Over veiligheid en schijnheiligheid

Die run op WC-rollen was haast grappig om te zien. Waar je al niet aan denkt als “het mis dreigt te gaan”. Maar natuurlijk diende niet alleen de hygiënische stoelgang zeker gesteld te worden maar vooral de andere kant van het traject: voedsel. Wij zelf hadden afgelopen vrijdag een lege koelkast omdat we voor een weekje naar Spanje zouden gaan. Toen dat niet doorging krabde ik wel even achter de oren. Koelkast leeg, schappen leeg?

De spiritueel gewenste reactie is nu om te zeggen dat ik het allemaal mild glimlachend doorzag en me totaal niet druk maakte om dergelijke illusoire trivialiteiten. Ik merkte eerst dat ik de paniek-hamster reactie van anderen in feite veroordeelde door er lacherig over te doen. Dat is op zo’n moment een wat hinderlijke (bij-)werking van de Cursus; je hebt je eigen schijnheiligheid wat sneller door. Want onder de veroordeling van de angst van anderen zat natuurlijk mijn eigen angst. Ik vroeg aan m’n partner hoeveel WC-papier wij eigenlijk in huis hadden en lachte, eerlijk gezegd, pas toen dat er ruim voldoende bleken. Zaterdagochtend bleek ik duidelijk opgelucht dat de schappen in de supermarkt toch nog redelijk gevuld waren.

Werkboekles 77 blijkt weer eens frappant van toepassing op de huidige situatie. Jezus wijst erop dat wij onze zekerheid en veiligheid op de verkeerde plaats zoeken; bij geld, eten en medicijnen. Ik ben het vooral met hem eens als er geen vuiltje aan de lucht is. Maar nu ook m’n bescheiden aandelenpakketje aan het verdampen is, voelt dit toch ook bedreigend. We kunnen de lessen die we nog te leren hebben kennelijk niet ontlopen. Jezus ziet het zo scherp in genoemde werkboekles. Ik kan er maar het beste eerlijk over zijn en erkennen dat mijn gevoel van zekerheid samenhangt met een dak boven mijn hoofd, voldoende eten en drinken, een goede gezondheid en wat geld op de bank. De fraaie geestelijke wijsheden als “ik ben niet dit lichaam” en “niets werkelijks kan bedreigd worden” zijn vooral leuke oefeningetjes bij kleine probleempjes maar niet bij levensbedreigende kwesties. Zo schijnt het althans. Jezus adresseert dit bijgeloof van ons al bij het eerste wonderprincipe:

“Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid. Het ene is niet ‘moeilijker’ of ‘groter’ dan het andere. Ze zijn allemaal gelijk. Alle uitingen van liefde zijn maximaal”

Hij ziet het, zoals altijd, weer scherp. Alles is in feite terug te leiden tot onze angst voor lijden en de dood van dit lichaam. En dan zijn we bij de wortel van onze illusie aangekomen; het geloof in zonde, dus ons geloof dat we ons hebben afgescheiden van de eeuwige liefde die we zijn. Door de huidige crisis komt ons bijgeloof aan het licht. Onze hamsterneiging blijkt een poging om als zelfje controle te willen houden. Het is een vorm van verdedigen. Natuurlijk is er niets mis met zorgen voor het lichaam en boodschappen doen. Maar als we echt menen dat we afhankelijk zijn van het welzijn van dit lichaam dan geldt de oproep om te ontwaken.

De volgende, wat dramatisch klinkende, vraag kwam bij me naar boven: “Zou ik liever 90 worden en sterven als bange oude man, of als 60 jarige mijn droomlichaam rustig terzijde schuiven?”. Dit is de werkelijke kwestie. Ik geef maar even niet snel een te gemakkelijk antwoord. Kan ik weten hoe ik zal reageren als er geen bed op de I.C. voor mij beschikbaar is wanneer ik ziek en benauwd aanklop bij een ziekenhuis? “Sorry meneer Schoonderwoerd, alle bedden zijn bezet, we kunnen u niet helpen en u zult vermoedelijk verdrinken in het vocht in uw longen. Sterkte hoor!”

Ik kijk nu milder naar de hamsteraars. Mijn veroordeling van hen is slechts de veroordeling van mijn eigen angst. Ik kan ze beter als een spiegel gebruiken. Ja, broeders, ik herken jullie zorg en angst en de neiging om controle te zoeken in magische zaken. Ik weet echter dat de stervensles onafwendbaar op me afkomt, is het niet nu dan wel over een paar jaar. Wat een mooie oefening krijg ik aangeboden. Schijnheiligheid mag doorzien worden en mijn angst mag letterlijk naar het Licht gebracht worden. Heer, hier ben ik met mijn geloof in kwetsbaarheid. Ik ben bang en bezorgd en meen dat ik kan sterven. Dank u dat ik mag weten dat ik onder geen andere wetten dan die van U sta; de wet van het Leven. Ik dank U dat ik zeker mag weten dat U de angst uit mijn denkgeest zult wegschijnen als ik hierom vraag.

“Ik heb recht op wonderen” (WB 77). “Op zich zijn wonderen niet van belang. Het enige wat telt is hun Bron, die elke waardebepaling verre overstijgt” (Principe 2).

Dank broeder Jezus, dat je me beter kent dan ik mezelf ken en dat je naast me staat, nu en altijd.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s