Gisteravond bekeek ik nogmaals een documentaire door Louis Theroux over de Westboro Baptist Church. Het betreft een kleine groep fanatieke Amerikaanse gelovigen die met de Bijbel in hun hand wachten op de wederkomst van Christus en ondertussen proberen anderen te overtuigen dat hun zondige levensstijl hen zal doen belanden in de hel. Een favoriete doelgroep voor hun waarschuwingen vormen “fags”, flikkers. Deze wat oudere documentaire blijft actueel, zeker nu Nederland wordt opgeschrikt door die Nashville verklaring. Ook dit is een statement waarin in feite gesteld wordt dat God niet gediend is van een gender- of seksuele geaardheid die afwijkt van wat we als norm beschouwen. Natuurlijk is de Nederlandse vorm niet zo grof als de uitingen door de Amerikaanse Phelps-familie. Maar toch.
De reacties van de omstanders op de uitingen van, laat ik het maar even kort aanduiden als, homohaat zijn ook niet misselijk. In de documentaire zag ik dat Amerikanen tegendemonstraties hielden waarbij verbaal geweld en opgestoken middelvingers als tegenwapen werden gebruikt. In de Nashville-discussie in Nederland wordt ook gesproken over een achterlijk standpunt en de belijders hiervan worden weggezet als onverdraagzame geloofsfanatici.
Eén ding moet ik de Amerikaanse en Nederlandse groeperingen nageven; ze zijn bloedserieus en vol overtuiging bezig met het zoeken naar de wil van God. Ik stelde me vanmorgen de vraag wat we hier nu tegen zouden moeten doen? Aanvankelijk zocht ik naar minder heftige pogingen om extreme standpunten ter discussie te stellen en te corrigeren. Kunnen we het gesprek niet aangaan? Moeten we er wel aandacht aan besteden door er zo fanatiek op te reageren? Bied je dan niet juist een podium aan mensen die dit soort nare standpunten koesteren?
Ik merkte dat ik gedragsregels zocht. “Hoe om te gaan met rare standpunten?”. Ik bedacht dat de Cursus nooit gedragsregels geeft. Ze gaat dieper dan het aanreiken van de “juiste” oplossing voor ons handelen. Juist de neiging om te zoeken naar het juiste gedrag in een bron buiten mijn liefdevolle hart veroorzaakt de verwarring. De Phelps proberen het verschil tussen goed en kwaad te vinden in de Bijbel. En voilà, net als de Nederlandse Christenen (en ook de Moslims overigens) vinden ze tekstfragmenten die beschrijven hoe groot de hekel van God voor homo’s is. Het is een gruwel in zijn ogen en ze mogen blij zijn dat we ze tegenwoordig gewoon rustig discrimineren en niet doodgooien met stenen zoals in het oude Israël en nog steeds in sommige landen waar fundamentele vormen van de Islam worden aangehangen.
De bron van de oeroude haat komt in beeld. Oude zogenaamd Heilige boeken vormen slechts een alibi voor ons hongerige ego. We willen argumenten vinden om te doen wat we nodig menen te hebben om ons maximaal afgescheiden te voelen: oordelen. Want oh ja, dat is ons grootste liefhebberij, een belangrijke methode om ons het ultieme ik-gevoel te geven: oordelen, yesss! Maar wat verdient ons oordeel? Het grappige, maar niet heus, is dat dit er in feite niet toe doet. Haat tegen homo’s werkt prima maar haat tegen homo-haters evenzo. Sociale onrechtvaardigheid is ook een fijne maar als we ons gele hesje aan hebben en de boel lekker kort en klein slaan dan kunnen anderen ons weer haten en hun gevoel van afscheiding een extra boost geven. God is met ons wordt een “God-van-de -haat is met beide partijen die tegenover elkaar staan”.
De kernvraag is wat er nodig is wanneer we geconfronteerd worden met haat en oordeel. Tegen-haat en tegen-oordeel houden het ego-spel in stand. Toen Jezus gearresteerd dreigde te worden trok een discipel zijn zwaard en hakte een oor af bij een soldaat. Maar “wie met het zwaard doodt zal door het zwaard sterven”. Haat is altijd tegen ons zelf gericht en zal ons bevestigen in onze angst en onze boosheid. Want wat we zien gebeuren is slechts een uiting van angst en een roep om liefde. De Phelps-familie en onze Christelijke broeders en zusters zijn bang om het verkeerd te doen en daardoor de liefde van God te missen en te worden gestraft. Ik zie zoveel angst.
En kunnen wij naar een boos lid van de Phelps-familie of naar een afbeelding van Van der Staaij kijken en hun angst zien in plaats van hun vijandigheid respectievelijk zijn stelligheid. Kunnen we een bang mens zien die vreest het verkeerd te doen? En kunnen we dan ons hart openen en hen/hem de liefde van onze Vader toewensen. Kunnen we bloemen leggen voor de voeten van de mensen met spandoeken?
Maar wat moeten we dan doen? Alles maar goed vinden? Nogmaals, hier zijn geen standaardoplossingen voor te bedenken vanuit de Cursus maar wel een standaard wijze om advies hierover te krijgen: wend je tot de liefde van je hart (of Heilige Geest, Jezus) en niet tot wat ergens geschreven staat of wat een autoritaire figuur je probeert wijs te maken. En die openheid naar de liefde laat deze liefde stromen en met het genezen van je eigen angst bied je de ander de grootste kans om hierin te delen. Wellicht kiest hij of zij er nog even voor om het spel van angst en oordeel te spelen. Maar het is geen fijn spel, dat ontdekken we vroeg of laat allemaal.