zit het-‘geloof”. Dit doorzien van de beperkte houdbaarheid van elk conceptueel geloof ervoer ik destijds als een heerlijke verlichting. Het resulteerde in het schrijven van twee boekjes: “Een Christen op Satsang” en “Geen beeld van God”.
Dit inzicht biedt letterlijk verlichting. Er viel een ballast van mij af. Het inzicht is iets dat niet meer weggaat. Soms betrap ik mezelf erop dat ik toch weer geloof ben gaan hechten aan bijvoorbeeld een mooie metafysische uiteenzetting. Gelukkig duurt dit meestal niet lang en valt het pas opgerichte “aha, zo zit het-“ beeld weer snel van zijn voetstuk. Toch moet ik dit wat toelichten. De gebruikte beelden, theorieën, filosofieën et cetera zijn niet per se verkeerd. Slechts de manier waarop ik omga met deze beelden kan onhandig zijn. Als ik beelden zie als ‘de waarheid’ dan neem ik mogelijk genoegen met te weinig. Mijn zoektocht blijft dan hangen op een mentaal niveau, de deur naar twijfel blijft openstaan en ik loop het risico om de strijd aan te willen binden met mensen die de voorkeur geven aan andere beelden dan de mijne. Kort gezegd: beelden zijn er niet om te aanbidden. Ze kunnen behulpzaam zijn als wegwijzers, als symbolen die verwijzen naar een werkelijkheid die niet zo makkelijk met woorden is uit te drukken. In een oosterse wijsheid-traditie wordt geadviseerd om je niet vast te klampen aan de vinger die wijst naar de maan, dus aan het beeld. Die vinger is een uitnodiging om de blik op te richten en naar de maan te kijken.
Onlangs las ik wat blogs van een ECIW-leraar die tamelijk plotseling een draai maakte van 180 graden. Eerst sprak ze vol enthousiasme over ECIW en nu ziet ze het als een onnodig ingewikkeld geloof. Dit doet me denken aan mij eigen ‘verlichting’ van 15 jaar geleden. In de twee genoemde boekjes zette ik me af tegen de Bijbel, soms in tamelijk cynische bewoording. Deze ECIW-leraar doet hetzelfde maar nu is het blauwe boek de klos. Ik vermoed dat zo’n beeldenstorm een functie heeft. Het is een fase waar je doorheen gaat. Deze fase zegt ook meer over jezelf dan over het beeld dat je wilt vermorzelen. Een beeldenstorm is onnodig. Het is ons geloof in ‘de uitlegbaarheid van de werkelijkheid’ dat bevraagd dient te worden. Anders gezegd: ons geloof in de absolute waarde van de vinger die naar de maan wijst is terecht in het geding.
Destijds meende ik dat de verstandelijke verlichting een eindpunt vormde. Hetzelfde meen ik te zien bij de ECIW-leraar. Eindelijk doorzie je ‘de flauwekul’ en je probeert anderen ervan te overtuigen om ook die Bijbel of dat blauwe boek maar te laten voor wat ze zijn. Nu zie ik dat het relativeren van zogenaamd heilige of geïnspireerde teksten weliswaar nuttig is maar geen doel op zich. Het blijkt namelijk mogelijk om te genieten van mooie beelden als we deze maar niet overvragen. Ooit heeft iemand woorden gekozen om zijn of haar inspiratie over te dragen aan anderen. Kunnen wij deze woorden laten binnenkomen en zelf iets van deze inspiratie ervaren?
Om deze ervaring mogelijk te maken is het inderdaad nuttig om de relativiteit van de gebruikte woorden (beelden) te doorzien. Als ons verstand dan zo tot rust komt kan er iets gaan resoneren op een dieper niveau. Ik noem het maar even op hartniveau. Als de beeldenstorm is gaan liggen komt er ruimte voor mildheid. Vanuit deze rust en mildheid kun je makkelijker contact krijgen met de intentie van schrijvers die andere beeldtaal gebruiken dan jij gewend bent. Er treedt dan herkenning op, vreugde en een gevoel van verbondenheid.
Afgelopen jaren mocht ik meewerken aan de vertaling van A Course of Love naar het Nederlands (Een Cursus van Liefde: ECVL). Ik zie dit boek als een voortzetting van ECIW. ECIW is de mooiste ‘vinger’ die ik ken. ECVL, ook een vinger, biedt mij een verdere verdieping. De uitnodiging is nu om de verstandelijke verlichting te vergeven. Om open te staan voor de liefde, voor God, voor elkaar. De verdieping houdt niet op, er is geen grens aan liefde. Goddank.

Dag Simon
Het is weer fijn om je bericht te lezen. Je schrijft op een golflengte die de mijne raakt. Ook voor mij opent ECVL opnieuw een deur. Weg van het hoofd, wat nodig was, naar het hart, waar het nog zijn weg moet vinden.
Vele groeten Kristien
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>
LikeLike